De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 15 september pagina 9

15 september 1923 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

15 Sept. 23. - No. 2412 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE VERWARRING BIJ HET GIROKANTOOR Teekening voor de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek De pomp is zoo goed gecentraliseerd, dat er geen druppel meer uitkomt ! CHARIVARIA Verrassende mededeelingen Na ontbinding kunnen de betoogers zich vrij bewegen." (Centr. Huldig. Comité) Door Jhr. v. Vredenburch werd de Koningin-Moeder een boeket aange boden, die na door de commissie van ontvangst te zijn begroet, in de ko ninklijke loge plaats nam." (Haagsche C.) Die notaris heet Poelenberg, is wel aanwezig, maar gedeeltelijk door brand en waterschade geteisterd." (N. R. C.) Den burgers wordt kond gedaan, dat onze Koningin dit jaar gedurende 25 jaren roemrijk regeerde." (Prov. Jub. feest V el p) De Telegraaf wekt op tot adverteeren,met een reclame-plaat blijkbaar voorstellende Phaëton in den zonnewagen, waaronder de woorden: De weg naar succes." Wij wenschen den adverteerders echter beter succes toe dan Phaëton deelachtig is geworden. Het moet in de bedoeling van de regeering liggen, den zomertijd in Ne derland te doen eindigen tegelijk met het einde van den zomertijd in enkele andere landen, waarschijnlijk tusschen 6 en 8 October." (N. R. C.) Opgave: Bereken den juisten datum. Op de glibberige paden Toen stonden twee ingekankerde stroomingen tegenover elkaar." (Gr.) Wij hebben nimmer betoogd, dat het gat kon worden gestopt door besnoeiing der militaire uitgaven alleen: de waarheid is, dat zonder radicale besnoeiing daarvan het dichten van het gat niet mogelijk is." (V. D.) Onze slagers Men zal tot de opening van het nieuwe zittingsjaar nog zijn geduld moeten oefenen, voordat -men zeker heid heeft over de methode, volgens welke minister Colijn het mes wil zet ten in de staatsuitgaven." (Gr.) Hij zal de moeilijke taak aanvaar den van het mes er in te zetten." (O. H. C.) ,,B. en W. zullen op drastische wijze het mes weten te zetten in de gewone uitgaven." (O. H. C.) Mecmaaksels Zandvoort is nog mee te maken." (Gr.) Wat had ik dat graag meegemaakt! Ik heb deze demonstratie niet kun nen meemaken." (Auto-leven). Tijdens zijn Larensch oponthoud mocht ik hem ook een avond mee maken." (Gooi- en Eeml.) ,We maken een zeldzame periode mee." (Tel.) Zij hebben de jaren van Breitner's opkomst meegemaakt." (Gr. Ned.) CORRESPONDENTIE. S. te H. Ik las de Kroningslinde. Maar, Charivarius, hadt gij daar nu niet wat meer van kunnen maken? Antw. Misschien wel, als wij er den tijd voor gehad hadden. Nu niet. Door omstandigheden, welbekend, klopte men op 't allerlaatste nip pertje bij mij aan om de goegemeente Amster dam uit den brand te helpen, en als ik in Cannegieter niet zoo'n uitstekenden en vluggen medewerker had gevonden, ware het me in die paar dagen zeker onmogelijk geweest. Want gemakkelijk was het karreweitje niet, afwisseling te brengen in zoo'n eentonig onder werp, dialekten te bestudeeren, en door des kundigen uit elke landstreek te laten contro leeren, te zeilen tusschen de klippen van on deugende critiek, die zoo'n stukje pikant zou kunnen maken, maar hier misplaatst ware, en van de laffe conventioneele persoonsver heerlijking, die wij verfoeien. Toch kreeg ik niet den indruk dat het publiek zich verveelde, lang niet! Maar dat is misschien ijdele zelfverblinding van me. Er is trouwens niet veel van te merken bij dat naargeestige systeem van de koninklijke claque. De pers had billijker gedaan critiek achter wege te laten of tenminste de aandacht te vestigen op deze productie while you wait". Zij had bovendien braaf haar best gedaan alle frischheid aan het spelletje te ontnemen, door de voornaamste kleine verrassingen die wij er ingebracht hadden, te verklappen. Zij vermeed den eenigen behoorlijken weg direkt naar ons omdat zij wel begreep dat wij niet genoeg zouden loslaten, en vischte bij anderen. De N. R. C. begon, met tooneel, op zet, enz. te publiceeren. Het Hbl. wilde niet achterblijven en verried nog meer. Tooneelleven stal een rijm en plaatste het. Ons drin gend verzoek aan de hoofdbladen om nu eens op te houden, beantwoordde de Tel. door een spion te zenden die de zaal bij een uiteraard geheime repetitie binnensloop, en toen weer meer uitbracht. Wij bespiedden uit een don ker hoekje in de zaal," schrijft deze held van den duisteren hoek, trotsch. Ik zal natuurlijk de goede en slechte kritie ken niet afdrukken. Zij zullen den lezer nog minder interesseeren dan ons. Maar de Tel. is te vermakelijk. De criticus van dat blad, is onthutst dat wij in een volksstukje een boot werker en een Jordaner ten tooneele voeren. (?Wie kon, zooveel smakeloosheid tot zoo vlak voor den troon brengen? Die dient er uitge gooid". De artisten hadden er den boel bij neer moeten kwakken", enz. Verder: schorum", modder", goot", enz.) Geen fat soenlijk mensen was er bij", schrijft het blad. 't Is waar, visschers en boeren zijn hinderlijk burgerlijke menschen. De Tel. had gewild: een hoofdofficier, met de mil. Willemsorde getooid, (n groot tenue" en scheepskapiteins" in plaats van bootwerkers. Nu voelde de criticus zich besjlisjt gedeclasseerd". Als we ons nationaal tafereeltje hadden gestoffeerd met enkel hoofdofficieren, met de mil. Wil lemsorde getooid, in groot tenue, die zuiver Haagsen spraken, dan had er in den adem IIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII iets gezeten van de diepte van het leven, en het groote verklarende roerende uitleggen daarvan door de kunst". Zoo had de Tel. het gemaakt. INDRUKKEN UIT DEN HARZ Het is 11 Augustus. Vier jaar geleden is de grondwet voor de Duitsche republiek te Weimar afgekondigd. In den vroegen morgen hebben de klokken een uur lang uit al hun mooie torens over het land gebeierd. De smalle vlaggen wapperen van de openbare gebouwen, de rijksvlag-zwart-rood-geel en de wit-zwarte Pruisische vlaggen. Op het oude, marktpleintje is de kapel van het 17de reg. inf., dat in de stad in garni zoen ligt, bijeen gekomen. Toen kwamen uit alle straten de menschen en kinderen aangeloopen. De eeuwenoude Marktbrunnen" een cadeautje aan de stad van den duivel-zelf doet zijn fijne straaltjes kletteren in het opvangend bekken; kinderen spelen en ploe teren met hun bezige, kleine handen in 't water en schommelen op de scherp-gepunte kettingen, zooals zij dat door alle eeuwen heen wel ge daan zullen hebben. Uit het Raadhuis wappert de Goslarsche vlag tusschen de rijks- en Pruisische vlag boven de Gothische ramen, boven de oude booggang; langs alle vensters siert jong en blij het dichte rose en wit van de convolvulus-kelken den ouden, beproefden steen. De menschen zitten op de trappen van het Raadhuis, onder de rijkversierde arkaden van de Kaiserworth, het tot een hotel verbouwde Gildehaus der Gewandschneider" (Kleermakersgilde). Ze staan in dichte rijen rond het orkest, dat zich in grooten kring heeft opge steld bij het klaterend fonteintje. Bij de bek kens en de trom staan opgepropt de kleine jongetjes om de emotie van eiken plotselingen boem" zoo hevig mogelijk te ondergaan. Een heel klein, groen-gebloemd Dirnelmeisje op bloote voetjes met een dun haarkransje om het blonde gezichtje, kluift droomerig op de ooren van een afgeleefd wollen konijntje. Aan de overzijde van de markt .vormt zich een dichte file, menschen en kinderen, ge komen voor de aardappel-uitdeeling. De muzikanten, in 't kleurlooze veld-grijs, waaraan zelfs het verbleekte zilver van de afhangende epauletten geen luister bijzet, scharen zich om den dirigent, wiens goudversierde vuurroode passanten vroolijk flonkeren boven zijn correcte uniform. Dan heft de dirigent z'n stokje en tegelijk richt zich al het koper een plotselinge fonke ling in den zonneschijn de waldhoorns, de trompetten, de tuba's, de trombone's.... er is iets hartroerend teeders in den zachten klank van al die forsche instrumenten, waartusschen nu en dan het fijn getinkel van den triangel zingt. De dirigent, die het orkest vóór, terzijde en in zijn rug heeft, heeft geen gemakkelijke taak, maar niets ontgaat aan zijn spiedende oogen en fijn gehoor. Stil en rustig luistert het pu bliek; de drukke kinderen bij de fontein heb ben opgehouden te spelen. Als laatste num mer geeft hij het alombekende koraal van het Oostenrijksche volkslied, dat op onnaspeur lijke wijze overgaat in het luchtiger: Ich bin ein Preusze, kennt Ihr meine Farben? Sei's trüber Tag, sei's heitrer Sonnenschein, HAARDEN KACHELS i MEN VRAGE ONZEN UIT- i l GEBREIDEN CATALOGUS ! ! NIMBUS-HAARDEN i 3 BIJENKORF AMSTERDAM Ich bin ein Preusze, will nur Preusze sein ! Dan klinkt het applaus even wat luider op. Waarom? Omdat het groote publiek in den regel het hardst klapt bij de bestbekende mu ziek? Of toch, vanwege de niet-te-verwoeste trots en vreugde zich Preusze nur Preus. ze" te gevoelen? De menschen verspreiden zich, sjorren hun Rucksack weer omhoog, grijpen hun bergstok en trekken door het schoone land, de bruisen-' de watervallen langs, de stille, hooge sparrebosschen door en door de rood-gedakte stad jes vol gave, kleurige huisjes en eeuwen-oude kunstschatten. De .geduldige file staat nog altijd te wach ten op de aardappelen.Bleeke kindertjes zet ten met hun emmertjes den tocht naar de volkskeuken, voort om hun middagmaal te halen. Vreugde en leed liggen in de wereld altijd vlak naast elkaar, nergens misschien zoo schrijnend dicht als nu in dit prachtige land. Men kan 'er dagenlang doorreizen zonder behalve door den onzinnig-wisselenden geld- , koers veel van het leed te bemerken. Want er wordt veel en vol opgewektheid gereisd, ook door de Duitschers zelf. Het reizen in de 3e en 4e klasse is er in verhouding tot andere dingen niet duur. En de Duitschers, die inlen op hun onuitputtelijke Rucksacken alle benoodigdheden voor dag en nacht bijeen pak ken, hebben het talent zoo goedkoop mogelijk veel te zien en veel te genieten. En hun bruinverbrande, gezonde gezichten boven de slor dige, gekleurde hemden, him stevige, bloote kuiten duiden op enkel kracht en Ausdauer. En ook ziet men de ellende niet bij de stoere, prachtig-uitgedoste, groene Schützen met hun hartsvangers, met hun bloemen en orden op de borst, met hun witte handschoenen en veerenhoed. Hoe kinderlijk verheugd hebben zij zich opgesteld op een ander kleurig marktpleintje, hoe krijgshaftig zijn ze weggemarcheerd achter het hoog-gehoede muziekcorps, dat de variatie's van den Waffenbruder afwisselt met het minder-toepasselijk kerst lied : Daar ruischt langs de wolken" achter de blauwe en rose bloemenmeisjes, om na drie dagen schieten en feesten hun Schiitzenkönig" rinkelend als een rammelaar, met tientallen medailles in triomf naar huis te voeren. Met vaandels en muziek trekken ze door de smalle straten van het stadje, waar de menschen vroolijk wuiven uit de kleine vensters, waar trotsche jongetjes aan de han den van vaders met ijzeren kruizen, met dienst en schiet-medailles mee mogen loopen in den stoet, vlak achter de muziek. Maar de groote maaltijden, die de aftre dende Schützenkönig het dorp placht aan te bieden, waarbij twee varkens geslacht werden en de jonge meisjes de feestelijke boterham men mochten bereiden, behooren tot het ver leden; de traktatie bepaalt zich nu tot ein Bier". De bizonderheden en de extra's zijn ver dwenen voor de velen. Toch is de materieele nood in dit oord van groote tuiv\en, van eigenlandjes, eigen aardappelen, eigen koren, eigen op te fokken varkens zooveel minder dan in de groote steden. En de kudden mooie, bruine koeien gaan eiken morgen de bergen in. We hebben evenveel vee als vroeger, ver tellen de menschen, evenveel inelk; maar de melk wordt voor een groot deel verbuttert" en de boter gaat naar 't bezette gebied voor de Franzosen. En de menschen staan met hun kannetjes in de file. Dat is de ellende. De ellende vindt men ook wel in de treinen, in de eindeloos verstelde rok en handschoe nen van de mevrouw met de intelligente oogen in het te magere gezicht op de bank tegenover ons; ook in de zwoegende beenen en den schuchteren blik van den goed-gekleeden ou den heer, die zijn gesprokkelden houtvoorraad in een trekkarretje naar huis brengt, binnen de muren van de huizen, waar men vroegere kennissen gepensionneerd en verarmd terug vindt. Men leest het op de bekommerde ge zichten van de ambtenaren, die onverwacht komen binnenvallen in het pension. Er is .even een stilte onder de gasten, die tezamen het avondeten gebruiken, als die anderen vertellen van hun onaangekondigde komst ingekwartierd.... ausgewiesen.... En men voelt het leed in de bew igenheid van de volle kerken, waar de pree <kant de ellende schetst uit Jeremia's tijd; het is alsof hij alle misère verkondigt van dit geteisterde land. De kerk van het oude slot op detj steilen berg is vol; de menschen staan tot op het bor des van de binnenplaats. De stiper-iutendent schildert de ellende van het rijk, zooais hij het den vorigen keer schilderde; nu in feller kleu ren nog. Als van een schoon visioen-spreekt hij van een mogelijken opbloei in de vt-rte.... als er geen nood meer zijn zou.... geen voort durende zorg geen onzekerheid... Op de galerij zitten de vorst, de vorst.'n, de prinsen de vorst, wiens macht zich be-. paalt tot het patronaat over scholen en ker ken, de vorstin, die veel hielp en verpleegde in oorlogstijd zij allen nog geliefd door de bevolking. Arbeiten !" klinkt het van den preekstoel. Hoe afgetobd staan de gezichten van oe arbeidsvrouwen van den Frauenverein, nu ze in rust luisteren. Maar nooit heb ik het oude Lutherlied: ,,Ein' feste Burg ist unser Gott" krachtiger hooren zingen. Dan, na de liturgie, na de strenge rede van den predikant, die ne teedere stem van het orgel, die vertrouwend het innige kinderlied zingt: ,,So nimm denn meine Hande imdführemich". Chanter, c'est prier deux fois," heeft een heilsoldaat eens gezegd. Dit was, wat we voel den in de ontroering van de velen, die in hun moedeloosheid hier gekomen waren om troost, om verzachting. En het was de innerlijke ontroering, die de menschen er toe bracht tegen het zoo strak gehouden decorum van heel dien dienst in spontaan op te staan bij het slotvers: Wir treten zum Be^en vor ott, den Gerechten, Dein Name sei gelobt, o Herr, mach uns frei! C. M. V. H I L L E?G A E R T H OPLOSSING PUZZLE'S In onze deelsom zat een fout. Bij de eerste rest was geen cijfer bijgehaald. De eerste af trekker bestond niet uit vier, doch uit drie cijfers. Er kwamen ondanks dat toch vele goede oplossingen in, doch er zijn verschillende ge tallen, die voor a, b en c voldoen. de kleinste 112 1916208 17109. de grootste 142 11034678 77709. Verschillende oplossers hebben er iets anders van gemaakt, doch de schuld zit bij A.B. Puzzleprijs gewonnen door Dr. P. C. E. V. te M. 1 4 i 2 ^ 1 i 2 ! 3 3 , 2 4 1 14 3 4 1 2 Er zijn meer oplossingen mogelijk. Lu. te A. won den prijs. NIEUWE PUZZLE: Gevraagd 12 centen in drie rijen te leggen, zoodat men niet alleen vier centen in horizon tale, maar ook in verticale richting telt. Oplossing onder A. B. vóór Vrijdag a. s. iiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiii iiiiiiiit'iiiiiiiMiiiiiMiiiiiiiimiitiitiiiiiiiiiiitiiiiimiiiiiiii (London Opinion) (Punch) Gedachte-uitdrukking (Passing Show) (Passing Show) (Punch) De vrouw gezien door den man Gezien door de vrouw Zijn hoop Haar plan De vader: Hoeveel kost een [rit?" De man van den bokke wagen Voor wie van u?" U merkt, dat mijn dochter mijn stem geërfd heeft." ,,0, nu begrijp ik het. Ik heb zoo dikwijls gedacht: waar is die toch gebleven?" Waarom heb je dat arme dier z'n staart af laten zetten?" Hij kwispelde zoo geweldig als mijn schoonmoeder op bezoek kwam."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl