Historisch Archief 1877-1940
29 Sept. 23. - No. 2414
N.Y. PAERELS
*> ^!f*rA>''"^n**'*'
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Meublleering-MIj.
AMSTERDAM
OOM P LET E
MEUBILEERING
BETIMMERINGEN
Rokin 128-Tel. 44541
Corsetière
Keizersgracht 772 te A'dam.
TEL. 41751
Ateliers voor Reparatiën.
In den Haag alken Vrijdag Hotel Central.
BILLIJK TE KOOP
Het Landgoed DE KONIJNENBERG te
HATTEM. Gunstig gelegen nabij Kanaal
en Bosch. Ook bij uitstek geschikt voor
Hotel Pension of andere onderneming.
Franco brieven lett. K. H., Bur. v. d. blad.
OMNIBUSSEN
Het 2 tons WHITE chassis:
loopt GERU1SCHLOOS
veert SCHITTEREND
weegt slechts 1865 K.G.
heeft EEN WERELDREPUTATIE
en is U KT omnibuschassis
stuurt GEMAKKELIJK
Bussen en Chassis voorradig.
N.V. Gebrs. NEFKENS' Automobiel Maatschappij
AMSTERDAM Tel. 22507
EENIGE SPECIALITEIT
:?«o
BW tóO
B KRIMPVRIJË{^g
al GEZONDHEIDS- |S
ONDERGOEDEREN§g
Nederlandsch Fabrikaat
rTRlCOTHUlS
|HET|
g| REG.BREESTRAAT.35 £jg
BSl TEL. 5066 N. ||
'j*5*V'
abaaananaoao
VEILINGGEBOUW
Nieuw HeereÉgement"
Keizersgracht 129-131
AMSTERDAM
Belangrijke Veiling
OP
KUNSTHANDEL
G. J. STEGEMAN
OVERTOOM 163
- TELEFOON 28292
SmaakvolleOmlijstingen
Donderdag 4 Octob 1923
Fi.
20 LEIDSCHESTRAAT 22
AMSTERDAM
TELEFOON 45812
HEMDEN
HAAR MAAT
VAN
KOSTBARE INBOEDELS
VOORTS
Groote partij Wijnen, Perzische
Kleeden, Partij Touw, Motor
banden, Speelgoederen, Imitatie
Paarlen, Vleugels, Piano's.
BEZICHTIGING: Zaterdag 29,
Zondag 30 Sept., Maandag l, Dinsdag
2 October van 10 tot 3V2 uur.
S. TE1XEIRA & A. v. d. BERGH,
Notarissen.
J LEEFSON Jzn., Makelaar.
Spoors
Mosterd
WA Spoorjr. Culemborg
DAALDERS-EDITIE
Deel
63.
SURPRISES
door Mr. C. P. VAN ROSSEM.
jhr. Van Litli de Jeude schrijft in Nederland:
Mr. C. P. van Rossem is aan der. disch der hedendaagsche
letterkunde ,,de man in rok". Hij is de keurige, de aange
name, zeer gelhfde causeur Hoor hoe hij kout, over
de Pyreneeën, Zuid-Italiëen Griekenland, over despeelzaal
te Ostendc en over de jeugdliefde van een Franschen
Lodewijk, over wat hem overkwam op een aulotocht of
over faits divers" uit de- krant, die hij smakelijk vertelt
als avonturen die hemzelven zijn gepasseerd. De man in
rok kout en de gasten (hier de lezers) luisteren, geamuseerd,
want hij heeft het vlotte discours, dat aan den disch de
spijzen kruidt en den wijn nog smakelijker naar binnen
doet glijden....
Deel
61.
Door Eigen Kracht
door E. PHILLIPS OPPENHEIM.
Geïllustreerd omslag van B. VAN VLIJMEN.
Het verhaal behandelt de lotgevallen van Scarlett Trent,
die zonder eenig middel van bestaan naar Afrika trok en daar
concessies van groote waarde wist te krijgen. Niettegen
staande alle tegenslagen (n jalouzie weet hij ten slotte te
zegevieren en het meisje zijner keuze tot zijn vrouw te
maken. Een mooi boeiend verhaal.
PRIJS PER DEEL f 1.50
Uitgaven van Van Holkema & Warendorf Amsterdam
TE HUUR
WINKELHU1S a f 24.?per week. 3 WEEKWONINGEN
a f8.?, f8.50, f9.?per week. Aanvaarding l Oct. 1923.
Te Huur of te Koop met overname van Stoffeering,
doch niet verplichtend, een V R IJ H E E R E N H U I S.
Huur f1600 per jaar. Aanvaarding direct.
Br. onder Letter T. A., Bureau De Amsterdammer.
lltlllmmlIlllllmlImtllllllllllllllllllllllllP'll'lmlIlIllmillllllllllllllllllllll tlllllllllllllllmlllllllmilllllllllllllllll
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiii
iiiiimiiiiiiiiiii
iiniiiiiiiiiiiiiiii
iiimiiiiiiiiiiimiiiiiiiiuiii
professor in zijn vrijen tijd aan tuinbouw gaat
doen ! Dan schrijft hij over deze zoo bekende
zaak een heelen kolom inde M
nchenerMedizinische Wochenschriit en wij jongeren staan
verbaasd over de geweldige kennis van dezen
beroemden man.
Ik ben nog niet klaar. Ten eerste heb ik nog
altijd niet verteld wat Reizverzug is. In ieder
geval is het een zaak van veel gewicht, want
Bier schrijft erover: Den Verzugd.es Reizes,
den ich hier beschreibe, hat die Physiologie
und berhaupt die theoretische Medizin ber
sehen." En verder: Soviel ichfinde, hat aber
auch in der praktischen Medizin bisher nie
mand erkannt, dass dieser Reizverzug sich
nicht auf einén oder wenige Reize beschrankt,
sondern dass er eine ganz gewöhnliche
Erscheinung bei den verschiedensten Reizen ist,
und niemand hat seineTragweitebegriffen".
Zooals men ziet, gering is de zaak niet enik
houd van menschen, die maar precies zeggen
wat ze van zich zelf denken. As je je eigen
niks verbeeldt, ben je ook niks" zei onze meid
eens tegen mijn moeder. Maar wat is dan toch
een Reizverzug? Men wordt verzocht niet te
schrikken. Reizverzug is eigenlijk geen Reiz
verzug, zegt Bier, maar het is een Verzug des
Reizerfolges. In goed Hollandsen beteekent
het dat het effect, dat door een prikkel wordt
teweeggebracht, niet altijd onmiddellijk op
treedt, maar soms eerst na geruimentijd.
Ziet, als we nu Bier niet gehad hadden, dan
waren we daar nooit achter gekomen !
Men kan in Indiëmet lepra besmet werden
en twaalf jaar later kan in Holland de ziekte
uitbreken, men komt met een
roodvonklijder in aanraking en krijgt de roodvonk niet
direct, maar over eenige dagen, zaken die
elke keukenmeid weet.
Spuit men een dier in met tetanusvergift,
dan ziet men niet onmiddellijk verschijnselen
optreden, maar eerst over eenige uren of dagen
en we spreken dan van een latente periode.
Wie dit op het doctoraalexamen niet weet
zal vermoedelijk zakken.
Wie 's middags natte voeten oploopt kan
soms 's nachts pijn in zijn buik krijgen; wie
een uur in de zon loopt, wordt pas cenigen
tijd later bruin en wie met een te grootc dosis
Röntgenstralen bestraald wordt, merkt de
nadeelige gevolgen daarvan niet direct, maar
eerst na geruimen tijd.
Dat heeft niemand te voren geweten,
niemand heeft de Tfagweite" ervan begrepen,
maar nu zijn we er achter, nu heet het: Reiz
verzug.
En ik weet precies wat er nu gebeurt. Nu
zal elk jong Duitsch geleerde, die schrijft over
een effect, dat niet onmiddellijk volgt op den
prikkel, (en die tevens de ambitie heeft om
Privatdocent of Professor, te worden) achter
zijn waarneming schrijven (Bier's Reizver
zug). Allah is groot!
Wanneer men nu nog weet, dat Bier's ar
tikel eigenlijk bedoeld is als een huldiging van
Schulz die zijn YOsten verjaardag viert en dat
Schulz'werker slechts een enkele maal met de
haren wordt bijgesleept, dan is deze zaak meen
k voldoende toegelicht".
Indien Bier een eenvoudig onbekend
chirurg was, dan had men ten eerste dit ar
tikel niet opgenomen, en ten tweede had ik
zeker niet de moeite genomen
eroverteschrijven. Maar juist omdat het geldt een man, die
goed en groot werk kan doen en gedaan heeft,
werk waarvoor ik respect heb, juist daarom
vind ik zulk een zaak zoo ergerlijk. En zelfs
dan nog ware het artikel niet de moeite eener
bespreking waard, indien het slechts was een
op zichzelf staand feit. Maar dat is het niet,
het is een typisch verschijnsel,datmenwaar
neemt bij beroemdheden, die de beroemdheid
wat al te licht opvatten.
STORM VAN L E E u w E N
SPREEKZAAL
SAPPHO IN NEDERLAND
12 eer*
12cant
.Aan Prof. Dr. W. E. J. Kuiper.
Waarde Collega,
Een welgemeende raad: zoo, naar ik hoop,
uw boekje Grieksche Lyriek" herdrukt wordt,
laat dan boven het hoofdstuk Sappho (gij
verkiest Sapfo en echt-hollandscli de Moe
zen" !) duidelijk drukken, dat niet gij maar
Boutens het schreef.
De zaak is deze: voorberichten ziet men
zelden in, wat aanleiding tot schrik kan
zijn. Een voorbeeld: gisterenavond om
vroolijk den dag te besluiten blader jk,
zonder het voorbericht te lezen, in het boekske,
dat reeds zoo lang naast mij lag, en kom
tot blz. 31, waar eene hooggestemde heel
het diapason doorloopende lyriek opvalt op
de gelijkgeslachtelijke" liefde. Wat werd er
aan dat onderwerp niet verbonden? Zelfs
sterrenbloesem, nachtegalenzang en het op
stijgen van den leeuwerik, behoudens al de
gaven der Moezen. Zonder nu iets kwaads
te willen denken van onze dierbare na?sten
kijkt men toch altijd met eenigen schrik op,
als uit dat hoekje van File de Cythère fanfare
geblazen wordt. Zelfs een classicus, die door
de Oudheid om den drommel niet in naieve
onwetendheid wordt gelaten, zal met alle
waardeering der individueele vrijheid nu juist
niet op een frisschen morgen uit fietsen gaan
met een lyricus op de man-manlijkheid of
vrouw-vrouwüjkheid. Kortom men mijdt
z.ekere categorieën. Met onrustige verbazing
las ik dan ook den passus en kwam eerst
op pag. 32 tot het vermoeden, dat hoeveel
verbeeldingskracht ik U ook toeken niet
gij de zwierige schrijver waart, die den be
wonderaar der vrouw-vrouwelijkheid naar
het leeuwerikenzwerk doch den afkeerigen
dier gave Gods naar het drekkig-donkere
hoenderhok verwijst. Oef, dat was eene op
luchting en nu keek ik dan ook even in het
voorbericht, waar gij zeer begrijpelijk
voor een jeugdig echtgenoot en vader, maar
ietwat vreemd voor een literairen manager
met nadruk verklaart aan het schoone
hoofdstuk part noch deel te hebben.
Daarna heb ik met genoegen verder gelezen,
steeds bij al die in nederlandsche verzen
oVergebrachte grieksche poëzie denkende aan de
helsche folteringen, die een antiek poëet na
den dood te wachten staan.
Maar nu nog iets. Wij zijn nu toch samen
en kunnen er wel rondweg voor uitkomen.
Gelooft gij, dat Boutens?Ie pauvre homme
van Wilamowitz' gevoelig stuk over Sappho
(hoe was uw vader er mee ingenomen !) ook
maar iets begrepen heeft? Nu ja, hij scheldt
op Wilamowitz, op mij,pour pater sa galerie;
maar wij zien toch wel, dat het een
schijnaanval is om al dat moois te kunnen zeggen
van de vrouw-vrouwelijkheid buiten het hoen
derhok. Anders zou die arme Dr. Boutens
zóó stupiede moeten zijn, dat hij waarlijk niets
begrijpen kan van het verschil tusschen twee
opvattingen, die elkaar evenwel hierin ont
moeten, dat zij de echte Sappho niet ver
warren met Safó la lesbienne."
In den aanhef van mijn hoofdstuk over
de dichteresse (Grieksche Lyrische Dichters
blz. 64 W.B.) heb ik de feiten vooropgesteld
heel nuchter ,die voldoende zijn om te
beletten dat Boutens gezwollen ballon en
route pour Cythère het leeuwerikenzwerk
in gaat. Face t hèf acts Mr. Boutens ! De kwestie
is eenvoudig deze: met pathetischen
woordklinkklank wilt ge ons iets anders doen
gelooven dan ge eigenlijk bedoelt. Gij spreekt
in extase met geheven handen, maar bedoelt
zeer reëele pathologische aandoeningen en
uitingen. Of iemand deze kan hebben en
daardoor of daarnevens een machtig talent
openbaren, is thans de vraag niet. Wel,
of de enkele betrouwbare gegevens uit
Sappho's poëzie geput of soms van elders
tot ons gekomen, over haar huwelijk, hare
positie tegenover jeugdige leerlingen, haar
naam bij tijdgenooten (de ridder Alcaeus noemt
haar de reine"), haar glorie in den staat,
vereenigbaar zijn met hetgeen uwe woorden
uiut zeggen maar bedoelen. Waren antieke"
ouders, aangezien zij eene leeraresse kozen,
die als garqonne leefde want dat bedoelt
ge dan stapelgek?
Ten slotte, nu als man tegenover man:
Sappho was gehuwd. Huwt men, of blijft
men gehuwd, met eene priesteresse der
vrouwvrouwelijkheid? Neen, Dr. - Boutens, die
laten wij in het door U betitelde hoenderhok.
Collega Kuiper, het ga u wel en ook den.
Moezen !
1.1.
Leiden, 19-9-23
lillllllllMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIII
J. V R T H E I M
iiiiililllliiiiiiiiiiiiiii
OUD-BATAVIA
In de bespreking van het Gedenkboek
Oud-Batavia" door Prof. Brugmans in het
nummerdd. Sdezer van uw weekblad, leest men
(3e alinea) dat aan den schrijver van genoemd
werk, Dr. de Haan, onrecht zou zijn gedaan,
doordat zijn rraam niet op het titelblad
vermeld staat. Als bedrijver van dit onrecht
wordt aangewezen het Bataviaasch Genoot
schap van Kunsten en Wetenschappen.
Het zij mij vergund te wijzen op de passage,
voorkomende in de notulen van de 5e Directie
vergadering:
Met leedwezen verneemt de Directie, dat
bij Dr. de Haan bedenkingen bestaan tegen
het vermelden van zijnen naam op het titel
blad. Na bespreking besluit zij den auteur
met welwillenden aandrang in overweging
te geven, zijne motieve-n voor deze anonimiteit
andermaal te willen overwegen, en daarbij
ook te overdenken, dat bij publicatie van
zijnen naam als schrijver, het werk zoowel
in aantrekkelijkheid als in verkoopbaarheid
aanzienlijk zou winnen."
Blijkbaar heeft ook de door 'de Directie
uitgeoefende welwillende aandrang" geen
gunstig resultaat gehad.
W. VAN DUNNE
miiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiimilililiiiiiiiilllililimiiliimiii
CORRESP ONDENTIE
B. H. A. te O. Edward Bok's adres is
Philadelphia. Wendt u tot hem.
immuuniiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimi i
VOL AU VENT
XVIII
Te midden van U, Leden der
StatenGeneraal, is het Mij een behoefte God te
danken voor den zegen ons Volk beschoren . ."
Troonrede, 18 Sept. 1923.
Had ik voor veertien dagen niet het beklem
mend voorgevoel, dat mij iets boven het
hoofd hing? Schreef ik niet letterlijk, te dezer
plaatse, hoe ik, na het dragen van het
vierkilo-gedenkboek van den
Kaptein-der-artillerie De Bas, van het Concertgebouw naar de
Munt, mijne woning met trillende handen
bereikte, hoe ik een half uur moest rusten
en hoe het geestelijk ding Literatuur" mij
voor het eerst van mijn leven waarlijk had
doen trans pi reeren? Op mijnen leeftijd ver
richt men zulke sportieve bewegingen niet
ongestraft. Opnieuw geraakte ik in de
lappenmand, en zit thans, nauwelijks hersteld van
bronchitis en met kwaadaardige
Podagrabesluipingen, achter het zwaar-beladen
schrijfbureau.
Dit regardeert den lezer alles minder,
maar ik voel me tot een explicatie verplicht,
omdat ik zoomin een kerkbeurt verzuim,
als de belofte van een wei-overwogen woord
in de onbesuisdheid der tijden op onregel
matige wijze wensch in te lossen. Zelfs met
een koorts van 38.7 tot 39.2 toe, heb ik in
mijn bed liggen popelen om den arbeid te
hervatten.
Het ongeluk van de latere maanden was
het volslagen ontbreken van den niet te
versmaden komkommertijd. De voortreffelijke
zeeslang.die de rust-periode in'de Journalistiek
pleegt in te luiden, en die onzen
Vacantie? Sabbat symboliseert, heeft zich bij het
buiten.en binnenlandsch geraas niet durven te
vertoonen. Het is jammer. Ik bemerkte dit en
zijne gevolgen in eene gedwongen rust-periode.
De gebeurtenissen verdringen elkaar met de
stormachtige woeling van wild-schuimende
brandingsgolven.
Twee, drie weken van persoonlijke machte
loosheid ik vergeef U de zwaarte van
Uw Gedenkboek niet licht,
Kaptein-derArtillerie ! zijn, als het ware, eene
Wereld-historie op zichzelf; de revolutie
in Spanje, met eenen al-wijzen koning, die
de grondwet op den koninklijken rommelzolder
met den kreet Vive la Révolution !" laat
deponeeren de aardbeving en vloedgolf
in Japan, waarbij naast kostbare
menschenlevens ook helaas zooveel kostelijk oorlogs
materiaal, oorlogsschepen en werven verloren
gingen de Hollandsche Troonrede, waarbij
Hare Majesteit onder een christelijk ministerie
naar mijne bescheiden meening minder
gelukkig God dankt voor den zegen ons
Volk beschoren", om tegelijk te verklaren,
dat de toekomst veelszins duister", dat
de druk der tijden zwaar", dat handel,
nijverheid, landbouw en scheepvaart kwijnen",
dat werkloosheid heerscht in ernstige mate",
dat de financieele en economische toestand
zorgwekkend is" enz., alles tezamen aangele
genheden, waarbij het danken voor den
zegen" te zeer de christelijke lankmoedigheid
en het christelijk aanvaarden van niet minder
dan honderd millioen tekort op de begrooting,
heldhaftig naar den voorgrond dringen....
. het regeeringsjubileutn, met het sinistere
nationaal geschenk boven en naast de graf
kelders der Oranjes in Delft het Giro
schandaal: eerst belegde ik in Marken toen in
Giro, en ik eindig, als wijlen mijn vader,
met een kous onder mijn hoofdkussen ?
de demonstratie tegen de vlootwet, het ko
mende petionnement, en het schandaal van
de roode vlaggen tot zelfs aan de
Amsterdamsche trams, die zich buiten politiek dienden
te houden de reis der Hollandsche jour
nalisten naar België, allemaal keurig gekleed
en goed in manieren en linnen, mede als pro
test tegen Charivarius, dat en zooveel
meer vormt de kaleidoscoop van een halve
maand bewogenheden.
Men leest hierover met aandacht, maakt zijne
aanteekeningen, neemt zich voor een onder
legd artikel te schrijven, doch is een uur
later weer
journalist-van-den-achterlijkengrond, omdat in het vuurwerk der evenemen
ten, het stijgen en vallen der pijlen en het
geknetter der donderbussen, geen tijd tot
bezinning resteert.
Gelijk ik reeds ter loops opmerkte, acht
ik den vorm der troonrede, onmiskenbaar
door den eenigen proza-schrijver en dichter
lijken geest van het Ministerie gestyleerd
dit kan alleen de heldere kop van Onder
wijs ! minder gelukkig en aan den anderen
kant toch ook weer verbluffend van bijna
oud-testamcntarische kloekheid. In mijne ver
beelding zag ik de fiere postuur van een dier
heroïsche geuzen, of een der nobele
Afrikaanders, gewond, verminkt, zich nauwe
lijks nog op de been houdend, hijgend, strom
pelend, kortom deerlijk geknauwd en toch
met mannelijken blik omhoog starend en dank
zeggend voor den beschoren zegen. In dit mi
nisterieel stuk worden adjectiva, om den
toestand in ons land te schilderen, gebruikt,
om iemand op zijn ziekbed een verhoogde
temperatuur te bezorgen: duister, donker,
zorgwekkend, onzeker, etc., men begint met
voor God's zegen te danken, en eindigt weer
met een Moge God's zegen op Uwen arbeid
rusten." Mijne hospita, die mij de Troonrede,
ten voeteneinde van mijn bed gezeten, voor
las, merkte met haar aangeboren intelligentie
op, hoe diep-verheugend het voor een natie is,
wanneer een geloovig Ministerie het gebod:
Gij zult den naam van den Heer uwen God
niet ijdel gebruiken," met devotie toepast.
Ik voor mij, zij het dat een ongesteld man
neiging heeft de zaken des levens cenigszins
somber te aanschouwen, ik voor mij kan niet
dweepen met het gebruik van den naam van
God, als bliksemafleider, aan het begin en
aan het einde van een politiek stuk, dat
halve waarheden betoogt en heele waarheden
verdonkeremaant.
Colijn heeft natuurlijk beweerd: er
moet beslist iets in van de Vlootwet. De
Geer krabbelt achteruit. Ik vooruit. In
iedere troonrede wordt iets over leger en
vloot gesproken" Neen", zeide Ruys:
we klagen aan de eene zijde dat de uit
gaven een peil bereikt hebben, dat ligt boven
de draagkracht van het Volk, en we verklaren
met beslistheid dat onze betrekkingen met
de andere mogendheden van
vriendschappelijken aard zijn en aanleiding geven tot vol
doening. Laten we dus niet te veel over
leger en vloot spreken. Dat maakt slapende
honden wakker...." Wat weerlicht !"
gromde Colijn zijnde deze interruptie
zelfs in driestar-kringen getolereerd: ik
word met groote trom, fanfares en strijdrumoer
binnengehaald, om het lekkend dak boven
onze vloot te dichten; men prijst en beschimpt
me bij elke schaduwing van een gebaar;
men kondigt een volks-demonstratie in Am
sterdam aan met extra-treinen, die ik een
volgenden keer zal beletten, het principe van
Zwijndrecht en Schoonhoven deelend; men
spreekt van Muscolyni, en nu zouden wij de
essence van onze samenwerking, de spil
waarom alles in de volgende maanden zal
draaien, als een geest mijns buiks uitwerpen?
Ik sta of val gewisselijk met de Vlootwet,
in dezelfde mate als gij, indien de varren en
rammen van de Kamer-kudde ons in den
steek mochten laten. Welnu, ik eisch mijn
geboorterecht, opdat ik niet den schijn
zal wekken nog voor de groote Vloot-daad
te abdikeeren...."
Er dreigde ontstemming in den minister
raad. Doch minister De Visser sprak
het verlossende woord. Co", zeide hij
met beminnelijke overreding: gij hebt vol
komen gelijk. En ik als vriend, die tot
zelfs bereid ben op het Onderwijs te bezui
nigen om jou aan een paar extra-mijnenleggers
te helpen, en kunst-subsidies in te trekken,
tcrwüle van een of meer vliegmachines, sta
hou- en trouw aan je zijde. Maar waar moeten
we de Vlootwetplannen in deze
JubileumTroonrede te pas brengen. Het geval is
delikaat. Verklaren wij: de reeds bij u ingediende
Vlootwet heeft ome ernstige belangstelling, en
laten wij hier op volgen: Moge God ons de
kracht schenken, om niet zonder hoop de
veelszins duistere toekomst tegemoet te gaan",
dan zal de Volkenbond pijnlijk ontrust zijn.
Getuigen wij aan het slot der rede, dat de
Vlootwet geen verder uitstel duldt, en voegen
wij er aan toe: Moge Gods zegen op uwen
arbeid rusten", dan vrees ik voor ontstem
ming te Londen en New-York, in het bijzonder
te New-York waar thans een deel der
Amerikaansche vloot voor afbraak verkocht wordt.
Neem dus mijn raad aan, Co, en hecht niet
te veel waarde aan een paar woorden in de
Troonrede. De juiste taktiek is weinig te
zeggen. Zwijgen is goud. In plaats van de
Vlootwet te noemen, beginnen en eindigen
wij met God. Dat is een schoone, verheven,
overtuigende taktiek. Dat wekt stemming.
Daarmede ontwapenen we ieder terwille der
bewapening. Het is een zoo Gode welgevallig
werk een grootere vloot te bouwen, dat het
bijna een pleonasmc wordt naast God de
VJootwet in het bijzonder te vermelden...."
??Jij ben een genie", zeide Colijn, ten volle
overtuigd: inderdaad zal het Hollandsche
Volk bij het hooren der woorden: het is
Mij een behoefte God te danken voorden zegen
ons Volk beschoren", zonder nadere explicatie
onmiddellijk begrijpen, dat ik en de vloot,
die beschoren zegen zijn.... Ik ga met deze
Troonrede accoord."
HANS LUDIFICOR
Amsterdam, 26 September.