Historisch Archief 1877-1940
N°. 2418
Zaterdag 87 October
A°. 1928
DEAMSTERDAMMER
WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Onder Hoofdredactie van O. W. K E R N K A M P
Redacteuren: H. BRUGMANS, TOP NAEFF, G. NOLST TREN1TÉen H. SALOMONSON
Secretaris der Redactie t C. P. VAN DAM
UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF
Prijs per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. f 0.25.
Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam
Advertentiën f 0.75 per regel plus 20 cent dispositiekosfen |
INHOUD: l .Onder hoogen druk, door Prof
Dr. G. W. Kernkamp --- Moreele factoren in
den oorlog, door Dr. L. H. Orondijs 2. In
memoriam J. van Wageningen, door Prof.
A. W. de Groot -»- Jodenhaat in Duitschland,
door C. Eitje De VII Ie Olympiade en de
Kunst, door H. J. M. Walenkamp Czn.
Nice fellows, door H. Dunlop Mussolini's
dictatuur, teekening door Jordaan 3.
Spreekzaal Vol au Vent, door Hans
Ludificor 5. Voor Vrouwen (red. Elis. M. Rogge):
Bijkomstigheden, door Annie Salomons
Een Italiaansch kindertijdschriftje, door A. G.
B. Uit de Natuur, door Dr. Jac. P. Thijsse
6. Het Museumwezen in Sovjet-Rusland,
door Nico Rost Nieuwe fransche boeken,
door Dr. Joh. Tielrooy 7. Op den Econ.
Uitkijk, door Jhr. Mr. H. Smissaert Muziek
in de Hoofdstad, door Constant van Wessem
Felix Timmermans, teekening door Is.
van Mens Dierstudie, teekening door H.
Verstijnen 8. Schilderkunstkroniek, door
A. Plasschaert en Mr. M. F. Hennus Rus
sisch Theater, teekeningen door Roland
Dramatische Kroniek, door Top Naeff
Ruize-Rijm, door Charivarius, met teekeningen
door J. W. Bloem, Charivaria, door Chari
varius Taaiverwoesting, door Dr. C. F.
Haje De weigering van subsidie aan de
Nederlandsche Opera, teekening door Joh.
Braakensiek 10. Reflexen, door Zig-zag
Onze Puzzle Indische glimwormpjes, door
H. Veersema Uit het Kladschrift van
Jantje Feuilleton: Jean, door Jan Boon
Omslag: Humor en politiek uit buitenlandsche
tijdschriften.
Bijvoegsel: Beieren en Saksen ongelijk be
handeld door de Duitsche regeering, teekening
door Joh. Braakensiek.
Illllllltlllllllll utinmiimii
ittiiiiiiiHuiiiiiiiiiiiiiniiliimn
ONDER HOOGEN DRUK
Toen wij hier, drie weken geleden,
over De politiek en de vlootwet"
schreven, moesten wij reeds de vrees
uiten, dat hij de eindsteinming over
die wet redenen van partijpolitiek den
doorslag zouden geven.
Den doorslag want de heide scha
len waren ongeveer even zwaar belast;
het aantal stemmen van de overtuigde
vóór- en tegenstanders hield het even
wicht; naar welken kant het tongetje
van de halans ten slotte zou uitslaan,
hing af van enkelen, die hunne stem
door de eisclien van de politiek zouden
laten bepalen.
Met die enkelen waren dan de Katho
lieke Kamerleden bedoeld, die de wet
eigenlijk afkeurden, maar misschien
zich nog zouden laten overhalen er
vóór te stemmen.
Daarmede was niet gezegd, dat bij de
overige Kamerleden de politiek buiten
het geding bleef; wij wezen er dan ook
op, dat noch de antirevolutionaire of
christelijk-historische beginselen de le
den dezer Kamerfracties tot een een
parig votum vóór, noch die van den
Vrijheidsbond de volksvertegenwoor
digers dezer partij tot een eenparig
votum tegen de wet noopten. De gelijk
gezindheid, die in elk dezer
Kamerclubs heerschte, deed reeds vermoeden,
dat de stille kracht der politie.k aan het
werk was geweest.
De stille kracht daarom kan het
bewijs van hare werkzaamheid niet
worden geleverd. Wie de vlootwet ver
dedigt of bestrijdt met argumenten,
aan de zaak zelve ontleend, hem moge
men er soms van verdenken, dat hij de
eigenlijke reden van zijn vóór of tegen
niet noemt, aantoonen kan men dit
niet. En dan zijn er altijd nog de zwij
gers, van wier motieven men heelemaal
niets verneemt.
Maar al is het waarschijnlijk, dat ook
de stem van vele andere kamerleden
niet onafhankelijk van politieke over
wegingen wordt uitgebracht van de
straks bedoelde Katholieke tegenstan
ders der wet was het zeker, dat zij in
tweestrijd zouden verkeeren, of zij naar
hunne overtuiging, dan wel volgens het
gebod der politiek zouden stemmen.
Onzeker was alleen nog de uitslag van
dien tweestrijd.
Zoo was het drie weken geleden, en
zoo is het nog op het oogenblik, dat wij
deze regels schrijven.
Misschien heeft, wanneer dit num
mer verschijnt, de eindstemming over
de wet reeds plaats gehad; misschien
zal de beslissing eerst in de volgende
week vallen. Maar hoe dat ook zij,
reeds nu kan men zeggen, dat de poli
tieke druk, die op deze beslissing wordt
uitgeoefend, zeer zwaar is geworden.
Wij denken hier aan het bekende be
richt van Het Vaderland, dat gehand
haafd bleef na een tegenspraak, die
trouwens de kern van de inededeeling
niet raakte.
Het eerste gedeelte daarvan: de aan
kondiging dat het kabinet-Ruys, bij
verwerping der Vlootwet, in zijn geheel
zou aftreden, zal niemand van zijn stoel
hebben doen vallen. Was iets anders
te verwachten van een Regeering, die,
in haar brief aan den Voorzitter der
Tweede Kamer, opschorting van de
behandeling der wet onverantwoordelijk
noemde? Gaf zij daarmede nietreedste
kennen, dat zij deze verantwoordelijk
heid alleen zou kunnen blijven dragen,
wanneer die wet niet alleen onverwijld
behandeld, maar ook aangenomen werd?
Trouwens, gesteld eens dat het kabi
net in zijn geheel zich een eventueele
verwerping der Vlootwet niet zou'aan
trekken, maar dat alleen die ministers
hun ontslag zouden indienen, die recht
streeks door zulk een votum zouden
worden getroffen hoevelen zouden
reeds dan niet afscheid moeten nemen
van hun kamerbewaarder?
De ministers van Marine en Koloniën
zouden zich natuurlijk geen oogenblik
behoeven te bedenken; evenmin die
van Financiën, die immers juist in het
kabinet gehaald is, omdat zijn voor
ganger niet van de Vlootwet wou weten.
Ook de minister van Buitenlandsche
Zaken zou moeilijk kunnen doen, alsof
het geval hem niet raakte: is, in het
wezen der zaak, de beslissing over de
Vlootwet niet een beslissing over onze
buitenlandsche politiek?
En zou minister Ruys, die reeds bij
de interpellatie-Troelstra heeft ver
klaard, dat wij niet waard zijn als zelf
standig volk te blijven voortbestaan,
indien wij de kracht missen om ons
recht te verdedigen", dat wil in dit
geval zeggen: indien deze Vlootwet
wordt verworpen zou hij Gods water
over Gods akker kunnen laten loopen?
Ook wanneer niet het gelieele kabinet
zijn lot aan dat der vlootwet wilde ver
binden wat zou er van dat kabinet
nog overblijven, als de genoemde mi
nisters heengingen?
Maar, na al het gebeurde, spreekt het
o.i. van zelf, dat, bij verwerping der
Vlootwet, of het geht.-,^ kabinet af
treedt, óf een Kamerontbinding plaats
heeft.
Verrassends _was er dus niets in de
eerste helft van het bericht van Het
Vaderland; onbehoorlijk kan men het
alleen noemen, wanneer deze inede
deeling aan de Katholieke Kamerfractie
is gedaan, met de bedoeling pressie uit
te oefenen op de besluiten, die zij in
hare vergadering zou nemen.
Van veel meer belang was echter liet
tweede gedeelte: de aankondiging, dat
iiiiimiiiiiiiiiiitiiiiiimimiiiiRiiiHiiiiiiiiiiiiiii
MOREELE FAKTOREN IN
DEN OORLOG
Men heeft gedurende den oorlog voor de
vaderlandsliefde en het uithoudingsvermogen
van den Franschen soldaat,voor het improvisa
tievermogen -zijner chefs, een verbaasde
verwondering getoond, welke verre van
vleiend was voor het Fransche leger. De
Fransche pers had trouwens aan deze gevoe
lens voedsel gegeven door het uitstooten
der belachelijkste verwenschingen tegen
Duitschland's langdurige voorbereidingen voor
den oorlog. Een land dat zich beklaagt,
vijfenveertig jaren lang te hebben geleefd
onder de bedreiging van een sterken buurman,
behoorde tot den krijg gereed te zijn. Ziet
men tegen de onkosten en de overige offers
op, welke aan de organisatie vaneen zoo krach
tig mogelijke weermacht verbonden zijn, dan
blijft er niets over dan zich te Tibetaniseeren,
en op een naburige weermacht te parasiteeren.
In zijn laatste werk beschuldigt generaal
Cherfils 1) het Fransche demokratische regiem,
alle legerdiensten te hebben verwaarloosd
en de dwalingen te hebben aangemoedigd,
waarmede de generale staf den veldtocht
heeft aangevangen.
De voornaamste stelling van zijn werk is
deze: Frankrijk, door de zwakheden van
zijn regeeringssysteem, door de fouten van
zijn generalen staf, door het verraad van
een aantal politici naar den ondergang gedre
ven, is door een reeks van wonderen juist
aan den rand van den afgrond tot stilstand
gebracht. Men moge aan andere verklaringen
de voorkeur geven, de door -den schrijver
vregaderde feiten zijn er niet minder belang
rijk om.
,,De goevernementen waren gewoon, de
ministers van oorlog te kiezen onder de
generaals die weigerden aan een oorlog te
gelooven." Voor de bezetting der hoogere
legerposten had men zoo weinig gelet op de
militaire bekwaamheid (des te meer op de
politieke plooibaarheid) dat de opperbevel
hebber gedurende de eerste maand van den
oorlog vijftig generaals aan den dijk heeft
moeten zetten en Limogeeren 2) wegens mili
taire onbekwaamheid". Terwijl het Duitsche
leger bij de oorlogsverklaring over 50.000
machinegeweren beschikte, had het Fransche
leger er slechts 2500". Men weet dat het
Fransche leger eerst in Juli 1916 over het
zware snelvuurgeschut beschikte, waarmede
de Duitschers in 1914 den veldtocht hebben
geopend.
Het gebrek aan voorbereiding deed zich
overal gevoelen. Een artillerieofficier kreeg
den 3en September bevel het kommando
te aanvaarden over vier batterijen, welke
juist naar La Queue-en-Brie waren getrans
porteerd met het oog op de verdediging der
hoofdstad. Geen enkele der aanwezige
landweerofficieren had er het minste idee van,
hoe met de stukken om te springen. Er
waren noch planchettes noch kaarten. De
soldaten waren zoo weinig krijgshaftig dat
zij op het hooren van een motocyclette,
waarop een officier naderde, het bosch in
vluchtten. Er was gerekend op 100 schoten
per kanon. Doch had de vijand de hoofdstad
genaderd, dan zou het onmogelijk geweest
zijn, ook maar een schot af te vuren."
Blijkens door de sovjets gepubliceerde ge
heime rapporten van Sazonof aan NikolaasII,
was de Engelsche regeering reeds vóór 1912
door den Franschen staf van de mogelijkheid
eener verkrachting der Belgische grens in
kennis gebracht, en had voor deze
eventualiteit 100.000 man ter verdediging der Belgische
grens beschikbaar gesteld. Desniettegenstaan
de nam dezelfde Fransche staf in zijne bere
keningen aan, dat 's vijands rechtervleugel
de lijn Malmédy-Huy niet zou te buitengaan,
en de vestingwerken van Lille zijn, met mede
werking van den staf, als nutteloos voor
's lands verdediging ontmanteld. Later heeft
Lille, van zijne vestingswerken ontdaan, van
aktieve troepen en geschut ontbloot, met een
tijdelijke bezetting van drie bataillons
landweer en zes eskadrons kavallerie onder een
majoor drie dagen tegen twee Duitsche leger
korpsen standgehouden. Men gevoelt welke
rol de vesting Lille, zonder civiel en parle
mentair geknoei, tijdens den veldslag aan den
Yser had kunnen spelen.
Er heerschte voor en tijdens den krijg een
noodlottige vermenging van staatkundig en
militair leven. Alsof vijftien jaren van
antimilitaristische politiek niet voldoende de paci
fistische bedoelingen der Fransche regeering
hadden bewezen, gaf het ministerie-Viviani
den 2en Augustus bevel, alle troepen tot
tien kilometers van de grens terug te trekken."
Met name in de Vogezen heeft het Fransche
leger zoodoende een geheele rij van heuvel
toppen prijsgegeven, welker herovering later
veel kostbaar bloed gekost heeft. Tegenover
parlement en publiek heeft
VivianiBombasticus het doen voorkomen alsof deze
maatregel noodzakelijk ware geweest om aan
het edele Engeland" te bewijzen, dat alleen
de booze moffen schuldig" waren en
OrootBrittannië's historische roeping als beschermer
aller bedrukte volkeren het tot hulp aan
Frankrijk verplichtte. Er hoort naieviteit
toe om aan te nemen dat de Britsche wereld
macht de geweldige machineries van vloot
en leger zou in werking stellen, alleen om de
misdaad te bestraffen en de onschuld te
beloonen. England has no eternal A/lies, il
has only eternal interets". De bezetting van
België's grondgebied door Duitsche troepen
was een voldoende schending der als traditi
oneel beschouwde waarborgen voor 's lands
zekerheid om de oorlogsverklaring aan Duitsch
land te motiveeren. Het staat nu vast, dat
Viviani eenvoudig heeft gehoorzaamd aan eene
(landsverraderlijke) pressie der socialistische
partij die bij monde van Jaurès en Malvy
Frankrijk's vredelievendheid wilde bewijzen aan
den Duitschen sociaaldemokratischen vader
lander Muller, die -?- bij toeval natuurlijk ?
op den l en Augustus te Parijs was.
Men onderschatte de krijgsmanswaarde van
den Duitscher, men overschatte de natuurlijke
offensieve gaven van den Franschen soldaat.
Vertrouwende op een geheimzinnig
aanvalsvermogen van het ras" was de Fransche staf
besloten tot een offensief op groote schaal
onmiddellijk na het uitbreken van den krijg.
In plaats van de z.g. aktieve regimenten,
waarin echter het aktieve element verdronken
was onder de reserves, voorloopig in defen
sieve positie's te gebruiken, stuurde men ze
op onderscheidene punten aan het front,
over open vlakten, /.onder voldoende
artilleristische voorbereiding, tegen prikkeldraad
versperringen en tegen ontelbare machine
geweren den dood in, en heeft zoo in den
beslissenden krijgsaanvang menige hopelooze
paniek voorbereid.
Aan den anderen kant was b.v. op den lüen
Augustus het bestaan van 10 vijandige leger
korpsen aan het hoofdkwartier, dat de stelling
aller Duitsche eenheden meende te kennen.
onbekend gebleven. De waarnemingen der
vliegcniers die in het begin van Augustus den
overtocht van 400,000 man over de Maas rap
porteerden, werden in den wind geslagen.
De eerste vier weken van den oorlog ken
merkten zich door een reeks van fouten in
het leiderschap, door een zekere slapte in het
leiderschap, waaraan men het nu pijnlijk vindt
terug te denken. De vesting Maubeuge heeft
zich na twaalf dagen overgegeven, na slechts
een tiende deel van haar garnizoen te hebben
verloren: een resultaat dat in het bijzonder
Japanners met stomheid slaat. Maubeuge
heeft zich natuurlijk oneindig beter gedragen
dan Namen of Antwerpen, maar als men het
gewicht der vesting en de lichtvaardigheid
der overgave bepeinst, kan men niet zonder
eerbiedige bewondering terugdenken aan den
Hollandschen bevrijdingsoorlog (ik zonder de
geordende veldslagen uit), aan de belege
ringen van Naarden, Haarlem, Alkmaar,
wier verdedigers geene beroepssoldaten waren,
maar burgers, zonder helmen of kurassen,
enkel zeer gewoon volk, meest als visschers
gekleed."
Hoe is, na zooveel mistasteu en hardnekkig
dwalen, na eene hier en daar zoo duidelijk
merkbare instorting der krijgsmoraal, als een
twee wekenlange terugtocht noodzakelijk niet
zich meebrengt, de overwinning aan de Marne,
de leiders der anti-revtilotionaire en
christelijk-historische partijen de coali
tie met de Roomschen zouden opzeggen,
wanneer, mede door toedoen van een
aantal Katholieke Kamerleden, de
Vlootwet geen meerderheid zou kunnen
verwerven; de aankondiging dus tevens,
dat men, bij aftreden van het
kabinetRuys, zich er niet mede zou behoeven
te vleien, dat er toch weer een coalitie
kabinet zou kunnen worden gevormd.
Dit was niets anders dan een dreige
ment. De Katholieke Kamerleden, die
tegen de Vlootwet wilden stemmen,
werden nu belast met de verantwoorde
lijkheid, dat hunne stem niet alleen het
kabinet-Ruys ten val zou brengen,
maar ook een einde zou maken aan het
leven der coalitie.
Hoe zou men wenschen, dat de Ka
tholieke Kamerleden, tot wie dat drei
gement werd gericht, voet bij stuk
hielden !
Hoe zou men afgescheiden van het
oordeel over de wet zelf zich kunnen
verheugen over de indiening der Vloot
wet, wanneer die de ontbinding der
coalitie ten gevolge had en daardoor
dus de mogelijkheid werd geopend voor
een samenwerking van partijen op
redelijker grondslag dan dien van een
gemeenschappelijke christelijke belijde
nis, die immers wie kan het, na de
ervaring van de laatste vijf jaren, nog
ontkennen? niet de minste waarborg
biedt voor gelijkgezindheid zelfs in
belangrijke vraagstukken van
practische politiek?
En hoeveel temeer reden tot vreugde
zou er zijn, wanneer de ontbinding der
coalitie nog een gevolg van veel verder
strekking zou hebben dan het zooeven
genoemde, n.l. een geheel nieuwe partij
formatie, waardoor in ne partij zou
den worden samengebracht niet zij,
wier godsdienstige of kerkelijke gezind
heid dezelfde is, maar zij, die overeen
stemmen in meening omtrent de maat
schappelijke vragen van onzen tijd !
Maar wij zien het nog niet gebeu
ren !
In de eerste plaats is het niet zeker,
of het aantal Katholieke Kamerleden,
die uit overtuiging tegen de Vlootwet
zouden willen stemmen, groot genoeg
is om, zoo zij naar deze overtuiging
handelden, de wet te doen verwerpen.
Zelfs indien zij zich door het politieke
dreigement niet lieten intimideeren en
iiiiiiiiiiitMiiiliiitiiiiiiiiiiniiiiiiiiitiiiiiiMttiiiiiiiiiiiliiiii Miiiiiiiiiiimiiiiiiliiiiiii
het eerste keerpunt, mogelijk geweest? Op
deze vraag geeft gen. Cherfils een drieledig
antwoord: onbegrijpelijke fouten van den
vijand, een schitterend improvisatievermogen
der Fransche leiders, de krijgshaftigheid der
troepen.
Gen. Cherfils geeft merkwaardige voorbeel
den van strategische en taktische fouten door
de Duitsche legerbevelhebbers begaan. Hij
weegt verder zorgvuldig, doch met ongelijke
welwillendheid, de verdiensten der bevel
hebbers, Joffre, de Castelnau, Pótain, Nivelle,
Foch, Gouraud, Mangin en anderen, af.
Aan sommigen onder hen v erwijt hij dwa
lingen, aarzelingen, koppigheden, welke nood
lottig hadden kunnen worden. Maar telkens
als leger en land in gevaar schenen te
verkeeren, veegde een machtige bezieling, die
als een gestadige onweerstaanbare ademtocht
uit de diepten der geschiedenis scheen op te
waaien, al deze zwakheden weg. En ieder
dezer chefs heeft op zijne beurt, in den nacht
en het onweder, den fakkel der Overwinning
omhoog geheven, en er gedurende een oogen
blik eene onsterfelijke episode mede besche
nen, alvorens hem aan zijn opvolger over te
reiken.
Over Foch een uitnemend geschreven hoofd
stuk. Foch is niet alleen een talentvol pro
fessor der krijgswetenschappen, maar een
groot karakter, onafhankelijk van alle gods
dienstige en staatkundige partijen, een der
zeldzame mannen zonder vijanden. Men
spreekt dikwijls van Foch als den grand
soldat". Meestal is het onzinnig een legerbe
velhebber, tenzij hij bewijzen van
leiderseigenschappen in krijgsgevaar gegeven heeft,
een ,,soldaat" te noemen. Verbonden zijn
aan een legerstaf is zoo ongeveer een burger
lijke betrekking bekleeden; ik heb generaals
van naam gekend, die zich niet onder vuur
waagden. Maar Fuch heeft in honderden
gevallen, als de sterksten begonnen te weifelen,
aan anderen bezinning en geestkracht her
geven, aan maarschalk French, koning Albert,
en anderen. Men kan zich niet ontveinzen,
dat hij een groote klaarheid en onverschrok
kenheid van geest bezit, dat deze hem ook
in het nijpendst lijfsgevaar niet zouden hebben
verlaten.
Maar het is niet mogelijk door de uitnemende
leiding van de chefs alleen, den herhaaldelijke!!
wonderbaarlijke!!" omkeer van Frankrijk's
krijgskans te verklaren. Beter dan wie ook
heeft een ,,erfvijand", Moltke II, het wonder
der Marne aangewezen. Eind 1918 zeide hij
aan den Zweed Christianson: De beslissende
reden van onze nederlaag, gewichtiger dan
het gebrek aan munitie enz. is het buiten
gewone vermogen van den Franschen soldaat
om plotseling zijne geestkracht samen te
rapen. Men kan voorzien dat de compagnieën
X., Y., en Z. zonder een voetbreeds te wijken,
tegen stemden, zou het de vraag zijn of.
er een meerderheid tegen de wet zou
zijn. Ook in dit geval zou de beslissing
nog een dubbeltje op zijn kant zijn:
van een ernstige verkoudheid of een
andere reden van verhindering van
slechts enkele Kamerleden zou het-lot
der wet afhangen !
Zoodat vurige vóór- of tegenstanders
in de verleiding zouden kunnen komen,
gebruik te maken van dergelijke midde
len, als, volgens de getuigenis van
Coenraet Droste, in den tijd van onze Repu
bliek soms werden aangewend om, als
een beslissing in de vroedschap van
ne stem kon afhangen, de tegenpartij
te verzwakken door de afwezigheid van
enkelen, op wie zij rekende: het ver
zetten van de klok; het, op den vorigen
avond, te gast nooden van enkele-
heeren aan boord van een jacht, dat ver
volgens zee koos (dit geval speelde
natuurlijk in Zeeland); of wel: het
omkoopen van een bierbrouwersknecht,
die zijn patroon, tevens lid van den
raad, kwam aanzeggen, dat er een
nieuwe lap op de brouwkuip moest
worden gelegd, en, toen deze een leer
had gehaald en in den ketel was ge
klommen voor een onderzoek in loco,
de leer weghaalde zoodat zijn baas er
niet meer uit kon en de raadszitting
verzuimde.
Maar zulke dingen gebeuren in
onzen tijd niet meer ! En de tegenstan
ders der Vlootwet zouden vermoedelijk
hun doel nog niet bereiken, wanneer zij
op deze, of soortgelijke, meer moderne
wijze (oplichting door auto-bandieten
zou b.v. in aanmerking komen) n of
twee voorstanders buiten de Kamer
hielden.
Want het dreigement zal zijn effect
wel niet missen.
Het vooruitzicht dat zij met hun
tegen" de coalitie om hals zouden
kunnen brengen, zal sommige Katho
lieke Kamerleden nog juist bijtijds
weerhouden van rebellie tegen de partij
leiding, j
Zoodat zij, al is het dan ook bedrukt
immers onder hoogen druk hunne
medewerking niet zullen onthouden
aan het bereiken van het drieledige
doel: aanneming van de Vlootwet, ver
lenging van den levensduur van het
kabinet-Ruys, bestendiging van de
coalitie.
KERNKAMP
zich op een bepaalde plaats gedurende een
bepaalden tijd laten doodschieten, en men
leidt daaruit de noodige gevolgtrekkingen af.
Maar dat manschappen die tien dagen lang
hebben teruggetrokken en hier beefde de
stem van den spreker - dat manschappen
die halfdood van vermoeienis zijn neergevallen,
op eenmaal het geweer ter hand kunnen
nemen en onder trompetgeschal den vijand
opnieuw te lijf gaan, dat is iets waarmee wij
nooit geleerd hebben rekening te houden"... .
Het is volkomen onzinnig aan te nemen met
Victor Margueritte, dat de Fransche
soldatenziel aan het vuur der revolutie hare uitnemende
harding dankt, of met Tardieu, dat de krijgs
haftigheid van het Fransche leger door de
idealen van Recht en Menschenliefde is in
geboezemd. Dat zijn alles praatjes voor den
engelenbak. En ook generaal Cherfils ontwijkt
de moeilijkheid door aan te nemen dat de
Voorzienigheid ter wille van de oudste Dochter
der Kerk, en uit tegenzin jegens de
Germaansche eerzucht in de gevechten zou hebben
ingegrepen, alsof ze maar een heel gewone
Olympische Demioerg was.
Ziet men van een inmenging der eerste
oorzaken" of van mystieke impulsie's" af,
dan blijven ter verklaring der karaktereigen
schappen van een volk, de invloed zijner
geschiedenis over. Een volk waarvan reeds
Cato de krijgshaftigheid roemde, en dat de
verzachtende invloeden der Semitische heresie
welke het eigenlijke Christendom is, alleen
heeft toegelaten na het ideaal der lijdzaamheid
geheel en al te hebben getransformeerd in
een ideaal van geestdrift, welsprekendheid
en heidendom, heeft uit de diepten van zijn
verleden en uit de deugden zijner dynastieën
een vonk van hoogere bezieling medegekregeii,
die wel door de zwakheden van een
regeeringsstelsel en de dwalingen van eene staatkunde
kon worden verduisterd, maar die in de
schaduw van de wanhoop en de nederlaag
opnieuw tot een heldere vlam is uitgegloeid.
L. H. G R o N D ij s
l) Gen. Cherfils, La guerre de ia d
livrance (3 tömes, de Gigord, Paris). (Gen.
Cherfils is een gewezen hoogleeraar aan de
Hoogere Krijgsschool te Parijs).
2) Deze generaals werden allen in de
provinciestad Limoges onder kamerarrest ge
steld. Had de Groot vorst Nikolaas hetzelfde
gedaan aan het Russische front, dan had hij
zich vele onaangenaamheden bespaard.
3) Men heeft aan Victor Margueritte zijn
kommandeurskruis van het Legioen van eer
ontnomen, niet alleen wegens zijn Gargonne"
maar vooral ook wegens zijn ,,An bord du
gouffre".