Historisch Archief 1877-1940
13 Oct. 23. No. 2416
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
CHARIVARIA
)eittfct)Ianb, eittfcl)Ianb ueber
De beroepmatige uitoefening van
ons vak." (Tijdschr. r. Tandh.)
Duur-vliegen. Het duurrecord.
Zijn werktuigen hebben in drie da
gen een zuil in hoogstrekking staan."
(Telegraaf)
Op glibberige paden
Stop je ooren maar dicht bij het
krassen van de vijl op het dishar
monisch geluid." (Arnh. Cl.)
De nominatief-accusatief constructie
U onderwijsmethode acht ik on
verbeterlijk en is van belang zoowel
voor jong als oud." (Cursist Nat.
Inst. v. Zelfontw. Aclv.N.fl.C.)
HET AANBOD VAN DE C. H.-KAMERFRAGTIE TOT VRIJWILLIGE
TRACTEMENTSVERLAGING
Teekening voor de Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
Deelwoorden jammer
Wetende hoe Japan /.ich in korten
tijd heeft opgewerkt, kan haar toch
niet de kracht ontzegd worden dezen
slag te boven te komen." (Onze VI.)
En toen volgden een paar zinnen,
zoo eenvoudig, zoo hartelijk mij aan
ziende uit zijn ernstig, statig gelaat,
dat ik het nooit vergeten zal. Wet
houder Hintzen zat, de zaal inziende,
links van den secretaris."
(Rt>tt. Nbl.)
gentie, en hoe harmonieus past de
stem der groote zangeres aan als n
geheel met haar edele opvatting ! En
de organist, die uit ons orgel toovert
een atmosfeer om zijn soli, een instru
mentale register-aanwending; een warm
gekleurde, alles verheffende en
vermooiende begeleiding; wat alles ons
onovertroffen boeit door zijn zee van
klanken en klankkleuren."
(Zutpli. C/.)
Ons geheugenstreepje
Het bestuur acht het gewensclit,
het October-munmer beschikbaar te
moeten stellen."
(Circ. linllaiid-geniiiitscliup)
De naast elkaar staande man
De redding van Duitschland is
alleen mogelijk als alle Duitschers als
n man naast elkaar blijven slaan."
(O.H.C.)
Het juiste wonrd u p de juiste plaats
De l den der Academie onder
streepten dezen gelukwensen met da
verend applaus." (Hbl.)
Ze laboreeren nog te veel aan vol
doende training, aan durf, volharding
en doorzetting." ('iel.)
Wij gebruiken voor onze Z.O.
gene ver uitsluitend granen." (Adv. Huls)
,,Z" staat dus voor zoogenaamd."
Onze kunstcritici
Welk een vanzelfgaande, aange
boren, uit een zuivere ziel geboren
12 oer*
Survstns
zich invoelen; welk een klare intelli- <
HET
GOME NIUS-MONUMENT
EN DE CRIIIEK
^^?.^^
;'SW-:;-^./- ;Éui-^^?Z:'^S
Als er n schaap over de brug is volgen de anderen
Misschien zal men zich de critiek herinne
ren, die wij ons voor enkele maanden in
dit blad over het bekroonde ontwerp voor dit
monument veroorloofden,
? Meermalen vroegen we ons sinds dien af,
hoe het nu verder met dit zoo goed bedoelde,
doch jammerlijk mislukte present
derTsjechoSlowakische regeering gaan zou; tot voor
eenige dagen liet Handelsblad ons met het
navolgende bericht kwam verblijden:
HET COMEN1US-MONUMENT TE AMSTERDAM
Onze Correspondent te Praag seint :
Naar aanleiding van de critiek, waaraan liet
ontwerp voor het Comenius-monument op het
Valeriusplein te Amsterdam heeft blootgestaan,
hebben de ontwerpers, de lieeren Stursa en Janak,
de vorige week een bezoek gebracht aan Neder
land, teneinde een omierzoek in te stellen naarde
tegen het ontwerp gemaakte bedenkingen, dat het
niet zou passen bij den stijl van de omgeving. De
ontwerpers erkenden de juistheid van de inge
brachte bezwaren, temeer daar hun tot dusver de
omgeving van het monument geheel onbekend was.
De architect Baanders en de beeldhouwer Hildo
Krop hebben de ontwerpers op de terugreis naar
Praag vergezeld. De hier ter stede uitgevoerde
besprekingen in verband met de te Am-i terdam
vervaardigde nieuwe maquette, ter oplossing van
de quaestie, leidden tot volkomen overeenstem
ming. Hier, te Praag, /al een nieuwe1 maquette
van de geheele omgeving worden vervaardigd,
waarin Stursa en Janak een geheel nieuw ont
werp zullen plaatsen, waarvoor /.ij de vo'le verant
woordelijkheid aanvaarden.
Den architect Baanders wordt, als niet-officieel
adviseur, hulde gebracht voor zijn geslaagde be
middeling, waardoor een einde komt aan deze
netelige monumenten quaestie, die hier een pijn
lijken indruk heeFt gemaakt en waarvan thans de
oplossing in kunst- en regeeringskringeii met vol
doening wordt begroet."
Onmiddellijk na het verschijnen van dit
bericht wendden we ons tot aren. Baanders,
die ons mededeelde, dat liet -- waaraan we niet
twijfelden in hoofdzaak juist is.
De heer B. was enthousiast over het bezoek
aan Amsterdam der beide kunstenaars, die
vol vuur zijn, door dit monument iets grootsch
te scheppen.
Men moet niet vergeten dat Comenius
voor de Tsjecho-Slowakeu heel iets anders
dan voor ons beteekent. Voor ons is hij
alleen de wereldbekende paedagoog; voor hen
echter is hij de grootste nationale held, de
volksbevrijder, de hoogste strijder voor
gewetensvrijheid. Hun geestelijke vader, in
een woord, is hij, voor wien zij een voor den
koelen Hollander onbegrijpelijke vereering
gevoelen. (Zij houden o.a. als 't ware bede
vaarten naar het Huis mc> de lloiifdtn" te
Amsterdam, waar Comenius een tijdlang
woonde.)
Hel resultaat van het bezoek der kunste
naars is, dal er uu een maquette voor i<c
geheele ongeving van het plein, waarop het
standbeeld zal komen te staan, gemaakt
Jan Stursa, De Arbeid
(Beeldengroep op een der bruggen te Praag
wordt op een twintigste der ware grootte.
De hoofdmaleu zijn bij hun bezoek aan
Amsterdam ter plaatse reeds vastgesteld.
De fout bij den gehouden wedstrijd was,
dal de mededingers toiaal niet op de hoogte
gesteld waren van de omgeving, waarin het
monument de eereplaats innemen moet !
Het standbeeld volgens het oorspronkelijke
ontwerp was '.l Meter hoog gedacht. Het zal
nu (i.SU M. worden. Men ziel, een aanmerkelijk
verschil.
Onze foto geeft bet model weer op de juiste
grootte, zooals liet nu worden zal. Deze
maten zijn iu overleg niet Arch. Baanders
vastgesteld. De geheele verantwoording vi/or
het monument blijft cdu er bij beide Tsjechi
sche kunstenaars. De heer B. heel'! hier
slechts een advisecrence ieni.
De arclvtcct Janak heeft tot laak de groote
oml rekken van liet monument vast te stellen,
waarbinnen (e beeldhouwer Sturs'i zün
liguveu schept.
Op een zeer laag om'evstuk na, wordt het
geheele monument <n brons gcgt ten. l iieruit
zal n en begrijpen, i ;:t i i t werk o k uil
F.en ontwerp-nioiHiinent vóór het Lyceum te Amsrerdam
technisch oogpunt van groote beteekenis is.
Zoo enthousiast zijn de kunstenaars, dat
arch. B. bij zijn bezoek aan Praag reeds een
nieuwe schets voor het monument op het
;,teller van Stursa vond.
(Terloops zij hier opgemerkt dat Jan Stursa
en Pavel Janak hoogleeraren zijn aan de
Praagsche kunstnijverheidschool. De Tsjecho
Slowaken zijn een ras van beeldhouwers;
het zijn Slaven, die een groote vereering voor
plastiek gevoelen. Sturza is bij hen de hoogst
gewaardeerde tegenwoordig. Beide kunste
naars zijn in de kracht van hun leven;
even in de veertig.)
In verband hiermede moet ons iets onaange
naams uit de pen. Wij veroorloofden ons
namelijk wel aanmerking op het werk der
Tsjecho-Slowaken te maken; maar zou het
daar bij niet tevens noodzakelijk zijn, de hand
in eigen boezem te steken?
Want, op het Lyceum na, bevat het plein,
waarop het monument zal komen te staan,
niet veel bijzonders aan bouwwerken. De
bebouwing is niet alleen architecton'sch
ordinair; doch eveneens slechts door zijn
onregelmatigen hoog-en-laagbouw. Naar wij
vernamen, zal dit door een laag bouwblok
aan de rechterzijde van het Lyceum, aan
welk blok men thans bezig is, nog slechter
worden.
Bestaat er geen mogelijkheid, dat dit alsnog
verholpen wordt?
Het doet altijd sympathiek aan, wanneer
ecu sterk becritiseerd kunstenaar door een
zijner bewonderaars verdedigd wordt.
Zoo schreef voor eenigeu tijd architect
Meischke, die in Praag studeerde en het werk
der jongere Tsjecbo-Slowaksche beeldhouwers
blijkbaar goed kent, in een fraai geïllustreerd
artikel in het Bouwkundig Weekblad een
verdediging van Stursa's ontwerp voor het
Comeuiusmomuneut; doch hij deed dit hoofd
zakelijk, door op de goede kwaliteiten van
Stursa's vroeger werk te wijzen.
Zooals het iu dergelijke
verdedigiugsartikelen echter meer gaat, beging hij de fout,
het werk met den kunstenaar te verwarren;
of, beter gezegd, hij vergat, dat zelfs de groot
ste kunstenaars wel eens (of is het soms meer
malen?) minder goed werk maken.
Hoe dikwijls zal het nog dienen herhaald te
worden, dat een kunstenaar geen vat is, \raarin
men slechts een kraan heeft te slaan, «m de
kunst eruit te kunnen tappen. Het is ook zoo
veel gemaklijker.op de namen der makers, dan
op de werken-zelf te letten.
Hoe wordt er bijv. niet op kunsttentoon
stellingen, onder de werken of ip de
catalogie door het gros der bezoekers naar de namen
gezocht, alvorens het durft wagen, met het
gebruikelijk aplomb een goed- of afkeurend
oordeel uit te spreken !
Dit feit doet bij den waren kuustminnaar
dikwijls het verlangen ontstaan, dat kunst
werken naamloos dienden geëxposeerd te
worden.
O ! wat zou men vele bezoekers, die nu het
hoogste woord voeren, met den mond vol
tanden zien staan ! Spraakloos, verstomd.
liet nefaste resultaat eener dergelijke proef
neming zou echter zijn,dat het
tentoonstellingsbezoek plotseling enorm dalen zou .... En ook
de kunsthandel zou daar zeer gedupeerd door
worden. Welk een gruwlijke chaos zou met
ontstaan, indien de werken eens niet op
naam stonden of ouderleekend werden. Alle
serieuse handelswaarde, alle stabiliteit zou
met n slag verloren zijn....
En zoo zien we dan weer voor de zóóveelste
maal, wat namen in onze beste, maar opper
vlakkige samenleving te beteekenen hebben.
Doch dit onloochenbaar feit der
alomverspreide persooiiscultus duidt tevens op de
hooge waarde van onbevangen, onpersoonlijke
critiek. Want deze herstelt het geestelijk even
wicht; daar zij zich uitsluitend met de waarde
der kunstwerken-zelf bezig houdt, met het
kunstwerk-au-sich, los van alle persoonlijke
overwegingen. Alle critiek die dit niet doet,
Jan Stursa. Meisje, Kalksteenfiguur.
is niet alleen minderwaardig, maar gevaarlijk;
gevaarlijk iu de hoogsle mate, daar zij a.kius
haar eenige roeping uit het oog verliest: hel
zuiver oordeel, zoover dit voor den mensch
bereikbaar is.
De grootste kunstwerken der wereld zijn
IciU'lijk alk' naamloos; naamloos in dien zin,
dat, al mogen hunne scheppers in onderschei
den gevallen ook bekend zijn, deze bij hun
werk geheel op den achtergrond treden. Men
vraagt niet naar den maker bij de aanschou
wing van verheven werken. Dit geschiedt
eerst daarna; meer door begrijpelijke
menscheiijke nieuwsgierigheid en instip.ctische per
soonlijke sympathie voor den schepper, dan
door waarachtig kunstgevoel.
Dit, trouwens, is ook slechlslhel c'nigdocl
der grootsten: het werk voor zichzelf te doen
spreken. Slechts een medium is een kunst
werk, een medium van hooger orde, waardoor
geesten zich trachten te verstaan. Er moet ecu
onverbreekbare band of saamklank zijn
tusschen het geziene en den ziener. Wat zou dit
gemeen kunnen hebben met menschelijke
ijdelheid.
Was liet niet Michelam'elo, die op hoogen
leeftijd zijn werk verwoesten wou. Het be
vredigde hem niet meer in zijn rustloos trach
ten naar oneindige schoonheid.
Doch zér, zeer weinige zoodanige ware
scheppers worden door het leven voortge
bracht. Wonderbaar geheimzinnig bloemen
zijn zij, geboren, los van afstand en tijd. Niets
hebben zij gemeen met onze alledaagsche be
grippen omtrent stijlen of kunsttijdperken.
Zóó zijn de scheppers der droomcnde
Boedha's, van den Erés, der Venus van Melos,
van 't Uchtendgloreu, De Dag, de Scheemring
en de Nacht, de Geketendeu, het Laatste
Avondmaal, de Staalmeesters, de Nacht
wacht- ; gelijk ze ook nu nog een enkele
maal aan de tijden ontbloeien.
En zoo ook ontstonden de hoogste werken
der bouwkunst, de tempels en catnedralen
uit alle tijden en landen.
Wij huiveren, bij de gedachte aan bet ont
staan dezer scheppingen. Want zij werden
door broze menschenlianden gevormd; ge
boren uil geesten, natu reu, dolende als de onze.
Dat de beeldhouwer Stursa niet de eerste
de beste is, toon! zijn hierbij gereproduceerde
werk. Doch tevens blijkt eruit, hoe hij in zijn
ontwerp voor het Coiuenius-nionnment faalde.
Men vraagt zich af, hoe het mooglijk is, hoe
iemand, die zoo'n krachtig werk schiep als
liet Zirka-nionument, met zulk een slappe com
positie, als het gewraakte, voor den dag ko
men kon.
Doch daarom uiel getreurd ! De eene maal
lukt het beter dan de andere. (Dit is het juist,
wat ons zulk ecu groot voorstander van goed
verzorgde wedstrijden doet zijn).
L'it bovenstaand bericht, dat aanleiding
gaf lot het schrijven dezer schets, blijkt ten
duidelijkste, dat, na het zoo ronuborstig uil
gesproken oordeel van den kunstenaar over
zijn werk, er alle kans beslaat, dat hij nu
met een waarlijk uitstekende schepping voor
't front zal treden. Zijn andere werken, slaan
daarvoor borg.
Zi/o zij het ! Veel succes weusclien wij hem.
l I. J. M j> W A I. i: N K A M l' C ZN.
Jan Kostera en |an Stursa, Monument voor Zirka