De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 22 september pagina 8

22 september 1923 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

l DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 22 Sept. '23. - No. 2413 Politie VIJF-EN-TWINTIG JAREN BESCHAVINGSGESCHIEDENIS DE JUBILEUM-TENTOONSTELLING IN HET KOLONIAAL INSTITUUT Niemand die de handen aan den ploeg slaat en ziet naar hetgeen achter hem ligt, is geschikt".... Een woord van eeuwige waarheid. Maar er zijn oogenblikken, waarop men den ploeg wel even kan of moet loslaten en dan kan een terugblik heilzaam zijn. Vooral nu wij op een tijd van grooten bloei terug mogen' zien. Elke afdeeling dezer tentoonstelling spreekt daarvan. Ik voer u om te beginnen met de sprekendste van al door het departement der Amsterdamsche gemeentediensten en bedrijven; ge ziet hoe de bevolking toenam en hoe de terugkeer der ontrouwen toonde, dat wie Amsterdam eenmaal noodig kreeg, het niet meer missen kan. Ge merkt op hoe de handelsvloot vermeerderde, tegelijk met de bevolking en hoe zij na de sterke daling tijdens den oorlog, sinds 1919 bezig was zich te herstellen tot de herdenking der kroning van 1898 de vlag heesch, waar helaas het alarmsein al omhoog was gegaan. Welk een zegelied, die kunstig vervaardigde maquette van de haven, waar gij u wel een half uur kunt verlustigen in het gewemel der scheepjes op IJ en havens; .in de gezellige volte der duizenden daken, ver uitstralend van de plek, hoek Nieuwebrugsteeg, waar volgens den heer G. C. 't Hooft de eerste huizen stonden en de dam in den Amstel werd gelegd, die aan onze stad haar naam gaf ! Welk een zegezang ook, die grafieken, die kunstvol en schrander bedachte voorstellingen met poppen groot en klein, met dieren, kisten, vaten, de toeneming aangevende van materieele welvaart, van lasten, beter getorst, van; ideeën, verruimd en humaner geworden, van duizenderlei diensten ten behoeve van gezondheid, veiligheid, behagelijkheid, den kleinen man, den behoeftige, den zieke, den gevallene bewezen, den reiziger, den thuiszittende bezorgd, diensten waarvan zelfs de koningen van weleer niet droomden ! Maar staan wij even op onzen vluchtigen rondgang stil. Dicht bij de vliegtuigen en andere modellen, ligt in het water het model van een nieuw systeem reddingboot, die te Delfzijl gebouwd wordt. Het bijzondere is, dat wanneer deze motorboot omslaat, zij zich binnen drie seconden weer opricht, zoodat de acht rnan, die erop vastgesjord zitten nauwelijks den tijd hebben, terwijl zij kopje onder gaan, om nat te worden. Door het restaurant komen we bij de ceramiek. Verrassend zijn de gevelsteenen en beelden voor kerken en wereldlijke gebouwen, wel nog een kunst in haar opkomst belemmerd door den wansmaak der menigte, maar toch hoe smijdig is reeds deze bison of deze buidelrat (met het schelblauwe stuk lucht boven den kop) geboetseerd, hoe forsch en sprekend die gevelbeelden daarginds ! Een stap verder en we zijn op beter toebe reid terrein: de electriciteit. Daar is de Westersche beschaving in haar element ! Zie dat model van een electrisch-ingericht huis en kijk scherp. De lampjes aan de plafonds.... op de piano ja die ziet ge vanzelf; maar merkt ge ook op het microscopische toe stelletje om brood te roosteren? Weet ge dat er electrische verwarmers liggen in de bedden? Let op: straks ziet ge uit een keteltje, dat ge in uw portemonnaie kunt bergen (er is nogal plaats tegenwoordig) stoom komen: het thee water kookt ! Er is zelfs een instrumentje om het haar te drogen; en als ge uw hand in een kamer houdt, of uw vinger in het bad doopt voelt ge dat het huis verwarmd wordt ook. Achter deze woning uit Utopia is een electri sche fabriek in werking. Een treintje op de tafel langs den muur verzinnebeeldt het steenkoolverbruik. Weet ge reeds hoe de automatische telefoon werkt? Houd u er niet te lang op; er volgt wanneer we het practige plan der Amsterdamsche havens voorbij zijn, nog een buitengewoon belangrijke afdeejng, die de verwerking van het Amsterdamsche vuil veraanschouwelijkt. Vuil is geen overlast meer, die rnooie brokken Natuur dreigt te be derven; we zetten het om in licht en warmte en van de overblijfselen bouwen we zoowaar nog huizen met cement kunnen we ons materiaal zooveel versterken als we willen. Vlak hierbij: de ideale waschinrich.ting der ge meente, die eerlang gereed komt. De huisvrouw zal er zelf haar wasch tegen een kleine vergoe ding kunnen doen behandelen door machines, die er even voorzichtig mee omgaan als zijzelf. We betreden de afdeelingen voor gezondheid en maatschappelijk werk. Daar vooral treft ons de vooruitgang der laatste 25 jaren. Waardeer de centralisatie en humanisatie van de armverzorging. Tegenwoordig wor den geld en eten den armen thuis bezorgd, waar deze vroeger in een soort van schaaps kooien uren in de rij moesten wachten. Reeds de veranderde kleeding der in gestichten verpleegde behoeftigen getuigt van menschlievender begrippen in het toch altijd zoo lief dadige Amsterdam. Hier dichtbij ziet ge de zoo goed gevonden aanschouwelijke voor stelling van de uitgaven en inkomsten der gemeente en van de drie paarden die de lasten trekken. Het gemeente-inkomstenpaard is grooter geworden, dan het rijkssteunpaardj en dat van de belastingbetalers werd een reuzepaard. Alle cijfers zijn gemiddeld verzesvoudigd; op den wagen is vooral de kist Armverzorging" in omvang toegenomen. In de afdeeling statistiek leeren we dat de 140.000 menschen zonder kerkgenootschap die er deze 25 jaar zijn bijgekomen, geheel door de protestanten zijn verloren: de Roomschen en Israëlieten wonnen eer wat. Bij Politie treft de vermindering der strafgevallen sinds de afschaffing van de belooningen aan politie-mannen. Let op het fleschje met doodelijk vergif, dat gewetenlooze marktventers aan huismoeders in handen stoppen, die haar tafelgerei willen verzilveren". Onderwijs geeft niet veel verbetering te zien: men komt maar niet boven den sleur uit. Aardig is het schouwburgmodel in de afdeeling Brandweer Het brandscherm moet horizontaal gegroefd zijn, niet vertikaal zooals thans overal. Ove rigens heeft onze Stadsschouwburg alles wat men maar voor de veiligheid der bezoekers verlangen kan. Straks mogen we in de afdeeling voor radio grafie even een concert te Londen, misschien te Berlijn of te Parijs hooren brengen we vooraf nog vlug een bezoek aan de diamantafdeeling, al zoudt ge er allicht uren kunnen zoek brengen. Daar ziet ge klompen blauwe aarde, waaruit de edelsteen gewonnen wordt; ginds een vitrine met de verrukkelijkste bril janten die Amsterdam ooit voortbracht: bo venaan een steen van / 400.000, wat lager o.a. een liefelijke rose brillant, die uw hebzucht doet tintelen. Wat verder liggen modellen van historische diamanten o.a. de beruchte blauwe, die volgens de legende zoo groote Model van een diamantfabriek in 1860 onheilen stichtte, vóór ze met de Titania in het diepst van de zee verzonk. De dia mantslijperij, welker techniek gij bij een machinerie in werking bewonderen kunt, kwijnt helaas door de schuld van den valuta duivel, die Antwerpen vleugelen heeft aange bonden. Maar we moeten gaan. Van de koloniale afdeelingen weet ge reeds alles. Snel nog even met mij langs de mooie scheepsmodellen heel beneden, de interessante afdeelingen voor de binnenvaart en het onderwijs in de scheepvaart en doordring u nogmaals is het noodig? van het besef, dat varen noodig is en blijft voor ons land. En ons vaarwel aan dezs tentoonstelling spreken we niet uit zonder de overtuiging mee te nemen, dat hier in een paar uren liefst veel meer te zien en te leeren valt, wat ge anders slechts door jaren van studie en dan nog niet zoo goed en geenszins met zoo levendige en blijvende indrukken in u zoudt kunnen opnemen. H.S.M. VAN WlCKEVOORT C R O M M E L I N IIIHIIMIIHIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIHIIIIIMIIIIIIIIHIMIIIHIIIIIIIIIIIIIIIII NIEUWE BOEKEN en vele zoogenaamde internationale woorden. De redenen waarom niet al te angstvallig ge waakt is tegen de opneming daarvan, waren lo.om de spelling juist aan te geven; 2o. de beteekenis waarin zij hier te lande voorkomen juist te omlijnen; en 3o. hen die liever zuiver Nederlandsche woorden hiervoor gebruiken, daartoe in staat te stellen. De nieuwe druk heeft vele aanvullingen en verbeteringen; hij zal ongeveer 135 vellen druks van 2 kolommen beslaan. Ruim 125.000 woorden worden verklaard en in hun ver schillende beteekenissen door voorbeelden opgehelderd. Hij zal ook in 10 afleveringen van 13} vel verkrijgbaar zijn a 10 ets. per vel. De prijs voor een compleet gebonden exemplaar zal voor inteekenaren in geen geval meer dan / 16.?bedragen. Bij Martinus Nyhoff te 's-Gravenhage en A. W. Sijthoff's "uitgevers-maatschappij te Leiden verschenen de afleveringen l?4 van de zesde, geheel opnieuw bewerkte uitgave van VAN DALE'S groot woordenboek der Neder landsche taal. Gestreefd is, van Dale's Gioot woorden boek der Nederlandsche taal" te doen zijn een Woordenboek der Algemeenc Neder landsche taal; van de vaktermen zijn die opgenomen, welke veel gebruikt worden en daardoor buiten den engen kring der eigen lijke vakgenooten bekend dienen te zijn. De gewestelijke woorden, die een eigenaardigen blik vergunnen in de ontwikkeling der woordbeteekenissen of woordvonnen, vonden er evenzoo een plaats in. Vreemde woorden kan men eenmaal niet buiten de deur zetten, inz. niet vele vaktermen iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiimiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiimiiii Vlucht Den avond, dat ik zal sterven, Dan worden mijn handen zoo koud, Dat ik nauwlijks zal bemerken, Dat jij, mijn lief, ze houdt. Den avond, dat ik zal sterven, Dan worden mijn voeten zoo moe. Ze gingen zoo vele wegen, Dan gaan ze huiswaarts toe. Den avond, dat ik zal sterven Dan wordt mijn ziel zoo stil. Dan weet mijn heele wezen Niet anders dan stervenswü. Dan glijdt door 't open venster De Engel van den Dood, Die raakt mijn warme hart aan En woelt mijn zonden bloot. Dan fluister ik mijn biecht nog Zoo heel zacht aan je oor En glij dan achter de'engel Maar gauw het venster door. E L L A D" E VRIES TROETEL Droogdokinrichtingen in 1898 en 1923 Stadsreiniging Afdeeling Kunstnijverheid iiiiiiiiimiiiiliiiiiiiiiiiiiiiiimiiiii IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItlllllllllllMIIIIIIIIIIIIIIIMII ? DE HAGHESPELERS. Het kind van Staat," door H. J. Schimmel. Men vertelt, dat de kunst uiting en afspie geling is van het tijdvak, waarin ze ontstaat. Dit mag gelden voor een zekere soort kunst, doch wat de beste kunstenaars voortbrengen zal altijd hun tijd vooruit blijken. Een tooneelwerk van gehalte biedt in dit verband voor elk geslacht een ander probleem, de universeele waarden daarin blijven zich gelijk, maar het is of zij zich telkens hernieuwen en zich langs andere wegen moeten aanpassen aan de behoeften van den evolueerenden tijd. In mijn overzicht van het afgesloten seizoen doelde ik ook daarop toen ik schreef het is u vergeven, lezer, wanneer ge het u niet herinnert hoe de zooveel intelligenter en gevoeliger Regie van tegenwoordig won deren kan doen aan de vergeten beschim melde" romantiek van vroeger dagen, de weinige, in hun genre goede tooneelstukken, waarop men niet zuinig genoeg kan zijn, herontdekkend en makend tot een openbaring voor ons, immers juist weer naar handeling en spanning hunkerend seizoen. Ik dacht bij die gelegenheid, in verband met de kunst van Strnad en Pitoëff, voornamelijk in de richting van het dichterlijk-visioenaire, toch ging ook het oeuvre van Schimmel mij daarbij door het hoofd, het door het jongere geslacht nauwelijks meer gekende. Men roept om een Nederlandsen repertoire, is geneigd in den nood den eersten den besten debutant tot dramaturg uit te roepen de regisseur moet het er dan maar van maken" terwijl deze, terecht, zijn toevlucht zoekt bij de klassieken, die, zij het in vertaling, een basis bieden en den uitvoerenden kunstenaar de noodige in spiratie waarborgen, en intusschen kan het gebeuren, dat er in onze taal aan stukken uiteen vorige periode, die onder vroegere omstandig heden een matig succes behaalden en wel licht tot een verhoogd leven op te voeren zouden zijn, die kïins onthouden blijft, omdat ze, tusschen de strijdende illusies en het bedrijfstooneel, niet meer aan het bod komen. DeOranje-feesten zijn de aanleiding geweest, dat deze daad van eenvoudige rechtvaardig heid", om met Kloos te spreken, voltrokken werd aan Het kind van Staat", het dramatisch taferee! van H. J. Schimmel, dat ons al om zijn ontroercnden titel aantrekt. In 1913 is daarvan, bij van Dishoeck, den zesden, door den schrijver zelf nog bewerkten druk ver schenen, wel een bewijs, dat het als litteratuur vele vrienden heeft; door officieren-liefhebbers werd het daarenboven met goeden uitslag ten tooneele gevoerd, maar van de oft'iciëele gezelschappen bleek tot dusver geen begeerig dit Nederlandsen stuk een plaats op het repertoire in te ruimen. Thans zijn twee directies, bij het zoeken naar een eenigszins toepasselijk' werk, er op gekomen, het jongste Nieuwe Tooneel" en de Haghespelers' , die dezen winter weer het Theater Verkadc" in den Haag hebben gepacht. Ik ben het in den Haag gaan zien, in de eerste plaats omdat mijn belangstelling in de altijd-maar-weer-nieuwe Toone'elen" on dermijnd wordt door de overtuiging dat deze, op niets essentiëels berustende bedrijfsconcurrentie de Dramatische kunst in ons kleine land meer en meer zal verstikken, in de tweede omdat Schimmel's stuk behoort bij het Binnenhof" als de Gijsbreght" bij den Schreierstoren", en in de derde plaats, omdat het mij een goede gedachte toescheen de rol van den jongen Willem van Oranje door een vrouw te doen vervullen. Hiermede moest het werk met louter mannenrdllen aan schakeering winnen, en, naar ik hoopte, aan poëzie. Want dit intrigue-stuk met zijn veelal meesterlijken dialoog, heeft niet alleen geest en houding, het heeft ook een warm, een teeder hart; Schimmel's niet aflatende liefde voor Nederland en Oranje, in het bijzonder voor de fascineerende figuur van Willem III het fier en aandoenlijk Kind van Staat", maakt dit spel, zonder zweem van scntimentalitiet, tot een uiting van fijne gevoeligheid, bijna tot een gedicht. Juist dit: dat deernis met den knaap, die een man was vóór zijn tijd, een geboren held, naar den geest en van gemoed, van wien Condc zei: Hij heeft in aües gehandeld als een oud eeneraal, behalve daarin, dat hij zich te veel in het gevaar heeft begeven, want daarin heeft hij gehandeld als een jongeling", nimmer de overhand kreeg, laat de oorspronkelijke figuur voor ons in zijn edelste waarde, geeft hem in onze verbeelding, waartoe het tooneel den sleutel bezit, een zeldzaam frisschc be koring. Minder effectvol dan ,1'Aiglon" rijst het Kind van Staat" in zijn koele, stmkke distinctie daar ver boven uit en ik zou den modernen dichter wel eens willen ken nen, die deze stof aan kon, en er een tooneel werk uit schiep dat tegelijkertijd zoo om-dcngeest-onderhouaend en dichterlijk-suggestief is als deze greep van wijlen Schimmel. Uit het vernuftig spinsel van ter nauwernood te volgen listen en verstrikkingen, treden de twee machtige tegenstanders-on-cén-plan, Wil lem Hendrik Prins van Oranje en Johan de Witt, in hun kwaliteit naar voren, en het oogenblik is zóó gekozen dat, met bewonde ring voor beiden, het hart van den toeschouwer zich opent voor den uitverkoren Oranje telg en den schoonen weemoed van elke, in het bijzonder deze jeugdige, souvereiniteit. Er waren aan de opgave dit tooneel te doen herleven, iu de stemming van den dag, voor een hedendaagsch publiek, geen problemati sche kanten en zij kon ook niet voeren tot een bepaald persoonlijke visie. De zwakheden zouden op geen wijze te camoufleeren zijn, de karakters ontspringen levend zij het wat opzettelijk -?aan den geladen dialoog, zoodat het er voornamelijk op aankomt dezen tot zijn recht te brengen, niet langs den weg der redenatie, maar door het begrijpend gevoel. Ons tooneel is aan Schimmel's tijd aan de bordpapieren koningen en tweede-handsch her toginnen ..... wel zoover ontgoeid, dat van zelf, door de afwezigheid van het klatergoud, het menschelijke in deze figuren ons naderkomt, zonder dat daarmede de afstand be hoeft ie worden verkort. Het gebaar bij Schimmel is daarbij zoo innig en hoofsch, dat de school, die onze jonge tooneelspelers door maakten om zich in het Shakespcare-blijspel te leeren bewegen ongetwijfeld heeft Prof. Prinsen gelijk waar hij den invloed van Shakespeare in Schimmel's werken onder scheidt - aan deze reprise ten goede moest komen. Aldus bleek deze, onder leiding van Verkade tot stand gekomen vertooning, eenvoudig naar den letterlijken tekst, zonder willekeurige accenten, noch theatrale effecten, bij machte het werk op te houden, ondanks een, wat de verschillende karakters betreft niet sterke interpretatie, de aandacht tot het einde te boeien. !r. het begin was er weinig atmosfeer op het tooneei, te wijten aan een der hoofclvertolkers, die van de beminnelijke rol van Frcderik van Nassau, Heer van Zuylesteyn, Willem van Oranje's gouverneur en vriend, een déclamcerend tooneelschutter maakte, zoodat er van het warm, trouwhartig samenspel tusschen deze beiden weinig terecht kwam. Het is de fout van velen onzer tegen woordige tooneelspelers dat ze niet luisteren kunnen, slechts in de houding het oogenblik voor hun repliek staan af te wachten en dan invallen, niet in den toon van het gesprek, maar als openden zij een monoloog. Zij doen alsof zij meeleven, doch spinnen geen draden.. Nelly Stants maakt op dezen regel een uitzondering, bij haar, die met de rol van den Prins gelukkig was gemaakt, en, in goede travestie, werkelijk slagen mocht een illusie van den gekwelden vorstelijken knaap met zijn helder hoofd, zwak lichaam en smeulende aspiraties, te geven, ligt de fout elders. Haar houding bewijst dat ze opgaat in rol en situatie, vaak vindt zij impulsief de uit drukking, die langs den omweg van het verstand nooit volkomen na te bootsen is, maar haar stem is zoo ongeschoold vol keelklanken, onafgerond in alle registers dat de ingeving onder deze onmachtigheid van het orgaan moet lijden en willekeurig geforceerde letters (de n" op het eind van een woord) den schijn van correct spreken moeten ophouden. In haar stil spel, en daar waar de stem mee-wil, is veel goeds, en geen studie, die haar vocaal voor haar vak be kwaamt, mag haar daarom te veel zijn. Meer stemming dan in het eerste tafereel, was er dadelijk in het tweede. .Johan de Witt (Verkade) gebogen over zijn besognes met den, uitmuntend in de kamer-atmosfeer zich bewegenden dienaar Jacob (Hans van Meerten?). Het programma gaf de namen der spelers niet achter de rollen aan. Verkade viel mij, wat het marquant uiterlijk van den Raadpensionaris betreft tegen, voor een deel omdat ik mij had voorgesteld dat de uiter lijke gelijkenis hier gemakkelijk te treffen zou zijn, maar vooral ook door zijn gebogen houding en een zekere sjofelheid van kleedij, die te ver bleef van dt> Witt's hooghartiger!, verfijnden eenvoud, men bezie maar eens, op alle portretten, diens handen, en bedenke welk een stil spel deze lange, smalle aristo craten-handen op het tooneel zouden kunnen spelen. In de meer korzelige dan kortaangebonden dictie was geest en autoriteit, Verkade op zijn snedigst; Johan de Witt in zijn stralende, diplomatieke helderheid moet daar nog uitgroeien. Van de overige figuren heeft geen ons met een opmerkelijk karakteristiek beeld verrast. Joh. de Meester Jr. viel, als de Fransche gezant Graaf d'Estrade, door overmaat van Moli refantasie bij deze eenvoudige vertooning uit het kader, en F.ugène Gilhuys, als meester Hoppeveld, die loffelijk vermeed den marqu te spelen, bleef wellicht dientengevolge wat mat. Mag deze opvoering dus nog niet de ideale heeten die alleen mogelijk zou zijn met vertolkers, welke de rollen uitdiepten en het compromis vonden tusschen den geest van het welig tijdvak en dien van den, in zulk een geheel anderen tijd levenden lettre geslaagd is zij in zoover, dat het publiek er eerlijk door werd geboeidyDit was meer dan een succes d'estime, er was contact. En het lijkt me een landsbelang, dat dit behouden blijft, dat een werk, zoo verweve.n met onze geschiedenis, litterair van goed gehalte en, naar gebleken, theatraal van werking, een vaste plaats krijgt op het repertoire. Al zal het altijd min of meer een gelegenheidsstuk. blijven en de massa niet onmiddellijk bereiken. Top N A E i- F

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl