De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 6 oktober pagina 5

6 oktober 1923 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND HET GESCHENK VAN DE AMSTERDAMSGHE DAMES AAN H. M. DE KONINGIN DE GESCHENKEN Wij hebben staan te wachten drie volle uren met hen aie opgegaan waren naar het Koninklijk paleis in uen Haag om ue geschen ken te zien, welKe H. M. ue j\oningin op haar Zilveren Juoileum vereera zijn. 'i Was een prachtige najaarsdag, ue zon branuue aan uen wolKenloozen hemel, de uarielenae stra len die zij omlaag zond, verwekten een vroolijke blijneid welke onverstoorbaar scjieen. Onder scherts en gelacii vloog ue tijd om, allen hadden we hetzelfue doel, allen uroegen we goedmoedig de vermoeienis aan uergeiijk staan eigen, allen waren we met uezeltue noop bezield: als we er maar inkomen". Want ae uren verhepen, de lange voorhoeue dunde zoo weinig en ae onafzienbare sleep achter ons groeiue steeds aan. Maar we kwamen nader! Weer was er oponthoud onder de zij galerij van den linker paleisvleugel. Eindelijk werd de Koninlijke huizmge betreden. We stegen den breeden trap op en geflankeerd door dienaren van het hof, die op de meest wel willende wijze allerlei vragen van nieuws gierigen beantwoordden, stonden we in een lange rij in de kleine balzaal te wachten tot het sein zou worden gegeven tot betreden van de galerijzaal, waar, zooals alwetende geburen in de straatsleep ons reeds verhaald hadden, de geschenken waren tentoongesteld. ^Ze waren er reeds ^tweemaal geweest en konden 't dus weten. Och, veel is er niet aan, vonden ze. Doch daar appreciatie een zuiver persoon lijke kwestie is, trokken we ons van die slot bemerking niet veel aan. ^We stonden dan in de kleine balzaal, ver heugd dat we aan de beurt waren gekomen. Na een korte wijle kwam er beweging in de voorste linie, voetje voor voetje schuifelden we door de beeldenzaal. in de galerijzaal. Nu zijn we ter plaatse. Vlak voor ons staat het schut der Amsterdamsche vrouwen. Een vor stelijk gebruikstuk zoowaar? Knap is het schilderwerk van Lizzy Ansingh, hoe mooi doen de kleuren tegen den zwaren gouden achtergrond. Opeterniet geschilderd en de achterkant borduurwerk in rubber gedrukt en toen verguld" verkondigt de dienaar, die de wacht houdt. Dit laatste doet wat vreemd aan. Toch heeft Nelly Bodenheim hiermede iets heel aparts bereikt. Heiligt hier het doel de middelen? Doorloopen dames, niet zoo lang kijken, klinkt het uit de verte. Vooruit dus ! Welk een prachtig kleedje van Friesch breiwerk ligt daar. De naam Truus Godé-^Postma staat er op. Hoe teer, hoe fijn! Dat is de echte Friesche breikunst zoo weinig meer beoefend en in kunst waarde zooveel hooger staand dan al die Duitsche geimporteerde gebreide dekjes. Iets verder zien we de mooie werkstukken van de vereenigingen Tesselschade en Arbeid adelt. Kostbaar werk! Daarnaast tal van kussens van grover gehalte Doorloopen! We naderen de boekenschat, de Gedenkboe ken en zeer vele rijk geteekende opdrachten, gaan langs het recht vorstelijke Sèvre thee servies, donker blauw met goud, geschenk van Alexandre Millerand. en zijn bij de Indische gaven. We staan in een groepje vóór de prach tige weefseldoeken, die de fijnbesnaarde ziel der Indische vrouw weet te scheppen. Ik vind er nou net niks an" klinkt het naast mij, en het tweetal dat deze bemerking maakte, neemt een oogenblik later reikhalzend in beschouwing het groote ten voeten uit ge schilderde portret van den Soesoehoenan van Soerakarta in feestklee.d dat blijkbaar meer vol deed . Dan beschouwen we het schrijf bureau met zijn haast téweelderig onovertrefbaar symbo liek snijwerk, ook de stoel met rugen zitting van gegraveerden en uitgesneden karbouwenhuid. Al dat werk uit onze Koloniën is technisch zoo heel hoog staand en zoo yol sentiment HMD? S "ÜN K' B Echte Deventer ALOM VERKRIJGBAAR OVER NATUURMONUMENTEN i. Dezer dagen^heeft zich in het Handelsblad een klein dispuutje ontwikkeld over de be teekenis van natuurmonumenten: een opper vlakkig onder-de-streepje, een corrigeerende repliek,fgevolgd door een dupliek, die alweer een voldoende hoeveelheid dogmen, bijzonderheidjes en onjuistheden bevat, om in lengte van dagen ingezonden stukken te leveren op de manier van bladluizen, die maar altijd jongen. Eindelijk sluit de redactie paf, de heele discussie en dan is er meestal nog niets bereikt. Al dat gedoe kan vermeden worden, wanneer ieder, die zich met reden bezorgd maakt over den gang van het behoud van Natuurmonumenten eventjes aanloopt aan het kantoor der Vereeniging, Heerengracht 266 Amsterdam. Tusschen elven en nen is daar doorgaans een hoofdbestuurder te vin den, 's middags na half drie dikwijls ook. 't Veiligst is echter, dat ge even uw komst aankondigt. Het geschil gaat in hoofdzaak over de be teekenis van het woord natuurmonumenten en nu wrj binnenkort misschien verblijd wor den met wettelijke maatregelen in dezen, is het wel goed, eens na te gaan, wat men eigen lijk onder natuurmonumenten verstaan moet. Het woord is eigenlijk nog altijd bezig zijn beteekenis te krijgen, sinds het ongeveer twin tig jaar geleden hier uit Duitschland is ingevoerd. Destijds reeds was in Pruisen een Staatsdienst voor de Naturdenkmaler". Wij hebben dat woord letterlijk vertaald en zijn aan 't werk getogen. Aanvankelijk was het groote publiek en de geletterden in het bizonder maar bitter weinig ingenomen met 't woord, maar we hebben geen beter gevonden, en, men moge zeggen wat men wil, 't is nu al wel stevig inge burgerd. Wat is nu een natuurmonument? Ik zou Het Scherm, gemaakt naar ontwerp van C. A. Lion Cachet, bestaat uit een omraming van coromandelhout. De paneelen zijn van eboniet of verharde gummi. De voorzijde ^werd beschilderd door Lizzy Ansingh; als tafereelen zijn gekozen lucht", water", aarde." II Illllllllllllllllllll ,Doorloopen dames, u kijkt te lang ! er staan nog zoovelen buiten," klinkt het weder. Een dame naast mij waagt te zeggen. Wel nou ikjheb ook drie uur staan wachten". Op die onhoflijke taal bewaart de lakei 'tstilzwijgen.. Daar staat Toorop's portret van H. M. de Koningin-Moeder. Is 't een gelijkende beelte nis? Niet in allen deele, maar toch ze is zoo voornaam, zoo gaaf en zuiver van een arbeid geleid door geestelijke visie. Ze gaat zoo ver boven het banale uit! Niet lief genoeg" is de meening. Iets verder, de sobere en toch kostbare kastjes van Nederland en Transvaal met de kunstalbums. Hier kost 't moeite een der opengeslagen boeken niet even te door bladeren. Hoe zouden we genieten van ons Nederland, in beeld gebracht door het pen seel onzer beste schilders en schilderessen.. Doorloopen!.... Wij zijn de zaal rond ge weest. Nog even een blik op den wand waar ook klein werk aanwezig is, op ae tafel waar onbe duidende handwerkjes liggen, kleedjes met daarop gewerkte goede woorden, een vloeionderlegger en nog meer van die nederige geschenken die gewerkt zijn zoo van ganscher harte, met zooveel inspanning en moeite. Waarbij het geheele gezin gejuicht heeft, toen ze voltooid waren en ze keurig verpakt en in de volle vreugde van wat nu zou komen te geschieden ter verzending weraen overge geven. De oppervlakkige of te critische beschouwer heeft het oordeel over de geschenken in twee woorden gereed niets aan". Maar er zijn ook oogen die op andere wijze weten te beschouwen en hun visie heeft velen gedurende enkele uren boven het alledaagser! leven weten te verheffen. ELIS M. ROGGE iimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiitiiii IIIMHIIIIII BIJKOMSTIGHEDEN XCIII Er was een tijd, dat we er allemaal over praatten als over een boeiend probleem: de vrouw en de arbeid buitenshuis; de onge trouwde vrouw en de studie, de getrouwde vrouw en haar werkkring; de moderne vrouw, de onafhankelijke vrouw, de emancipatie, de burgerrechten van de vrouw, enz. Door den oorlog zijn we al die belangstellingen een beetje kwijt geraakt; we praten nu over de Roer, over Poincaré, de ramp in Japan en Mussolini; maar we vergeten er ons over te verbazen, als een vrouw iets speciaal goeds of iets speci aal verkeerds doet, omdat we haar weer als een deel van de groote gemeenschap zijn gaan zien, en ons met haar speciale deugden of capa citeiten aanmerkelijk minder bezig houden. Toevallig werd ik deze week op twee ma zeggen: elk voorwerp, plant, dier of geolo gisch object, dat door den natuurlijken loop der dingen, buiten opzettelijk ingrijpen van den mensch, in een streek voorkomt en waar voor de vrees bestaat, dat het door de ont wikkeling der cultuur of door boos opzet en onberadenheid zou kunnen verdwijnen en voorts ieder landschap, dat dergelijke voor werpen tot zekere mate van dichtheid bevat of waar de natuurlijke geologische ontwikke ling en de opeenvolging der levensgemeen schappen van planten en dieren kans heeft, ongestoord haar gang te gaan en waar dus ook de ontwikkelde mensch zich kan blijven verheugen aan het schoone, verheffende, ge heimzinnige natuurleven. Ik geef natuurlijk deze definitie dolgraag voor een betere, maar zij past nog al aardig op de vele gevallen, waarmede ik bekend ben. Er schuilt altijd een groot gevaar in het definieeren en gij kunt mij alvast in het nauw jagen met de kwestie der Nederlandsche bosschen.Die zijn, met enkele_uitzonderingen, niet door den natuurlijken loop der dingen totj stand gekomen en juist wel door toedoen vanden mensch. Echter^ ge loof ik wei, dat, de goede" bosschen , waar goed" gewerkt wordt, wel vallen on der mijn slot-clausule. Musschen en spreeu wen zijn dus geen na tuurmonumenten. Ze worden wel vervolgd, maar er bestaat geen redelijke],vrees, dat ze verdelgd _kunnen wor den. Dit' neemt niet weg, dat hun bestrij ding soms om andere redenen afkeurens waardig is. Ookwordt voor mij de waarde van het Naardermeer als natuurmonument verhoogd door de om standigheid dat niilnieren aan deze verandering in ons gedachtenleven herinnerd: de eerste was, dat ik een van de oude voorvechtsters van het feminisme ont moette, niet alleenjjeen flinke, maar ook een lieve vrouw, die Bovendien nog altijd iets van de aureool van miskend-geweest-te-zijn en desniettemin doorgestreden te hebben om haar vergrijsde hoofd draagt. Maar het eenige, dat ze zei, toen ze mij een portretje van haar be koorlijke dochter met twee jonge kinderen en een aardigen man toonde, was dit: En ze is ook na haar huwelijk altijd haar werk blij ven doorzetten. Dat is voor mij een questie van het hoogste belang". De tweede wijze, waarop ik er aan herinnerd werd, dat we dat probleem van de cultuurvrouw en de natuur-vrouw alleen maar tijde lijk hebben opgeborgen, omdat er urgenter questies waren, die onze aandacht vroegen, (en ook omdat we 't gevoel hadden, dat 't beter was, de meeningen erover eerst wat te laten bezinken, en pas na een tijd eens te kijken, wat er nu weer uit gegroeid was) maar dat het nog geenszins opgelost of over wonnen was, de tweede wijze, waarop mij dit deze week onder het oog werd gebracht, was deze passage uit den brief van een mij onbekende vrouw, die ver van den roes der stad, tusschen landerijen met koeien en scha pen, allen tijd heeft de zotternij der wereld te bepeinzen": Ik vraag me dikwijls at', wie verstandiger geweest zijn, onze voorouders of de opvoeders van den laatsten tijd. Toen de meisjes niets Ieerdea4atj huishouden, waren er vele ongelukkige vrouwen, doordat ze, als ze ongetrouwd bleven, afhankelijk waren van anderen, maar 't is nog heel erg de vraag, of er nu niet veel meer zijn. Zij, die thans onge trouwd blijven, mogen onafhankelijk zijn, gelukkig zijn ze niet. Zij, die wel trouwen, hebben niet geleerd, hoe heerlijk het is om de huishouding te doen, ze vinden het werken geen genot, maar iets minderwaardigs en han gen nog te veel aan alle andere dingen, die vóór hun trouwen hun leven vulden". Tusschen deze twee verschillende levens beschouwingen zweeft nu deze dagen mijn hart. Hoe streng en nobel, maar ook hoe dogmatisch is de eerste ! Waarom mag dit jonge vrouwtje niet eens, tenminste tien jaar van haar leven, genieten van haar jonge kin deren, van haar bloeiend geluk; zou ze dan wezenlijk een te groot percentage van menschelijk welbehagen voor zich alleen opeischen? VRUCHTENKOEKJES VAN gijn voortreffelijk van kwaliteit en aangenaam van smaak in n nu <m lioenen spreeuwen er zoo'n mooie slaapplaats vinden en dat men er in de omgeving het ter ruste gaan dier vogels, de vljegkunsten der spreeuwenwolken zoo prachtig kan zien. Een ander uiterste is de lepelaar, een vogel, die vroeger in Midden-West-Europa vrij alge meen broedde, maar thans alleen op twee of drie plaatsen in Nederland, die door zijn aan wezigheid meteen tot natuurmonumentlandschappen worden verheven van inter nationale beteekenis: het Naardermeer, het Zwanenwater en de Muy op Texel. Dichterbij dan Zuid Spanje en Hongarije zijn ze niet te vinden en wij beschouwen ze dan ook met recht als een der schoonste schatten van ons vaderland. Een halve eeuw geleden broedden zij op Texel in duinvlakten, ue toen door onoordeelkundige ontwatering werden bedor ven, zoodat de vogels verdwenen. Thans zijn zij teruggekeerd op een terrein, dat sedert een jaar of twintig behandeld is als natuurP.' De achterkant, filetwerk van Nelly Bodenheim, gedreven in de weeke grondstof, houdt daarmede verband. De ondergrond der paneelen is zwaar verguld. Het beeldhouwwerk aan de onderzijde der paneelen werd verzorgd door Thérèse van Hall en mej. Beyerman. Minimin n luim i Waarom moet ze ook naar buiten de gemeen schap dienen, alsof ze die al niet genoegdiende, als ze haar eigen kleine wereld fleurig bestuurt en verzorgt! Ze moet toonen, dat het vele geld, dat aan haar opleiding is besteed, geen weggegooid geld is," zou het fijne, fanatieke gezicht mij antwoorden, ze moet toonen, dat ze gelijkwaardig is aan den man". Maar als een vrouw, met een jong gezin, toch in de groote maatschappij werkt, is dat dan niet moeten toonen, dat ze me^r-waardig is dan de man"? Want zelfs de meest verstokte gelijkheidsvoorvechster kan toch niet ont kennen, dat kleine kinderen mér de moeder dan den vader binden; waarom mag zij dan niet in dit werk opgaan, en, als ze veel energie heeft, zich met weinig of geen hulp ertloorheen slaan, nuttig volgens haar aanleg en zooals het bij haar levensseizoen past? En dan denk ik aan die andere moeder, die de questie van dezen kant bekijkt, dat de emanci patie ons niet alleen de onvoldane ongetrouw de" vrouwen heeft gelaten, maar ons boven dien nog de onvoldane-getrouwde" vrouwen heeft gebracht, omdat die zich in den tijd van haar zelfstandige leven, aan een vrijheid en een kleurigheid van leven hebben gewend, die ze in hun meer gebonden en geregelder gehuwden staat pijnlijk missen. Ik houd het er voor, dat hierbij de oplossing van den kant van den man moet komen: hij moet het meisje niet te vroeg aan haar zelf-gemaakte leven onttrekken; hij moet haar niet smeeken hem te volgen, en haar toewijding aanvaarden als een goedgunstig geschenk; hij moet wachten, tot zij zelf graag wil, omdat ze het zelfstan dige bestaan door en door kent, en weet, wat het haar te genieten geeft, en wat ze er nooit in zal vinden. De marge, die hem, die graag en haar, die nog niet wil, scheidt, is meestal aanmerkelijk smaller dan men meent. Zoodra hij de zelfbeheersching heeft te zeggen: Ik kan wachten," komt haar hart voor het eerst tot bezinning, en het zal, wanneer ze waar achtig van hem houdt, niet lang duren, of ze zal het grootsche woord van Pallieter'sMarieke spreken: Wanneer?" Want zoodra ze aan het nadenken raakt, zal ze bemerken, dat ze in haar dagelijksche werk voortdurend iets tracht binnen te smokkelen, wat ze in haar eigen huis vrij-uit zal mogen doen, en wat dan zelfs haar eigenlijke plicht zal zijn: welke vrouwelijke vrouw tracht niet haar bureau te versieren en gezellig te maken, en leeft niet op, als ze op een vergadering thee mag schen ken, en ieder bedienen volgens zijn specialen smaak? En als ze dan bovendien nog gemerkt heeft, dat droomen over liefde altijd met geestelijke inspanning in conflict komen, maar dat ze als een zilver spinsel alle huis houdelijke werk en zorgen hun glans geven; dat men veel dieper en met veel meer phantasie van iemand kan houden, als men den heelen iiiiiniiiiiiiinii Waar de natuur ongestoord haar gang kan gaan monument, onder anderen ook, omdat het te verwachten was, dat de lepelaar zich daar zou vestigeu. Dat een natuurmonument geen oudheid" behoeft te zijn, leeren ons de groote gele kwikstaart, de zwarte specht, de waterspreeuw en de Europeesche kanarie, vier vogelsoorten, die in den jongsten tijd hun broedgebied tot in Nederland hebben uitge breid en die thans n om hun zeldzaamheid n om het merkwaardig gebeuren van die ge biedsuitbreiding zooveel mogelijk ongestoord moeten worden gelaten. Uiterste gevallen op plantkundig gebied hebben wij ook en dan denk ik in de eerste plaats aan de koraalwortel, Coralliorhiza innata, een merkwaardig klein orchideetje, dat overal in Europa zeldzaam is en in ons land door een Alkmaarsch botanist gevonden werd in de duinen van Bergen, jaren geleden. Die orchideeën zijn zeer grillig in hun optreden, maar deze Corralliorhiza heeft zich op de goed bewaakte plaats jaarj injjaar uit ver toond en is nog altijd een van onze merk waardigste botanische natuurmonumenten. Minder goed is het gegaan met de Bokken-Orchis, een bui tengewoon prachtige plant, die na zijn twee de jaar alweer uit de duinen van Duin- en Kruidberg verdween, maar ieder oogenblik kan terugkomen, mits het duin door be planting, ontwatering of mishandeling niet al te zeer van karak ter verandert. Ieder een, die eenigszins op de hoogte is van de plantenwereld vanNederland, kan naast deze beide gevallen nog dozijnen andere noemen, die niet min der belangwekkend zijn. Nu nog eens een Fabrikaat KONINKLIJKE VER EEN IGD E TAPIJTFABRIEKEN 250 x^350 vanaf ? 140. dag naait en afwascht en inmaakt, dan als men moet rekenen, of schrijven of handschrif ten ontcijferen, dan zal ze stralend tot haar nieuwe, tot haar oude eeuwig,-eigenlijke rijk overgaan, en geen huishoudelijk werk meer zwaar en geen werk beneden haar waardig heid vinden; omdat ze weet, dat de arbeid buitenshuis zeker niet mér levensgeluk be werkt, dan de goed-beheerschte zorg voor haar eigen gezin;dat iedere man met een rede lijk gezond verstand haar plaats als boekhoud ster kan innemen of haar laboratorium proeven kan voortzetten, maar dat zij de allereenigste is op de wereld, die, door het blij moedig vervullen van duizend kleine en groote plichten van een knoopje aanzetteri^af tot het bijstaan in verpletterende rampen toe, het in haar hand heeft het bestaan van heel haar kleinen kring mooi en harmonisch te maken. A N N I E SA L O M O N S ^4000 Artsen roemen schriftelijk SANATOG^N Het Zenuvwterkend Voedsel De lijfarts van wijlen Koning Edward VII rin Engeland, Dr. Ernst Ott. Marienbad. scbrecl: .Bijzonder goede resultaten verkreeg ik met Sanatogen bij herstellenden na zware ziekten en bij oudere personen, wanneer het er op * aankwam de krachten te doen toenemen en den bloedsomloop te ver beteren." tusschengeval. Daarvoor kies ik den vos. Ofschoon er tegenwoordig in ons land nog veel meer vossen voorkomen, dan men vrijwel algemeen denkt, dreigen er toch voor Reintje donkere dagen. Hoe nuttig hij zich ook maakt door het dooden van muizen en meikevers, zal hij toch terecht komen op de lijst van schadelijk gedierte", al komt hij dan ook misschien bij de facultatieven. Hij ziet de eene schuilplaats na de andere verdwij nen, duizenden en duizenden menschen loopen rond met vergunningen voor het dooden van schadelijke dieren. Straks onderde nieuwe jachtwet wordt dat misschien nog erger en 't is te voorzien, dat de vos in Nederland zal worden uitgeroeid en onnoodig. Daarom moe ten wij dan ook de vos erkennen als een natuur monument en hem een bestaan waarborgen, al is het dan ook niet in de buurt van Barneveld. Zijn plaats is in de groote wouden, die nu langzamerhand in ons land ontstaan. Hij en zijn kornuiten hebben een groot, vrij landschap noodig, liefst met nog al wat afwisseling. Willen wij hém-behouden, dan kan dat alleen in een groot natuurmonument. Hiermede zijn wij beland bij het belangrijke geschilpunt: moet een natuurmonument groot of klein zijn. Voor mij echter heeft die vraag geen be lang, want ik ben van meening, dat wij zoo wel groote natuurmonumenten moeten hebben als kleine. Dat hoop ik de volgende week nader toe te lichten. (Wordt vervolgd). J AC. P. T H I J S S E imimiiiiiiiiiiimili MOERHEIWT i DEDEMSVAART [HEESTERS | Catalogus en condities op aanvraag iiiiiiiniiiiii lllllllll uil lllllilliii i IIIIIIIHIIII||||I

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl