De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 29 september pagina 10

29 september 1923 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 29 Sept. '23; - No. 2414 RIJM-KRONYCK DE EERSTE VLOOTWET-GELUIDEN ZIJN VERNOMEN , Johan De Witt?Colijn. Eens greep De Witt met vaste hand het roer, en bracht de vloot het jam'ren der experts ten spijt door 't zeegat en in veiligheid. Maar desondanks werd hij een tijd daarna door 't volk gedood. Hij was wiskundig aangelegd en kende het getij. Zijn daad was minder gerisqueerd dan wél-gewikt en bestudeerd. De staatsman was geprepareerd en voer daar gunstig bij. Weer grijpt een staatsmanshand het roer tot redding van een vloot. Bij 't zien van storm en klip en kolk en oppositie-donderwolk klopt ons het hart. De linksche dolk werd reeds o schrik ontbloot. Hij gaat in zee met koel gelaaten God in 't oog Geen nood. Dees' vlootvoogd waagt geen dolle daad want, hoe de branding kookt en slaat, hij weet op welken wind hij gaat met onze nieuwe vloot. Hij kent de klippen en 't getij en, ondanks 't gapend lek, stuurt hij, vertrouwend, onverveerd het zeegat in, en navigeert. Hij komt er. 't Is ge-cal-cu-leerd (met alle hens aan dek). Straks valt hij binnen. Luid gejuich. En het debat gaat voort Begrooting., ruzie., scheepskabaal Colijn.. gedenk een oud verhaal: Vlak bij de Staten-Generaal ligt de Gevangen-poort..!!! MELIS STOKE EN MARGE La véritéest en mar-,,ge". De grondgedachte van ons parlementaire stelsel gaat vaak verloren in de confusie der politieke groepeeringen. Maar waar zij het zui verste tot uiting blijft komen, dat is wel in de technische wijze van uitvoering van het drukwerk der Algemeene Landsdrukkerij. Deze laat namelijk een marge van 50 pCt. van de breedte van het papier blank, en dit is als het ware een uitnoodiging tot het maken van critisch commentaar. Ik weet niet hoe het komt, maar bij het doorbladeren van mi nister Colijn's Millioenen-nota, maakte deze breede witte ruimte een uitdagenden indruk op mij. Het was alsof zij mij toeriep: Zie eens welk een ruimte tot aanteekeningen ik u laat. Vooruit maar'. Laten de volks vertegenwoordigers maar opkomen ! Ik ben niet bang, want ik heb mijn succes reeds bij voorbaat verzekerd, en ik krijg lekker mijn zin " Desondanks is er de breede blanke ruimte, als symbool van de ruimte die ons parlemen taire stelsel aan alle overtuigingen laat. Is het puur formalisme van de opmakers van de Landsdrukkerij geweest, of ligt er een ver ontrustend cynisme in het dusdanig omsprin gen met een breede marge van 50 pCt van de breedte van een pagina.... ? Eigenlijk zou het beter zijn indien men de Landsdrukkerij opdracht gaf de marge te verbreeden of te versmallen al naarmate van de ruimte die de parlementaire partijengroepeering bij eiken passus voor de oppositie over laat. Dat zou de taak van de Landsdrukkerij eenigszins verzwaren, maar het zou eerlijk zijn. Thans is het een bespotting om naast de opmerkingen betreffende Hoofdstuk VI, de marine-begrooting, een even groote blanke ruimte te vinden ten behoeve van het neen" eener reeds bij voorbaat tot het onderspit voorbestemde oppositie-combinatie. Hier althans ware een marge van enkele centimeters eerder van pas geweest. Intusschen is het ontwerp-Staatsbegrooting in zee, en spoedig zal blijken met welk een ijver men gebruik maakt van de nog immer naar goed gebruik overgelaten marge voor critisch commentaar. In mijn exemplaar van de miiiioenen-nota vind ik bij een bepaalden passus met blauw potlood aangeteekend: ,,Ha-die-is-goed", en voorts op verschillende plaatsen letter(By stander) De handelsreiziger (die den win kelier lieeft trachten om ie koopen met een kistje sigaren): Als u gewetensbezwaren heeft, kunt u me een kwartje voor 't kistje geven." De Schotsche wi nkelie r: Nou goed dan. Geef me d'r dan maar twee." combinaties, luidende Hdig, welke verwijzen naar dezen uitroep. Het betreft hier de tnedefleeling aangaande de stijging van geraamde uitgaven in de ver schillende hoofdstukken die woordelijk luidt: Wat de (deze) stijgingen betreft kan als algemeen werkende oorzaak worden aange wezen de verhooging van de verhooging van de aan het Postbedrijf te goed te schrijven ver goedingen in verband met de afschaffing van den portvrijdom". De overige teekens verwijzen naar dit stuk vermakelijk handelsproza, en bevinden zich en marge tegenover bedragen als l 1/2 millioen gulden in hoofdstuk X, ? 272.906.?in Hoofd stuk VIIö, ?354.400.?, in Hoofdstuk V, of naar andere, niet met cijfers gedocumenteerde, aanduidingen betreffende stijgingen van ge raamde uitgaven in verband met het grotesk feit dat het rijk besloten heeft bij zichzelve postzegels te koopen voor zijn eigen inwendige huishouding, en deze uitgave verantwoordt in zijne begrooting. Nu zou men zeggen, dat het bedrijf der Posterijen, Telegrafie en Telefonie verschrik kelijk wordt bevoordeeld, en dat de exploitatie van dit bedrijf wel buitengewoon geflatteerd wordt vanwege alle te goed te schrijven ver goedingen." Vol hoop en spanning slaat dan ook de lezer HoofdstukIX op, dat, gezegend met dergelijke ruim-vloeiende bronnen van fictieve inkom sten, wel een uiterst gunstig beeld zal vertoonen En hij leest: De verdere stijging komt hoofdzakelijk voor rekening van het tekort op de begrooting der Posterijen, Telegrafie en Telefonie (? 1,268,095.?)". Het resultaat van den algemeenen postzegelinkoop van het Rijk aan zijn eigen loket is dus, dat het te-kort achter dat loket een-en-een-kwart millioen blijft bedra gen. De eenige plausibele uitleg dien wij hier voor hebben kunnen vinden is, dat het de bedoeling van den heer Colijn is, om al deze te goed te schrijven vergoedingen" te doen plaats hebben door middel van ons onfeilbaar Post-chèque-en-Giro-stelsel, dat geeneriei uit keering van toch werkelijk gedane te-goedschrijvingen waarborgt op dit heilloos oogenbiik. De gang van zaken is dan de volgende: de minister van Oorlog koopt voor eenige tonnen postzegels bij zijn collega en associéin de affaire. Hij heeft een aantal ambtenaren om die op de brieven te plakken, en om een z.g. postzegelkas bij te houden. Hij betaalt die postzegels met belasting penningen, omgezet in een post-chèque, waar van het bedrag wordt overgeschreven op de rekening van het bedrijf der Posterijen, Tele grafie en Telefonie. De te-goed-schrijving raakt vervolgens na tuurlijk zoek, en het geheel wordt een schadepost. Raadsel: waar is het geld gebleven ? Oplossing: het komt te voorschijn als Bui tengewone Ontvangst. Dit is natuurlijk maar een grapje, want de echte oplossing is, dat het geld te voor schijn komt bij de buitengewoon bekwame ambtenaren van den Post-chèque- en Girodienst bij wijze van salaris, verminderd met 10 pCt. En deze 10 pCt. besparing op de administra tie van daden van koophandel die het Rijk met zichzelf bedrijft (zoo blijft er wel bewe ging in de boel), vormen al weer een aardig bezuinigingspostje. Waarlijk, de afschaffing van den portvrij dom is een geniale zet. Daardoor wordt een levendig verkeer tusschen de verschillende departementen geschapen, dat wij tot nu toe, zelfs onder ernstige omstandigheden, maar al te zeer gemist hebben. Voorts is een belangrijk voordeel, dat er nu veel meer postzegels gedrukt moeten wor den, en veel meer brieven gestempeld. Daar voor is personeel noodig, en dat kost allemaal geld. Maar dat geld wordt ruim opgebracht door den enormen afzet van postzegels dien het Rijk bij zichzelf vindt! Ik heb een meneer gekend die uit zaken was. Hij kon de ledigheid niet velen. Toen besloot hij zijne huishouding te moderniseeren volgens de nieuwste begrippen van economie en effi ciency. Daartoe richtte hij een kantoor in dat de huishoudelijke uitgaven zou regelen. Me vrouw liet hare inkoopen voor de huishouding door dit bureau verrichten. Het bureau werkte met fondsen van mijnheer en hief een flinke provisie. Het werkte met een aanzienlijk te-kort. Toen besloot mijnheer de salarissen van het personeel dat aan dit bureau verbonden was met 10 a 20 pCt. te verminderen, in de hoop op een sluitend huishoudelijk budget voor het volgend jaar. En dat liet hij allemaal drukken bij de Algemeene Landsdrukkerij, met een witte marge van 50 pCt. van de pagina-breedte, ten behoeve van lovend en prijzend commentaar. M E u i s , S T o K K ONZE PUZZLE UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE Hoe groot zijn alle vierkanten, die men in bovenstaande figuur ziet, samen? De zijde van het kleinste vierkant is l cM. Puzzle van Ln. te Arnhem. Oplossingen in te zenden voor Vrijdag a.s. aan het secretariaat der redactie De Amster dammer", Keizersgracht 333 Amsterdam, ? onder letters A. B. LIMBURGSCHE TYPEN OLYMPE Ze was een opvallend leelijke vrouw! Ontevredenheid over haar levenslot had haar trekken verhard en scherp gemaakt; eenzaam heid en zorgen hadden haar distinctie, waar van in haar wezen nog sporen waren, wegge nomen. Ze was gehuwd met 'n musirus-schilder, een stillen man, die arbeidde hard en aanhou dend voor weinig loon, omdat hij belangeloos was lijk 'n monnik in den dienst zijner kunst. Weinig sprak ie, wanneer ie langs de wegen ging, neerzat in zijn werkplaats of aan zijn leerlingen met taaie volharding te openbaren trachtte de manifestatie der natuur. Van zijn gedachten en begeerten, van de wondere krachten, die in zijn ziel waren, merkten maar weinigen iets. Die openbaarde hij slechts aan wie hem te verstaan wisten, wanneer ie voor het groote orgel der Sint Maartenskerk neerzat en zijn preludium deed streven langs de weidsch ge bogen gewelven. In die oogenblikken beschikte ie over de kracht van een Titan. De rijkdommen van zijn ziel en gemoed ontloken in zijn spel/ lijk de veelvuldige bloemen van de tijden des jaars. Dan alleen was ie zich zelf geheel, de bege nadigde, die de aarde beheerschte en ten hemel opstreefde. Huurt urn weer", zeien de eenvoudige menschen van ons stadje, die bleven zitten na lof en lijkmis, omdat de bekoring van zijn spel hen dwong totdat ie plotseling afbrak en ontglipte onzichtbaar schier de kerk naar z'n wereld, die hem niet opnam. 'n Sfeer ontbrak hem geheel, wanneer ie van zijn orgel was weggegaan. Hij leefde dan vaag lijk een schaduw. En niemand begreep dat beter dan Olympe, wie het te zwaar viel vrouw van een kunstenaar te zijn. Eens had ze het leven bemind, het gegrepen en gekoesterd als men een lief kind doet. Haar verwachtingen waren teleurgesteld, haar hoop was ijdel gebleken. Kinderloos was haar huwelijk gebleven, waarnaar ze gesnakt had met de volle overgave van jonge, krachtige vrouw en niets was ge komen om haar dagen te vullen; gebleven was alleen haar groote verlangen. En dat ging voort in licht en schemering der dagen, wanneer ze toefde alleen in haar leege woning, te wenken, te plagen, te dwingen. Ondragelijk maakte het haar 't leven naast den stillen man, die onverstoorbaar wrocht aan de vervolmaking van zijn krachten. Zijn wezen maakte haar waanzinnig schier, deed haar aanklampen iedereen,die zich op haar drempel vertoonde, joeg haar bij wijlen de straat op tot de menschen, die haar dwaze nukken niet begrepen. Kiekt", zeien ze dan, doa luipt de gekkin weer!" Ze wekte afschuw door haar hartelijkheid, haat door haar stugge gedragingen, versmeet liet aanzien van haar huis door als gelijke af te dalen tot de geringste lieden, bij wie ze heul zocht. Aan hen kon ze ten slotte openbaren nog het beste wat in haar omging. Zij die geheel misten den welstand, waarom velen haar ge lukkig noemden, begrepen ten leste de ont zaglijke leegte van haar leven. Toen is het gebeurd, dat Olympe.een kindje aannam als haar eigen, uit 'n gezin van negen. 'n Teer, schoon meisje, was het, nauwelijks den tijd van zuigeling voorbij. Zij mocht het kleeden en voeden voortaan, geven de weelde van haar minnend wezen. Wat is er veel gepraat in ons goede stadje over die adoptie ! En hoe werd Olympe nageghuird door spot tende oogen, wanneer ze voortaan een roomgelen wagen, waarin haar prinselijk getooide ba_by sluimerde, voortduwde langs" straten en wegen. Maar dapper braveerde ze de menschen in iliillililllllllllliiiiiiiiiililiililiiillfflllillllllllltllllliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinir immuun mui (Punch) muïmaauaai "Mini lllll llltlll "i l" '«"' "' '" " "" ' """ haar trots en vreugde lijk ze 't gedaan had in haar smartelijke onvoldaanheid. Vele jaren echter, och arme ! is het haar niet vergund geweest, haar kindje te koesteren en te tooien. 'n Langzame, maar zekere kwaal greep haar stilLn man aan, wien de mantel van w moed wijder aldoor om de smalle schouders viel. Zonder morren liet hij Olympe begaan lijk ie altijd gedaan had, maar duidelijker werden de smarttrekken op zijn voorhoofd en om zijn mond. Gelaten ging hij op ten hoogen sferen, die hij vervuld bad schier dagelijks metde wondere verbeeldingen van zün schoonen geest. Toen brak een moeielijk oogenblik aan voor Olympe. ! Want niets bleef haar, toen de verschuldigde eere den doode bewezen was. Schreiend scheidde ze van haar kindje, dat naar haar ouders terugkeerde, om in onderge schiktheid haar dagen te gaan voleinden. AND RÉSCIIILLINGS ,,?i i mini i umi min m m n iiiiiiiliiiiiiim mi (Passing Show) (London Opiniun) De venter: Wil ik die dingen voor je verknopen? Ik krijg 'r best 'n gulden per stuk voor." ,,De schilder: (schudt het hoofd): En dan moet ik zeker de verf betalen." De dominee: Uw zoontjes zijn werkelijk groote bengels, mijnheer Klein. Past u nimmer lichamelijke straffen op hen toe?" De heer K'ei.n: ,.Nee. Ik heb mijn jongens nog nooit geslagen, behalve in geval van zelf verdediging." De motorist: O, neem me niet kwa lijk... .e.... maar kunt u me de weg ook zeggen naar 't station? Ja, meheer. Dit raom deur, en dan rechs af." Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms «S Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl