De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 18 augustus pagina 10

18 augustus 1923 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 . RIJM-KRONYCK DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 18 Aug. '23. - No. 2408 TJIT HIET IKIL A.ID SOUMIE FT CT .A. IBT T? J" l LOLLY-LIED' De Lolly is eene eerst kort geleden in zwang gekomen lekkernij voor de Nederlandsche jeugd. Zij bestaat uit een ongeveer zeven centimeter lang x z.g. zuurtje", dat bevestigd is op een houtje. Men houdt het houtje in de hand en lekt zóó-lang aan het zuurtje, totdat daarvan niets meer over is. Een middelmatig lolly-zuiger doet daarover nog minstens een uur. Lachend op haar lolly lurkend loopt lief Lientje langs de laan. Dartel danst de drukke Dolly lebberend aan een lila lolly . lustig achter Lientje aan. Lezer, laat ik u beleeren: lolly's zijn een lekkernij. Laat die beide lekkerbekken lekker aan hun lolly's lekken, levenslustig, lachend, blij. Zuurtjes zijn zoo snel verzogen Lolly's lurkt men levenslang. Zalig zuigen., zonder zorgen ?Want er blijft genoeg voor morgen.. Zuurtjes., zingt uw zwanen-zang. O., moderne smikkelmuilen laffe lolly-lebberaars lekkers, lurkers.. lammelingen, lustelooze'?afstammelingen van een volk van Bestevaers Lummelende lolly-likkers zuig je zalig zuur-zoet-zat Laat je lippen lekker lekken, smikkel-smakken, smerig smekken.. rood-geel-groen van lolly-nat. Laffe eeuw van slappe leden Lolly liederlijk symbool voor een volk, fier, vrij, veerkrachtig eens door moed haast oppermachtig.... Leuterlolly... maak geen school. MELIS STOKE WIELERBAAN-IMPRESSIE Wij zijn naar de Wielerbaan geweest om daarnet hardrijden te zien. De tocht daarheen was reeds een sensatie op zichzelf. Op het uur dat de meeste menschen aan tafel zitten raasden tientallen automobielen langs den weg. In wolken stof raasden ze, de n na den ander, voorbij, en hunne toeters en claxons basten en gierden elkaar toe. Er waren automobielen bij die, blijkens reclame-opschriften, aan den dienst van handelsfirma's voor deze gelegen heid onttrokken waren. Er waren ook zóó mooie, en zóó gloednieuwe wagens bij als slechts bereden worden door handelaren. Aan verschillende daarvan wapperden vlagge tjes waarop de naam van den fabrikant in de banen was afgedrukt. Ook waren er andere wagens wellicht voor den verhuur bestemd die volgepakt waren met heer-achtige mannen en man achtige heeren. Zelfs reden er open rijtuigjes met heeren er in die verkoopers moesten zijn of exploitanten van vliegende winkels. Zij zagen eruit alsof zij veelgeld in hun zak hadden en het grootste deel van hun dag in koffie huizen doorbrachten. Tusschen al deze voertuigen door golfde een haastige menigte. Deze bestond voor het grootste deel uit mannen, maar sommigen hadden een meisje bij zich. Voor zooverre de voetgangers vrouwelijk geleide hadden, was dit jong en behaagziek gekleed. De auto-rijders daarentegen hadden als vrouwelijk geleide gewoonlijk zeer dikke, en zeer kostbaar gekleede dames, en velen daarvan twee per hoofd. Verkeersagenten regelden den stoet die, naarmate men het doel dichter naderde, lang zamer voortbewoog. Op het einde gingen de voetgangers in een zenuwachtig nol-gangetje vooruit, de mannen met hun vingers gereed in hun vestzakje, om plaatsen te koopen bij de tourniquet. Het was een mooie, windstille avond, en de opdwarrelende stof bleef als een grauwe sluier hangen. Daardoor was het late zonlicht droevig. De baan was, van buiten gezien, een hooge houten stellage. Zij is ellipsvormig en in de korte einden stijl afgerond. Over haar geheele oppervlakte is zij bespijkerd met smalle latten van bruingeprepareerd hout. Het middenterrein is met gras begroeid, en daar hebben slechts zij toegang die als renner, muzikant, gangmaker, jurylid of kelner aldaar ;V 'OuIAvi(/?' ? ?'' v fi llllIlllllllllflllUIIlIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Illllllllllllllllllllllllllllllllllllllltllltllt 1 iimiiiiiiijiHijiiiiifiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiJiiiiiiniiifiiimiiiiTiiiij! uit hoofde van een dier beroepen of functiën mogen verkeeren. De renners dragen kleurige tricots met een valen kapjapon losjes over de schouders, althans zoolang ze niet rennen. De muzikanten hebben petten met zilveren borduursel op. Wanneer zij niet spelen drinken zij bier. De gangmakers hebben pakken aan van leder, en op het hoofd helmen die hen bij een eventueelen val beschermen. Hun motorrij wielen zijn groote motoren op twee wielen waarop zij rechtop zitten, zooveel mogelijk naar achteren om dicht bij den renner te zijn, wiens voorwiel een aan de achterzijde van die gangmaakmachine bevestigden rol vol gen moet. De motoren knallen luid en zijn vanwege hunne moeilijke bestuurbaarheid voor het stadsverkeer onbruikbaar. De juryleden hebben onderling zeer ver schillende typen. Men vindt er waarlijke heeren bij, en nagebootste heeren, en mannen zonder eenige sociale pretentie en vooral ook mannen met een onbegrijpelijk soort sociale pretentie. De laatsten zijn trots, zij dragen onberis pelijke of opzichtige pakken, kijken ijdel om zich heen, groeten naar het publiek en rooken. Eén zeer dik jurylid, met een nel-bruin pak aan, dat in zijn vrijen tijd met een kind aan de hand over het middenterrein liep, zag er bijzonder goedig uit. Hij was het die telkens met een revolverschot het sein tot vertrekken gaf. Het publiek deed ons onmiddellijk voelen dat wij hier vreemdelingen waren. Om ons heen riep men de renners, zonder het programma te raadplegen, bij hunne namen. Men had voorkeuren, en, bovendien, verstand van de techniek van het rennen. ? Dit bracht een spanning teweeg die wij niet rnedegevoelen konden. Wij moesten onszelf kunstmatig in spanning brengen door snel onze sympathien te plaatsen op een paarsen of groenen mededinger die een f risch, open jongensgezicht had. En hoeveel zulk een aardig uiterlijk nog beteekent, konden wij tot onze tevredenheid constateeren, toen een fietser, dien wij om zijn bestiaal uiterlijk onmiddellijk den nederlaag toegewenscht hadden, inderdaad door het geheele publiek, door middel van gefluit en gesis, beschuldigd werd van oneerlijke practijken waar het gold zijnen mededinger behoorlijke ruimte over te laten. Het hoogtepunt van het programma was een uitdagingswedstrijd die gehouden zou worden tusschen een Belg met een Franschen motorgangmaker eenerzijds, en met een Hol lander met eenDuitschen gangmaker als teeen stander. Beiden droegen tricots in de nationale kleu ren. De Belg was een beroemd man en men las hem op het gebruinde gelaat dat hij er zich aan had gewend vél gejuich dat zijn persoon gold langs zich te laten heen glijden. Hij droeg zijn val-helm iets-schuins, met de nonchalance waarmede een Sevilliaansche dandy zijn hoed, uitdagend, op het hoofd heeft. De Hollander was een lenige blonde jongen, met een fatsoenlijk gezicht, waarop men spanning las en den vasten wil om rg zijn best te doen. De Fransche gangmaker had een vuile doch zér snelle machine, waarop hij gezeten was in eene losse houding die geenerlei buitenge wone spierinspanning, doch veel behendigheid uitdrukte. De Duitsche gangmaker was een knokige, lange, blonde kerel, die voortdurend zijn machine aan het repareeren en verbeteren was, en daarop plaats nam in een krampachtige houding. De twee renners vertrokken van de streep. De motorrijders vlak vóór ons; zij haalden de renners in, die zich achter hen voegden, en dan snorden de beide spannen een halt' uur lang achter elkander de baan rond. De Hollander deed ontzettend zijn best! De Belg deed juist zooveel zijn best dat hij het won. Beiden werden luide' toegejuicht. De Belg keek daarbij ernstig en somber zelfs. De Hollander lachte eerlijk omdat hij zoo blij was dat hij zoo honorabel verloren had. Toen kwam er een pauze, waarin door het publiek werd gegeten, gedronken en gepraat. Men begroette elkander, als ware het n groote kennissenkring, met uitroepen van jokkernij, en er waren zelfs zeer zich-thuisgevoelende heeren, die een praatje gingen makken op het middenterrein. Daar zaten renners, gangmakers en jury leden op een houten bank. Zij die nog voor enkele minuten het middel punt van ademlooze spanning waren geweest, zaten daar nu weer gewoon alsmenschen zooals u en ik. Na de pauze kwam er nóg een wedstrijd en daarna zouden de Belg en de Hollander een tweede half uur rijden. Het ging nu weer precies zooals de eerste maal. Maar het scheen alsof de Hollandsche jongen nu een echte poging wou doen om harder dan de beroemde Belg te rijden. Deze regelde zijn tempo zóó, dat de Hol lander, na een kwartier van de grootste in* spanning, niets gewonnen had. De avond begon te vallen. Met oorverdoovend geweld joegen de beide spannen elkander na. Uit de motoren sloegen vinnige blauwe vlammen-spitsen. De Fransch-Belgische combinatie knetterde met een onmiskenbare, sierlijke losheid rond. De Hollander trapte en trapte achter zijn krampachtiger! houterigen Dtiitscher aan. Hij deed zijn aller-uiterste best. Hij zou zeshonderd gulden verdienen. Zijn vrouw zat met een kleur van opwinding toe te zien. Men vertelde dat hij van zijn ver diende geld tuinen kocht voor zijn vader. Men vertelde ook dat de Fransche gangmaker verzot was op kikkerbilletjes en bekeurd geworden was door een Hoilandschen veld wachter omdat hij kikkers jaagde langs de slootcn, om ze van deze lekkernij te ontdoen. Dit is immers een kikkerland.... ? De avond viel, en er daalden vochtige sluiers. Het houtwerk werd vochtig. Razend, roffelend, vlammen slaande, joe gen de beide ploegen elkaar na. De afstand bleef dezelfde. Nog G minuten vóór het einde.... nog 5. . nog 4.... De Hollander schokte op en neer van h inspannend trappen.... Daar raasde de Belg weer voorbij.... Zoo sierlijk en gemakkelijk.... Hij zag er niet naar uit of hij zijn best deed om geld te ver dienen om voor zijn vader tuinen te knopen.Hij was beroemd. Een wereldwonder. Dan opeens gegil...-, een lange angstkreet die langs de tribunes huilt.... Een motor.... de Duitsche gangmaker.. schiet voorbij.... /.onder renner. Uit de hooge bocht, achter hem slaat een vormelooze massa neer,... nog ns om. . . .en dan blijft het stil liggen aan den rand van de baan, bij het gras.... Een hoopje rood-wit-blauw.... Hoog in de baan raast de Belgisch-Fransche combinatie voorbij.... Menschen staan op.... zwaaien met hun armen.... Langs het middenterrein hollen mannetjes. Dood....?" vraagt iemand achter ons. Een kring menschen verbergt het kleurig hoopje. De motors loopen si il. De Belg is afgestapt. Hij hijgt zelfs niet. Hij Hotel Duin en Daal" BIS!ÏN Centraal verwarmd. Vaste wischtifelt, koud- en warm-water CADILLAC Hit Meesterstuk dir iutolichniik Importeur: K. LANDEWEER, UTRECHT ziet er zoo rustig uit alsof hij geen half uur lang gereden had met een 80-kilorneter snel heid. Hij voelt met zijn hand langs het hout werk van de baan, om te weten of dat glad is. Wij gaan weg. Bij de uitgang is een groot gedrang. Opzij.... opzij !" roepen de menschen. Wij denken: nu niet kijken.... nu komt de brancard !" Maar het zijn de motoren, die worden wegge bracht. Wij blijven buiten wachten, om te hooren wat er is gebeurd met dien armen jongen, die zoo zijn best heeft willen doen. De Duitsche gangmaker weet het niet. Hij staat te twijfelen of hij maar niet zijn motor zal opladen en heengaan. De schemering wordt dichter. De vlaggen worden neergehaald. Uit een venster valt licht. Daar wordt de gewonde onderzocht. De auto's razen.... alles dringt naar de uitgang. Dan komt het bericht dat het zoo erg niet is. Heidaar.... pas op .'" roepen ze in de file, en de fietsers maken grappen omdat de auto mobielen wachten moeten. Het is nu weer dezelfde stoet, maar in om gekeerde richting. De wedstrijd is afgeloopen. Wij vonden het niet mooi. Een mensen op een paard geeft een nobeler sensatie dan een kromgebogen kerel die een toestel onder zich heeft waarop hij, door snel te trappen, zich met een duizelingwekkende vaart kan voortbewegen. En die knallende motor er bij maakt het beeld van technische onderwerping van menschenkracht nog volkomener. Het is niet mooi Hoewel het doel van dien blonden jongen, ^die tuinen koopen wou, en zoo erg zijn best deed, zoo alleraardigst was MELIS S r (j K E WEEKBOEK VAN 'N AMSTERDAMMER Hij zat er weer op zijn oude plaatsje,de groote voorspeller Kringman.... hij glimlachte als altijd: gelukkig door zijn tartende ar moede, die hem onafhankelijk van alles maakte. ,,De arme regeert, de rijke dient" was een van zijne spitszinnen. Hij voorspelde de toekomst uit kringen en vakken en dikwijls kwam het uit, wat hij aan alleman,op zijn bankje gezeten, toefluisterde. Ik ging naast hem zitten en vroeg of hij nieuws had. Aan zijn wenkbrauw-rimpels bespeurde ik beweging. Hij moest iets ge vonden hebben om een eigenaardige voorspelling te kunnen doen. Uit zijn binnenzak kwam het boek der kringen. Hij bladerde wat en zei zachtjes: Heb ik 't niet geweten van het oorlogsschip, van de vloot? In drie kringen liad ik alles klaar en als ik er nog twee bij vind, dan gaat de gulden dalen tot 82 cent. Ik zal het u laten zien". Denkt u dan dat ons volk zal moeten lijden als het Duitsche?" Wachten meneer, wachten". Hij bladerde verderen wees me op zijne voor spellingen over het aantal warme dagen, over den burgemeester van Rotterdam en over Pre sident Harding. Zoo goed als volkomen waren ze geweest. Voor hij zijn laatste bladzijde liet zien,stopte hij langzaam zijn pijp en rookte als een arm, tevreden mensch en een nietswenscher. Ik heb wat voor Duitschland. Ik zie wat voor de Duitschers", zei hij luchtig. De Kroonprins wordt president", zei ik vernuftig. Dat zeggen de kringen niet. Die jonge man is er heelemaal niet binnen". De mark gaat stijgen''. Dat is waar, maar dat is 't óók nog niet. 't Is nog gewichtiger". Hij sloeg het blad om en op het volgende stonden gelijkmiddelpuntige cirkels met aller lei hoofdletters en teekens. Het eigenaardigste echter was een nieuwe Duitsche postzegel van 5000 Mark dien hij er in geplakt had. Ik keek hem verbaasd aan en dat verwonder de hem niet. Kijk, dien postzegel kocht ik in een winkel op het Rokin voor enkele centen. Ik verwachtte dat papiertje. Ik wist dat er een document voor Duitschland zou komen dat van onnoemelijk gewicht zou zijn. Het is gekomen en het is nog belangrijker dan de kringen me leerden. Zie dien postzegel goed aan en tracht de beteekenis er van te raden". Ik meende dat het in den hoogcn prijs van 5000 Mark zat en dus in de verarming van de Duitschers, maar dat was 't niet. Neen meneertje", zei hij dat is het niet. Luister en kijk: die postzegel is de duurste dien de Duitscher# in Duitschland met Duitsche handen en hoofden gemaakt hebben op Duitsch papier en in een Duitsche drukkerij met mede weten en goedvinden van de verantwoordelijke Duitsche, Republikeinsche regeering. Die post zegel is blauw en niet rood, zooals hij had moeten zijn. Blauw is de kleur van wat we zoo noemen.... de bourgeoisie.... van den vrijzinnigen middenstander". En" vervolgde hij, wat staat er op dien postzegel?.... een kasteel. Weet u welk kasteel dat wel is, meneertje?" Als ik me niet bedrieg.... hetstamslot van het geslacht der Hohenzollerns", ant woordde ik. Juist, mijn lieve meneertje, dat staat er op ... .en begint u het nu te begrijpen? De oude burcht van den ex-keizer is erop geteekend. Dat is een document. Deze postzegel wordt dagelijks door duizenden Duitschers voor hunne briefwisseling gebruikt en duizenden drukken er onwillekeurig een kus op. De post zet er het stempel op en de kus wordt door het gansene Duitsche Rijk verspreid door de Republikeinsche posterij. Niet het gebouw van den Rijksdag werd op dit zegeltje (dat het voor naamste van alle is) geplaatst, maar de wieg van het ex-Keizerlijke geslacht". En wat voorspelt u nu?" vroeg ik ver baasd. Een kind in die wieg." Toen sloot hij het boek der kringen. J. H. S P E E N il o F F IC oer* 12 cent (BuiTEHOEWDON ) Sigaar iiiiiiiiiiHiiiiiiiMiiMiiiiiiiiiiiHiiiiiiit iiiiiiiilliniiiii iiiiiiitiiiiiiiiiiiiitiiiii HUI iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiiii (Punch) (Punch) (London Opininn) (Punch) v l ' rt De vertegenwoordiger: U komt nogal in veel hotels. U moet zoo eens vragen of ze het Edelbron" tafelwater hebben." De vriendelijke heer: Ja maar stel, dat ze 't hebben?" ,Kijt< va, die het net sukke pootenas u," Hindert het u ook als ik rook, dames V De hengelaar in Ierland (die op alle mogelijke manieren getracht heeft tegenspraak uit te lokken): D'r is niet veel wind, hèPat?" Pat: In 't geheel geen wind, meheer maar wat 'r is, dat is geweldig." Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerü. voorheen Ellernian, Harms & Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl