De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 8 september pagina 5

8 september 1923 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

8 Sept. 13. - No. 2411 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND VORSTELIJKE WERKSTUKKEN Waarlijk 't is Koninklijk werk, dat de Al gemeene Nederlandsche Vrouwen Vereeniging Tesselschade als huldeblijk op het Jubileumfeest aan H.M. de Koningin heeft aangeboden. Zelden hebben wij als Nederlandsche arbeid het witwerk in zoo rijke uiting gezien. Het geschenk bestaat uit een stel sierkleeden voor de gedekte tafel, bestaande uit n ovaal kleed 95 bij 60 c.M. groot, 2 ronde kleeden 60 bij 60 c.M., en 24 vingerkomkleedjes 20 bij 20 c.M., alle kleeden binnen den randkant gemeten. De grondstof is fijn wit linnen, de filetgrond is zeer fijn geknoopt. De ornamentiek geeft een combinatie van Fransch borduurwerk, Richelieuwerk en filetwerk. De teekening, is een samenstel van oranjebloesem en oranjeappel-motieven met bladwerk. De incrustatie van de filetrondten, die ver band houden met de filetkant, welke het kleed omgeeft, en hun verlenging naar het midden vinden in driehoekvormige vakken van Richelieuwerk, doet zeer rijk en kostbaar aan. Het ovale kleed heeft als mid denvak de in filet aangebrachte Jubileum jaartallen. De ronde kleeden hebben beide in 't midden de W met kroon, de kleine kleedjes een der bloemmotieven. De twaalf bloemen verwerkt in de filetrondten zijn de: waterlelie, distel, dotter, margriet, ranonkel, narcis, viooltje, sneeuwklokje, tulp, iris, papaver en akkerwinde. De festonkant is doorstopt metjjranjeappel-motieven en takjes groen. Het kostbare van patroon en arbeid is voornamelijk hierin gelegen, dat zeer weinig» van den ondergrond zichtbaar is en het ornament het geheele oppervlak bestrijkt. Men is in de compositie zér gelukkig geweest. Nergens is de aard der techniek verkracht. Zonder in de antieke dessins te vervallen, heeft men de stijl en de eischen van het witborduursel en Richelieuwerk geëerbiedigd, en het evenwicht weten te behouden tusschen dicht en openwerk. Ook voor de uitvoering hebben wij alle lof. De groote kleeden werden geborduurd door: n werkster uit Amsterdam, n uit Rotter dam, n uit den Haag. Vooral de borduurster van het groote ovale kleed heeft prachtig zuiver het dikke witborduursel weten uit te voeren. De katoenen werkdraad is als witte zijde verwerkt (een teeken van knappen arbeid) de takken slingeren zich en relief * glanzend om het lichtend open middenvak en de kleine bloesembloempjes sieren door hooge ligging spelend den rand. Het filet werk, minder dan het borduurwerk, gebonden aan n hand van werken, werd uitgevoerd door vele vrouwen en meisjes in verschillende afdeelingen en correspondentschappen der Vereeniging. Het bestuur 'van de Algemeene Nederland sche Vrouwen-Vereeniging Tesselschade heeft naar ons voorkomt, met het aanbieden van deze werkstukken een goede greep gedaan. Zij heeft daardoor het peil van onzen vrouwen arbeid verhoogd. De kleeden zijn aangeboden in een in zijde gecartonneerde doos met drie laden. EtisM. ROGGE Een werkstuk, dat deel uitmaakt van het huldeblijk door de Algemeene Nederl. Vrouwen-Vereeniging Tesschelschade aangeboden aan H. M. de Koningin. lUllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiimuiiimmiHiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiliii EEN VLEUGJE ZUID LIMBURG dan wij, en zoo vonden we, toen wij er aan toe waren, de welbekende stad gisteravond op ons wachten als een sprookjesland, waarin we nauwelijks meer onzen weg konden vinden, omdat het aanschijn aller dingen veranderd en onwezenlijk geworden scheen En onder boomen met feeërieke, gouden appels, langs lichtende fonteinen, tusschen hagen, geurend als kerstboomen, zijn we drentelend en droomend naar het donkere bosch gegaan, waar duizenden en duizenden de koningin wachtten, die door den stillen avond, wit en glanzend, als gedragen op de golven van ge juich, die met haar aanwoeien, haar feestdag kwam gedenken te midden van haar volk. En ik weet, dat van deze lichte dagen drie herinneringen mij altijd zullen bijblijven: die ne, hooge, extatisch-blijde toon van het jubelen der menigte; de oude, eerwaardige toren, blank als marmer in den blauwen nacht onder den straal van het zoeklicht; en het bleeke jongetje, dat in zijn ziekenhuis-bed zoetjes lag te herstellen, en dat als zijn diepste verlangen had uitgesproken: een por tret van de koningin voor zijn nachttafeltje. Want naast alle luide vreugde en luide hartelijkheid, die we gezien en gehoord hebben hoeveel innigheid is er verborgen gebleven in de harten der ouden, der zieken, in de stilte van de binnenkamers des te heviger beleefd. ANNIE SALOMONS AAN ZEE mmm KARPETTEN 300X200 vanaf . . . f47,50 350 X250 . ... f69. enz. Een werkstuk, dat deel uitmaakt van het huldeblijk door de Algemeene Nederl. VrouwenVereeniging Tesschelschade aangeboden aan H. M. de Koningin. iniiiiiitiitiiiiiiiiiii BIJKOMSTIGHEDEN LXXXIX. Een volk in Oranje". Heb je er wel eens over gedacht, hoe heel anders het aspect van een feestvierende, Hollandsche stad zou zijn, als de kleur van ons vorstenhuis b.v. paars was?" hoorde ik iemand zeggen. Hoeveel somberder zou dat eruitzien dan nu, nu we achter alle ramen iets als gecondenseerde zonneschijn zien schemeren." En toen ik erna door stille achterstraatjes liep, moest ik bekennen, dat dit voor mij het roerendste was van het heele feest: dat al op den vooravond, in al die afgelegen hoeken van de stad, waar geen schepsel komt, iedere kamer haar eigen tooi had van guirlandes, van een oranje lampekap, een vlaggetje, een kinderteekening of een vensterbank vol met miniatuur vaasjes met oranjebloemen, (waar schijnlijk van elk kind n;) dat er geen viezig slagertje was, of hij fronzelde oranjepapier onder zijn reuzel; geen groenteboer, of hij paradeerde met sinaasappels en wortelen, omdat iedereen het zijne tot de feestvreugde wilde bijdragen, en ik dacht: zou er iets ter wereld te bedenken zijn, waarvoor je zoo alle menschen, van alle soorten, warm kunt maken, als voor dit symbool der nationale eenheid, deze ernstige en strenge vrouw, die vijf-en-twintig jaar haar persoonlijk gemak en haar persoonlijke vrijheid heeft geofferd voor een taak, waarvan velen het belang en het nut miskenden.... Deze dagen stemmen tot nederigheid. Want wie heeft, in dezen chaotischen en allesomverwerpenden tijd niet zijn revolutionaire periode gekend, waarin hij hartstochtelijk riep om de Umwerthung aller Werte?" Wie heeft niet, als verontwaardiging om onrecht en onderdrukking hem de bitterheid deed overloopen, er mee ingestemd, dat de heele maatschappij rot was en naar den kelder moest? En nu op dezen lichten morgen, terwijl het karillon speelt, terwijl de vlaggen klapperen en alle menschen met blije gezichten loopen, is hij nu het onrecht en de onder drukking vergeten; meent hij nu,dat oranje" alle zwarte gebreken toedekt? Neen, maar wat hem verbaast en ontroert, wat hem bescheiden en beschaamd maakt, is dit: hoe het volk, dat hij dan redden en verlossen wilde, de gehechtheid aan zijn vorsten in het hart draagt, als zijn nobelste idealisme en zijn mooiste droom van ridderlijkheid.... Wat zou hij in de plaats kunnen geven voor III. Een vriend had ons zijn Buickje geleend en wij konden dus de streek doen op zijn Amerikaansch. Daar was ook niets tegen, want drie van ons vieren hadden menig paar schoe nen versleten op de Limburgsche wegen, menig kleedingstuk gescheurd tegen de hellingen, hetzij in 't struweel, hetzij aan de splinters der oude rotslagen. Eerst gingen we naar Val kenburg, het Interlaken van dit bergland. Sommigen vinden het er druk en betreuren het dat het hooge natuurschoon hier verbasterd raakt tot bezienswaardigheid en amusement, maar het viel mij nog al mee en ik zag niet zoo heel veel storend verschil bij vijfentwintig jaar geleden. Het stadje houdt zijn hotels nog al dicht bij elkaar en vijf minuten buiten de plaats ben je al net zoo verlaten als je maar wil. Dat de Noord-Nederlanders er wat Limburgsche joligheid kunnen bijwonen en overnemen is een groot voordeel en ook daarom verwacht ik veel hulp van de zomergasten in Valkenburg en elders, wanneer het er binnen kort op aan zal komen, om niet alleen den Pietersberg te behouden, maar al wat ZuidLimburg maakt tot het mooiste en onder houdendste deel van Nederland: de bergen, de bosschen, de beken, de hellingen, de beemden en de merkwaardige plekjes, die duidelijk getuigen van het belangrijk geologisch ge beuren in dit gebied. In een kring van een uur gaans straal rondom Valkenburg is van VRUCHTENKOEKJES VAN SIPKES HAARLEM gijn voortreffelijk van kwaliteit en aangenaam van smaak deze verknochtheid zonder vlek van eigenbaat, voor deze eerbied-en-liefde-in-én? En niet alleen wat wij dan het volk" plegen te noemen, is ons een verrassing in deze dagen; het meest van alles is de ver rassing van ons eigen eigenwijze hart. Wij arme, vereenzaamde intellectueelen, die alleen in onze kamers zitten, die krom groeien op onze bureaustoelen, en uit onze bleeke duimen gewichtige theorieën en gevoelige toekomstdroomen zitten te zuigen; wij, die ons dik maken over ons diepe inzicht; die spreken over een volksbelang", als er mis schien twintig menschen zijn, die begrijpen, wat we eigenlijk bedoelen, hoe onwennig staan we met onze oogen te knipperen, als we eens inderdaad in de sfeer van een echt volksfeest te land komen, en hoe merken we, de hemel zij geloofd ! dat we toch nog niet zóó verdroogd of vertheoretiseerd zijn, of de golf van ontroering brengt ook onze harten nog in beweging; we glimlachen mee, als een kind zegt: Maar het is toch wel een bétje Zondag", omdat we het ook zoo voelen; we begrijpen beter dan gewoonlijk, dat de lichtelijk comische figuur, die het vaandel der Christelijke bond voor de kleedingindustrie" draagt evengoed onze broeder is als de neuswijze Amerikaansche miss met haar oranjekokarde, of de jongeling met wapperende naren in zijn fluweelen buis, die verleden jaar zeker nog communist moet zijn geweest, en die nu vriendelijk met een goudsbloem in zijn knoopsgat loopt, (niets blijkt zóó aanstekelijk als zoo'n plekje oranje op en in het hart,) en als een agent mij joviaal bij m'n arm pakt en zegt: Nou zou ik 's doorloopen, juffic; der willen der nog meer kijken", dan is mijn eerste gedachte niet, (en op de eerste spontane gedachte komt het juist aan,): Man, je ver gist je, ik ben...."; maar ik lach tegen hem, en denk: Nergens op de heele wereld vind je toch zulke goedmoedige, gezellige en vriendelijke politieagenten, ais bij ons, waar ze zelfs in de grootste drukte nog tijd hebben voor praatjes." Het meeste respect moeten we eigenlijk hebben voor de feestcommissies en voor ieder een, die aan de voorbereiding van het feest hebben gewerkt; voor al die menschen, die, toen niemand er nog lust in had en toen niemand nog geloofde, dat het een cht feest zou worden, toch maar trouwhartig begonnen de masten op te zetten en de electrische draden te spannen en de bloemen te schikken, terwijl wie toekeken het nog een vrij kinderachtig gedoe vonden. Hoe over schatten we ons intellect, hoe onderschatten we goddank! ons kinderlijke hart, dat zich nog innig kan verheugen over een rij met lichtjes, over oranje ballonnen in de boomen, over vlaggen en vaandels en zelfs over de knette rende klank van kopermuziek.... Maar de voorzienige besturen hebben mér fantasie en een levendiger herinneringsvermogen gehad Een heldere ochtend aan ons Noordzeestrand. ^ Behalvejhet oogenblik van den zonsonder gang, als die bijzonder mooi is en een paar uur daarna, is aan onze westelijke kust, de och tend de beste tijd om het strand te genieten. 's Namiddags maakt de zonneschijn ons dat te lastig door zijn schittering, die den blik dwingt zich terug te trekken van het water, waarvoor wij toch eigenlijk kwamen, 's Mor gens kunnen wij dien kalmer daarheen richten: van dichtbij het bezoek bijwonen dat de Oceaan dagelijks brengt aan zijn zuster, het land. Tweemaal daags komt hij, en tweemaal daags verwijdert hij zich weer. Zonderlinge kracht, die opkomende vloed, te treffender naarmate er minder wind is. Gij voelt geen beweging in de lucht om u heen, en toch is er in het vloeibaar element tegenover u een zoo sterk beweeg, dat gij er door ge boeid wordt met al uwe zintuigen. In breede gelederen komen de golven aanzetten, sier lijke witte schuimvlokken meebrengend op hare koppen; gij ziet ze dansen, gij hoort ze rollen, gij snuift de zeelucht op, met het besef van daarin iets verkwikkends te ontvangen. Maar als gij ze woudt tegenhouden? Gij weet van zelf dat dit onmogelijk is. Het getij is een force majeure", waarmee de menschheid bij haar doen en laten, zonder mogelijkheid van weerstand, heeft te rekenen: symbool van die grootere Hoogere Macht", aan wie allen af en toe wel voelen onderdanig te zijn, ook zij die niet wenschen er een naam voor te zoeken. Een der grootste aantrekkelijkheden van de zee bestaat daarin, dat zij niet het land is. Een erg negatief compliment, zult gij misschien zeggen, maar dan nochtans moeten toestem men, dat hierin een voorrecht ligt verscholen. Zeg eens: waarom gaat gij zoo graag, ieder jaar een paar weken op reis? Is dat niet voor namelijk orn eens tijdelijk iets anders te zien dan wat het dagelijksch leven thuis u aan biedt? Om eens uit uw werk te zijn, dat gij allicht met lust en liefde doet, maar na zulk een korte afwisseling weer met meer frischheid zult kunnen opvatten? Hoe meer het plaatse lijk karakter uwer vacantie-perspectieven van dat uwer gewone omgeving verschilt, hoe meer opfrissching gij u daarvan voorstelt. Welnu, voor alle binnenlanders, hetzij stede lingen of platteland-bewoners, is de zee, met haar deinend bestaan, zoo iets geheel anders dan alles wat het vaste land kenmerkt! Mocht iemand gebukt gaan onder 't feit van dezen zomer het gewenschte reisge not te moeten missen, die trachte daaraan te gemoet te komen door, al is het slechts een halven dag, aan zee te zijn. In ons kleine vaderland woont ieder op betrekkelijk korten afstand van een of ander zeedorp; en in onzen tijd van auto- en fietsverkeer zijn die kern punten van zout-water-eigenaardigheid voor duizenden heel wat gemakkelijker te bereiken dan vroeger. IHIIIIIHIMIIIMIimlIIIIHIIIIIHIHIIMIIIIMIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMHIIlmlIIIIIMIIIIII dit alles in overvloed te vinden. Daarom hou den wij van Valkenburg. Even later stapten we uit aan den rand van dien cirkel op een achterweg bij een paar rommelige boerenhuisjes, kleurig in de bloe men, zooals ze dat hier graag hebben. De wegbloemen zelve waren anders dan in Hol land: hooge dichte trossen van geurige mar jolein en spichtige bleek-blauwe Verbena. Eén groote gele kwikstaart stond troosteloos bij een schraal waterloopje, vroeger een lustige beek, maar een waterleidingbedrijf heeft de bronnen in beslag genomen. Een boer heeft een hap uit den berg gegraven om zand voor zijn erf en daar heeft hij nu eens een goed werk mee gedaan, want hij groef juist aan den rand van een storing", de plek waar een millioen of zoo jaren geleden het krijtgesteente is ge broken en verzakt. Nu vinden we aan de eene zijde van de groef nog mergelrots, aan den anderen kant de tertiaire zanden, die daar later zijn afgezet. Heel dat Limburg zit vol van die breuken en storingen, met slenken en horsten, allemaal dingen, waar we vroeger nooit van hoorden, maar die tegenwoordig voor hoe langer hoe meer menschen beteekenis en belang krijgen. In Limburg is op dat gebied allerhande moois te zien, zoodat reeds lange jaren geleden Winkler deze streek daarom een der merkwaardigste noemde van de heele wereld en nu is het zeer zeker van belang, dat wij zulke mooie en duidelijke ge vallen behoorlijk weten te brengen onder de aandacht van een steeds grooter wordend aantal belangstellen den. Om zijn geologisch moois is Zuid-Limburg minstens even belangrijk als om zijn planten en dieren. Niemand heeft dat beter beseft en aantrek kelijker verteld dan E. Heimans en ieder die Zuid-Limburg behoorlijk wil genieten, moet beginnen met zijn Krijtland" te lezen, dat een zekere vermaardheid heeft bezorgd aan het algelegen dorpje Epen, hoog in het Geul dal, vlak bij de Belgische grens. Daar reden we heen over Wylre en Mechelen. We stalden den wagen bij een boerderij, die geheel opge bouwd was uit carbonisch gesteente ter plaatse gedolven en di» gegrondvest was op de rots zelve, zooals die daar aan den dag ligt. Langs een vrij steile helling daalden we af naar den Geul, die zijn oevers hier kleurig versiert met de prachtige gele zinkviooltjcs en Engelsch gras, dat hier veel dieper van kleur is dan aan ECHTE DEVENTER ALOM VERKRIJGBAAR Meer en meer trachtten in de laatste halve eeuw onze zeedorpen badplaatsen te worden. Zij hebben allen hunne badgasten en, naarmate zij dichter bij een groote stad liggen, hun dagjesmenschen. Dit maakt dat menigeen verklaart, zee en strand liever 's winters te bezoeken dan 's zomers. Zeker, ook 's winters is de schoon heid der ontmoeting van de zee en haar om geving in 't geheel niet te versmaden, al ware het alleen maar om de meeuwen, die daar dan beurtelings deftig over 't zand patrouilleeren, zwierig door de lucht rond waren of als levende schuimwolkjes op de koppen der golven wiegen. Eenige vogels, al deze drie bewegingen volkomen meester en daarom waardig als zinnebeeld te dienen voor een benijdenswaardig aanpassings-vermogen! Doch afgezien van meeuwen en andere winter-attracties, wij zijn thans in Augustus en hebben met den zomer te doen. En nu zal wel niemand zoo zelfzuchtig zijn de be schikking over de beste punten van ons zeestrand voor zich alleen, of hoogstens met een clubje vrienden te verlangen. Zonder twijfel is het aangenamer, een mooi natuurtoneel in beperkt, sympathiek gezelschap te genieten, in plaats van zich daartoe den weg te moeten banen door een gekrioel van lawaaizüchtige menschen en zandspittende kinderen heen. Maar omgekeerd: is er voor uw humaan gevoel niet iets opwekkends in, die vroolijkheid te zien rondom u; wordt gij er niet, misschien ondanks verschil in uitings-smaak, door meege sleept; en gunt gij aan dat talrijk strandpubliek hier niet evenveel genoegelijke indrukken als gij voor u zelf wenscht? Veel liever dan in een of andere lektuur, die onzen geest vèrweg voert, verdiep ik mij bij zoo'n gelegenheid een poosje in het menschengewemel, in zeker besef van saamhoorigheid. En per slot: hebben wij niet slechts enkele honderden voetstapen noord- of zuidwaarts te doen, om weer heelemaal alleen te wezen met de deinende zee en het daarover uitgestrekte zwerk? Laat daaroverheen uw blik weiden; en als gij oog hebt voor de fijnste kleur-schakeeringen, geniet dan de harmonische Vereeniging van lucht, water en zand. Laat uw verbeelding spelen met de ongrijpbare golven, even lustig als gindsche kinderen dat doen door hanteering van hun houten schopjes. Is er niet iets sprookjesachtigs in de gevoelens, die u op het oogen blik vervullen? Iets dat u heentilt over aller lei beletselen der werkelijkheid? Gij weet het niet, en tracht het niet te weten te komeri. De indruk van de zee werkt niet op uw verstand, maar veel meer op uw onderbewustzijn". Lang geleden, eer dit woord in de mode was, heb ik eens beproefd, mij daarvan reken schap te geven in dezer voege: Wat is het toch dat, 't allen tijde, Hetzij zij droevig zijn of blijde, De menschen trekt naar zee en strand? Dat hen het groen van parken, tuinen, Verlaten doet voor vale duinen Met dorre helm en vlottend zand? Wij zijn geen visschen, robben, meeuwen, Op 't land behooren wij tehuis; Toch klinkt voor 't menschenoor, sinds eeuwen Een lokstem in het golfgeruisch Zou dat niet zijn wijl in ons wezen Iets is dat op de golven lijkt: Dat vaag en vloeibaar is als dezen En onnaspeurbaar komt en wijkt? GEERTRUIDA CARELSEN l II Illl IIMIIIIMIIIMIIIIIIIIIII HUI Illlllll VERZOEKE ALLB STUKKEN VOOR BE RUBRIEK VOOR VROUWEN" IN TB ZENDEN AAN HET SECRETARIAAT VAN DB AMSTERDAMMER" KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM. Een van de Limburgsche zeldzaatnheden De Byenorchis Foto voor De Levende Natuur van C. Sipkes 't zeestrand. De derde zinkplant, de boerenkers was al uitgebloeid, maar de viooltjes en de Armeria gaven ons al genoeg te zien van de hier eenige zinkflora, over welks ontstaan de meeningen nog verdeeld zijn, al lijkt Hei mans' uitlegging de meest plausiebele. Aan den overkant van den Geul stond het carboongesteente weer aan in een flinke helling en we vonden er de Heimansgrot met zijn mooie kolenleien. Het kolengesteente ligt in geweldi ge plooien, hier niet te zien door de teeltlaag die ze bedekt, maar die op geschikte plaatsen allerprachtigst waarneembaar gemaakt zouden kunnen worden. Inderdaad is dit stuk Geul dal, zooals Heimans reeds aantoonde, even rijk aan geologische merkwaardigheden als het Naardermeer aan vogels en dan nog op den koop toe een zeer schilderachtig landschap, dat niet genoeg geroemd kan worden. Van Epen koersten we weer op Maastricht aan en wel door het weinig bezochte, maar o, zoo mooie Westelijk Zuid-Limburg, over Slenaken en Hoogkruts, Mheer, St. Geertruid en Gronsveld, over zand en krijt naar de klei van het Maasdal. Dat gaat bergop, bergaf langs bouwland en bosch en overal wil je even uit stappen, want het wemelt er van wat wij noe men veelbelovende plekjes. Hier is een plas, waar vuurpadjes zouden kunnen huizen, in gindschen boomgaard snoept'snachts misschien de mooie bonte eikelmuis, wie weet of deze rotsspleet geen hoefijzerneus herbergt. Langs den boschrand staan hier en daar de groote ruige blauwe klokjes haast manshoog en heele risten vruchtkolven van Aaronskelken,, dik in de roode bessen, gluren van tusschen het loover; ze doen mij zoo altijd denken aan de Britsche soldaten van Wellington. Daar is ook de zwarte giftige Christoffelbesen de mooie Eenbes en och, als we die hellingen eens goed afzochten, dan vonden we ook nog wel bewijs genoeg van wie weet wat zeldzame orchideeën. De Vliegenorchis is hier overal thuis, waarom zouden we er ook nog niet de Bijenorchis vin den, de wondermooie plant, die ook langs het duin nog probeert zich in Nederland te vestigen en die we zoo graag beschermd zagen door een plukverbod.. Het Zonneroosje is ook be kend van n helling langs dezen weg, waarom zou de Bijenorchis hier ook niet groeien. Slechts weinig goede plantenkenners hebben dit tra ject bewerkt, maar die er kwamen geven er de beste getuigenis van. Dit stemt tot groote dankbaarheid. Tot nog niet zoo heel lang ge leden was er een wanverhouding in de betee kenis van het natuurschoon van Nederland en de belangstelling daarin bij de Nederlanders} ten nadeele van die belangstelling. Doch daar in is verandering gekomen, zoodat wij thans elk goed Nederlandsch landschap naar waarde schatten en het behoud ervan gevoelen als een levensbehoefte, den inhoud ervan als een groote schat, waaraan niet geraakt mag wor den dan in de uiterste nood. En daarom hebben wij in Zuid-Limburg aan den Sint Pietersberg nog niet genoeg, maar moeten wij door hier een helling, gindsch een bosch, elders een beek met zijn oevers over flinke uitgestrektheden te bewaren, heel Zuid-Limburg zooveel moge lijk het uitnemend natuurmonument doen blijven, dat het tot nu toe is geweest. JAC. P. T H ij s s E l» iiiniiiiiil mm mui iiiiiiiiiiiiiiniiir (BEZOEKT LMOERHEIM" j DEDEMSVAART INAJAARSBLOEI JZATERD. NAM. EN ZONDAG GESLOTEN liiilillllllllttil

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl