De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 22 september pagina 3

22 september 1923 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

22 Sept. :23. - No. 2413 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND ARBEIDSEER. Verschenen: jjVERJAARKALENDER^ C ( r U geteekend door « JO VAN OOSTEN SLINGELAND, B een juweeltje op het gebied der lithografie. <y = Prijs f L5O ===== « Verkrijgbaar in eiken boekhandel r) Uitgave van Van Holkema & Warendorf, Amsterdam K DE CENTRALISATIE VAN DEN POSTCHEQTJE-& GIRODIENST (Een tactische fout) Ingevolge het Girobesluit 1923 is de Post cheque- & Girodienst hier te lande gecentra liseerd, in dien zin, dat het verwerken van de diverse handelingen der rekeninghouders niet meer geschiedt op het postkantoor van de plaats hunner inwoning, doch op een centraal bureau in den Haag. Dit zou een aanzienlijke besparing aan personeel opleveren. Immers, terwijl vooral op de kleinere kantoren voor heen de ambtenaren van den girodienst niet volbelast waren, kon de dienst op het centrale girokantoor te den Haag zoo verdeeld worden dat de efficiency maximaal werd, terwijl bovendien de centrale controle, welke van den Haag uit op de bijkantoren moest worden uitgeoefend, verviel. Hiertegenover werd de expeditie der biljetten veel omvangrijker, aangezien iemand te Groningen, die een bedrag gireert aan een, eveneens te Groningen woonachtigen rekeninghouder bij den gecentraliseerden dienst zijn girobiljet moet opzenden naar den Haag, vanwaar dit wederom aan den tweeden rekeninghouder in Groningen moet worden teruggezonden. De kosten van deze vermeerderde expeditie der biljetten zijn echter gering, zoodat alles saamgenomen inderdaad de centralisatie van den girodienst een niet onaanzienlijke be zuiniging oplevert. Den 24en Augustus j.l. is deze centralisatie in werking getreden. Voorzoover men kon nagaan, was deze overgang goed voorbereid. Immers, reeds een behoorlijken tijd van te voren ontving elke rekeninghouder een specialen gids waarin zeer uitvoerig de bijzonder heden van de centralisatie waren vermeld. Weliswaar liet de opzet en stijl van dezen gids zeer veel te wenschen over, doch dit kan onmogelijk de oorzaak zijn van het feit dat de postcheque en girodienst thans direct na de centralisatie zoodanig ontwricht is, dat niet alleen, zooals uit de vele ingezonden stukken in de dagbladen blijkt, tal van rekeninghouders ernstig gedupeerd zijn, doch bovendien de populariteit van dezen dienst zoozeer verdwenen is,dat men dagelijks brieven AMERIKAANSCHE BRIEVEN door Dr. HENDRIK WILLEM VAN LOON (Met teekeningen voor de Amsterdammer" door den schrijver) Utrecht, September XXIII Proletariërs aller landen, vereenigt u" is eene schoone leuze, maar ik zou er iets aan willen toevoegen. Endan zou het als volgt luiden: Proletariërs aller landen.vereenigt u, huurt eenoud klooster, sluit u daarin op met een duizend dikke boeken en besteedt tien jaren aan de studie van ge schiedenis en psychologie. Probeert het dan nog eens en het zal misschien wel gaan". Want wat er deze laatste weken alweer ge beurd is, doet zoo erg duidelijk zien hoe ver verwijderd de Broederen van de Nieuwe Com pensatie zijn van de verwerkelijking hunner idealen. En dit geenszins door de boosheid van hunne vijanden, maar door de onhandigheid van de Proletarische Broederschap zelve. Ik heb er mij van mijn leven eens lang en breed in verdiept om te ontdekken wat nu eigenlijk het sukses van Napoleon was. Ergens heb ik, geloof ik, de re sultaten van die ge leerde meditaties opge schreven. De slotsom van mijn gepeins was ongeveer als volgt: Toegegevendat Napo leon een schurk was; d at hij den Hertog van Enghien vermoord heeft; dat hij meer respekt voor een paard dan voor een vrouw had; dat hij nooit het geringste besef gehad heeft van wat men in de burgerlijke maatschappij dankbaarheid" noemt; dat hij ter wille van zijn eerzucht even lief tiendui zend als duizend mannetjes opofferde; dat zijn Fransch nog veel erger was dan dat van een schoolmeester met de acte middelbaar; toegegeven dat hij alle ondeugden en zeer weinige van de deugden in zijn eigen onaan zienlijke persoon vereenigde, dan blijft toch nog dit feit bestaan, dat als op ditoogenblikde Keizer met zijn soldaten voorbij marcheerde, hier op het Janskerkhof (in Utrecht woont men bij voorbaat reeds allen op kerkhoven) dat ik dan vrouw en kinderen en schrijfmachi ne en crediet-brief en de nieuwe Fongers en de Dat is werk" zei laatst 'n vakman, Toen hij jongenstruien zag. Een artikel om te roemen" Arbeid die er wezen mag", Nergens rimpelige naden" In de trui, noch in de mouw" Haast volmaakt kan men wel zeggen" ,,AIs ik alles goed beschouw", Boord, manchetten beide dubbel" Zuiver wol, gezond en sterk" Iets om zoo ten toon te stellen" Eerste prijs voor prima werk", Voor de hoofd- en handarbeiders Een succes door heel ons land Door eendrachtig samenwerken Komt er zoo iets moois tot stand Deze fraaie Jongenstruien Dankt het: zeer verwend publiek Aan de zorgen en de kennis Van de Fautasiefabriek. J. H. SPEENHOFF. VIERHOUTEN - VELUWE HOTEL DE MALLEJAN" Telef. 2 Moderne Inrichting, rustige ligging, bosch, hei en duinen, 33 kamers deels stroomend water, badkamer. Voor- en Najaar volledig pension f4,50 p. p.p. d. H. Molenaar. LEUVENUM - VELUWE HOTEL Dl ZWARTE BOER" Telef. Elspeet 8 Geheel gerestaureerd, modern ingericht, pracht ligging, bosch en heide, 15 kamers, badkamer, in depandance. 't Jachthuis". Voor- en Najaar volledig pension f 4,50 p. p. p. d. P1 Molenaar. KUNSTHANDEL G. J. STEGEMAN OVERTOOM 163 TELEFOON 28292 Smaakvolle Omlijstingeo INSTITUUT OVERTOOM Amsterdam Rotterdam Overtoom 57 en 93a Kruisstraat 40 Typen-Steno-Talen-Boekhouden BOUWT IN HET OOSTERPARK TE BILTHOVEH INLICHTINGEN VERSTREKT DE DIRECTIE TEL. INT. :?No. 6538 I1IIIIIIIIIIIIIIIIIH HUI l IIIIMIIIIIIllinillllIIIIIIIIIIIIIIIHIHIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII Illllllllllllllllii i ontvangt met het verzoek om toch vooral geen geld via den girodienst te willen over maken. Alles saamgenomen is de girodienst thans bijna volle twee weken ten achter met hare boekingen, zoodat iemand die veertien dagen geleden een bedrag gegireerd heeft aan een anderen rekeninghouder, alle kans loopt telkens weer gemaand te worden tot betaling omdat de rekeninghouder-giraat nog geen bericht van bijschrijving op zijne postrekening heeft ontvangen. Wat is nu de oorzaak van deze desorgani satie? Menige ingezonden stukken-schrijver zoekt deze in de centralisatie. Dit is natuurlijk onzin. Waarom toch zou een dienst als deze niet behoorlijk gecentraliseerd kunnen worden evenals dit in het particuliere met tal van bedrijven sinds jaren op uitnemende wijze is geschied? Trouwens, welk kardinaal verschil bestaat er feitelijk tusschen de bewerking der gegireerde bedragen op het postkantoor ter plaatse en in den Haag? Geen enkel immers. En ongetwijfeld zou deze centrali satie dan ook uitstekend verloopen zijn en de girodienst niets van zijne populariteit hebben ingeboet, wanneer de centralisatie hier in bestaan zou hebben dat hetzelfde werk, dat voorheen op de postkantoren ter plaatse geschiedde, en bloc overgebracht was naar den Haag. Hoogstens had de bij- en afschrij ving in het begin wat trager kunnen loopen, doch nimmer ware een achterstand van veer tien dagen ontstaan. Hiertoe had men dus de bescheiden der postkantoren op 23 Aug. j.l. na het einde van den dienst naar den Haag moeten laten zenden en den volgenden dag had daar de gecentraliseerde dienst kunnen aanvangen. Blijkbaar is deze oplossing echter te eenvoudig geweest. Men wilde een centrali satie, die wanneer zij gelukt ware, een waar organisatorisch kunststuk geweest zou zijn. Immers men heeft den Postcheque- en girodienst niet alleen gecentraliseerd, doch tegelijkertijd de inrichting van de wijze van werken van dezen dienst absoluut veranderd. ' Inplaats van het boeksgewijze bijhouden der rekeningen heeft men een bij- en afboeken op losse strookjes met boekhoudmachines ingevoerd. Dit is een tactische fout. Een behoorlijke centralisatie van een zoo uitgebreiden dienst als de postcheque- en girodienst met over de honderd duizend rekeninghouders ware alleen mogelijk geweest zoo men zich er toe bepaald had het bestaande systeem van werken van de verschillende postkantoren naar den Haag over te brengen. En wanneer men het dan terwille van de bedrijfszuinigheid noodig achtte, over te gaan tot het gebruik van boekhoudmachines met strookjesboeking, dan had dit secundair, nadat de centralisatie eenmaal behoorlijk liep, uitgevoerd moeten worden. Een ieder die eenig begrip heeft van organisatie ziet in, dat deze tweeledige wijziging van den dienst, centralisatie en werkwijze-verandering, moest falen. Thans probeert men door het opvoeren van het aantal ambtenaren de fout te her stellen. Het staat echter nog ernstig te bezien of dit mogelijk zal blijken. Vermoedelijk zal de eenige oplossing zijn: teruggaan tot het oude systeem van bij- en afboeking en pas, nadat de dienst geheel bij gewerkt is, overgaan tot de machinale bewer king. Gaat men voort op dezen dwaalweg, dan bestaat er alle kans dat de postchequeen girodienst geheel ontwricht zal blijken voordat de achterstand ingehaald is en dit zou met het oog op zijne jarenlange hoogst verdienstelijke prestaties, zeer jammer zijn. G. DE CLERCQ Schiedam. iiiilmmiilliiiiii ANDRIES WILLEM WEISSMAN llllPllllllllllllllllllll aanlokkelijke maaltijden van de Pays-Bas en nog veel meer zoo maar meteen, paf... .inden steek zou laten en het Monster zou volgen tot dat ik snoodelijks in een Spaansche bergkloof of op een Russische steppe mijn laatsten enthusiasten adem uit zou blazen". En dat, geliefde kameraden, is wat ge nog nooit geleerd hebt en wat ge oogenschijnlijk niet van plan zijt te loeren en zonder hetwelk gij nooit iets anders zult blijven dan een partij die kibbelt en roet in het eten gooit en hoege naamd niets presteert buiten de glorieuze bladzijden van uwe eigen partij-blaadjes. Toen ik bijna vijf jaar geleden voor het laatst langen tijd i n Euro pa was,scheen het vast te staan dat het Oude Régime afgedaan had. Men hoorde de bazuin van het Nieuwe Zion en Jan van Leiden of Jan var. Amsterdam was klaar om den troon te bestijgen enden volke Vrede en Brood te verschaffen. Van al de schoone verwachtingen is niets overgebleven. Waar men de Soziaale" vroe ger vreesde, tolereert men hen thans en het goede wat zij eens gedaan hebben als een soort maatschappelijke accountant die altijd met de vingers en den neus in andermans boeken zat, begint te verdwijnen. Zij hebben een kans gehad endie niet weten te gebruiken. De Redder van het Vaderland is een meneer die naar de Gerefor meerde Kerk gaat ,maar de discipelen van den grootcn Zalt-Bommel1 rJl^'r V ~J schen wijsgeer staan \ l^ J^^_ buiten in de kou en zul len daar waarschijnlijk nog heel lang blijven staan. Omdat zij dan toch niets bijzonders te doen hebben, gaf ik zooeven en geef hun thans nogmaals den raad heel veel geschiedenis te gaan studeeren. Al doet het hun misschien geen goed, kwaad zal het hun zeker niet doen en onze openbare bibliotheken hebben reeds menig eerlijk Hol landsen schrijver tot studeer- en werkkamer gediend. i De heer Boutens scheen dit vergeten te zijn toen hij zijn overigens zeer ware woorden over de Hollandsche literatuur sprak. Het Met leedwezen zullen velen, vooral Amster dammers, kennis hebben genomen van het plotseling sterven van dezen ouden Amster dammer. Want niettegenstaande hij zijn wo ning naar Haarlem had verplaatst, was Weissman Amsterdammer gebleven in h art en nieren. Hij leefde met volle toewijding het Arnsterdamsche leven mede; voor hem had de oude stad evenmin als de nieuwe geheimen. Dat was het al dadelijk, wat in Weissman aantrok, zijn groote en uitgebreide kennis en nu waarlijk niet alleen van Amsterdam, maar van geh»el Nederland, men kan zelfs veilig zeggen van het beschaafde Europa. Door veel reizen en door veel lectuur kende hij om zoo te zeggen het aanzien der geheele wereld; voor hem zal het eigenlijk weinig moeite hebben gekost een geschiedenis der bouwkunst te schrijven; hij had slechts te Uusst putten uit zijn eigen ervaring. Diezelfde groote kennis maakte hem voor den bond Heemschut zulk een buitengewoon geschikt secretaris. Ik had het genoegen eenige jaren met hem te mogen samenwerken in het dagelijksch bestuur van Heemschut en ik durf zeg gen dat ik daaraan de beste herinneringen heb overgehouden. Wanneer bij ons de klach ten ter tafel lagen over begane of dreigende verminking van de schoonheid van stad en land, dan kon Weissman ons onmiddellijk voorlichten en duidelijk maken, hoe de situ atie ter plaatse was. En dan kon hij ook gewoonlijk wel een middel aan de hand doen om het kwaad te keeren. Die samenwerking in Heemschut deed mij nog een andere eigenschap van Weissman zien, zijn voorkomende hulpvaardigheid. Steeds was hij bereid ter plaatse een zaak voor ons te onderzoeken. Altijd stond hij klaar om ons in allerlei voorkomende zaken van dienst te zijn. Zijn uitgebreide kennis hield hij nimmer onder de korenmaat; hij strooide die in kwistigen overvloed om zich heen. Dat gold ook buiten den kring van Heemschut. Nog versch liggen in onze herinnering de voor drachten, die hij in den afgeloopen winter in het Koninklijk Oudheidkundig Ge nootschap en in Amstelodamum heeft ge houden over Amster dam, zooals het was in zijn jeugd. En laat men zich eens inden ken in de liefdevolle toewijding, die er wordt vereischt om zesmaal een gezel schap van leden van Amstelodamum rond te leiden door het Paleis op den Dam. Weissman was daar voor bij uitstek ge schikt; want hij was architect cn histori cus. Misschien heeft het eenc het andere soms wel eens ge schaad. Ook later zal het Stedelijk Museum zijn beteekenis als architect blijvend doen zien. Door allerlei omstandigheden heeft hij later weinig meer gebouwd. Ook ging zijn sym pathie sterk naar den historischen kant. Dat bewijzen zijn vele studiën over Amster dam en over Amsterdamsche historische gebouwen. Maar dat wordt vooral duidelijk door zijn groot, met Van Arkel tot stand gebracht werk, de Noord-Hollandsche Oud heden. Zulk een boek bezat en bezit geen enkel gewest van ons land. Het is thans na zooveel jaren wat verouderd van opzet en behandeling. Maar het was voortreffelijk voorwerk voor den gropten arbeid der Rijksmonumentencommissie. Weissman zal in zijn verschillende functiën zeer moeilijk zijn te vervangen. En dat is toch wel het beste dat men van iemand kan zeggen. H. BRUG MANS A. W. WEISSMAN f iiiiiiiiimmiiii immimmilimmmiiiim iiiiiiimiiiiimmiiiiimmii J.S.MEUWSEN, Hofl. A'DAH-R'DAM-DEN HAAG DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND vaderland doet ter dege wel wat voorde inheemsche kunste naars. Het heeft groote kachels in de derde-klasse wacht kamers van alle sta tions en fraaie tafels in de postkantoren en daar mag een ieder net zoo lang zitten en schrijven heel veel in een land waar de maatschappe lijke positie van een stovenzetster in een Gereformeerde Kerk een hoogere en zeker een sekuurdere is dan die van een dichter of een ander leegloopcr,die God's heerlijke uren verknoeit aan liet fntiele spel met woorden. Maar om na deze aangename afwijking van het pad der deftige overpeinzinge weer op de hoofd-allee van onze zinrijke gedachten terug te komen, de kameraden die nu al veertig jaar lang over dit punt zitten te delibcreeren zouden er goed aan doen om de zaak eens van het ware (dat is natuurlijk van mijn eigen) standpunt te bekijken. In de geschiedenis doet het er niets too wat waar is, maar het doet er alles toe wat de man op de straat gelooft dat waar is. Alleen Duitsche schoolmeesters en redakteuren van wijlen de Toekomst weten dit niet en '/.uilen het ook nooit begrijpen. Maar verstandige menschen honden er reke ning mee. Verstandige historici ook en er zijn heusch nog wel een paar intelligente men schen in ons vak. Die zitten weliswaar óók in hun stoffige laboratoria en passen óók de wet van wiecs-eigentlich-da-gewesen" toe, maar zij ver wachten er niet te veel van wanneer hunne resultaten toegepast worden op de bestaande maatschappij. Zij weten dat er onder de Jubileum-rede voeringen ontzettend veel dwaasheid was en dat al deze speechenmakerij die den Heere zelf op de meest onmid dellijke wijze aansprakelijk maakte voor ae daden en avonturen van het Huis Oranje, even weinig te be duiden had als de fraaie redenen waarmede men in dertijd in het Heilige Rus land de Romanows als naneven van Julius Caesar aansprak. Zij weten dit, maar zeggen het niet, want het doet er eigenlijk niets toe. Zij weten dat het verband tusschen een Frieschen Nassau van 1923 en een NassauOranje van 1580 al heel gering is, maar dat doet er ook al niets toe. Zij weten dat er onder die thans befaamde voorvaderen vele liepen van een lugubere tweede-klassigheid en zelfs een die het rekord van alle vorstelijke zwakkelingen sloeg door zichzelf vrijwillig onder kurateele van een dik ken duitschen hertog te stellen. Zij weten nog veel meer en zij weten dat het alles in verband met zekere bestaande feiten van hoegenaamd geen belang is en rustig van de rekening-courant tusschen Holland en Oranje kan wor den afgeschreven. Want zij weten ook dat in dit jaar des Heeren 1923 een zekere prinses uit het huis Oranje Nassau de Grootste Gemeene Deeler is van het Hollandsche volk, en dat alle getheoretiseer daar niets aan veranderen kan en ook niet aan veranderen zal voor de eerstvolgende vijftig jaren. Wij hebben in Holland bekwamer en beter en schranderder menschen gehad dan de Nassansche vorsten. De Witt en de Groot en Oldenbarnevelt en de hemel weet wie al niet meer. Maar geen dezerslaagde erin de Grootste Gemeene Deeler van het heele Nederlandsche volk te worden. Zij waren de G.G.D. van Holland of van Zee land of van Groningen, maar de Oranjes alleen vonden een formule die voor alle steden en provinciën opging en het was de groote fout van een man als de Witt dat hij dit niet heeft ingezien. Ik ben geschiedkundige van beroep en voel weinig voor het profeten-vak. Maar ik tirf mij wel aan de voorspelling wagen dat dit niet altijd zoo zal duren, om de eenvoudige reden dat niets ooit eeuwiglijk duurt. Ik ben het heelemaal niet eens met de goede dominee's en dito pastoors die nu op eenmaal jubelen en juichen dat de wereld weer ter kerke trekt omdat de wereld hare dwalinge ingezien heeft en terug keert tot den Jehovah der Vaderen. Bij gebrek aan beter zullen de zoekenden ook wel weer de oude paden der zaligheid be wandelen en in de van ouds bekende harde banken van onze Ooster, Wester, Zuider, Noorder, Nieuwe en Oude Kerk terechtkomen;, Maar daar zitten zij slechts totdat er zich wat beters voordoet. Want zeer zeker zijn de woorden van Ulrich von Hutten nooit meer waar geweest dan thans, toen hij schreef (even voor zijn dood) het is nu een ware lust om te leven. Overal ontwaken de geesten". Dat is het mooie van dezen tijd met zijn vele nare dingen, zijn verwilderde jeugd,zijn overdraagzaamheid en gruweldaden. Laten wij die grif toegeven en dan blijft er nog een uitstekende kwaliteit over de menschen zijn wakker. Zij zoeken en zij zoeken zooals zij sinds eeuwen niet gezocht hebben. Zij hebben zich de laatste jaren zoo dik wijls vergist.'-dat zij maar niet meteen eiken luid-balkenden 'ezel volgen willen, die hen naar zijn eigen koninkrijkje-Gods wil voeren langs paden die ons allen in den modder van een sentimenteel moeras zouden voeren. Zij zijn voorzichtig geworden. Maar zij zoeken en zij hebben geleerd om het niet alleen in de boeken of in de wiskunde te willen vinden - zij hebben de ondervinding opgedaan, dat wie alle dingen heeft en hij heeft geen begripvandenmenschelijken-geest, dat een dergelijk iemand (moeilijke zin) even weinig kans heeft om de wereld weer op rede lijke paden te brengen als een professor in de literatuur die tracht ons via Cobet liefde voor de schoone letteren bij te brengen. Zij hebben op zijn allerhoogst een vriendelijke verachting voor de socialistische kameraden die zich bedrinken aan hun eigen welsprekendheid en die zoo logisch zijn.dat zij steeds erin slagen langs den kortsten weg tot de verkeerdste gevolgtrekkingen te komen. En ze zijn dankbaar dat wij, terwijl het aan alle kanten kookt en bruischt van gezoek en geprobeer en gepruts, ten minste een historische Grootste Gemeene Deeler hebben die de zaak bij mekaar houdt totdat er iets anders zal komen dat ook bruikbaar is. Wil men iets nieuws, goed en wel! maar men zal nooit slagen zonder eerst een geheel nieu we G.G.D. te bedenken die de meerderheid van het volk instinktievelijk als de ware zal voelen en zal aannemen. Zooiets wordt niet gefabriceerd in een stu deerkamer. En als wij niet zoo armwaren, zouden wij 25 gulden tegen een Duitsche mark durven wedden dat er over vijf-en-twintig jaar weer een jubileum wordt gevierd en dat het Huisvan Oranje een betere nationale geld belegging is dan 99 pCt. van de zaken en zaak jes-: waarin men zijn oorlogs-duiten heeft ge stoken en verloren.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl