De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 15 september pagina 2

15 september 1923 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DAVID EN GOLIATH Teekenlng voor déAmsterdammer" door Jord&an DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 15 Sept. '23. - No. 2412 'I f'é, f,1 r \ "V ,0,_ mMv4 VRAA8T BEKNOPT PROSPECTUS IIIIIIMIIIHIIIItlllllllllll 't Eerste treffen i itiiiiiiimiiiuiiimiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiii UNIE BANK voor NEDERLAND en KOLONIËN AMSTERDAM on ROTTERDAM Agentschappen in. Nederland: VGRATENHAGE, TILBÜBG, LEEUWARDEN, OISTERWLJÜ, DMHOUT,tOCHEMenBOBCULO. Agentschappen in IndiC: BATAYIA, SOEBABATA, 8EMABANG, BANDOEN6, MEDAN en WELTEVREDEN om, zoodra het rijk zich machtig genoeg voelt, deze staten zoo te knotten of de eigen heer schappij in de Adriatische Zee zoo sterk te maken, dat geen mededinging meer is te vree zen. En sinds de oudste tijden is deze lijn te volgen in de politiek der volkeren, die dit schiereiland hebben bewoond. Of zij Romeinen, Normandiërs, Venetianen dan wel Italianen genoemd werden, altijd hebben zij in vijand schap geleefd met den staat of de staten, die in het Balkan-schiereiland de heerschende waren. In de Middeleeuwen Byzantium, daar na hun erfgenamen, de Turken, en toen deze verdrongen waren, werd de vijand die staat, welke op de Westkust van het Balkan-schier eiland de meeste macht kon ontwikkelen. Eeu wenlang is deze strijd dus gestreden, telkens -veranderden de machtsverhoudingen, maar zooals het teeken der hegemonie op het vaste land van West-Europa was en is het bezit van Elzas-Lotharingen, zoo bleef het kenmerk der oppermacht in de Adriatische Zee het bezit der Ionische eilanden. En nu voelt, sinds 1918, Italiëzich de trotsche overwinnaar en als vanzelf ontwaakt weer het oeroude verlangen om het zegeteeken, het tastbare bewijs van zijn glorie, de Ionische eilanden, waarmede het de Adriatische Zee HET DERTIENDE ZIONISTEN CONGRES Het eenige weken geleden te Karlsbad ge houden Zionisten Congres mag ongetwijfeld tot een van de meest beteekenende congressen der Zionistische Organisatie gerekend worden. Langzamerhand komt er een zekere stabili teit in de Engelsche politiek in het naburige Oosten waarin het zionisme een zeer be langrijk element is. De opvatting van Herzl: dat de oplossing van het Joodsche vraagstuk slechts in het kader der algemeene wereld politiek kan geschieden, is in de laat ste jaren ten duidelijkste bevestigd. Juist om den innigen samenhang van wereld politiek en zionisme is dit laatste ook van be lang voor den niet-Jood die zich algemeen wil oriënteeren. De schat van gegevens uit de dagboeken van herzl moge groot-histonsch interesse hebben, wat wij thans in het leven van de Zionistische Organisatie ervaren, leert ons veel merkwaardigs over de politie* van den dag. Het groote vraagstuk dat aan de Zionisti sche Organisatie is voorgelegd, is eenerzijds de kolonisatie van Palestina ondanks den tegen stand van de geringe arabische bevolking die er thans leeft; en anderzijds het vinden van de vormen die het allen joden mogelijk maken, aan den opbouw van het Joodsche Palestina mede te werken. Volgens het Mandaat kan de Zionistische Organisatie als Jewish Agency optreden, doch is zij verplicht het den joden, die aan den op bouw van het Jewish National Home willen medewerken, mogelijk te maken aan de Agency deel te nemen. Weerstand tegen deelneming aan de Agency is er alleen bij de ultra-orthodoxe kringen, die georganiseerd uit Frankfort en Polen, de vertegenwoordigers van het middeleeuwsche jodendom in onze dagen zijn. De meerderheid der wetsgetrouwe joden heeft zich van den aanvang af tegen de Nationale beweging ver zet, en heeft zich toen de resultaten der van godsdienst vrije doch tegenover den gods dienst in waarheid volmaakt neutrale bewe ging niet meer waren weg te cijferen in een zuiver clericale organisatie vereenigd, die tracht op haar wijze Palestinawerk te d/ien en die daarbij met alle denkbare middelen de Zionistische Organisatie bestrijdt. Deze orga nisatie heeft ongeveer tegelijk met het zionis me haar wereldcongres gehouden, waarvan wel het interessantste resultaat het feit is, dat aan deze z.g.n. democratische organisatie der orthodoxie een Rabbijnenraad de statuten zal voorschrijven Het is te merkwaardiger dat onze Nederlandsche rabbijnen dichter bij deze organisatie dan bij het zionisme staan; en het is een vraagpunt hoe lang nog de in hun meerderheid niet wetsgetrouwe Nederland sche joden een dergelijk geestelijk gezag zullen erkennen. In het algemeen heeft het zionisme, bij het betrekken der niet-zionistische joden in de Agency, meer met onverschilligheid dan met eigenlijken weerstand te kampen. Daardoor is de meest voor de hand liggende oplossing van het vraagstuk der joodsche vertegenwoordi ging tegenover den Mandataris, ook niet mogelijk. Deze toch zou zijn: het bijeenroepen van een door alle joden gekozen Congres, dat de mannen zou aanwij;en die vooreen bepaal de periode volgens de instructies van het Con gres de joden tegenover Engeland zouden ver tegenwoordigen. Men heeft echter zoo weinig zekerheid, dat het lukken zou een dergelijk Congres door de meerderheid der joden te doen verkiezen, dat men er voorloopig van moet af zien. Nu komen aanstonds de moeielijkheden die ook een der hoofdpunten van het Congres vormden. Welke weg moet bewandeld worden om de joodsche krachten buiten het Zionisme in de Jewish Agency te betrekken? Een voorstel was: het uitvoerend bewind van de Organisatie te machtigen, bij notabelen stap pen te doen om in de Agency te treden, die in de meerderheid verder door leden van het uitvoerend bewind geleid zou worden. W Dit voorstel ontmoette grooten tegenstand in het Congres. De Zionistische Organisatie is te allen tijde op haar democratisch karakter terecht prat gegaan, en op deze wijze zou de grootste joodsche volksmacht die sedert de Diaspora bestaat, uitgeleverd worden aan de notabelen, die in den aanvang de organisatie bestreden hebben waar zij konden. Waar dit hier gezegd wordt moet uitdrukkelijk worden opgemerkt, dat de Engelsche Rothschilds in tegenstelling met de Fransche, de politieke organisatie op gewichtige oogenblikken krach tig gesteund hebben. De Fransche baron heeft ondanks het vele economische en philanthropische werk dat hij voor Palestina gedaan heeft, tegenover Herzl en de zionistische be weging altijd negatief gestaan; en de Fransche notabele joden, georganiseerd in de Alliance Israélite niverselle, hebben het Zionisme in den aanvang fel bestreden. Met deze en soort gelijke lieden, wier macht in het jodendom men steeds bestreden heeft, en wier beschikkingsrecht in de joodsche volkspolitiek men heeft ontkend, thans een pact op voet van on gelijkheid aan te gaan en om de kans op een beetje geld hun de Organisatie uit te leveren dit werd door een belangrijke groep ten Congresse zoo sterk bestreden,dat het voorstel niet werd aanvaard. Ten slotte is geen posi tieve beslissing genomen, doch aan de Zionis tische Executieve is de onderhandeling met organisaties die het Palestina-Mandaat er kennen, vrij gelaten en de voorbereiding van naar welgevallen kan afsluiten, weer te be zitten. Zie hier dus het historische, het eenige motief, dat tot de bezetting van Korfu de aan leiding was; dit in verband te brengen met den moord op Italiaansche officieren is een laffe leugen. Het zegevierende Italiaansche volk zij eerlijk genoeg om terwille van zijn expansie-droom ook deze misdaad op zich te nemen en het vergete niet, dat, wat de publieke opinie misschien nog kan aanvaarden als het ruwe zelfzuchtige, maar diepgewortelde stre ven van een overwinnend volk om nog hooger te stijgen, ondragelijk wordt, als dit wordt omkleed met een onwaardige schijnheilig heid, als men het wil doen voorkomen als een daad van rechtvaardigheid. Nu zullen er duizenden zijn die ook dezen drang naar uitbreiding van een overwinnend volk niet willen erkennen als factor in het politieke leven. De vraag is echter of deze houding, hoe edel zij ook moge zijn, in over eenstemming gebracht kan worden met de werkelijkheid, of zij niet het kwaad doet, dat zij een nog grootere kloof schept tusschen ide aal en werkelijkheid. Voor hen ligt misschien een diepe les in de geschiedenis. Ieder, die eenigszins vertrouwd is met het historisch ge beuren, weet, hoe in een telkens wisselende uiterlijkheid, zich dezelfde krachten doen gel den. Eeuwen kunnen voorbijgaan, met een tonige regelmaat keert hetzelfde streven van volkengroepen, keert dezelfde drang, waaraan menschenmassa's onder zekere omstandig heden gehoorzamen, terug. Wat vermag daar tegen een niet op de werkelijkheid berustend ideaal, zooals b.v. een ideale bond van nietideale staten? Wat vermag zulk een collectivi teit in tijden van nood, als het heilig egoisme van een onderdeel wakker wordt en weer de wegen wil gaan bewandelen, waarop het meent hooger geluk, betere levensvoorwaarden te kunnen verkrijgen? Heeft de periode van de kruistochten ons dat niet duidelijk laten zien, brengen de gebeurtenissen der laatste dagen ons niet onweerstaanbaar het gebeuren van het toenmalige Europa voor den geest? Gedurende de periode van de eerste kruistoch ten ontbrak het bij de volkeren van Europa waarlijk niet aan den heiligen wil, aan geest drift, aan overgave. Maar hoe lang duurde deze stemming? Was zij sterk genoeg om Frank rijk en Engeland te doen vergeten, dat zij doodsvijanden waren, verzoende zij blijvend Keizer en Paus, vermocht zij den vrede te be waren tusschen Normandië, Venetië, en Byzan tium, die verdeeld waren over het vraagstuk van de hegemonie in de Adriatische Zee? Hoeveel malen is door deze staten om de Io nische eilanden gestreden met strijdkrachten, UTENlOie i F1LMEI Den Haag ?:? Huijgenspirk 22, SPHC lALITBITi Verhuizingen onder Barantit Borgplaattan voor een joodsch wereldcongres is in uitzicht ge steld. Afgezien van het steeds min of meer phraseologische standpunt der democratie, ware een notabelencomiténaar buiten toch ook een groote fout geweest. Een notabelencomit toch zou maar voedsel hebben gegeven aan de van roomsche zijde te graag verspreide be richten omtrent een geheime joodsche macht op wereldoverheersching gericht. Het is duidelijk dat de joden niets te verbergen heb ben van hun nationale politiek; deze is regel recht en zondermeer op een joodsch Palestina gericht. Daarom moet deze duidelijke zaak ook volmaakt in het openbaar behandeld wor den, wars van alle geheime diplomatie. Deze diplomatie was ook een der punten waarover menige harde noot gekraakt werd. De voornaamste leider der oppositie, de Poolsche Sejim afgevaardigde Gruenbaum, ver weet den leider der organisatie, Dr.Weizmann, dat uit zijn politiek gebrek aan vertrou wen in de organisatie en autocratie sprak. Inderdaad is Weizmann hieraan in hooge mate schuldig, gelijk wij hier reeds na zijn teekenen van het Statement" van Churchill uiteenzetten. Dit Statement" waarin de rech ten, door de verklaring van Balfour en door het ontwcrp-mandaat aan de joden gegeven, belangrijk verzwakt werden, heeft Weizmann zonder de Organisatie te kennen en zonder haar de politieke noodzakelijkheid van zijn daad te hebben aangetoond, onderteekend. Ware het Statement naarden letter uitgevoerd, dan zoude dit de dood van het Zionisme beteekend hebben. De macht der Regeering in Engeland heeft zich echter niet in deze richting laten gelden zoodat het Statement op het oogenblik 'een niet al te gevaarlijk stukje papier is. Dat dit zoo geschied is, is meer aan de ongelooflijke veeleischendheid der arabieren, dan aan de kracht der joden te wijten. Engeland heeft te veel belang bij de inte grale joodsche politiek volgens de Balfourverklaring, dan dat het zonder ernstig gevaar voor de Engelsche zaak zelve deze politiek kan verlaten. Toch heeft de Oppositie terecht erop gewezen, dat wat nu een verklaring op het papier is, op elk oogenblik tegen ons ge bruikt kan worden. Want een der redenen waarom er weinig aanleiding was om den in houd van de Cnurchill-verklaring waar te maken, ligt in de betrekkelijk geringe kracht van het Palestinawerk op het oogenblik. Daarmede komen wij tot het tweede groote probleem van het Congres. De taak die het joodsche volk opgelegd is, is het volmaakt verarmde Palestina weder tot een voor millioenen joden bewoonbaar land te maken. De hiervoor benoodigde midde len zijn reusachtig. Van den mandataris is finantieele steun niet tejwachten en hij is ook die zich hadden moeten wijden aan de ver krijging van een heilig goed voor de geheele Christenheid. Heeft het godsdienstig ideaal der"] Protestanten hen vermoogd samen te houden tegenover de Katholieke wereld? Ook bij hen heeft het egoisme van ieder volk, van iedere groep zelfs, ten slotte altijd zwaarder gewogen dan hun gemeenschappelijk willen. En zij, die in het begin der vorige eeuw tegen den revolutiegeest e,en Heilig" verbond sloten, konden ook deze eenheid niet handhaven, evenmin als de Internationale dit vermocht toen de storm van 1914 uitbrak. Altijd en altijd weer wordt het ideaal zwak en vaag als het in botsing komt met de reali teit, met de zelfzucht der volkeren. Maar zijn kracht verliest het nooit geheel, defictie.dat een hooger iets gediend wordt, moet blijven gehandhaafd, ook in het slechte en daarom wordt het egoisme der volkeren heilig ver klaard, daarom wordt het omkleed met schoone woorden, daarom wordt een optreden als dat van Italiëvoorgesteld als een daad van rechtvaardigheid. Tegen zulk geweld zijn de Cecils, de Brantings machteloos, laten wij dit ronduit erken nen. Want het beste wat zij kunnen doen is het geweld met tegengeweld beantwoorden. Wie zal echter de lijn vermogen te trekken waar de vergelding ophoudt redelijk te zijn, gesteld dat weerwraak ooit moreel is? Het eenige wat er bereikt kan worden is dat in den mensch als enkeling het begrip, eerlijkheid, rechtvaardig heid, zedelijkheid, menschelijkheid, zuiver blijft, zoodat hij den leugen herkent die deze begrippen wil maken tot politieke wapens, tot nationalistische gemeenplaatsen. Want eerst als groote groepen in den staat zullen hebben erkend, dat een veldtocht nooit roemrijk" is in de ware beteekenis van het begrip roem" dat een oorlog slehts zeer eenzijdig gelukkig" en nooit heilig" kan zijn, zullen ook de lei ders gedwongen woorden met open vizier te strijden. Geen mooie woorden zullen dan meer baten om grove zelfzucht heilig te verklaren, want de groote massa zal deze herkennen als leugens. En volgt zij ondanks dit inzicht, toch den ouden weg, dan zal haar tenminste de zedelijke steun ontbreken van het goede recht, dan zal zij bewust weten, dat haar zaak niet heilig noch rechtvaardig is. CAROLINE EITJE DE FISCALE FILM (van belang voor iedereen). Zeer kort geleden kwam een bericht, dat men in Duitschland films heeft laten vervaardigen, waarop de vele nuttige regeeringsinstellingen: scholenbouw, woningvoor ziening, gezondheidsdienst, ouderdomsverzorging, vuilverbranding enz. worden voor gesteld. Het doel hiervan zou zijn het begrip ingang te doen vinden dat voor dit alles geld noodig is en dat belastingbetalen noodzake lijk is. In volkswijken en ook in andere stadswijken zouden de bioscopen deze films gratis ten algemeenen nutte hebben afgedraaid. Of het publiek storm liep, vertelt het bericht niet. Zie hier een waardig pendant van wat men omstreeks 1900 reeds deed in Oostenrijk, al had men toen de thans populaire bioscoop nog niet zoo: bij het invoeren van de nieuwe Oostenrijksche belastingwetgeving werden toen voordrachten ter uitlegging en populari seering dier wetgeving gehouden in vakvereenigingen, kamers van koophandel, vereenigingen voor volksontwikkeling enz. Deze voordrachten vonden, aldus Oberfinanzrat Dr. J. von Bauer (Finanz-Archiv 1902) een bijzonder talrijk en dankbaar publiek, en zijn niet zonder invloed op het inburgeren der wet gebleven". Zie hier twee denkbeelden die te combi neeren zijn: de menschen het idee bijbrengen dat belastingheffing redelijk is en hun bij te brengen hoe eenvoudig de heffingsregeling is. (De overheid wordt dan eerst vanzelf ge dwongen de fiscale wetten simpel te maken en alle geleerdheid overboord te werpen). Lezer, vooral: lezeres, ik heb al een mooi onderwerp voor zoo'n film. Niet om te demonstreeren wat de overheid zooal voor goeds doet, maar om te laten zien wat ze nog niet doet. Het tooneel stelt voor: de X.gracht te Am sterdam. Motorbooten doorzuchten het vuilgroene water, waaruit (maar dat kan je niet zien op de rolprent) vunzemiasmen opstijgen. Hier en daar ontstaan plotseling inkt-zwarte, zich uitbreidende plekken. Daar nadert uit de IJ en Z-straat 'n kleine serie vrouwen en meisjes die elk een emmer dragen. Deze emmers doen dienst als huisprivaat, en zijn'zoo juist zoo goed en zoo kwaad als het kan geledigd in daartoe bestemde wa gens van den reinigingsdienst. Deze emmers dan zijn nog zeer vuil, en ganschelijk niet ont daan van faecaliën. Op den oeverrand knielen deze vrouwen neer, sleuren de emmers doorliet water, spoelen ze uit (men ruikt nog steeds niets in de bioscoop), boenen ze uit met daar toe bestemde schuiers. Ik denk aan de lieflijke beschrijving die Homerus geeft van nimphen, die kleeren wasschen in 'n helderen stroom.... Zie, wie in zijn Cadillac, z'n Citroen, of slechts per pedes apostolorum door onze nette wijken dwaalt en wie zich ergert aan zijn hooge belastingbiljet, die denke zich zijn vrouw, zijn dochter, zijn zuster, geknield bezig een vuilen faecaliën-emmer te reinigen in.een stads gracht ! Wel ja, er is nog veel meer, maar dit zal een der schoonste rolprenten zijn, en als de overheid sterk verdunde zwavelwaterstof in de zaal wil doen verstuiven, zal de illusie vol komen zijn. Gén besparing op onnutte uitgaven mag worden verzuimd, maar wil men van onze maatschappij een voor allen dragelijk geheel maken, dan kan (alle gemeenten dooreen ge nomen) van lage belasting wel geen sprake zijn. Naarmate het saamhoorigheidsgevoel (dat den goeden royalist en den goeden socialist vereenigt) voortschrijdt, zal in goed bestede heffingen minder een kwelling,worden gezien: het verhoogen van anderer^evensgeluk zal ons eigen geluk verdiepen. Ik heb dit volkomen waar uitgebeelde straattooneeltje getoond, noch om die vrouwen, noch om de politie er is een bureau vlak bij in een ongunstig daglicht te stellen, maar als symbool van onze gebrekkige samen leving, die beter gescheiden-leving mocht heeten. Ik zou theatraal kunnen worden en uit roepen dat onze Koningin (die ik volkomen eerbiedig) niet alleen door mooi opgedofte luxe-straten moest triompheeren, maar ook, onder eerlijk geleide, onze rommelbuurten moest gaan zien. Ik zou haar deze regels uit haar en ons mér-dan-mooie volkslied voor oogen kunnen houden, juist nu zij jubileert: Wie vroom begeert te leven Bid God nacht ende dag Dat hij mij kracht wil geven Dat ik U helpen mag". Ik heb willen zeggen dat ik sympathiseer in deze met de Oostenrijksche en Duitsche inzichten inzake het aankweeken van het saamhoorigheidsgevoel en ik bied ze ter over denking aan. Zoolang de overheid en de vaak niet liefhebbende^ maar hatende politieke groepen niet bewust het sociaal gevoel aan kweeken, zoolang zal hooge belastingheffing onrecht schijnen. De wereld is niet in n dag tot 'n paradijs te maken. Laten wij intusschen, vóór we kankeren over onzen aanslag, denken aan de vrouwen, moeders, dochters en zusters van anderen, die, knielend aan den rand der X-gracht, faecaliën-emmers uitboenen.... Mr. G. H. A R N H A R D T Jr. IIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIIIMII nimmer aan Engeland gevraagd. Alles wat Engeland in Palestina besteedt, dient voor de beveiliging van Indië, en al het kabaal door de antizionistische pers in Engeland op dit punt gemaakt, is dan ook volmaakt onoprecht. Wat noodig is voor onproductieve (althans niet-direct productieve) uitgaven, die voor het scheppen der mogelijkheid van groote kolonisatie noodig zijn, dat moet van de joden komen. Niet minder dan andere natiën onder vindt thans het joodsche volk de moeielijk heden van de economische wereldcrisis. Meer wellicht, want het gebied dat vroeger belang rijke bijdragen voor elk joodsch werk gaf: Rusland, kan thans niet bijdragen. Amerika is daartegenover opgekomen en het doet wer kelijk wat het kan, doch de sommen die noodig zijn, zijn zeer groot. Daarom is hèt noodzakelijk, meer dan ooit, om met de middelen die men ter beschikking kan krijgen te woekeren, en zoo moest de kwestie van het budget en de overschrijding en de verdeeling der budgetposten, hoewel een zuiver technisch probleem, toch een der hoofdpunten van het Congres zijn. Het komt mij voor dat deze zaak een op lossing gevonden heeft; natuurlijk zijn geen absolute waarborgen te scheppen voor de goede besteding der gelden, doch bij de nieuwe lei ding mag men in deze op een behoorlijk ver antwoordelijkheidsgevoel rekenen 1). De geld gevers zijn niet alleen de zionisten, doch aan het Grondfonds voor den opbouw, dat on danks de oppositie tegen de handhaving van een dergelijk fonds toch gehandhaafd bleef, dragen de joden van allerlei richting in groote mate bij. Het is dus noodig hun medezeggingschap over de besteding der gelden in Palestina te geven. Dit probleem moet en zal dan ook in verband met de Jewish Agency opgelost worden. Het is goed in dit verband nog eens op de hier in Nederland geldende regeling te wijzen. Hier is een curatorium ge vormd dat de inzameling der gelden leidt. Verder moet een deel der gelden voor het zionistische budget aan de zionistische leiding worden overgemaakt, een ander deel der gelden zal voor een speciaal werk in Palestina gebruikt worden dat Nederland in het bij zonder met Palestina in contact brengt. Als waarborg dat dit werk in het algerneene kolo nisatie-schema past, heeft men de bepaling dat voor dit werk de goedkeuring der Keren Hajesod"-leiding te Londen noodig is. Naast al het inproductieve werk is ook werk dat rente afwerpt noodig; dit werk behoort niet tot de taak der zionistische organisatie, zij kan het bevorderen doch is niet in staat het te ondernemen. Het belangrijkste thans onder nomen werk is wel de electrificatie van Pales tina, het zoogenaamde Rutenberg-project, waarvoor de concessie verleend is en enkele voorbereidingen reeds gemaakt zijn. Dit werk heeft met de organisatie geen direct contact alleen heeft het een politieken ondergrond en politieke voorwaarden; daardoor speelt het indirect toch een rol, vooral bij het probleem van de grenzen van Palestina. Immers bij de electrificatie van de Jordaan en de zijrivieren is het van belang in wiens handen bronnen en bevloeiingsgebied zijn. De oplossing der problemen in een politieke organisatie loopt uiteraard over de keuze der beheerders voor de jaren dat het congres niet bijeenkomt. De positie van Weizmann, den ook hier te lande bekenden leider der organisa tie, was door de bovenvermelde politieke kwes tieszeer verzwakt. Toch heeft het Congres hem weder de leiding opgedragen, doch niet dan na de waarschuwing die uit een zeer zwakke motie van vertrouwen bestond. De Zionistische Organisatie heeft duidelijk laten voelen, dat zij een sterke politiek tegen Engeland wenscht, die eisenen zal dat de beloften aan het jood sche volk in 1917 gedaan; ten volle gehono reerd zullen worden. Het Congres heeft duide lijk doen blijken dat het samenwerking met alle joden der wereld wenscht tot het gemeen schappelijke doel: den opbouw van Palestina tot een nationaal tehuis, dat zoo joodsch zal zijn als Engeland engelsch is. En even duide lijk heeft het Congres uitgesproken dat het een zuinig en efficiënt beheer der zionistische en joodsche gelden in Palestina wenscht. Als een der belangrijke punten bij de effici ency zal er naar gestreefd worden, de bevolking van Palestina haar instellingen voorzoover die niet van algemeen belang zijn, zelf te doen bekostigen. Daarnaast zijn echter gelden gevoteerd voor belangrijke algemeene cultuurinstituten. Als voorbeeld zij hier genoemd de Universiteit van Jerusalem, die thans in wer king gesteld wordt met eenige instituten. Als grootsche demonstratie voor deze Universiteit en voor de eenheid van het joodsche volk, verscheen juist tijdens het Congres het eerste deel van het tijdschrift dier Universiteit, waarin in de drie af deelingen: de wis- en natuurkundige, de mcdisch-biologische, en de linguïstische' vele joodsche geleerden, voor een goed deel van den eersten rang, uit alle landen der aarde bijdragen deden plaatsen. Zoo wordt waar het woord, dat de joden Jerusalem zullen heroveren niet door het zwaard, maar door den geest. J. O R N S T E I N?H O O F I N 1) De nieuw gekozen Executieve zetelt weder deels in Londen, deels in Palestina. De sterk verkleinde Palestijnsche Executieve be staat thans uit Col. Kisch (politiek), Dr. Ruppin (landbouw enz.) en onzen vroegeren land genoot Mr. van Vricsland, voor financiën, die in Palestijnschen dienst zijn sporen reeds ver diend heeft.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl