De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 8 september pagina 10

8 september 1923 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 8 Sept. '23. - No. 2411 TTIT IET K L JL H> S O UI?, XIF T IIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIIIIMH1III1III1IIIIIIIIIIII111IIIIIIII' HOOGE HAKKEN Door de hooge wiebel-hakken, Wordt de vrouwenvoet mismaakt. Te ere botjes worden langzaam Afgesleten en gekraakt. Het miskende kleine teentje Door een eksteroog geplaagd, Is niet langer meer te hebben Als men nauwe schoentjes draagt. Overbodig is dat teentje, Dat een reeëngang belet, Daarom wordt het onbarmhartig Door den dokter afgezet. Hooger worden dan de hakjes En een tweede teen verdwijnt, Om een geestig mode-schoentje, Dat het voetje slank omlijnt. Nog een derde kan men missen En de trotsche groote-teen, Blijft aan het misvormde voetje Met een kameraad alleen. Langzaam zullen ze vergroeien, En de rose vrouwenvoet Wordt een hard gazellen-hoefje Waar een trapje pijn van doet. 't Voetjes-geven wordt dan lastig, Liefde drukt het niet meer uit. Pootjes-geven zal 't heeten Met een soort benauwd geluid. Vroeger zweefden bloote voetjes Haast onhoorbaar langs den vfoer, Als de teenen zijn verdwenen Denkt men aan den stoeren boer. Bij een wondersierlijk dansje Klinkt dan houterig geklos, Schuivend draaien, zwierig zwaaien Wordt wat hobbelend gehos. Vrouwen, spaart ons die ellende, Spaart uw voet al is hij groot, Moeten we verliefd gaan knielen Aan uw poot? J.H. S p E E N n o F F IIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIIIIIIIII UNIE BANK voor NEDERLAND en KOLONIËN AMSTERDAM on ROTTERDAM Agentschappen in Nederland: 's-GBAYENHAGE, TILBURG, LEEUWARDEN, OISTEBWIJK, UDENHOUT, LOCHEM en BOBCULO. Agentschappen in Indië: BATAYIA, SOEBABAYA, 8EMABANG, BANDQENG, HEDAN en WELTEVREDEN H HET MINNEBRIEFJE EEN ONBEKEND AVONTUUR VAN SHERLOCK HOLMES \ Op zekeren avond werd er luid en dringend gebeld aan het bekende huis in Baker-street waar Sherlock Holmes woont. Dr. Watson sprong verschrikt overeind. Laten ze ons nu nooit met rust....?" riep hij nijdig. Houd je kalm Watson.. zeide de groote detective nuchter en ruim die whiskyrommel een beetje weg, want ik geloof dat we iemand van het hof op bezoek zullen krijgen " Van het hof.. ?" vroeg Watson verbaasd.. hoe weet je dat nu weer ?" Sherlock Holmes haalde de schouders op. Het is vrij eenvoudig.... zeide hij koeltjes . .eerst hoorde ik een auto voor rijden ? ??? dadelijk daarop hield de juffrouw van hierover op met pianospelen.... natuur lijk om uit het raam te kijken wat er aan de hand was, en toen hoorde ik haar naar binnen roepen: Man kom eens kijken, aan den over kant staat een hof-automobiel...." Nog was Watson verstomd over zooveel scherpzinnigheid en combinatievermogen, toen reeds de deur open ging, en een zware man met een van emotie verwrongen gezicht naar binnen gesneld kwam. Hij staarde hen om beurten aan, en riep toen op tragischen toon: Helpt mij heeren...." Gaat u zitten, mijnheer de particuliere Rookt TABA SIGAREN 't nieuwste 't fijnste INDISCHE GLIMWORMPJES (Geïmporteerd door H. VEERSEMA) D.e spin. Vergeet, bid ik u, uw Hollandsche miniatuurspinnen. De Indische heeft een lichaam ter grootte van een ovalen Amerikaanschen briefkaartzegel en pooten, waarin men de scharniergewrichten kan onderscheiden. Ook de spinnen, evenals de tjitjaks en tokkèh's vreezen wij niet, want ook zijjvoeren den strijd op grooten schaal tegen de millioenen kleine insectjes. Wekenlang hebben wij onze paviljoenspin gehad. Des ochtends, bij het ont waken, zagen we hem, moe en slaperig tegen de muur zitten om hem zich even later, achter een schilderij voor zijn dagslaapje te zien gaan installeeren. En des avonds kwam. hij weer te voorschijn voor zijn jacht. Met groote groene oogen keek hij ons aan en we praatten met hem. We vroegen hein, zich voor zijn slaap terug te trekken, vóór wij ontwaakten, omdat een spin in den morgen, moeiten en zorgen brengt". Maar hij was te slaperig om ons te begrijpen en met toevallende oogen zocht hij zijn bed op. En des avonds zochten wij hem in hoeken en gaten, en we gingen niet slapen voor we hem even gezien hadden, want een arraignée au soir, grand espoir. Doch we heb ben hem nooit kunnen leeren om n van zijn acht pooten ten afscheid toe te steken. Totdat mijn vrouw de baboe tot oninlandsche reinigingsactiviteit heeft opgewekt en haar, met een sapoe (bezem) de wand heeft laten afbezemen. Lang heeft onze spin dien avond den wand en het plafond afgezocht naar insecten, doch te vergeefs. En toen was hij plotseling bij ons op de voorgalerij; met min achtende en verwijtende blikken keek hij ons uit de hoogte een oogenblik aan. Toen wandel de hij vol waardigheid weg, om een andere woning te gaan zoeken. Daargaat onze arraig née au soir", zei ik boos, tot mijn vrouw. Maar vrouwen zijn optimistisch: daar gaat onze spin in den morgen", antwoordde ze vroolijk. Nu kunnen ze ons tenminste niet meer verwijten, dat we une arraignée au plafond hebben." De w a r o n g. De inlanders kennen slechts n soort win kels: dat zijn de snoepwinkels. Want zij eten den ganschen dag en overal waar zij zich be vinden. En om aan die snoep- en eethartstocht te voldoen, bevinden zich overal en nergens warongs. De wegen in Indiëzijn geplaveid met warongs; in de schamele woningen, op kleine stalletjes, op groote ronde manden-pre senteerbladen. Stop met uw trein aan een halte-plaats: de snoepgoedverkoopers ver dringen zich. Zij eten ongelooflijke viezigheden aan de warongs, die inlanders. Zij eten dingen, zoo scherp, dat ons de tranen reeds in de oogen schieten bij het zien alleen. En alles hurkt om de warong en krijgt voor zijn cent of twee centen zijn stuk pisangblad met de lekkernij er op. Den heelen dag loopen langs ons paviljoen de inlandsche vrouwen met op hun hoofd de groote ronde manden-presen teerbladen, waarop de eetwaar; en achter ons wonen slechts drie gezinnen van inlandsche bedienden. De eene helft van de Inlandsche bevolking bestaat uit waronghouders en de andere helft uit perskot (voorschot) vragende bedienden, die hun perskot aan de warongs versnoepen. P e r s k o t. Er bestaan in het maleisch inderdaad woor den voor loon, tractement en salaris, doch het begrip ontgaat den inlanders ten eenenrnale. Zij werken voor perskot (voorschot). En pers kot beteekent, voor hun begrip, gereed geld. Daar moet een nieuwe baboe komen. Er wordt er een binnen gebracht. De onderhan delingen met haar loopen vlot van stapel. Ge behoeft haar geen naam te vragen, want zij draagt er waarschijnlijk vele. Ge behoeft ook haar woonplaats niet te vragen. Als ze die u al naar waarheid zegt, zult ge het toch nooit in uw hoofd halen om langs een glibberig een-persoonspaadje, vermoedelijk over eenige bamboestokken over een kalie te glijden om die baboe in haar kampong-residentie op te zoeken. Ge behoeft haar ook niet te vragen of ze getuigen heeft en waar ze vroeger haar baboeplichten heeft vervuld: weet zij veel van Europeesche namen en straten ! Ge vertelt haar dus slechts, dat ze baboe moet zijn voor de wasch en het vuile werk; en dat ze veertien gulden in de maand krijgt zonder de kost. Zij vindt alles goed, en tevreden gaan beide partijen vaneen. Maar wanneer ze twee dagen gewerkt heeft komt ze den derde met een be nauwd gezicht bij u en vraagt om perskot. Ge zijt, laat ons veronderstellen, lezeres, nog te kort in Indiëen voelt nog het verderfelijke in het geven van voorschotten, en ge onder houdt haar over haar economisch onverstand en weigert het voorschot. Onvervaard blikt zij met haar gitten kijkers in uw oogen en deelt u haar besluit mede dan maar aan toean (mijnheer) dat voorschot te zullen vragen. Haar kijkers vertellen tegelijkertijd veel din gen, o.a. mijnheer heeft toch den geldbuidel, daar moet mevrouw het toch ook van krijgen en meneer is toch de baas; en met meneer zal zij wel goede maatjes worden e.d. meer. Daar voor zwicht mevrouw niet. Maar als mijnheer niet meteen zich gewonnen geeft, zal mevrouw om rust te hebben en gezanik te voorkomen toch binnen de week haar eerste perskot heb ben uitgegeven. De inlandsche maatschappij hangt van perskot aan elkaar. En weigert men halstarrig perskot te geven uit het edele beginsel het personeel te leeren, hoe verderfelijk het voorschotstelsel is, verhoovaardig u niet op uw vermoedelijke resultaten. Want uw personeel zal diep in het krijt staan bij den hadji iti hun kampong. En zij zullen in stede van uw renteloosperskot op woekerrente geleend hebben. |_ Onze baboe vraagt een rijksdaalder. Wij geveiifgc-en j voorschot. Maar klagelijk vertelt ze dattze;hongcr«heeft.*Doch er is'geen klein geld in huis. Mijnheer zal wisselen en]als hij thuis^komt|krijg|jij{je|saringit", zegt mevrouw. Maar lang voor mijnheer terug is vraagt de baboe verlof naar de warong te gaan. Heb je dan geld" vraagt mevrouw verbaasd. Insecretaris...." noodigde de groote detec tive. Hoe weet u ?" stamelde deze onthutst. U hebt inkt aan uw rechter middelvinger ? antwoordde Holmes u bent plotseling onder uw werk weggeloopen. Een man als u loopt niet met inktvlekken aan zijn handen. U hadt dus grooten haast. Waarschijnlijk staat de quaestie dus in verband met een briefje dat met de post van half elf is binnen gekomen en dat u daar in uw hand hebt. Op het oogenblik is het tien minuten voor elven. U bent per auto gekomen. Het eenige lid van de koninklijke familie dat zoover hiervandaan woont is de oude hertogin van Finchbury.... Indien ik mij dus niet vergis hebben wij het genoegen, in verband met een geheimzinnig schrijven dat vanavond is be zorgd. ...." De bezoeker zuchtte van opluchting. U spaart mij zelfs de gelegenheid om mij voor te stellen.... U is een groot man." Holmes deed of dat compliment hem niet gold, maar zeide droog: Geeft u het briefje maar eens hier." Terwijl hij het las zonder een spier van zijn gelaat te vertrekken, sloeg Watson den bezoeker aandachtig gade. Deze was blijk baar in een staat van groote opwinding. Telkens veegde hij met een groote linnen zakdoek langs zijn voorhoofd en keek met angstige, verwilderde oogen om zich heen. Onwillekeurig maakte Watson bij zich/elveu de opmerking dat hij bij een man van zoo hooge positie meer zelfbeheersching verwacht had. De hertogin van Finchbury was niet minder dan de halfzuster des konings. De positie van haren particulieren secretaris was bijna gelijk te stellen met die van een ministersvrouw, want hij had den heelen dag invitaties te richten tot de hoogstgeplaatste personen in den lande. Toen Holmes de lectuur van het schrijven be-eindigd had, stak hij liet zijn vriend toe: Dit is een hoogst ingewikkelde /aak" TABAK nog altijd de beste. lUIIIMIIIIIIIIlllllllllllllllllllltllllll 'llltlllllllllllllllllfllllllllllllllllllllllllllllll zeide hij met een schier onmerkbaar knip oogje. Reeds stak Watson zijn hand naar het briefje uit, toen de bezoeker opsprong en het greep, roepende: Om Godswil.... mijnheer Holmes. . . . wat gaat u doen. . ?" Holmes keek hem doordringend aan, en sprak vervolgens; Watson is mijn vertrouwensman.. .. zelfs in zulke delicate quaesties, waar de eer van een vorstenhuis op liet spel staat. Wanneer u prijs stelt op mijn hulp, verzoek ik u er in te berusten dat mijn vriend liet briefje leest.." Met een wanhopig gebaar ging de parti culiere secretaris weer zitten. Het zij zoo.." zuchtte hij. Toen las Watson met klimmende belang stelling liet volgende briefje: Mijn lief dikkerlje, Ik kan het niet laten om je nog eens te schrijven. Toen je me gisteren in Hyde Park voorbijreed! had ik moeite om niet naar je toe te snellen en je een ouderwetsciieu pakkert op je snuit te geven. Je zag er zoo schattig uit. Maar wat zouden de menschen wel gezegd hebben.. ? Oei.... Oei.... Al je deftige kennissen. Je bent een stiekemerd hoor, jij met je uitgestreken gezicht. Je zag me best.. Maar je wou me natuurlijk niet kennen hè....? Nou maar ik neem het mijn dikkertje niets kwalijk hoor. Ik heb toch maar een liet' knipoogje van je gehad, waar je broer niks van gezien 'heeft. Trouwens die broer van je is ook een schijnheilige duivel hoor. . . . Nut zoo eentje als jij.. Gisteren heeft hij mijn zuster getracteerd. Hij was in politiek in de White City en ze hebben tot half twee 's nachts in de danszaal rondgcsprongen. Maar dat vertelt hij jou ook niet.... lié.. dikkert..? .Als je morgen om half vijf niet in de Popular Lyons komt taartjes eten zet ik een advertentie iu de courant. Denk J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAB-R'DAH-DEN HAAG DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND derdaad, ze toont twee vieze briefjes van een gulden. En triomfantelijk wijst ze naar achte ren, waar de dikke kokkie voor haar branden de arang (houtskool) potten zit. Mevrouw be grijpt er niets van. Maar kokkie wel, want voor die twee vieze briefjes van een gulden, die zij aan de baboe leende krijgt ze straks den rijks daalder, dien mijnheer aan de baboe zal geven. En overmorgen, wanneer kokkie op haar beurt op zwart zaad zit, verkoopt ze ook haar perskot met vijf en twintig procent verlies. Welke econoom zal dit volk van zijn pers kot-ziekte genezen? Ad Gloria m 6 Sept. 1923. Overal, waar zonen wonen, Van den Nederlandschen stam, Klinken heden blijde tonen Van een luid ad Gloriam". Overal, waar docht'ren bloeien Uit dat volk, van melk en bloed. Hoort men zoete zangen vloeien Uit een blij-gestemd gemoed. Wat der wereld wil bedieden De onverbreekb're trouw en min Van de Nederlandsche lieden Voor hun dierb're Koningin. Zoodat gansch de wereld schouwe Hoe dit vollek, eens van zin, Pal staat rond de hoogste vrouwe, Hun beminde Koningin. Hoor den ommuring, den wijden, Dreunen van des volleks zang; Eindend in den kreet, den blijden: Wilhelmina leve lang !" Hoor den ommering, den wijden, Daav'ren van des harten drang: Hou en Trouw" ten allen tijde ! Wilhelmina leve lang !" Bravo, wakk're Docht'ren, Zonen Van den Nederlandschen stam ! Heere, aanhoor de ontroerde tonen Van dit luid ad Gloriam". H. G. P. O B D E ij N l i De Dichter Ach, elke dichter heeft een pen, Die hij vaak moet versnijden, Of ook een Swan of Waterman, Waar hij mee klaagt zijn lijden. Want eiken dichter pijnigt leed, Hij kan het haast niet dragen. Gelukkig, dat hij verzen weet, Waarin hij uit kan klagen. En elke dichter heeft een lief, Dat weigert hem gehoor.... En elke dichter heeft ten hart, Waar hij op rijmen laat zijn smart.. Daar is hij dichter voor. E i. i. A D 10 VRIES TROETEL fH'ifitrfimiiiiiimriiiilijiimiiiMiiiiiiMiiiiiliiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiMiiliiliilliiiHillllimiliiiilH er otn hoor. Met je volle naam er in. Ik waarschuw je maar vast. Wat zullen de menschen dan lachen. een kusje van je Je-weet-wel. Stomverbaasd keekWatson den particulieren secretaris aan. Deze veegde nog altijd zijn voorhoofd af. ,,lk reken op de volkomen discretie van de heeren. ..." zeide hij. Holmes stak zijn pijp aan en sloot zijn oogen. Na eenige minuten vroeg hij: Dus dat schrijven was hedenavond in de particuliere correspondentie van de her togin ....?" De secretaris knikte bevestigend. En wat waren er nog meer voor brieven/" Tien verzoeken om steun van oudstrijders. ... veertig uitnoodigingen tot ope ning van ba/ars en liefdadige Garden Parties en. ... en . ..." Niets meer.... ?" vroeg Holmes streng. O, ja.. antwoordde de bezoeker aar zelend en licht-blozend ook nog een reke ning van een corsettenmaakster, maar ik dacht niet dat die van speciaal belang voor u was...." Alles is van belang. ..." snauwde Holmes ...." was er anders niets bij de post....?" Nalatige aarzeling antwoordde de bezoeker: Nog eenige circulaires...." Circulaires van wat.... ?" Twee aanbiedingen van whisky-grossiers . . een extra-aanbieding van oude jenever en drie of vier adreskaartjes van bookmakers.." Een zonderlinge correspondentie voor een oude dame.." zeide Holmes met zekeren ironischen nadruk. De secretaris haalde de schouders op. ,,Ze stoppen alles maar in de bus.... De hertogin drinkt niet.... zij speelt niet op de rennen., en wat de rest betreft.." Genoeg., genoeg.... -?zei Holmes met een bezwerend handgebaar ik ben niet van plan u uit te hooren over het particuliere leven van de hertogin.... Watson.... heb jij misschien nog iets te vragen....?" Tja.... zeide deze aarzelend ik zou wel willen vragen.. er is in den brief sprake van een rit in Hyde Park., klopt dat..?" De particuliere Secretaris bloosde tot over de ooren. Helaas zeide hij bijna onhoorbaar ik had deze pijnlijke vraag verwacht.... Inderdaad heeft die rit plaats gehad . ..." En in gezelschap van....?" drong Watson aan. Het scheen wel dat de bezoeker aan de vreeselijkste kwellingen ten prooi was, toen hij zeide: Hare Koninklijke Hoogheid zat op de liukerplaats van het rijtuig.... aan Harer Koninklijker Hoogheids rechterhand zat Zijne Majesteit de Koning, en ik had de eer met de Markiezin van Chester de achterplaats te deelen. ..." Er ontstond een stilte. De drie mannen had den elk voor zichzelf de pijnlijkste gedachten. Wat beteekende dit briefje....? Ontsluierde het de verschrikkelijkste geheimen omtrent het particuliere leven van de grootsten in den lande ? Alles ging hen langs den geest.... de scène in het danshuis.. de toespelingen en dreigementen in verband met eene ont moeting in een populaire lunchroom .... en het verschrikkelijkste bovendien....: de ad vertentie in de bladen.... Was de geheele koninklijke familie in de macht geraakt van een troep gewetenlooze afpersers en chanteurs.... ? Maar.... waagde Watson eindelijk.... maar dat knipoogje in Hyde Park...." De particulerie secretaris was opgesprongen. Hij sloeg zich met de vuist op de borst. Ik verzeker u... mijne heeren schreeuw de hij ik zweer u bij mijn trouw aan het koninklijke huis.... dat ik niets.... niets gezien heb.... De hertogin heeft zich met Haren Broeder onderhouden over veeteelt.... ( Vervolg op /wg? 3 omslag) Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms & Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl