Historisch Archief 1877-1940
v >
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
20 Oct. '23. No. 2417
MARCELLUS EMANTS f
Met Emants verlaat ons de man, uit wien
wel mee het eerst krachtig sprak de herleving
onzer letterkundige kunst in het laatste
kwart der vorige eeuw. Toen spoedig na zijn
eerste optreden het groote revolutionnaire
leger optrok, wenkten ze hem vriendschappe
lijk toe; hij heeft zich echter niet bij hen aan
gesloten, is zijn eigen weg blijven gaan, zijn
eigen lange eervolle kunstenaarsloopbaan. Men
heeft hem wel eens den Johannes de Dooper van
het nieuwe Evangelie der schoonheid ge
noemd, doch men zal moeten erkennen, dat
het oeuvre van dezen voorlooper in rijkdom en
gaafheid, in het streng volgen van eigen
letterkundige inzicht in geen enkel opzicht
achter staat bij dat van hen die meenen deel
te hebben in den Messias.
In den slappen, onkritischen tijd van
De Gids is hij het eerst, geholpen door Smit
Kleine en Van Santen Kolff, begonnen met het
stichten van tijdschriften, Spar en Hulst, en
in '73 De Banier, waarin het nieuwe leven te
hooren was. Lilith (1879) en Godenschemering
('83) zijn in hun tijd van een zeer ongewone
beteekenis, en zij reeds kondigen den dood
aan voor de predikantenrijmerij; tusschen
Een drietal Novellen" ('79) en den
novellistischen arbeid van de Cremers, Lindo's, De
Veers gaapt een diepe kloof. Aan Lilith mee
het eerst experimenteerde Kloos de nieuwe
kritiek. Hij beschuldigt Boissevain bij zijn
oordeel te zijn afgedwaald van de vraag,
waar alles om gaat, te zijn verdoold in
nevenvragen: is de dichter wel langs mijn parti
culier paadje getrokken en mag ik hem tot
mijn bentje rekenen, beweert hij ook iets
in strijd met mijn speciaaljgeloof ? Niet
zedeRookt TAB A SIGAREN
't nieuwste 't fijnste
Bruno Walter en Mahler
Wat ons van het optreden van Bruno Walter
als gastdirigent der concerten op verleden
Donderdagavond en Zondagmiddag in het
Concertgebouw het meest interesseerde was
hoe hij Mahler zou dirigeeren, wiens 1ste
symphonie op het programma stond.
Er was reden voor zulk een verwachting.
Wie het leven van Mahler kent en den strijd
voor diens werk volgde, weet ook welke betee
kenis Bruno Walter voor Mahler en diens werk
heeft gehad. Als achttienjarig jongeling kwam
Walter voor het eerst te Hamburg bij Mahler
en stond hem sinds dien dienend en liefhebbend
ter zijde. Walter wist Mahler's geest te begrij
pen, te interpreteeren en zelfs te copieeren als
geen ander. Mahler, die, toen hij Walter
ontmoette, allang niets meer van den omgang
met menschen verwachtte, die boeken zijn
beste vrienden" noemde, nam hem bijna achte
loos aan, in de behoefte, die zij, die veei
met de gedachten bezig zijn, hebben om iemand
om zich heen te zien, die naar hen luistert. Op
deze wijze kende Walter Mahier's ideeën als
kunstenaar vóórdat zij neergeschreven waren,
en hij heeft veel van wat Mahler hem in brie
ven en gesprekken overdroeg, zorgvuldig
vastgehouden (en wij zullen dat ongetwijfeld
terugvinden in het boek, dat Walter thans
overMahler bezig is te schrijven). Hij bezorgde
van Mahler's werken, een klavieruittreksel
der 1de en 2de symphonie en hij was wellicht
de eenige, die in staat kon zijn de nagelaten
9de symphonie af te werken zooals hij dat,
met de nauwkeurigheid waarmede hij steeds
Mahler's intenties in zich opnam, gedaan heeft.
Deze nauweurigheid kenmerkte ook verleden
Donderdagavond zijn directie der 1ste
symphonie. Het was een verwerkelijking
geheel volgens de aanwijzingen der partituur,
zooals deze angstvallige nauwkeurig aoor
Mahler zelf werden aangebracht. Dat open
baarde ons feitelijk een ander werk dan wij door
Mengelberg's directie kennen. Zonder iets
aan de bewonderenswaardige interpretatie,
die Mengelberg er van geeft, te kort te willen
doen ontkomt ook deze groote solist op het
orkest" naar zijn individueele geaardheid er
niet aan, een interpretatie van Mahler's 1ste
symphonie te geven, die toch zijn eigen
interpretatie wordt. En wat Mengelberg ons
niet geheel begrijpelijk heeft kunnen maken
(en dat wij overigens aan het werk zelf zijn
gaan wijten) n.l. de het gansche werk uit het
evenwicht stootend heftigheid der finaie, wier
uitbarsting van een ten diepste gewond hart,"
lijkheid, gods
dienst of politek
enkel schoon
heid heeft in de
waarde der kunst
te beslissen.
Verwey heeft
er op gewezen,
hoe in Lilith
reeds heel het
onveranderlijke
werkvanEmants
afgeteekend
staat in de re
gels, die tevens
de kern vormen
van het gedicht:
Al wie in d'arm
der wellust werd
geschapen,
Valt vroeg of
laat der wellust
weer ten prooi.
hoe hij zich
voor zijn per
soonlijke levens
beschouwing den
ouden Jehova
heeft moeten
omscheppen.
Ook ditjis het
bijzondere in den
dichter Emants,
dat hij de gave
bleek te bezitten
tot het breed
epische en dra
matische, dat de
tachtigers ver
geefs hebben getracht voort te brengen;
Kloos en Verwey hebben het nooit verder
dan tot fragmenten in de epische dicht
kunst gebracht.
Emants heeft leeren inzien, dat herediteit,
opvoeding,milieu, klimaat, allerlei omstandig
heden de persoonlijkheid onverbiddelijk vast
stellen, dat er van absoluut goed en kwaad
geen sprake is; het zijn, naar Taine's leer,
producten als suiker en vitriool. Overal
waar de kunstenaar in een karakteristiek
type of in een karakteristieken toestand een
kenteeken van zijn tijd ontdekt, heeft hij
recht toe te tasten. De verantwoordelijkheid
voor platheid of verhevenheid dier typen of
toestanden komt misschien op het publiek,
waarin die tijdgeest belichaamd is, niet op
hem die het den spiegel voorhoudt". Geen
offeranden aan behaagzucht, geen concessies
aan moraal, geen sparen of streelen van ge
voeligheden, geen willekeurige aesthetische
voorschriften. Ziedaar eenige ideeën die
Emants bij het schrijven van zijn werk geleid
hebben.
Door zijn geduldige, scherpzinnige waar
neming, zijn onmeedoogend zorgvuldige en
nauwkeurige analyse en diagnose van geeste
lijke ziekteverschijnselen, zijn onverstoorbaar
heid in het vaststellen van psychologische
feiten, zijn onyerbiddelijken waarheidszin
kreeg zijn werk in zijn koelen, strakken maar
klaren stijl, bijzondere gedegenheid en gaaf
heid. Zijn methode was niet nieuw. Emants
sproot rechtstreeks uit de leer van Taine en
uit het Fransche naturalisme. Toch heeft hij
een eigen karakter en het meest typische
daarin was zijn troostelooze, sceptische
wereldbeschouwing. Welk een tegenstelling
met den naturalist-romanticus Zola, die ten
slotte in heilig geloof aan schitterende levens
idealen een schoone wereld voor de toe
komst opbouwt. Emants heeft heel zijn leven
door wantrouwend tegen over het leven ge
staan, sceptisch vooral tegenover de vrouw
en de liefde. Dat deze onverschrokken
ontleder geen genoegelijke dameslectuur voor de
imiimiiiliiiliiiiiliHiiliiiaillliilllllliii
DE TANGER-KWESTIE
T tekening voor de Amsterdammer" door George van Raemdonck
portefeuille heeft voortgebracht, gezellige
bezigheid om den tijd te verdrijven, spreekt
van zelf. Integendeel hij heeft ze vanjzich
gestooten. Ze hebben j haar ziel in al haar
gruwbare naaktheid in zijn werk aanschouwd.
Hij was wel de meeste felle antithese tot den
charmeur Couperus, al begon ook deze mef
determinisme.
Voor wie vrij staat tegenover het zoeken
van schoonheid langs de meest verschillende
wegen, zal het werk van Emants juist door
die stoere hardheid, die ijzige vastheid van
weten, die koele eerlijkheid altijd werk van
groote beteekenis, typisch voor zijn tijd,
blijven.
J. PRINSEN J.Lz.
MODERNE KUNSTNIJVERHEID
IN HET KOL. MUSEUM
De Jubileumstentoonstelling in het Kolo
niaal Museum stond een hoekje in de hal af
voor de Moderne Kunstnijverheid conform
de plaats die de Nederlandsche Kunstnijver
heid bij het Regeeringsjubileum heeft inge
nomen en ongeacht de Wirtschaftliche
tendenzen" (de uitdrukking zal er wel inko
men) die de verschillende verheerlijkende ar
tikeltjes over jubileumsbordjes, vazen, pullen
en medailles hebben beïnvloed. De Neder
landsche Kunstnijverheid heeft bij dit jubi
leum geens kans gehad ik kijk nog altijd
met vreugde naar het prachtige
zwart-witoranjebordje dat Lion Cachet voor het
Kroningsfeest gemaakt heeft en dat door de meeste
schooljonget jes van vijf en twintig jaar geleden
al lang aan diggels gesmeten is. Maar zoover
zooais Mahler het eens omschreef, door het
voorafgaande niet gemotiveerd wordt en die
met haar schrille, schier realistisch-rauwe
wanhopigheid te stuitend contrasteert met
de romantisch-gekleurde voorafgaande deelen,
zette Walter, door de wijze, waarop hij deze
voorafgaande deelen dirigeerde opeens in een
nieuw licht. Wij hoorden nu een Mahler der 1ste
symphonie, minder universeel, minder
Olympisch-rustig, en overgoddeiijk in zijn
musiceerende natuur-vermeiing dan wij hem uit
Mengelberg's directie dier symphonie kennen,
luidruchtiger in zijn zangervreugde
vanWanderbursch in de natuur, nerveuser, kramp
achtiger, getourmenteerder ook in de tragi
sche gelatenheid, waarmee het kleine
Doodenmarsch" stuk in het 3de deel voorbij
schrijdt (zonder het lawaai van slagwerk of de
grappige versnellingen en potsierlijke accenten,
waarmede Mengelberg dit deel tot een illustra
tie maakt van het terecht door Mahler terug
genomen programma. De begrafenis van den
jager door de dieren van het woud". Wij voe
len in alles, ook in de sentimenteele luidruch
tigheid van het tweede deel, dat Walter
vlugger nam, naar het voorgeschreven tempo,
dan Mengelberg de spanning voorbereid, die
in de finale tot een reusachtige dissonant op
vaart en dan een wijle in een kreunende, en
doffe hopeloosheid verzinkt. Het werd
ontzaggelijk aangrijpend en deze vertolking van
Mahler's 1ste symphonie door Bruno Walter
klonk ook geweldig aan bij het publiek, dat
bijna niet meer tot bedaren kon komen in zijn
geestdrift.
Op zijn tweede concert deed Walter zich
als een voortreffelijk Mozart-dirigent kennen.
Een goudglanzende, teedere Rokoko-muziek
maakte hij van de bekoorlijke D. gr. t. sym
phonie, een heerlijk klinkend, melodieus en
vrijuit vloeiend spel van sierlijke, zingende,
toonlijnen. Het volmaakt geïnterpreteerde
trio van het behagelijke Menuetto werd een
kort liefde-moment op het zonnige Cythère !
Walter heeft gelukkig wel heel weinig
Duitsche tics en een warme, zuidelijke opvat
ting van muziek ! Het is zijn fort alle muziek
in haar eigen licht te zetten. Zoo maakte hij
van Schubert's Rosamunde"-muziek een
langzame, Weensche Biedermeieriade, van
Mendelssohn's Midsummernight-dream" een
eeht, ritselend, ruischend en overmoedig
phantasiestuk naar Shakespeare's geest, bevolkt
met een veelheid van aanduidende suggesties,
die wij er nog niet in gehoord hadden. Ook de
vertolking van Tschaikowsky's ouverture van
Romeo en Julia" overschreed nergens het
dramatische in dier mate dat het tot lawaai
ontaardde.
Twee solisten deden zich op de beide con
certen van Walter hooren: Walter Gieseking,
die wij reeds eerder besproken hebben en die
een wel rijkelijk van mooie passages voorzien
en interessanr, maar te lang, en zwak eindigend
nieuw pianoconcert van den laatsten roman
ticus" Hans Pfitzner speelde, met groote
vaardigheid en uitstekende kennis van de
klank-effecten van zijn instrument, en een
Amerikaansche violiste Amy Neill, die een
vioolconcert aan den Amerikaan C. Burleigh
voordroeg, volmaakt glad, maar ook volmaakt
langs ons heengaand (dit geldt zoowel voor de
muziek als voor de violiste).
Poulet kwartet
Het Parijsche Poulet-kwarter bracht ons
Zaterdagavond op het concert in de kl. z.
Concertgebouw, naast een minder gelukkig
gespeeld kwartet van Mozart (waarbij zich
ook snaren-pech deed gelden) en een mooi,
hoewel zeer on-Duitsch uitgevoerd kwartet
van Schuman, de kennismaking met het laatst
verschenen strijkkwartet van den modernen
Italiaanschen eomponist G. Francesco
Malipiero, een der jongeren uit de renouveau"
tegen het Italiaansche dramatische verisme.
Dit kwartet dateert van 1920 en is getiteld
Rispetti en Strambotti". Evenals de titel
Epigrammen en aphorismen" aan de
oudItaliaansche poëzie herinnert laat zich in
dit werk, zoowel als in ander wek van
Malipiero, de invloed der Italiaansche
volks-liederen wel opvallend gelden; zooals trouwens de
vermenging met de volksmuziek bij de mo
dernen veelvuldig voorkomt. Malipiero's
melodieën zijn vocaal gevoeld, doch geen
lyrisme meer van de opera-componisten oer
Napolitaansche school wordt er in deze muziek
aangetroffen. Het werk wijkt ook van aen
gewonen kwartetvorm af; het drukt zich on
middellijk uit, eenvoudig als een improvisatie,
een reeks korte stukken, die zich wel in arie
gedeelten laat scheiden, doch welke gedeelten
niet meer de rol der vroegere satzen voor de
eenheid van het werk vervullen. De viool
preludieert, de alt zingt een zwaarmoedige,
verteederde passage, afwisselend zet de mu
ziek in met het karakter van een serenade,
met guitaar-klanken of van een dans, een
veelheid van in elkaar overgaande stukken,
die klaar en rustig eindigt.
Een mooi werk, maar dat een Zuidelijke
bewegelijkheid en een Zuidelijke phantasie
vereischt voor zijn vertolking en waarin de
spelers van het Poulet-kwartet zich op hun
best hebben getoond.
PREMIÈRES BIJ DENATIONALE OPERA
Een Spaansch uurtje" van Kavel.
Een modern ballet-spronkfe van Matray.
De Nationale Opera gaf Dinsdagavond op
haar première in den Stadsschouwburg het
reeds lang beloofde werkje L'Heure
espagnole" van Maurice Ravel, en men mag zeggen,
dat dit een uitstekende daad is geweest,
die getuigt van een streven om thans ook het
moderne repertoire op de planken te willen
brengen na den eeuwigdurenden kringloop
der Cavalleria's, Fausten, Carmens en Trou
badours zonder welke kasstukken, het is
waar, een onvoldoende gesubsidieerde opera
niet kan bestaan.
iiitiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiilitlllliiilll
IIIIIIIIIIIIIIIII1IIIIH1IIIIIIIIIII
gaat de kunst, zullen we maar zeggen, dat
ze Madonna's in liberaal-Israëlitische gezinnen
en Lion's Kroningsbordjes in
vegetarischcommunistische huishoudens vrijgeleide ver
schaft, vanwege de nooit tendentieuse schoon
heid. Het is nu een kwarteeuw geleden dat wij
als schooljongens onverschillig bleven voor
het verschil tusschen een boterhammenbordje
en het prachtige maaksel van Lion Cachet en
het schijnt wel dat al die schooljongens van
vroeger in de eerecomité's en feestcommissies
van de Septembermaand hebben gezeten op
een kleinigheid na zijn wij naar huis gestuurd
rnet kunstvoorwerpen, waarmede zoo spoedig
mogelijk eenvroolijke keuken ingericht moest
worden; over nog eens vijf en twintig jaren is
er geen stuk meer over dat nog de moeite van
het krammen waard is. i
Wanneer ik zoo bekijkwat de leerlingen der
kunstnijverheidsschool Quellinus" gemaakt
hebben, dan vind ik het zonde dat er niet zoo'n
vijftienjarig jog als aesthetisch adviseur aan
het Centraal-eere of
algemeen-huldigingscomitéwas toegevoegd. Wanneer ik den
schreeuwenden cabaretneger gepasseerd ben, die de
ernstige bezoekers geenszins onverschillig
laat, kom ik een trap hooger in de Indische
afdeeling tot de conclusie dat eenige Dajaks
of Balineesche handwerkslieden tot minister
van schoone kunsten benoemd zouden moeten
worden, met de verplichting in de Nieuwe
Kerk voordrachten te houden over vijf en
twintig jaren en derzelver invloed op de Neder
landsche kunst". Voor Europeesche
Kunstambachtsbeoefenaars moet het om te huiveren
zijn wat deze Indische atnbachtkunstenaars
aan traditie en vaardigheid in hun mars hebben
maar de eersten hebben dit in ieder geval
vóór dat zij tradities gaan maken.
Waar de voornaamste bedoeling van deze
Kunstnijverheidsafdeeling is, door demon
straties van ceramischen,
grafischen^batiken vlechtarbeid het publiek nader te brengen
tot de kermis van deze vakken en het werk
van de Quellinusschool, heeft het geen zin de
verschillende werkstukken te bespreken. Er
wordt in het algemeen beter werk gedaan op
de school dan hier geëxposeerd wordt. Maar
dit hoekje van de tentoonstelling verdient
algemeene belangstelling, vooral de
vlechtafdeeling, die wel eenige nieuwe gezichtspun
ten opent.
JOH. L.
riiifimifffifiHifififffiimin
IfffHIlflIiiiiiilfffflIiiiiHIIIfll
NIEUWE UITGAVEN
Bij G. F. Théonville te Leiden verscheen,
in de bewerking van Dr. J. W. VAN ROOYEN,
het Grieksch Thema- en vertaalboek van
Prof. Dr. ERNST BACHOF. Een vocabularium
is aan dit leerboek toegevoegd. De bewerker
uit den wensch, dat dit boekje de lectuur
\ in de derde klasse van het gymnasium noge
^vergemakkelijken en verlichten. De
leerlinfgen toch treffen hier een aantal verhalen
lan, welke alle op de mythologie en
gefschiedenis betrekking hebben, over het
{algemeen niet te lang zijn en zoo zijn
verLjvaardigd, dat het geheel als een goede
injileiding op de'lectuur_7van Xenophon is te
Vbeschouwen.
TABAK
nog altijd de beste.
imiiiiiiiiiiiuiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiiiufmiiiifiifiiiifiuiiiiiiit'i"""""""
iiimiiiiiiiiijjiiiiiiiiu
Algem. Nederlandsche
Automobiel Mij.
FRANKENSTHAAT37.83I, 'S'GRAVENttAGE
IUIIIIIM Illllllllllllllllllllllllllllllll
L'Heure espagnole is een klein, lenig, vlug
comedietje in n bedrijf, op muziek gezet
door Ravel, en dat in zijn tijd het werd
gecomponeerd in 1907 ??een praeludium
mocht heeten voor de herleving van het
opera bouffe-genre, een petit rien" wat zijn
inhoud betreft, toch buitengewoon intelligent
en slagvaardig in de muziek zoowel als in ae
woorden. Een ware musikale commeaia aell'
arte", waarin de personen niet aan lange en
zware aria's vastzitten en ae muziek in korte
phrasen als een gebaar en licht als een veer
hun mond uitgaan. Zangers en orkest
musiceeren samen als in een spel. Zet niet tegen
het slot de contra-fagottist op vermakelijke
wijze de onvoltooid gebleven aria van c.en
bankier voort? Doch zulke effecten kunnen
slechts door groote fijnheid van een vak in
het banale worden gered !
De scène verplaatst ons in een
klokkenwinkel. Al dadelijk in het korte voorspel
maakt Ravel zich ae speeldoos-effecten van
tikkende, ratelende en musiceerende klokken
ten nutte voor zijn muziek (het is jammer dat
de Nationale opera er van af heeft gezien in
de stille scène bij open doek tijdens oit voor
spel ook op het tooneel de raderwerkjes en
de mechaniekjes der draaiende poppetjes te
laten loopen, zooals bij de opera te Parijs in
deze scène gebeurt).
DeklokkenmakerTorquemada heeft tot echtgenoote Concepcion, doch
deze vrouw bezit phantasieën voor andere
mannen, een dichter, dien zij aanvankelijk
voor het ideaal houdt, een dikken bankier,
dien zij met bijgedachten bemind en een
ezeldrijver, dien zij eerst heelemaal niet
bemint, doch die daarna zooveel zware klok
ken met verborgen minnaars er in de trap
op sjouwt tot zij in aanbidding valt voor zijn
biceps. Dit is de geheele intrigue, een humo
ristische intrigue van het recht van de sterke.
Ravel schiep met behulp van den tekst
van Franc-Nohain uit dit gegeven een schit
terend staal van muzikaal-dramatische klein
kunst, feitelijk meer kamermuziek dan opera,
en dat ongetwijfeld een lichtere toets had
verlangd dan onze Nederlandsche uitvoerenden
er aan vermochten te geven.
Niettemin moet men allen lof hebben voor
de zorg waarmede de Nationale opera dit
werkje, in Nederlandsche vertaling van
Balthazar Verhagen, heeft uitgebracht. Hoewel
de regisseur Hans Strohbach de aankleeding
een eeuw had vervroegd het spel speelde
bij hem in de 17eeeuw, in plaats van inde 18e,
zooals staat voorgeschreven was het duide
lijk, dat men zijn best had gedaan een verbe
tering te brengen in de ongetwijfeld voor
verbetering vatbaar zijnde regie der Nationale
opera. De personen op het tooneel zongen en
speelden, zooals reeds gezegd, allen iets te
zwaar, te weinig pittig, doch waren om hun
partijen wel berekend. In het aardige slot
kwintet, de muzikale clou van het stuk,
kwamen zij het best naar voren. Cornelis
Brongeest was Ramiro, de muilezeldrijver,
Gretha Santhagens Concepcion, Max Dekker
de poëet, Martin van Reen de dikke bankier,
Blitz Torquemada, de klokkenmaker.
Bijzondere vermelding verdient nog de lei
ding van Richard Heuckeroth, die orkest en
zangers in n vaste groep hield en met het
orkest prachtig en ad rem musiceerde.
Als tweede noviteit kregen wij te zien een
modern ballet-sprookje geënsceneerd door den
nieuwen balletmeester Ernst Matray, met
medewerking van eenige dansers en danse
ressen uit de balletten der Weensche en
Berlijnsche opera, op muziek van Sanüor Laszlo.
Dit ballet van Ernst Matray was geënsceneerd
als een levend stel porceleine poppetjes, wat
altijd bekoorlijk werkt, en werd in dat karak
ter ook goed door de dansers en danseressen
volgehouden. Uitstekend deden de faun met
zijn kwispelstaart en vervaarlijk springen
(Matray) en cle danseres Iris met haar rok
als een tea-cosy (Maria Marlo). Alleraardigst
speelden de vrijers; de rijke vrijers vol barsten
en bekrompen hoovaardij, de arme vrijer
Fortunat schuchter en sympathiek als het
jongetje in Wonderland. Er zat stemming in
het gehee!, de atmosfeer was wel erg Duitsch,
doch daarin had men althans zeer kundig de
illusie bewaard weten te houden.
Jammer dat de dansmuziek van Laszlo hier
en daar erger bleek dan van een café-chantant.
Overigens bracht dit klein pantominetje een
aardige en geslaagde afwisseling tusschen
Ravel's Spaansch uurtje" en Cavalleria
Rusticana", dat na de pauze volgde.
CONSTANT VAN WESSEM
iiiiiiiffijiiiiiiiiiiijiijiiiiifiiijijimiiiiiijiiifiiiiiiiiijifiimmimiiijjiimiij
Rheumatiek
Folterende steken van Rheumatiek
en andere pijnen, worden onmiddel
lijk tot bedaren gehr.icht door eene
kleine hoeveelheid Sioan's Liniment.
Het werkt als een toovermiddel
inwrijven onnoodig het dringt
door.
b j :ilh- Apoihekerr, en