De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 15 september pagina 10

15 september 1923 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

rt?, ir* ^~^, vr?,. r .?,, ^,,R^ ..^^^^ » ' - -? r"*' ^«T^flffJ F*f*T% ?^??^« »Jf 10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND l S Sepf/^a. - No. 2412 TT LJ V A IsT O" -A. IsT T J" 7> GÜJ/v Tx&K-^e. rte£< *A&^ !2W, fc*S M l llu l H i > 1 | l 1 1 I l ' 1 i l l I 1 i/l n ' 1 '1 1 1 1 II ,|' ll|| v l 1 l 1 II X O 11 o o au O ff U o * " Jb-i «<y ^v^/e. fti£-<i?k^J^' " ..... " ....... Mllli .......... > iiiiiiiiiiiiiinii ......... UMI ........ u ............ im ........ minimum ........ mi ........... iiiiniinuiiii ....... n ...... iiniinii ........ mum, niinii ...... n,, ?miniiimii ..... ,,, ..... iiiiinmuiiiiiimii ....... i ........ uiniiiiiiiiiiiii ........... i ..... IIII..IIIIIIIIIIMMM ..... i ..... i ............ imiiiiu .............. RIJM-KRONYCK WEI VI COLIJN Ter i nheid van de a.s. opening van de - ..mg van de Staten Generaal waar<fij het z g. Ministerie-Colijn" zijn 'Kans krijgt Toen d'fterste Consul Bonaparte aan 't hcjofd van zijnen heldenschaar, zijn toch t deed langs de Alpenpassen via den -c. rooten Saint Bernard, toen heef,t David den triomfator geschilderd in een schoonen dos en boven op dien berg berijdend een steigerend Arabisch ros.... Zoo wenscht het volk zijn held t'aanschouwen, Maar is 'net werkelijk zoo geschied.... ? Wanneer wij de kronieken lezen, dan blij'kt de logen van David De e.erste Consul was gezeten" zc<o luidt een trouw historieblad op "t aller-makste, braafste MUILDIER da'i men voor hem gevonden had...." Zsoo worden onze groote mannen het volk ten-voeten-uit getoond.... Zoo worden hunne groote daden wat aangedikt en wat ver-schoond Zoo wordt de faam., extra-gevleugeld en populair versierd, ge-,,start" en 't muildier tot een nauw-beteugeld en brieschend, steigrend volbloed-paard.. Tot, eenmaal, de historieschrijver ^ die niet met verf te kleuren pleegt/ de daden van de groote mannen f naar werkelijke waarde weegt Geen woedend ros dat langs den afgrond aan strenge teugels wordt geleid.... geen circus-bijval van de massa, maar waar 't om gaat COLIJN.. beleid. MELIS STOKE SHERLOCK HOLMES GEHUWD Weer een ander avontuur van den grooten ? detective 12 eer* IC cent Toen, op zekeren dag dr. Watson zijn ouden vriend en medewerker Sherlock Holmes kwam opzoeken, vond hij dezen in een neerslachtige stemming. De groote detective woonde sinds eenige jaren in een eenvoudig huis van een der bui tenwijken, waar hij tevens de belangen van een agentuur in wijnen behartigde. Is je vrouw uit?" vroeg Watson met een bezorgden blik op het gerimpelde voorhoofd van den ns wereldberoemde!! detective. Deze knikte zwijgend. Toen deed hij een langen trek aan zijn pijp, en zuchtte: 't Is afschuwelijk.... Watson.... inaar Agatha heeft een ander lief !" Kom-kom" zeidc Watson, meer om den ander gerust te stellen dan uit overtuiging. Maar Holmes ging voort: De teekenen kunnen een ouden rot als mij niet bedriegen! Hij is handelaar in koloniale waren, en mist de linker-boven-snijtand plus n oog, het rechter.... Bovendien is de straat voor zijn huis opgebroken...." Ken je hem dan....?" vroeg Watson verbaasd. Welnee, "antwoordde Holmes treurig, ik heb dat monster in menschengedaante zelfs nooit gezien. Maar er waren eenige aanwijzingen voor mijne vermoedens. Ten eerste komt Agatha tegenwoordig thuis met een hoogroode kleur en een onmiskenbaren specerijengeur in haar bont. Verder vond ik in haar taschje een afgebeten bonbon, met de afdrukken van,een mannengebit waarin de linker-boven-snijtand ont breekt. Voorts heeft ze mijn gouden lorgnet gestolen, maar het rechterglas er uitgehaald; eindelijk heb ik aan de hakken van haar mooiste schoenen sporen van versch asphalt gevonden en tenslotte heeft de schoonmaak ster me verteld, dat Agatha het hield met den kruidenier op den hoek, die aan de beschrij ving beantwoordt!" Watson zweeg. Het bewijsmateriaal was inderdaad verpletterend. Wat denk je te doen?" vroeg hij eindelijk. Holmes haalde de schouders op. Op het oogenblik is ze bij hem !" zuchtte hij. Hoe weet je dat nu weer?" vroeg Watson. juj {mmmim\mm\immM PRENTBRIEFKAARTEN DOOR F. DC SINCLAIR Hoe ze verzonden werden Het was heel warm in Chamonix, toen de Heldenaars op dien Julirnorgen het bergpad opgingen, dat naar de Mer de Glacévoert. Het geurde er kruidig; zóó sterk aromatisch, dat het Heldenaar, die apotheker was, zoo hij even zijn oogen sloot, soms toescheen of hij thuis in zijn voorraadkamer liep, waar per ongeluk te hard gestookt was, zoodat van de kamillen, den laurier, de venkel, den anijs en de kruizemunt alle etherische oliëen gelijke lijk vervluchtigden; op de leeuwenbekken, margrieten en scabiosa's trilden en zaten bonte vlinders en libellen en roode krekels met blauwe vleugels sprongen en sjirpten door het hooge gras. En de zon brandde.... Een heele klim," zei Marie, dat was mevrouw Heldenaar, toen ze vijf minuten hadden gestegen en ze stond stil. Nu al?" vroeg haar man verbaasd. ; Nou ja, 's even van 't uitzjcht genieten" zei ze en dan tot haar zuster arme, die altijd meer kon dan een anu . oarom al bij de bocht was: Zeg, zoo'n haast is er niet bij hoor ! Dat jachten van jou !" Zoetjes aan maar," zei Heldenaar, die bang was voor 'huiselijk onweer, toen Marie weer verder ging. Even om de bocht bleek Sanne op een rots blok te zitten. O, kijk.... nou zit ze zelf ook," smaalde Marie zacht. Ik dacht, dat jullie niet meer kwamen" hoonde Sanne op een afstand. Ja, ja " sprak Heldenaar en dan een beetje hatelijk om Marie plezier te doen: Nou ben jij meteen weer eens lekker uitge rust hé?" Ik? Gut mensch, ik ben niet moe, hoor" riep Sanne uit, terwijl ze opvloog. 't Zit hier anders best, merk ik", grinnikte Marie, die nu op het rotsblok was neergezegen. Heldenaar glimlachte wat zuur, en keek eens op zijn horloge. Nou, gaan we door of blijven we hier?" vroeg Sanne, die luchtig en lenig en buiten gewoon onvermoeid rondwipte over eenige groote steenen. Ja.... even me neus snuiten," zei Marie, waarna ze rustig en zeer zorgvuldig aan die kunstbewerking begon. Maar als jij haast heb, dans dan maar gerust vooruit, hoor". Even later stegen ze toch weer gedrieën verder en snoepten voor de frisschigheid zuurtjes, die warm en kleverig geworden waren in Heldenaar's zak. Marie had haar hoed afgezet en haar manteltje uitgetrokken, omdat dat zooveel makkelijker liep; Hcldenaar droeg al dit; artikelen, welke immers toch niets wogen, vooral de hoed, een paars strooien turban met een zijden lint vol prikgaten, was als een veertje zoo licht en ook haar taschje bengelde aan zijn wijsvinger. Maar het was wel heel warm en het werd steeds warmer, of ze stijgend voelbaar dichter bij de zon kwamen en Heldenaar's linkerhand, die door het manteltje bedekt werd, begon nat te worden van een broeierige transpi ratie. Ze moesten even wachten bij een overweg, waar het tandradtreintje langs moest komen ; Sanne, altijd even vlug, was er nog juist overgewipt, voor de slagboomen neervielen en stond triomphantelijk te lachen aan den overkant; maar Marie ging op den slagboom zitten aan deze zijde, keek naar het volle treintje en merkte op, dat de mcnschen die daar inzaten, toch heel wat makkelijker boven kwamen, hetgeen Heldenaar toegat, terwijl hij meteen haar mantel, hoed en taschje eens rechts ging dragen, waarna hij zijn gezicht poogde af te drogen met een al kletsnatten zakdoek. Grutjes!" zei Marie, die plotseling mee de lucht inging met den automatisch oprijzenden slagboom. Maar toen gleed ze zelf even automatisch langs het gladde hout omlaag en Heldenaar trok haar op den grond, voor ze kans kreeg om zich te klemmen. ' Toen lachten ze alle drie heel hard ondanks de hitte en togen ze welgemoed verder. In het caféboven den gletsclu-r dronken ze limonade, waarna ze nog eens zoo hard transpireerden en ze keken naardengletschcr, de in de diepte lag en waar kleine karavanen van toeristen in alle richtingen overheen trok ken. Daarna gingen ze heel gemakkelijk bergaf, en toen ze bij den gletscher waren, werd het koeler ook. Holmes kneep listig de oogen samen, en het was, alsof iets van zijn vroegere glorie in hem ontwaakte, toen hij zeide: Ze beweerde dat ze even een stuk zeep ging koopen.... en ze is al sinds eergisterenavond weg.... !" Watson knikte. Jou kan toch niets verborgen blijven.... slimme vos!" trachtte hij te troosten. Ondertusschen zit je er maar mee !" ant woordde Holmes koeltjes. Indien je dien snaak eens...." stelde Wat son voor, en zijn handen maakten een welspre kende geste. Onnoodige moeite,!" zeide Holmes de man is zoo geslepen als een dolk en zoo sterk als een stier...." De beide vrienden zwegen. Het deed Watson oprecht leed zijn vriend, dien hij in zulke grootsche dagen zijns levens gekend had, gewikkeld te zien in zulk een minderwaardig drama. Dus je wilt de zaak maar op haar beloop laten?" vroeg Watson eindelijk. Wat wil je" antwoordde Holmes moedeloos, het schijnt een enorme passie van haar te zijn, en bovendien ben ik dien kerel een paar honderd pond schuldig.... Hij zou mij laten gijzelen, en dan hadden Agatha en hij heeleinaal vrij spel...." Holmes " zeide Watson eindelijk ik begrijp niet dat een man als jij...." Op dat oogenblik ging de deur open, en een groote, blozende vrouw verscheen in de opening. Een onmiskenbare, scherpe specerijengeur kwam met haar het vertrek binnen. In haar hand hield zij een stuk zeep, en op onbevangen toon kondigde ze aan: Daar ben ik weer.... Sherlock !" Holmes keek haar eenige oogenblikken op merkzaam aan. Heb je je gisteren geamuseerd in de Victoriadanszaien?" Ze haalde de schouders op, en smaalde: Zeker weer zoo'n scherpzinnige truc van je!' Och" zeide Holmes rustig ik zie dat er confetti in je haar zit.... Bovendien zijn je schoenzolen abnormaal gesleten, en je hebt een champagnevlek op je blouse". Wat is 'tie slim hè?" zeide ze scherp en onaangenaam tot Watson, maar deze wenschte niet in het opkomende onweder betrokken te worden, en zeide daarom alleen droogjes: Agatha, ga eens even mee !" In de zijkamer gingen ze zitten. Wat wou je?" vroeg ze achterdochtig. Ik wou, antwoordde hij rustig," dat je Sherlock beter behandelde...." Ach man...." stoof ze op ....,, laat hij mij eerst beter behandelen ! 't Is geen leven met dien man ! Ais ik alles vooruit geweten had ! . .. .Toen we geëngageerd waren begon het al ! Hij was zoo achterdochtig als.... als een de tective ! Onder allerlei vermommingen trachtte hij mij het hof te maken, zoogenaamd om mij te beproeven. Hij zei dat ik zijn hart gestolen had, maar hij gedroeg zich of het zijn portemonnaie was. Als hij ep visite kwam onder zocht hij'met een loupe alle stoelen, of ergeen heerenvisite was geweest. Toen we trouwden brouilleerde hij zich met mijn erftante door te ontsluieren dat haar cadeau, een kostbare pendule, bij een uitdrager was gekocht en afkomstig van een diefstal te Rome. Op onze huwelijksreis arresteerde hij dade lijk den eersten dag al een treindief, waardoor we een week oponthoud hadden in Dover, wat een ongezellig gat is. Hij was den heelen dagin het politiebureau en ik zat maar allén in het hotel.... ! En hier in huis is het heelemaal niet uit te houden. Die man heeft zulke onhebbelijke gewoontes ! Eiken dag vertelt hij me precies wat ik gedaan heb: hij weet alles vóór ik het vertel: dan heeft hij m'n taschje onderzocht, dan mijn hoed microscopisch opgenomen.... dan mijn handschoenen chemisch nagekeken. Lieveling," zegt hij altijd met z'n uitge streken gezicht - ?- lieveling.. mij kan niets verborgen blijven. Het is een hél, Watson.... Ik ken al zijn trucs al. O.... een vrouw heeft haarmanzoo gauw door! Ik ken z'n heele hocus-pocus hoor ! Nu heb ik er pret in hem wijs te maken wat ik wil ! Dat is nu mijn wraak ! Hij gelooft vast en zeker dat ik het houd met dien schelen kruidenier op den hoek...." Watson's blik verhelderde. Dus het is niet zoo?" stamelde hij verheugd. En die bonbon met die indrukken van een gehavend gebit. .. . ?" Larie !" ? En die gestolen lorgnet. . . . ?" Larie !" En die asphalt aan je hakken. . . . n die confettie.... ?" Larie. . . . larie. ... !" En die champagnevlek op je japon?" Die is echt," zeide ze met overtuiging maar dacht je dat zoo'n kruidenier champag ne dronk. . . . ?" Dus.... ?" vroeg hij ademloos.... Een ander!" zeidc ze geheimzinnig.-... een renstalbezitter!" Drie dagen later ontmoette Watson me vrouw Holmes in gezelschap van een luid ruchtig, dik en opzichtig gekleed heer. Zij soupeerden aan een tafeltje naast het zijne. Agatha gaf geen teekenen Watson te her kennen. Toen het tweetal verdwenen was, bleef de dokter in een weemoedige stemming achter. Hij schonk juist zijn glas voor het laatst vol oude port, toen de kelner hem een briefje bracht: Ik was het zelf! Verraad Agatha niets! Zij heeft mij weer lief ! Welk een huwe lijksleven.... ! Maar ik kan niet anders. Ik ben en blijf uw ongelukkige en onverbeter lijke HOLMES" MELIS STOKE iiiiiiiiiiiHiiiiimiiiiiiiiiit iiiiiiiiiiiiiiimimiiiiiiiiiii iiiiiiiimmiiii INGEZONDEN. O, KRANTENMAN Aan Cliarivarius. O krantenman, o krantenman Waar leef je van, waar leef je van? Je loon is klein, althans in geld Je vecht met 't leven als een held, Je zwoegt en slaaft tot in den nacht, je sport dat is de nieuwtjesjacht. Breng je soms linge sale" op straat, Dan is 't tot algemeene baat, En noem je namen dan voluit, 't Is wis een huichelaar of schavuit, Die j' op de kaak aldus dan stelt, Opdat 't publiek het vonnis velt. Van wien je 't nieuws krijgt, waar en hoe, Dat doet er eig'lijk weinig toe Mits slechts 't belang van 't algemeen Erbij gebaat is. Maar niet n, Die iets van 't krantenwerk snapt, Durft zeggen dat 't wordt gegapt. Het nieuwste nieuws geen doel dan dat, Nog nieuwer nieuws dan 't andere blad? Neen zeker, niet dat maar alleen, Doch ook 't belang van 't algemeen. Gij knaap, die nog wat worden moet, Onthoud de| gulden regel goed: Wie daarvoor moedig vechten kan, Dat wordt de beste krantenman. C. J. S c n o T E L, journalist. Onderscheid kranteman en journalist. Jour nalist ben ik zelf. Char. J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-DEN HAAO DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND iiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiimHiiiiiiiiiiiiiiiinn'ni'iiii111111'!"11""1111111"11"1111"11""1""11"""111"1"111"1 De gletscher zelf was echter grauw en papperig als een ijsbaan bij dooiweer en overal zwierven er als vuile vodden kapotte zwarte sokken, die de mcnschen over hun schoenen doen om niet uit te «libberen. Tjonge tjonge. . . . als je die allemaal zou moeten stoppen...!" zei Marie hoofdschud dend. Ze namen een gids aan, die naar drank rook en die hen over den gletscher en verder over den beruchten Mauvais pas" zou leiden. Marie en Sanne waren gelijkelijk op hun dood voor 'gladdigheid, trokken wat viezig sokken over hun lage schoentjes en dunne kousen en klemden zich daarna krampachtig vast aan de ruige mouwen van de gidsenjas en riepen vele malen angstig: Oe !.. .. O... gosjes !. . . . nee. 'k Durf nie !. . . . Hou me.. !" Heldenaar gleed en slibberde er achter, nu ontlast van Marie's manteltje, dat ze weer aan had getrokken, haar paarsen turban, die ze weer op had gezet, maar die erg scheef zakte tijdens haar pogingen om overeind te blijven, en haar taschje, dat de gids nu droeg. Hij stond innerlijk vele angsten uit welke hij manmoedig verbeet en hij gaf telkens nog practischen' raad ook aan de wankelvoete dames: Hou jullie je vooral goed vast.... nee Marie, niet op je teenen loopen.... voeten plat neerzetten, Sanne...." waarna hij uitgleed en op zijn broek viel, een incident, dat veel zenuwachtige vreugde gaf aan Marie en Sanne, die, toen ze uitgelachen waren, echter toch ook vroegen of hij zich niet bezeerd had. Daar Heldenaar op een dikke bos sleutels die in zijn achterzak zat, was neergekomen, antwoordde hij met een pijnlijk gezicht: Neu. . . . neu. . . .", maar er kwam verder iets angstig balanceerends in zijn gang. Sanne en Marie lachten beiden uitbundig hard, toen ze eindelijk den overkant bereikt hadden en op een ruig stuk rotsblok zich weer veilig voelden; ze trokken de vieze sokken uit en smeten die op een hoop bij meerdere. Sanne zei, dat zij heeleinaal niet bang was geweest, maar dat Marie zoo idioot hard aan den gids zijn arm had gerukt dat die ook bijna zijn evenwicht verloor 't Zou wat !" riep Marie, jij maakte bij eiken stap zoo'n kabaal en dan gaf je weer zulke valsche gillen, dat ik uitglee van den schrik !" Ze gingen verder en strompelden en klau terden welgemoed achter don gids over grootere en kleinere rotsblokken, die een soort pad vormden. Nu ze van den gletscher af waren, werd het weer warmer en daarom trok Marie haar manteltje weer uit, zette haar scheefgezakte turban af en gaf die voorwerpen opnieuw aan Heldenaar te dragen. Dat loopt veel lekkerder" zei ze. Ja, dat geloof ik," sprak Heldenaar, die goedig weer de functie van wandclcnden kap stok aanvaardde. Ze zakten nu weldra achter den gids af in do Mauvais Pas", moesten stappen doen, die dieper waren dan de lengte van hun bcenen en zich vasthouden aan een zwiepende ijzeren stang. Voor zich hadden ze een steile rotswand die hoog oprees tegen de blauwe zomerlucht; de ongelijke rotsblokken, die het pad vormden, waren juisi breed genoeg om er met beide voeten op te kunnen staan en achter zich.... Toen de gids zei, dat ze maarniet achter zich moesten kijken, als ze last hadden van duize ligheid, keken ze alle drie om en ontwaarden zéde gapende diepte, vlak bij hun voeten. Sanne werd bleek, maar zei niets, Heldenaar kon er wel tegen, maar Marie riep eens klaps Gottegot" en zonk op haar knieën op een rotsblok. De gids schudde zijn hoofd, verweet, dat hij nog gewaarschuwd had en zei dat Marie hem dan maar vast moest houden met Kaar oogen dicht. ,,Ja Marie.... juist, doe dat...." advi seerde Heldenaar. Maar Marie herhaalde nog eenige malen ottegot" en bewoog zich dan niet meer, hetgeen heel lastig was voor een troepje toeristen, dat volgde en waar moedige voort varende jongelui bij waren, die snel opdrongen achter Heldenaar, maar nu ook niet verder konden, wijl Marie den weg versperde. Maar toen ineens klauterde de gids van de voortvarende jongelui op een ijzingwekkend levensgevaarlijke manier naderbij en hij en Heldenaar's gids trokken Marie zonder veel plichtplegingen overeind en voerden haar verder over het smalle paadje. Het ging nu verwonderlijk snel, zoo snel, dat Heldenaar ze niet bijhouden kon en zenuwachtig werd door de voortvarende jongelui, die sterk opdrongen en een meer stemmig lied aanhieven over die Heimath. Even later bij een extra steil en griezelig gedeelte vertelde een der gidsen aan Sanne en Marie, dat daar het jaar te voren twee Amerikaansche dames, die het zonder gids hadden geprobeerd, naar beneden waren gestort en dat er niets van deze vermetele vrouwen was teruggevonden dan het linkerbeen van de eenc en het rechter van de andere. De rest was opgegeten door de Murmeltiere. Wat zijn dat?" vroeg Marie, die door het verhaal weer heeleinaal was opgekikkerd. Mormeldieren," dacht Sanne. Goeie grutsjes!" zei Heldenaar op dat oogenblik. Hoe zeg je?" riep Marie, die aan een vertaling dacht van Murmeltiere. Maar Heldenaar zei niks en keek met een beteuterd gezicht achter zich in de diepte, waar Marie's paarse turban met sprongetjes naar beneden huppelde en weldra uit het ge zicht verdwenen was. De gidsen zagen het niet, want die zeulden met Marie; Sanne niet, want die keek steeds strak naar boven en de voortvarende jonge lieden blijkbaar ook niet, want die begonnen juist aan het derde couplet. . i Heldenaar vond dat heel plezierig, want hij had altijd een hekel aan wat hij noemde koue drukte" en de hoed was weg, nou ja, weg is weg. Ineens bij een bocht juichte Sanne; de ver lossing daagde in den vorm van een Wirtshaus, dat stond vlak bij de plaats, waar de Mauvais Pas eindigde. Even later zaten ze puffend en lachend en blazend aan een tafeltje en dronken ze limo nade, de voortvarende jonge lieden trokken zingend verder, de gidsen sprongen, nadat er was afgerekend, terug in de pas en verdwenen. Toch leuk !" lachte Marie ineens uitbundig maar als ik ooit in angst heb gezeten.... ! Toe geef me manteltje eens 'k zal 't maar aandoen, want het trekt hier...." Heldenaar hielp haar en gaf haar ook het taschje terug. ,, Ik zou nog best eensweerom willen!" blufte Sanne. Wel mensch, doet het!" spotte Marie even heen en terug; wij wachten hier wel," en dan tot haar man. Geef m'n hoed es " Hoed?" vroeg Heldenaar met een onnoozel gezicht, terwijl hij naar zijn limonade greep en een heel langen teug nam. Waar heb je 'm?" vroeg Marie zoekend. Aardig plekje hier, hè?" zei Heldenaar opgewekt tot Sanne. Zeg, jij hebt mijn hoed toch gehad," zei Marie nu. Je hoed ? Ik kind? Neu.." ant woordde hij. Wel nog toe ! Ik heb hem je straks toch gegeven, toen we van den gletscher kwamen." Heldenaar schudde het hoofd, haalde zijn schouders op. Beslist niet, zeg wel toen we opgingen langs dat pad". Och jawel toch ik had geen hoed op toen we aan de Mauvais Pas" kwamen; is 't niet waar, Sanne?" Ik kan 't niet zeggen," weerde Sanne af. Op de' gletscher had je 'm op. Dat weet ik zeker, want ik moest nog zoo lachen omdat-ie zoo scheef stond...." Wel allemachtig...." viel Marie boos uit, ( Vervolg op pag. 3 on slap) Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms <& Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl