Historisch Archief 1877-1940
v.
?f
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
3 Nov. '23. - No. 2419
BERLIJN?DRESDEN
Teekening voor'?de Amsterdammer" door jordaan
,,Berliner Bolle
Bolle
Maar de veranderde stand van zaken dwingt
Engeland wel tot een ontzaglijk intense en
nooit onderbroken presf/ge-politiek. Er zit
soms iets zenuwachtigs in deze voortdurende
imperiale activiteit. De Prins van Wales
naar Canada; een imperieele conferentie te
Londen; en ook in de raadsvergaderingen van
de Engelsche regeeringsmannen en diplo
maten speelt zich een voortdurend
pourparleeren af, een consulteeren en onophoudelijk
nagaan van wat die bewindsman uit het oosten
en die uit het westen er over denkt.
Hoeveel te ernstiger wordt dit alles nog,
nu de koloniale gebieden het moederland
economisch uit den brand moeten helpen,
markten voor zijn industrie, land voor zijn
werkeloozen, havens voor zijn scheepvaart
moeten bieden. Protectie, imperieele
tariefpolitiek", is nu de nieuwste leuze, die aan den
horizon licht brengen moet.
Tastbaar element van deze steeds intenser
wordende presfige-politiek is voor,Engeland de
Vloot. De vloot als vreedzaam machtsmiddel.
De vloot, die steeds op ingetogenheid, maar
tevens op alomtegenwoordigheid wordt ge
traind, en die in alle dominions de vitaliteit
van het moederland moet getuigen.
De Britsche politiek is vreedzaam bij uit
stek. Er is van behoefte aan oorlogsparaatheid
geen sprake. Zonder beknibbelen zou Engeland
morgen weder een gezond en blozend Duitsch
land tegenover zich in het leven roepen. Zon
der morren heeft het te Washington, twee jaar
geleden, de royale rol gespeeld, en Japan de
eerste plaats aan de Stille Zuidzee gegund.
De Britsche steunpunten" zijn daar
opgcru:md. Maar, aanstonds is er toen reeds
bijgezegd,dat men de grens der onttakeling
oostelijk van Singapoer liggen liet. En nu
wordt Singapoer versterkt. Waarom alweer.'
Uit achterdocht jegens Japan? Uit
nervosiBolle
Bolle
teit ten aanzien van de Vereenigde Staten?
Uit onzekerheid omtrent mogelijk oorlogsge
vaar? Neen, niets, van dat alles valt te zien.
Wanneer ten onzent aan de
vlootverzorging, en aan de versterking van Singapoer,
geheimzinnige beteekenis toegekend wordt,
is dit omdat men zich n factor niet in kan
denken, namelijk de noodwendige
prcstigepolitiek van een groote mogendheid als het
Britsche Rijk. Daarvoor is Singapoer een punt
bij uitnemendheid, aan gansch Indiëen
Achter-Indiëalsmede Australië, in het oog
vallend, zonder tegenover de Stille Zuidzee
agressief te zijn. Voor een kleine mogendheid
is er derhalve nog geen aanleiding, zich tut
weermachtsorganisatie tegen mogelijke agres
sie genoopt te voelen, omdat Engeland een
vlootpolitiek voortzet, die meer imperieele
dan internationale beteekenis heeft.
Internationaal-politiek gesproken is de Stil
le Zuidzee heden ten dage een voor afzienbaren
tijd een in waarheid pacifiek gebied. De toe
stand van Europa werkt op dit gebied terug.
Georganiseerd economisch leven in ons we
relddeel deed spanning van belangen
sferen ontstaan in het oriënt, spanning die tot
complicatie's aanleiding geven kan, zoo er niet
uitstekend wijze leiding aan gegeven werd en
onderling overleg tegenover stond. Vermoeid
heid en versteldheid in Europa evenwel,
laten het Oosten rustiger. En dit is de
toestand van het oogenblik. Hij moge uit
een productie-oogpunt niet het prof ij
tclijkst zijn, hij vermindert in elk geval de kans
op groote internationale ontwikkelingen. De
conferentie te Washington is daarvan reeds
het onmiddellijke uitvloeisel geweest. Door de
wegneming van het Engelsch- Japansche
verbond, door de inleiding van een redelijke
China-politiek, en door een breed beroep op de
Japansche verantwoordelijkheid, is sindsdien
HET O.L. VROUWE GASTHUIS
In de vijftiende eeuw stond aan de
Nieuwendijk te Amsterdam een complex gebouwen,
welke het Lieve Vrouwe Gasthuis vormden.
Dit gasthuis bevond zich ter hoogte van
de tegenwoordige Nieuwe Nieuwstraat, welke
is aangelegd over den grond van dit gasthuis
en van het daarachter aan den N.Z .Voor
burgwal gelegen klooster van S. Geertruid
of Maagdendaal". Gheertruyd Tydemans,
moeder van dit S. Geertruidsklooster sloot
reeds in 1423 een overeenkomst met het
Lieve Vrouwe Gasthuis.
Die naam heeft dus wel oude rechten in
de hoofdstad. ' ':
Toen op het eind der vorige eeuw de
bestuurdcren van de R.K. Ziekenverpleging
tot den bouw van een eigen katholiek gasthuis
besloten, herleefde ook weer de naam van de
aloude vijftiende-eeuwsche inrichting in het
Onze Lieve Vrouwe Gasthuis, dat thans 25
jaar bestaat en onder, zoowel als door de
leiding van den geneesheer-directeur Dr.
N. P. van Spanje , die mede zijn zilveren
jubileum viert, een zoo belangrijke plaats
zich heeft verworven.
Door het initiatief en doorzettingsvermogen
eener edele vrouwe, mevrouw Povel-Guillot,
was reeds in 1878 de R.K. Ziekenverpleging
gesticht om aan de verpleging der zieken door
zusters van liefde uit Maastricht grootere
uitbreiding te geven. Zij wist de zusters
hierheen te doen komen en zich aanvankelijk
met de verpleging aan huis te doen belasten.
Weldra werden de perceelen Keizersgracht
129?131 (later ook Hcercngracht 124) aan
gekocht en tot ziekenhuis ingericht.
Hieruit ontstond het Onze Lieve Vrouwe
Gasthuis, waarvan de eigenlijke stichter de
eerste voorzitter van het college van regenten
mag genoemd worden, die met vooruitziend
beleid immer werkzaam was en nog den
aankoop der/gronden kon regelen: de heer
P. F. J. Everhard, die in 1890 aan het
liefdewerk door den dood ontviel.
De katholieken hebben er steeds prijs op
gesteld een eigen ziekenhuis te bezitten,
niet een, waarin uitsluitend katholieken zouden
worden verpleegd het O.L.Vr. Gasthuis
staat open voor ieder en 't percentage
nietkatholieke verpleegden bedraagt jaarlijks
2(1 a 30 pCt. -- maar een gasthuis, waar i'e
lichamelijke en geestelijke verzorging ('er
katholieken volkomen zonden samenwerken.
Toen daarom in het najaar van 1882
door B. en W. van Amsterdam een
ouderzoek naar ue gemeentelijke gasthuizen was
ingesteld en er zaken aan het licht kwamen,
die reorganisatie noodig maakten, terwijl
bovendien Dr. A. W. C. Benis een voorstel
tot algeheele verplaatsing bij rVn gemeente
raad indiende, was dit voor het bestuur der
R.K- Ziekenverpleging aanleiding zich tot
den raad te wenden met ecu adres'om door
ROOKT
Si-FA-Ko's
El Gusto'
SUMATRA 10 cent
Jozef Israels"
VORSTENLANDEN 8 cent
AMSTERDAMSCH
HANDWERK.
Verkrijgbaar bij alle voorname Sigaranwinkeliers.
iiiiiiiiiiiiiimiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiimii
in die wereldzee de mogelijkheid van econo
mische en politieke rust belangrijk verhoogd.
Hoe meer Japan zich ook naar 't westen, naar
Azië, kan orienteeren, hoc minder de moeilijk
heden over blank en geel" in Caüfornië"en
Canada blijven wegen. En de geheele positie
der Vereenigde Staten is daarmede ook ont
spannen geworden. Vandaar dat voor
afzienbaren tijd schrikbeelden over verwikkelingen
in de Stille Zuidzee ongerijmd mogen worden
geacht.
Ontspanning in de Vereenigde Staten !
Indien n factor kort na den wereldoorlog
intrensieke gevaren voor den geheelen toestand
van het westelijk halfrond heeft opgeleverd,
dan was het de toenmalige overspannen
isolementspolitiek van Washington. In zichzelve
opgesloten, dreigde de Uniestaten toen een
onvermijdelijke factor van spanning en ge
weld te worden. De groote vlootplannen gaven
daar reeds uiting aan. Harding's geste met de
Washington-conferentie heeft feitelijk het
land op den tweesprong doen zien, en de op
lossing gebracht ten goede, de ontspanning.
Een man als Staatssecretaris Hughes werkt
voort in die richting, al moet het, gezien den
Yankeegeest, uiterst voorzichtig.
De ontspanning gaat gelukkig verder door.
Een kwaadaardig heer als Ambassadeur
Harvey te Londen, die heel wat onheil heeft
gesticht op 't gebied van Amerikaansch iso
lement, moest eerst water in den wijn doen,
en wordt nu vervangen Mede onder den in
vloed van den geest der Britsche dominions
wordt President Coolidge uit zijn tent geroe
pen, en neemt hij weer het internationale
conferentieplan" op, dat Hughes verleden jaar
reeds aangekondigd had. Gewichtige mogelijk
heid tot verdere ontspanning, al valt nog niet
te zeggen in welke maat. Amerika nadert de
tafel der Europeesche besprekingen; of moet
men zeggen: den kuil van de Europeesche ont
reddering?
De vorm schijnt weer gevonden te worden
voor een inderdaad internationaal overleg.
Poincaréhoudt dit binnen het tractaat van
Versailles, en daaraan doet Washington mee.
Washington houdt het buiten de regeling der
inter-geallieerde schulden, en dat valt den
anderen tegen.Een bespreking van deskundigen
kan evenwel in eik geval worden tegemoet
gezien. Hoofdzaak zal daarvan wel worden:
het ontwerpen van een Sanirungsplan"
voor Duitschland, een methode om het rijk
financieel weer in zijn vleesch te zetten. Het
mag worden betwijfeld of het Rijk zelf daarbij
direct veel zal winnen. Bij de besprekingen
Iloninklijki Miubeltianiporl-Maatscliappij j
DE GRUYTER & Co.|
PEN HAAQ
AMSTERDAM ARNHEM
Verhuizingen per Auto-Trein
krijgt het waarschijnlijk een bescheiden plaats.
Maar toch: een plaats. De te treffen maatre
gelen zullen echter vooral en in de eerste plaats
er op zijn aangelegd de uit Duitschland ge
vluchte" kapitalen dienstbaar te maken a.
voor het herstel van Duitschland, maar ver
volgens ook, b. voor de betalingen van Duitsche
schuld aan de geallieerden. VoorDuitschland's
toekomstigen rijkdom zal, direct gesproken,
krachtige intergeallieerde actie tot dit doel
eer na- dan voordeelig zijn. Doch voor het
leven der Duitsche natie op den duur kan er
slechts genezing in liggen.
Die Duitsche natie maakt op het oogenblik
haar eenheidscrisis door. In hoeverre was het
werk van 1870, was Bismarck's schepping
kunstmatig, in hoeverre een natuurlijke
plant? Op deze som wordt thans de proef ge
nomen. Stresemann strijdt den strijd voor
de nheid", die eenmaal, over den
Atlantischen Oceaan, in zijn Unie, door een Lin
coln is gestreden; waarvoor in óns land tel
kens Oranje heeft gestaan; maar die niet overal
in de wereld altijd gelukt is. De vraag blijft
of Duitsche eenheid dan wel Duitsche veelheid
de levensvatbaarder en standvastiger vorm
is. Hierop schijnt zich thans de historie te be
zinnen.
BRANDARIS
minimum n
FRIES EN GRONINGS
De strijdbijl, die eenmaal maaide in de lage
landen aan de Wadden is gelukkig lang al
onder wierden en terpen verroest. En toch
flakkert weer bijwijlen het vuurtje van de
oude haat op in kleine kring, meer komies dan
tragies, zo'n stukje muizen- en kikkerkrijg.
Staan de gouwtalen van Friesland en Gro
ningen tegenover elkaar, dan komt 't van
Friese kant altijd: wij hebben 'n taal, jullie
'n dialekt. Zo'n onbegrepen kermisleus van
boerenjongens eigenlik, als ze te druk gema
emolend hebben. Erger is het en ergerlik, als
zo'n vage leus door ernstige mensen in ernst
wordt aanvaard. Zoals voor enige tijd in de
boezem van 't Haags bestuur van de tentoon
stelling voor letterkunde. Daar zou worden
tentoongezet en gelegd Nederlands en Fries,
't laatste erbij als taal" in tegenstelling met
Gronings, Gelders enz. als dialekten. En toen
bij verhuizing van de tentoonstelling naar de
hoofdstad ook het Gronings 'n plaatsje vroeg
en kreeg, moest ter elfder ure dit plaatsje
zo goed als in orde ineens op 't hoge
gebaren van 'n Fries bestuurslid opgeruimd
worden. Gelukkig bleken na 'n bezadigd in
grijpen van Groningse kant de overige leden
verstandiger en hoffeliker dan hun confrater
en werd de Groningse inzending gehandhaafd.
't Lijkt daarom de moeite waard, die kwestie
van taal of dialekt wat nader te belichten.
Het woord taal wordt in meer dan een
beteekenis gebruikt.
We noemen 't knippen met de ogen, het
bewegen van de handen, het kwispelen van
de hond met z'n staart gebarentaal.
Dit brengt ons in dezen niet verder.
In 't dageliks leven spreken we van onze en
van vreemde talen en menen dan een offisiè'le
spraak, een kunstmatig produkt voor grote
gebieden, gewoonlik door politieke grenzen
afgepaald.
In deze zin is zeker 't Fries ook geen taal.
Taal in tegenstelling met dialekt is een term
uit de wetenschap, en daarvan ontstaat ge
woonlik een vertroebelde volksbeteekenis. Zo
ook hier. De wetenschap nu zegt: een essen
tieel onderscheid tussen taal en dialekt is
er niet, alleen 'n gradueel verschil. En de
spraak, die ik ten opzichte van een andere
dialekt" noem, kan ik met betrekking tot
een derde met de naam taal" stempelen.
De vraag is nu dus: is het Fries van 'n ho
gere orde dan het Gronings? Nee, volstrekt
niet !
Het Germaans valt in drieën: Oost-, Noord-,
Westgermaans. Dit laatste in tweeën:
Anglofries en Duits. Van 't eerste is 't Oudfries 'n
onderafdeling, van het tweede het Oudsaksies.
Die beide onderafdelingen waren spraken, die
elk op een eigen litteratuur in de Middeleeuwen
kunnen wijzen, ze vervingen op haar gebied
het Latijn als offisiële taal b.v. Beide hebben
zich als landsschrijftaal niet kunnen handha
ven, 't Fries werd als zodanig verdrongen en
verdrukt door Deens, Duits en Nederlands,
't Saksies door 't Hoogduits. Maar beide
leefden voort in 'n aantal gotiw-sprakcu, zo
lliffffiffffififilfliiiiffiiffifim
middel van een jaarlijksche subsidie tot den
bouw van een eigen gasthuis te geraken.
De raad stemde dit evenwel af.
Toen men later uil eigen kracht zoover
gekomen was, dat aan de stichting van een
gasthuis met meer reden dan vroeger kon
worden gedacht, wendde zich het college
van regenten opnieuw tot den raad niet een
adres, waarin werd gevraagd:
of het niet mogelijk zou zijn, dat van ge
meentewege voor die onvermogende zieken,
die in de termen van Gemeentelijke'Armenzorg
vallende, in andere instellingen, buiten de
stedelijke Gasthuizen, zouden worden ver
pleegd, aan die instellingen een billijk be
drag per verpleegdag werd vergoed."
Twee jaren na de indiening van dit adres
op 28 April 1803 kwam de gewenschte
overeenkomst tot stand en werd een desbe
treffende voordracht van B. en W. door den
gemeenteraad bekrachtigd.
Een prijsvraag werd nu uitgeschreven onder
enkele architecten, en de jury koos het
plan van den architect A. C. Bleys, die met
den bouw werd belast. Zijn oorspronkelijk
plan zooals dit in regentenkainer en directie
kamer wordt aangetroffen is niet geheel
gevolgd. Later is het Mariapaviljoen door de
architecten Jos. Cuypers en Jan Stuyt
bijgebouwd, terwijl nu architect P. B. M.
Het oude Lieve Vrouwe Gasthuis aan den Nieuwendijk te Amsterdam
't Fries in 't Noordfries, nu nog op 'n paar
eilandjes aan de Sleeswijkse kust; het Oost
fries, dat alleen nog in naam Fries is, en het
zogenaamde Wester-Lauwerse Fries, dat in
onze provinsie Friesland gesproken wordt.
Het Saksies heeft zich off isiëel wat langer staan
de gehouden ook al doordat het de algemene
taal was van de Hanza, n als gewijde taal,
die na eenmaal het wondere
Evangeliegedicht de Heliand" te hebben gebracht
daarbij bogen kan op de eerste lutherbijbel.
Ook dat is gedeeld in gouwspraken, zo in ons
land, b.v. Gelders, Overijsels, Drents, Gro
nings.
We zien: liet nu in onze provinsie Friesland
gesprokene is een deel, een dialekt van wat in
oude .tijd Groot-Fries had kunnen heten, en
'/ Gronings een dialekt van 't Saksies.
Menig Stanfries zal verontwaardigd zijn,
dat ik hier 't Fries 'n dialekt noem, ja, zou
wellicht nog liever willen, dat ik dan in gods
naam 't Gronings ook maar mee 'n taal noem
de. Als 't dan.op grond van al 't gezegde niet
anders kan ! Wat betekent dat of een man,
en nog wel 'n man zonder gewicht dat zegt,
zo zal hij zich troosten, 't Spijt me, dat ik hem
die zoete troost moet roven. Ik kan mij, behal
ve op de feiten, beroepen
opdeallergewichtigste mannen in dezen: Professoren en doctoren
Th. Siebs, Jan te Winkel, J. Verdam ! Bewijs
plaatsen uit de werken van deze geleerden pas
sen slecht in 'n artikel van dit blad, ik wil ze
aan belangstellenden echter met genoegen in
menigte aanwijzen.
Nu ligt de vraag voor de hand: hoe was
't dan toch mogelik, dat die uitspraak: Fries
is een taal en Gronings een dialekt" zo ingang
vond bij de buitenstaanders.
't Komt rne voor dat twee toevallige ver
schijnselen hier aanleiding en oorzaak waren.
Ten eerste denkt ieder bij de naam Fries"
dat wil zeggen ieder Nederlander, in 't
buitenland is 't heel anders ! allereerst aan
dat naastbijliggende, onze provinsie Fries
land. En weten de allermeesten niet eens, wat
voor klein stukje dat eigenlik maar is van 't
oude Friese land.
En dan ten tweede: de Hollander verstaat
van 't Fries geen jota en denkt dus licht: dat
moet een hél hél andere taal zijn. Met recht !
Alleen is het maar van die hél hél andere
taa! een dialekt !
Ten slotte. 't Is of er in de wereld onbewust
zo iets bestaat als histories geheugen". Ten
opzichte van de verhouding Fries-Groninger
zeker. Ofschoon verreweg de meeste Friezen
en Groningers niet eens weten, dat eenmaal
in Groningen de Friezen door de Saksers ver
drongen zijn, kankert daar nog altijd 'n stille
vete. Die nu en dan weer eens tot uiting komt.
Ik lees in een geschrift van Prof. Dr. J.
Huizinga: Wanneer ik als jongen in het huis
van mijn grootvader met de neefjes en nichtjes
uit Friesland speelde, die daar van tijd tot tijd
kwamen logeeren, kibbelden wij natuurlijk
af en toe. Daarbij was het geschilpunt meer
dan eens ons gewestelik patriotisme: zij Frie
zen en wij Groningers. Mijn broeder en ik von
den het diep verachtelijk, dat iemand van
jou" en jimme" kon spreken. Toch ontging
het ons toen reeds niet, dat in dien
volkennaijver de partijen niet gelijk stonden; dat
er meer vuur school in hun provinciaal instinct
dan in het onze, dat zij zich Friezen voelden in
een hoogeren zin dan wij ons Groningers".
Van die hoogeren" zin was dan nu ook
weer de vijandige houding houding van 'n
man op 'n vcrantwoordelike plaats ! --?- tegen
over de Groninge* beweging een minder hoog
blijk. Waar het tot 'n konflikt komt, gaat 't
vijandige gewoonlik van de Friezen uit. die
't Sasse Grins" ('t Saksiese Groningen) in
hun hart niet uit kunnen staan.... de besten
niet te na gesproken. De Groninger beweging
van de laatste jaren is de Friezen altijd welge
zind geweest en gaarne tot dienst bereid. Wat
ik voor geïnteresseerden eventueel ook alweer
bereid ben te bewijzen.
Wij Groningers - ik kom nu tot de tentoon
stelling terug - - wij zijn het bestuur dank
baar voor onze bescheiden plaats. Bescheiden:
als men in 't Stedelik Museum de gang links
van de hoofdtrap doorgaat en daar 'n aantal
min of meer of niet bekende Nederlandse
letterkundigen rechts of links heeft laten
liggen, ziet men onze inzending iu de rechter
gang op de hoek, voor men de grote zaal be
reikt.
G. W. S r i r z i; N
Hendrix een nieuw paviljoen voor
kraamverpleging, St. Annapaviijoen, heeft ontworpen.
Geheel passend met de grootsche opvattint;
van den bouw werd ook het medisch gedeelte
al aanstonds op breede basis opgezet. De
omstreeks 1890 opkomende specialiseering
der medische wetenschap werd hier onmid
dellijk in toepassing gebracht. Nu, na 25
jaar, voldoen de ziekenzulen - thans een
12-tal van het gasthuis, in
paviljoensysteem gebouwd, nog aan moderne liooge
eischeu en steeds werd door verbouwing en
nieuwbouw met den tijd meegegaan. Gewezen
zij alleen maar op de isoleerende kinderboxen,
hier 't eerst in gebruik gesteld, op de
sauatoritimzalen voor longlijders niet lij-hallen, op
de Ró'ntgenafdeeling, op de inrichting voor
hydrotherapie enz., alle zaken waarover geen
leek vermag te schrijven.
In den loop der jaren is veel gewijzigd,
veel toegevoegd. Werd in 1898 de verpleging
aangevangen met 40 eerwaarde zusters van
den St. Carolus Barromeus, thans zijn er
160, vermeerderd met een 12-tal
ziekenverpleegsters en 7 leekenbroedcrs. Het personeel
in totaal telt 270 personen. Het O.L. Vr. Gast
huis beschikt over 460 bedden, waarbij door
de opening van het Mariapaviljoen nog 110
bedden werden gevoegd, een totaal van
570 bedden.
Het Mariapaviljoen is bedoeld als
klasseafdeeling en biedt gelegenheid tot verpleging
in die klassen.
Ongeveer 5000 slachtoffers, die eerste hulp
behoeven komen jaarlijks binnen de poort.
In zijn 25-jarig bestaan heeft dit gasthuis
zijn bestaansrecht" voor heel Amsterdam
afdoende bewezen.
Wie met heel de interessante wordingsge
schiedenis van dit op 4 November 1898
in gebruik gestelde werk van katholieke
Charitas wil kennis maken, raden wij de lezing
aan van het Gedenkboek van pastoor L.
Stolk, een der regenten, die de geschiedenis
heeft te boek gesteld en uit wiens werk hier
enkele gegevens zijn ontleend.
Mogen de zusters der liefde en de mannen
der wetenschap katholiek en niet-katholiek
Amsterdam tot heil blijven.
L. A. P. VAN D t: N B R o i: K