Historisch Archief 1877-1940
rwpW'frp' \ ?«? iflüf* £» Jf
;ff'lt«' ^Sëpfc 23. - No. 2414
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOO R NEDERLAND
CHARIVARIA
S>eittfc!>lanJ>, 2)eutfc&Ianb tteöer 3de§!
Een groot aantal doodsgevallen
werd veroorzaakt." (N. R; C.)
Deze bagage wordt onder
douaneversluiting doorgezonden." (Dienstr.
Ned. Sp.)
Te huur voor korteren tijd ver
schillende lokalen." (Adv. Hbl.)
Wij zijn afgevers van loten Parijs
1919." (Adv. Hbl.)
Klimaat-invloeden schijnen hier
voor te liggen." (O. H. C.)
Wij zien ons genoodzaakt mede te deelen
dat wij geen overschrijving van giro aanvaar
den, zoolang de giro-chaos niet in orde is",
schrijft H. D. Maar die i's in orde; 't is de vol
maaktste chaos die je je voor kunt stellen.
De gemeente Melissarrt op Overflakkee
komt in aanmerking voor het vloekverbod.
Melissant vierde feest tot na middernacht,"
schrijft -Onze Eilanden, en allen keerden
huiswaarts zonder dat n onberispelijk woord
was gesproken."
De volders
De Dag zou pijnvol en kwetsend
hebben geschreven." (Tel.)
Ik zeg dit ironie-vol." (Vad.).
De.
.. e-mode
De keuze is gebleken een niet ge
lukkige te zijn geweest." (O. H. C.)
Die afwijking is een drieledige."
(M. v. T.)
Het aangevoel
,, Iemand die de muziek
psycholologisch fijn aanvoelt." (O. H. C.)
De rollen werden in hun mogelijk
heden intuïtief aangevoeld." (Opgang).
Aaneenlijmsels
De initiatief-gedachte van den
uitgever." (H. O.)
De Londen-reis van den commis
saris." (O. H. C.)
Illllllinilll ..... fllll ..... ItllllllMIIIIIIIMIIIIIIIIIIIMMIIMIIIII ??WfiMmmwMi
Indien U in de vacantie per Auto de
bergen wenscht te bezoeken, kan zulks
Uw genoegen verhoogen door een
PUCH ALPENWAGEN
aan te schaffen.
Vraagt demonstratie en offerte bij
Koninginnegracht 1'1, Den Haag
DE DOCHTER
Een roman in n brief,
door ARTHUR ELOESSER.
Lieve vriendin,
Ik moet je voor een middag danken, dien
ik op de verrukkelijkste wijze verloren en
gewonnen heb. Nadat ik mij op dezen
mooien Meidag niet bepaald geestdriftig aan
mijn schrijftafel had gezet, om het werk
van mijn leerlingen na te zien, kwam mijn
oude Mathilde mij het bezoek aankondigen
van een dame, naar wier naam ik niet dadelijk
vroeg, omdat zij dien toch nooit behoorlijk
goed overbrengt. Een studente?" vroeg
ik, het is nu toch geen spreekuur".
Als een studente ziet zij er nu juist niet
uit. Zal ik de juffrouw wegsturen?"
Neen, Iaat haar binnen".
Mijn goede Eurykleia, wier derde Professor
ik ben, is altijd nog een tegenstandster van
de studeerende vrouw. Een dame, die er niet
als een studente uitziet... dat beteekent uit
haar mond al een bijzondere aanbeveling.
Bovendien, het was lente, buiten bloeide de
Meidoorn. Een prachtigen vol-rooden tak, die
aan het venster leek te kloppen, had ik af
gesneden en binnen naast mij neer gezet, opdat
hij mij minder zou afleiden.
De jonge dame werd binnengelaten: Neem
mij niet kwalijk, dat ik u kom storen, profes
sor, ik ben...."
Herta M.", zei ik, je behoeft je niet voor
te stellen".
Ik moet u de hartelijke groeten van Mama
doen".
Dank-je, en laat me je nu eens bekijken,
kind !"
RINGERS
AMERIKA'S VLOÖTOFFERTE
Teekening voor de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
l
RINGERS
/AE1K-CHOCOLADE
mff Amandelen en Honing
Ons geheugenstreepje
Later ontving degeen, die den Mi
nister een oogenblik zijn oude plaats
afstond, een hartelijken brief, waarin
nog vele oude herinneringen werden
opgehaald en een bankje van ? 1000
bevatte." (O. H. C.)
De werkloozen hebben ernstige
relletjes veroorzaakt, die het raad
huis zijn binnengedrongen, en de
politie-agenten mishandeld hebben."
(N. K. C.)
De ware tastbaarheid
Men zou van die zorg iets meer
tastbaars willen zien, een aanwijzing
dat men zelf de leiding heeft."
(Volkskr.)
;TF
"/r
TAALVERWOESTING
16. UITGESPROKEN.
In doktersjargon: De wervelkolom ver
toont een uitgesproken (duidelijk zichtbare,
onmiskenbare) verkromming."
Historisch gelaatkundig: De Habsburgers
onderscheidden zich door een uitgesproken
(sterk ontwikkelde, in 't oogvallende )
hanglip en de ex-koning van Bulgarije door
een uitgesproken (vooruitstekenden) neus."
In de crimineele terminologie: Beklaagde
toonde reeds als knaap een uitgesproken
(onbedwingbaren, duidelijk uitkomenden) lust
tot stelen."
Oezegd van rumoerigespes patriae:
H.B.S.ers en gymnasiasten hadden een te uitge
sproken (uitbundig) gevoel voor den humor
van sommige situaties."
Bij het ministerieele trouwbrenkschandaal:
Is liet wonder, dat de naam Colijn de
Rijksambtenaaren van een uitgesproken (feilen,
vinnigen) afkeer zal vervullen?"
Ziedaar: ik wil maar aantoonen, dat uit
gesproken troef is en tal van goede en
teekenende hollandsche woorden helpt uitbannen.
Dit uitgesproken*hoort in het vaal en
schimP'-l
< Amerika biedt bij advertentie twintij
oorlogsschepen te koop aan)
Jonathan tot Colijn: Is dat niet wat voor jou, zoo'n tweedehandsch vlootje ? Je moet immers zuinig an?"
mig gezelschap van beduidend thuis. Het
woord klinkt in het Nederlandsen oor als
een vorm van het werkwoord uitspreken"
en als niets anders. Een uitgesproken meening,
een uitgesproken gedachte, hebben de hande
ling uitspreken" ondergaan, maar kunnen
niet tot de beteekenis van stellig", scherp
omlijnd" of vaststaand" worden geforceerd;
de misbruikers van het woord willen het grof
weg bombardeeren tot een bijv. naamwoord,
tot aanduiding van een hoedanigheid. Zij
goochelen elk verband met het werkwoord
weg.
Deze gedachteloozen praten het Duitsche
ausgesprochen na. Dit moet wel ontleend zijn
aan het Fransch prononcé. Wij namen dit
laatste (des traits prononcés, un caractère
prononcé) over als geprononceerd, tentijde
dat wij nog gevoelden, dat uitgesproken"
hier gewrongen en zinledig zou zijn.
Taaizuiveraars als die van het Alg. Ned. Verbond
moge de aanwinst van uitgesproken" van
verrukkingdoenblaken,.maarhetNederlandsch
zou beter varen buiten zulke vergiften, die
hoe onschuldiger zij den onoplettende lijken,
des te gevaarlijker zijn.
H.
iiiiniiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii 'imiiiniiiiiiiiimMiiiiiiiiimi
Kotel Duin an Daal"
Cintnil virwirnd. Viiti wuehiifili, kind- «s wira witii
i. i mum m uu i,i
miliiiiiimmiiiiiiiiiiiiiiMiii iimiimmiiiii ?iiimimiiiiiiiiiimmiiiiiiimiiiiimmiiiiimimimimmiiiiiimimiiiiimmiiiiimiiiiiiiim
Een dichter heeft eens van een zoeten
schrik" gesproken. Die man was nog zoo dom
niet, al was hij dan een dichter; hij moet een
maal het geluk hebben beleefd dat hem, zoo
als men dat noemt, zijn oud hart stilstond,
dat zijn keel droog werd, en zijn oogen voch
tig Maar wees niet bang, lieve vriendin,
je weet, dat ik tot een zelfbeheersching in
staat ben, die mij ten onrechte den naam van
flegmaticus heeft bezorgd. Met de zekerheid,
welke het voorrecht is onzer grijzende haren,
nam ik mijn bezoekster bij beide handen en
draaide zoo haar geheele persoontje een beetje
om haar as. Precies je moeder, toen zij acht
tien of twintig was", bracht ik er eindelijk,
iets-of-wat heesch, maar toch zonder haperen,
uit.
Negentien !" antwoordde ze lachend. Dat
lachen maakte me even duizelig. Zij heeft
jou lach, Clara, jou licht-opwellenden,
muzikalen lach; zij heeft dezelfde toonladder.
Lijk ik dan zooveel op Mama?" vroeg ze; ik
dacht, dat ik ook veel van Vader had?" Och
wat" sneed ik ijverig, ik hoop niet al te ijverig,
af, je hebt je vader ter nauwernood gekend.
Geen spoor van gelijkenis ! Volmaakt je moe
der als jong meisje".
Hebt u Mama dan al zoo vroeg gekend?
Ik herinner mij ais kind, als heel klein kind,
een portret van haar, dat bij ons op de oude
schrijftafel stond, het laatste uit haar meisjes
tijd met een grooten kraag van witte kant om
en een medaillon. Maar waar het gebleven is,
weet ik niet. Bij de verhuizing, na Vader'sdood
moet het weg zijn geraakt".
Hoe graag, lieve vriendin, had ik haar het
portret, jou beeld en het hare in n, laten
zien, dat uit den aard der zaak op geen schrijf
tafel meer staat, dat echter in mijn schrijftafel
te midden van vele brieven, stil verborgen
rust. Voor het eerst in mijn leven had ik het
niet noodig, het stond vóór mij in mijn kamer,
door toovermacht levend geworden, het adem
de, glimlachte, sprak. Opeens beving me de
angst, dat de verschijning vóór mij wel plotse
ling zou kunnen verdwijnen, oplossen, als ware
ze een gezichtsbedrog in het licht der namid
dagzon, die, tusschen de twijgen van den Mei
doorn door, nog juist een paar stralen naar
binnen glippen liet. Om de werkelijkheid
vast te houden liet ik thee komen, nam Herta
hoed en mantel af en vroeg haar op de sofa
plaats te nemen. Jonge meisjes moeten als
poezen op een sofa zitten. Een stoel maakt
haar stijf, belemmert haar vrijheid, ontneemt
haar de argeloosheid, de lenigheid, het dierlijk
welbehagen, dat haar in de leden zit.
Zij was een paar uren geleden met een vrien
din in een pension aangekomen, vertelde ze
mij, en had mij, ingevolge je opdracht zonder
zich vooraf aan te melden, willen verrassen.
Maar als zij mij ophield", ging zij dadelijk
weer weg. Nadat ik haar letterlijk bezworen
had op dezen schoonen lentemiddag totaal
niets te doen te hebben, was het mijn beurt
te vertellen, en te mijner introductie begon
ik toen maar, dat ik je al als meisje van vijf
tien jaar, met opgestoken vlechten gekend
heb. Herta heeft ook zulk ros-blond haar,
het zit wat losser en springt wat uitbundiger
om haar voorhoofd dan bij het meisje op mijn
fotografie Daarna ging je moeder naar
kostschool in Zwitserland, en toen ik haar
voor het eerst weer terug zag was zij een jonge
vrouw juist om den tijd toen jij geboren
moest worden. Je broer is, als ik 't wel heb,
twee jaar ouder. Wij waren veel met eikander
in die dagen".
Was u een vriend van Papa?"
Hm.... Ja ook van Papa. Natuurlijk.
Hij had het alleen erg druk, toen al een groote
praktijk. .Ik studeerde nog, wachtte op een
betrekking".
Ik vertelde haar van allerlei uit je kinder
jaren, kleine, grappige gebeurtenissen, hoe
ik je eens in den tuin uit de vuisten van
je broertje gered heb en je tranen afge
droogd. Ik geloof niet, dat ik het allemaal
zóó beleefd heb, als ik het vertelde, om mij
als oom" geheel te rechtvaardigen. Maar in
elk geval, ik sprak, ik sprak dóór.... om
haar vast te houden, om haar aan te zien,
om jou aan te zien met je negentien jaren?die
ik had moeten missen tot op dezen dag. Ja,
waarom eigenlijk !
Clara heet nu Herta. Is zij dezelfde? Ik
geloof, ik zou je dochter al herkennen aan de
wijze waarop zij haar slanken hals even naar
voren buigt en haar smalle hand vóór zich
neerlegt op de tafel als zij iets te vragen heeft.
Zóó is het mij ook van jou in mijn herinnering
gebleven, van toen je mij als jonge, en zoo stil
geworden vrouw voor de eerste maal, mensch
tegenover mensch, durfde te vragen....
Herta heeft ook dezelfde blauwgrijze oogen,
onder wimpers, iets donkerder dan heiir haar,
maar haar blik is anders, onbevangener. Dat
is wel het verschil: zij kijkt onverschrokken,
bijna uitdagend de wereld in. Zij is zich haar
waarde bewust en staat bijgevolg sterker in
het leven, zooals de tegenwoordige generatie
in het algemeen. Van jelui jongemeisjes werd
indertijd verlangd dat je zoudt slapen, je werdt
er voor opgevoed ie eigen wenschen, behoeften,
instincten, kortom je-zelf niet te kennen. Op
een dag trouwde je, zonder dat iemand vroeg
of het je wensen was, zonder dat je het je zelf
vroeg. Dan was je eenige jaren gelukkig, een
voorgeschreven geluk, als vrouw en moeder
en dan werden jelui slaapwandelaarsters, die
het gevaarlijk was bij haar naam te roepen.
Wat Herta betreft, kan je gerust zijn, ze
heeft het essentiëele, dat tot de uitrusting der
vrouw behoort, de kracht van het instinct,
dat moedig maakt, het sterke, en tegelijk fijne
instinct, dat haar meteen beschermt. Zij is
wakker, zij zal zich nooit prijs geven.
Een uur geleden heeft Herta mij verlaten,
omdat ze, zei ze, nog haar grooten koffer uit
moest pakken, en omdat haar vriendin in het
pension ongerust zou kunnen worden. Anders
was ze graag nog gebleven....
Nu, terwijl de avond valt, ben ik. weer met
jou alleen, je oude vriend met zijn grijze haren.
Zóó is het ook maar beter, wij moeten onze
aantrekkelijkheden niet overschatten. En
misschien zou het, tenminste voor een eersten
keer, ook wat teveel geworden zijn. Het
maakt toch wel verschil, of wij tot de jeugd
gaan, ons verbeelden tot de jeugd te gaan,
of we haar van boven van den katheder wat
vertellen de afstand blijft dezelfde ??of
dat de jeugd tot ons komt. Ik heb dezen mid
dag, geloof ik, meer geleerd dan ik mijn stu
denten in een heel semester bijbreng. Je
dochter Herta is bovendien een verstandige
meid, veel verstandiger dan haar moeder
toen ze negentien was; ze heeft 'n koekjes ge
geten of ze werkelijk thuis was, en zich kor
daat de lekkerste uitgezocht. Herta en ik
zijn als kameraden gescheiden, dat wil ik
me tenminste voorloopig zoo inbeelden, tot
er op een dag een ftudent opdaagt een of
ander groen jongmensch die, als een nog
betere kameraad, mij aan den dijk zet. Met
het laatste kopje thee hebben we onze vriend
schap beklonken. Ik kan onmogelijk juf
frouw" tegen haar zeggen en beschouw het als
een persoonlijk succes dat professor" zich
zoo gauw als oom" mocht nestelen. Zoo'n
soort oom, die zijn vaderlijke gevoelens een
beetje door gelaten scherts moet temperen.
Vaderlijke gevoelens? Och, het zal wel een
onontleedbaar mengsel van alles zijn, zoet
en bitter, en, het valt niet te loochenen, min of
meer opwindend, en ik zal niet trachten alle
elementen hier op te lossen. Dan zou ik tot de
rekening en verantwoording van een heel
leven komen, van ons ieven, met zijn jong
verlies en zijn oud gewin. Maar, mijn lieve
vriendin, wat men laat verwerft is toch wel
het zekerst bezit, is dat, wat men niet meer
aan het leven, alleen nog met het leven ver
liezen kan. Misschien ook dan nog niet. Een
oude droomer verbeeldt zich graag, dat men
het een of ander.... dat men wellicht zijn
laatste gedachten" mee neemt naar den
anderen oever. Wie gelooft", heeft hier al
cenigermate in het hiernamaals" geleefd.
De voorjaarsmiddag is, terwijl ik zat te
schrijven, in een koelen avond overgegaan;
ik heb de gordijnen dicht gedaan en de lamp
opgedraaid". Zoo is het goed; de lente kan een
mensch zoo melancholiek maken. Ik heb de
lente vóór ze heenging op het voorhoofd ge
kust, maar heel voorzichtig. Laten we de jeugd
aan de jeugd laten ! Zonder afgunst, zonder
spijt. Ik zou de mijne niet terug wenschen, ten
slofte is het toch alles nog goed geworden.
Dank voor de verrassing; dat je op dezen
sprookjesmiddag bij mij bent gekomen, negen
tien jaar oud. Nu de lamp aan is, was het een
droom, een droomverschijning. En verschij
ningen moet men niet terug willen roepen.
Als' Herta nog eens komt, brengt ze haar
vriendin mee. Dat hebben we zoo afgesproken.
Dank, van je ouden
F.
IIIHIMIMlIIIIIMIIIHIimi 'IIIIIIIIIIIIIIIIH
ItllUmMMIIIIIIllllllllllllllllllIIIIIIIIMMIIIHIIIIIIII «IIIIIIMIIMIIIIIii'flMIlllllllllllllllllIIMIIIIIIIItlllllllllIlllllllllltlllllllllltlllllllllllllllllllllllllllllll
DE MAN, DIE ZIJN EIGEN FIETS STAL
(Dagblad-bericht voor ,,ile Amsterdammer" «eillustreerd^door_B. van Vlijmen)