Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD Vü^ NEDERLAND
3 NJV. '23. - No. 2419
? Casella eri] Ravel
De composities van Casella en het laatste
werk van Ravel laten ons zulk een ander
gelaat van de muzikale schoonheid zien, "dat
velen van ons haar er niet uit -hwkennen.
Een der Fransche jongere musici heef t onlangs
Ravel gehuldigd, omdat hij de moed had zich
te blijven oriënteeren en zich niet in een
systeem opsloot. Van Ravel's nieuwe sonate
voor viool en violoncello, die Zaterdagavond
in de kleine zaal Concertgebouw werd gespeeld,
hebben, zelfs de oprechte bewonderaars van
Ma Mère l'Oye" niet veel begrepen. Maar
van Stravinsky's latere werk, Mavra" b.v.,
begrepen ook de oprechte bewonderaars van
diens Sacre du printemps" niet veel. Het
behoort tot de snelle evoluties van onze
tijden, dat de uitdrukkingsvormen voor de
scheppende psyche veel gemakkelijker van
beteekenis kunnen veranderen, zoodat zij
slechts schijnbaar in hun oude gedaante
opnieuw worden opgenomen, dan voor den
vroegeren comppnist.die slechts n standaard
vorm kende, bij de symphonie begon en bij
de symphonie' stierf. Daar komt Ravel weer
op eens voor ons musiceeren op twee instru
menten, een viool en een violoncello, wat
men in den braven ouden tijd duetten"
noemde en als wij luisteren klinkt't toch zoo
weinig als een duet, spelen de uitvoerenden in
allerlei vreemde timbres en plotselinge
dubbelgrepsn en niet melodisch-samengaande
tegenmelodieën. Een ongemoedelijke scherts lijkt
het aanvankelijk, dat onbegeleid samengaan
van viool en cello, die met hun tweeën de
eigenaardigste harmonische suggesties op
roepen. Het is vreemd, ongewend en toch
zoo precies, zoo penetrant, zoo afgerond.
Dit spel der strijkers is voor ons ongewend,
maar er is geen sprake van, dat Ravel, de
geraffineerde meester, die zoo zeer de zelf
kant" der instrumenten kent, tegen deze
instrumenten zou geschreven hebben. De
tijd is voorbij dat een componist een melodie
componeerde, waarvan het hem hetzelfde was
Teekeningen voor ,,de Amsterdammer"
door V. E. Uylvanck
MAURICE RAVEL
" itiliiillliiiliiiliiii minimin n in
K. V. HET NEDERLANDSCH TOONEEL.
Zijn we dat dan niet alle/naat? door
Frederick Lonsdale.
Sardou, de beroemde, schreef een stuk op
een kattebelletje", Frederick Lonsdale kon
het met nog minder af, hij schreef drie char
mante bedrijven op een kus", eu die mocht
er dan nog nauwelijks een hecten. Want
Willie Tatham bezweert het bij hoog en bij
laag de hem ontsnapte was niets, nothing,
nihil. Met zulk een kus lieten onze eerbaarste
voorouders zich uit de put" halen, en waarin
zat hij anders, de arme, wiens jonge vrouw
maandenlang van huis bleef om op
liefdadigheidsconcerten te zingen, dan in een put van
eenzaamheid, verveling en verlangen ! Ware
zij niet juist tot den huiselijken haard terug
gekeerd op het critiekoogenhlik dat de onweer
staanbare Kitty Lakc hem eruit verloste,
het stuk zou niet geschreven zijn; nu was
.. daar de complicatie dat Margot het n
tzag" en als correcte Engelschc het zwaar
tepunt van haar vrouwelijke smart vindt
in dien onbehoorlijken aanblik. ... En
de kunst wordt dan maar haar van haar
rechtmatigen toorn te genezen, hetgeen, dank
zij het doorzicht van Willie's beminnelijken
vader, aan wien niets menscheliiks vreemd
bleef, en dank zij het gelukkig toeval dat Mar
got op haar tournee in het vaderland der
Sphinx ook nmaal, per ongeluk - charitc,
bien ordonné, cominence par soi-même en het
was een aardig jongmensch te dicht bij
den put gekomen was, langs homöopathischen
weg gelukt; de kwaal bestreden niet de kwaal.
De jongeman, haar reeds tot Londen nagcreisd
en ter confrontatie gelokt in het inderdaad
aanlokkelijk landhuis van Lord Grenham
de zon scheen er zoo verrukkelijk door de
open vensters op de cretonnes, dat de schouw
burg er bijna van in brand vloog staat daar
plotseling als het levend verleden. Margot
bekent, dat wil zeggen, zij bekent zooals een
vrouw van haar kring en soortelijk gewicht dat
doet. Yes, we have no bananas. Zij geeft toe
gevoelig te zijn voor de maan, de nachtelijke
aromen en de viool-solo in de verte. . .
.Geen land, waar-de lavendel-romantiek zóó
gaaf zich handhaafde als in Engeland. Een
,
/*' -N' i.
i x- -?/r -.;
. < ??. r *-.
ALFREDO CASELLA;
of zij door een viool gespeeld dan wel door
een trombone geblazen werd. Ravel laat ons
een ongewende wijl onbekende behan
deling der strijkers hooren voor het verkrijgen
van zijn effecten. Het musiceerend
componeeren der moderne componisten brengt mede
dat veel meer dan vroeger overeenkomstig
tiet individueel karakter van de instrumenten
geschreven werd, en het individueel karakter
der strijkinstrumenten is niet alleen het geven
van een mooien toon". Men vraagt zich
veel meer rekenschap van de
uitdrukkingseigenaardigheden en de klank-rijkdom?wat
niet hetzelfde is als klank-weelde, ? waartoe
een instrument in staat is. Het instrument is,
solo" geworden in den directen zin van het
woord. Wat het handhaven van het indivi
dueel karakter der instrumenten betreft, zoo
herinner ik mij de tweede sonate van Bela
Bartok voor viool en piano, die verleden jaar
hier werd uitgevoerd; daar zijn de klavier
en de vioolpartij ieder consequent naar het
karakter dier instrumenten gecomponeerd:
het slaande van het toetsen-instrument in
de klavierpartij, terwijl de vioolpartij de
eigenschappen van het strijkinstrument vast
houdt.
Het spelen van de sonate van Ravel stelt
aan de uitvoerders inderdaad andere eischen.
De muziek is niet steeds sentiments-kunst en
hoeft niet met alle geweld zingbaar te worden
gemaakt. Ook bij Ravel's sonate moet niet
de toongeving worden gebruikt, die voor
Bach wellicht zeer geschikt is, doch de niet
sonore melodie van Ravel totaal onjuist
uitdrukt.
Onze gewaardeerde artiesten Schmuller en
Loevensorm met allen dank voor Run
initiatief om deze sonate hier te introducceren
vergisten zich hierin en de indruk als zou
Ravel zijn werk tegen de instrumenten geschre
ven hebben komt feitelijk op hun rekening.
Zij luisteren eens naar den violist en den
cellist van het Brusselsche kwartet Pro
Arte", wanneer wij nog eens het plezier zouden
mogen hebben deze eminente, waarlijk,
modern vnelemle musici de sonate hier te hooren
spelen. De indrukken van deze uitvoering,
die ik dezen zomer te Parijs kreeg zal ik niet
licht vergeten en zij hebben mij den nieuwen
Ravel onthuld, die zich op deze wijze wederom
klaar, beheerscht en uiterst verstrakt uit
spreekt.
Ravel speelde met Casella samen vierhandig.
Ma Mère l'Oye", precies, strak, klaar:
muziek als voor mechan'ekjes, dansende speel
doos-poppetjes.
Er is in Ravel's muziek, als in zijn wezen
en zijn geste wij hebben hem Zondagmid
dag ook als dirigent gezien iets straks, als
in een houtsnede. De hand van den pianist,
die als een hefboom werkt op de klaviertoets,
wordt bij den dirigent in den dirigeer-stok
toegespitst tot n preciese polsbeweging
op-neer-op-neer, onverstoorbaar als een mecha
niek razend in drieën het walstempo van
La Valse" slaandje^ns een geheel andere
La Valse" weer toonende dan het triomfstuk
van Mengelberg, een vooral choreographisch
gedachte directie nu, waar de tourblllon
der dansenden aan het muzikale rythme de
obsedeerende stuwkracht ontleend.'Wat zich
bij Mengelberg tot een vizioen, een schril
doorschicht phantoom opheft, blijft bij Ravel
een af en aan rollen der rythmegolven, een
voortgang in de eerste plaats; waarbij de
rauwe klank-accenten slechts de verhevigde
wenteling van het driekwart-maat-tempo
schijnen te willen uitbeelden. Het was zeldzaam
sterk en'af ook in deze weergave en?eerlijk
gezegd duidelijker nog naar het karakter
der obsessie van walsrythmen, die de compo
nist feitelijk, zonder meer beoogd heeft.
Curieus was het dien middag Ravel ook
als dirigent te hooren van zijn den vorigen
avond met Casella gespeelde Ma Mère
l'Oye", nu in de orkestbezetting.
Hier klinken de speeldoos-geluiden nog
treffender. Het is eigenlijk verwonderlijk, dat
de zetting, voor piano de oorspronkelijke is.
Op de kamermuziekavond werden van
Ravel nog de liederen Cinq mélodies grecques
populaires", een reeks Grieksche volksliederen,
die Ravel van een zeer mooie klavierbegelei
ding voorzag, Harriet van Emben zong ze.
Deze jonge Amerikaansche zangeres, die
een zeer bekoorlijke stem heeft, introduceerde
tevens drie oud-Italiaansche liederen van
Alfredo Casella.
Casella is anders dan Ravel, hoewel zij
elkaar in een bepaalde nuance ontmoeten.
Hij componeert anders en dirigeert anders.
Hij is als dirigent meer dirigent, nerveus,
lenig, voornaam-terughoudend, en leidt met
gebaren kort als een oproep, met een even door
de lucht geteekende lijn.
Casella is door de cultuur opgevoed. Hij is
guter Europaer". Hij doorleefde zelf, ook
als componist, de gansche muziekliteratuur.
Na zijn Strauss kwam zijn Debussy. Maar
de kracht van zijn muziek ligt, dunkt mij,
op de zijde der intellectueele nuance. Casella
is een meesterlijk muzikaal parodist. Hij
geeft, in zijn streven de parodie tot een kunst
werk op zich zelf te bezielen, een zeer
penetrante uitdrukking aan wat hij dan bereikt.
Deze muzikale humor vcrcischt de hoogste
muzikale distinctie eu staat mijlen ver van
het grollen-werk en het dollen met een
motiefje door alle toonaarden en in alle
rythmen een soort burgerlijke muzikale
geestigheid, die ook ten onzent aan overigens
zeer gewaardeerde componisten niet vreemd
is. Als het beste in dit verband leek mij de
fijne phantastische muziekjes Pnppazetti",
waarin het marionettengebaar, en speciaal
de nuance der poppen en hun uitdrukking,
zeldzaam suggestief tot ons spreekt. Een
werk, gecomponeerd voor een futuristisch
marionetten-spel wel is waar, doch dat ge
lukkig in de eerste plaats aan de muziek doet
denken en in de tweede plaats aan het futuris
me. Voor klavier 4-handig (de oorspronkelijke
bezetting) echter juister dan 'm orkestbe
zetting. Minder gelukkig geslaagd vind ik
de Burleske in Siciliana e Burlesca",
voor piano, viool en cello, ecu werk van HM 4,
later voor deze bezetting omgewerkt.
Een ander ouder werk, dateerend van 1017,
en thans van uit eeu klavier compositie
gearrangeerd voor orkest en klavier, A
uotte alta", was curieus om behandeling van
het klavier als aanvullend instrument in
het orkest, geen solo-instrument.
De muziek, die een zekere grijsheid van
stemming wel gevoelig weergeeft is op zich
zelf minder boeiend. Wij hooren we! dat
Debussy aan deze samenklanken ook zijn
deel heeft gehad.
Het belangrijkste, dat Casella ons op zijn
Donderdagavond door hem gedirigeerd
conALLERZIELEN
Teekenlng voor de Amsterdammer" door George van Raemdonck
In het kreupelhout
iiMiiiimiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiimniiiimiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiii m
eert bracht, was ongetwijfeld de derde serie
van Malipiero's Impressioni del vero",
een werk dat in 1922 gereed kwam. In het
eerste stuk treft de merkwaardige continuo
van celesta en alten, in het derde stuk
Tarentella a Capri" het prachtige, sterke
grondrythme van alten, cellen, contrabas, carillon,
basclarinet, triangel en tambour basquc.
roote voldoening schonk ook een hernieuw
de uitvoering van Respighi's Fontana di
Ronia".
C O N S T A N T V A N W K S S E M
OILTr^B
HET SINT-NICOLAASFEEST
(B. v. Ned. Ond. en B. v. J-Yöb. Oud.)
Kindervrienden en -vriendinnen, /.ouder
Uw hulp zal van dit.feest niets kunnen ko
men. Aan de voorbereiding is reeds begonnen
en vele onzer trouwe gevers en geefsters zon
den ons reeds hunne bijdragen. Maar om veel
kinderen een prettig feest te be/orgen is veel
geld noodig. Zendt ons daarom Uw bijdrage
aan onderstaand adres.
Het geld komt ten goede aan alle kinderen
der Openbare- en Bijzondere, Lagere-en Voor
bereidende scholen in Amsterdam.
Ons Gem. Gironummer is N. 2033. Telefoon
48668.
Voor de Commissie:
W. Ploeger, rnnr:i1t:'i'.
H. Roosdorp, secretaris.
J. W. van (Selder, Pemv.ngm.
Heerengracht 00.
lliiniilMmmmiMimmmiiiimmimimmmiK ilmnmiiiiimnmmiiimnn inli
niiiimnmiimmiiimiimii
mtmimimnmimn
Fransche zondares zou tot haar ver
ontschuldiging, je voyais rouge" heb
ben geciteerd, de Engelsche zet alleen
groote oogen op.. Nochtans is deze
Margot een tamelijk oprechte. Zij was
gevleid, zegt ze al die aardige din
gen over haarzelf te hooren, die wel
niet waar waren,maarwaarvan je toch
altijd hoopt dat ze waar zouden zijn".
En hoewel wij ons nauwelijks kunnen
voorstellen dat
eenzóóbemindeschoonheid, als zangeres dermate gevierd
dat zij ('onder een schuilnaam in een
hotel gaat logeeren om zich tegen alle
belangstelling in haar persoontje te
dekken, zoo dadelijk vatbaar zou zijn
voor de grasgroene hulde van een
jeugdig hotelgast, met deze verklaring
raakt ze toch aan de cïgenlijke kern van
het stuk, aan datgene waardoor het
zichvannaard.cn vorm gelijke
societystukken onderscheidt, het plaatst- op
ecu ruime, ware en hartelijke basis:
De elementary facts of life - de
groote drijfkracht van de wereld
is deze: dat alle menschen, mannen en
vrouwen, hunkeren naar ecu beetje
erkenning en waardeering, (crave for
appreciation)meerdan naar wat anders
ook". Daarvoor doen ze alles, laten ze
alles, wringen ze zich in alle bochten,
daarvoor bezwijkt elk op zijn beurt
en op zijn wijs. En juist omdat er op
dezen regel nagenoeg geen uitzonde
ring voorkomt, omdat hij verband
houdt met ons instinct tot zelfbehoud
de kurk waarop wij drijven
kunnen wij er rond voor uit komen:
allemaal zóó te zijn. Ik zou den titel:
Aren 't we all?" onmiddellijk aan
deze bekentenis willen knoopen, waar
aan het spel zijn gullen glans dankt,
liever dan aan den letterlijken zin,
waarop hij teu slotte slaat. Na
tuurlijk zijn wij dwazen", in alle
opzichten en ook in dit; wat kan het
vredesnaam schelen hoe een ander
is dan nog vaak die ander in onze oogen !-?
over ons denkt; maar hier is toch de dwaasheid,
men zou zeggen, van hooger orde, omdat ze
ons, tegen een wereld van ontgoocheling in,
zoo algemeen, zoo hardnekkig werd ingescha
pen, dat we waarlijk moeten gelooven: ze is
een onmisbaar levensattribuut. Zoo lang we
jong zijn, is ze agressief, onze dwaasheid, van
daar de pijnlijke gevolgen a la Margot enWillie,
wanneer we oud worden --- van den dag af
waarop onze driften slijten en onze ergernis
sen zich onderwerpen aan de vis comica
buigt zij naar twee richtingen: óf ze blijft naief
Teckening voor ,,dc Amsterdammer" door B. van Vlijmen.
Moliere's, De Sclielmenstrcken van Scapin" (opgevoerd
door Het Nieuwe To'Hicel")
Argante (F. Bouwmeester) Seapin (P. Myin).
ons m
en wie
en wordt dan dcerniswekkend belachelijk
(Dominee Lynton) óf zij verfijnt zich en wordt
aantrekkelijk als de wijsheid of (Lord
urenham.) Maar om het tot dit laatste te brengen
is velerlei ervaring noodig, een tikje rouge en
de beste cosmetiek, wellicht nu eu dan een
korte bezichtiging van.... het Britsch Mu
seum. Eu dit voelen wij dan weer als de
inconsequentie van het stuk en de draw-back
der verzoening tusschen Margot en Willie,
dat het, na dit burgerlijk vergelijk, noch hem
noch haar gegeven zal zijn het voetspoor van
hun voorbeeldiger, vader te volgen indien het
inderdaad voor beiden moet blijver: bij dien
neu kus, dj.c ..niets" was. Iets," moet het
nu eenmaal zijn, om ons te doen
groeien tot een waarlijk niensch. Of
het is de Liefde, die ons wijs maakt,
maar deze liefde staat geen kus af
aan toevallige heereu in hotels, of het
is de flirt" het onvertaalbaar be
grip, dat alleen in FJigelaud onder de
hartstochten telt ---en die brengt met
n kus geen openbaring. Op Willie
houden we hoop, hij belooft wel,
quitte-gekust, het evenwicht in dit
huwelijk nooit meer te -/.uilen ver
storen, maar Margot zegt het zelf:
You always were a pessimist, Willie
dear", zoodat ook wij moed houcten
dat het Britsch Museum zijn deuren
niet geheel voor hem gesloten zal hou
den. Maar in Margot, en vooral in haar
',zang",kunnen wij bij dit blij-eiiidend
drama geen vertrouwen stellen. Ik
vrees, dat ze haar heelc leven liederen
aan The moou" zal blijven zingen,
zooals de domiiieesche kousen breide. .
In een Engelsche comedie als deze
zijn de figuren meer de dragers van
menschelijke eigenschappen, dan ver
antwoorde en verantwoordelijke men
schen, zij leeft opden algeheelen, gespit
sten geest, op wat in het lingelsch, ook
niet zuiver vertaalbaar, spirit" heet.
Aren't we all" zit vol eu van die spirit,
hetisslagopslagaardigen treft telkens,
zoo onopzettelijk dat het per vergissing
l ij k t,'n and er complex onzer zwakheden.
Op het motief van dien ueii kus,
welke onverhoopt zijn broeder vond,
blijft het spannend tot het einde en
daarbij zoo licht-vcrweven dat men
nergens op een scène-a-faire zit te
wachten, maar opgaat in het geheel.
Met Mijlpalen" heeft Royaards,
als regisseur, in dit genre van beschaafd
ensemble-spel voor Holland een niet
licht te overtreffen voorbeeld gege
ven. De Engelschen voeren een an
deren levensstandaard dan wij, voor hen,
in hun decoratieve huizen, is het spelen
van dergelijke comedies[als het waredagelijksch
werk. Dezen socialen eisch kan men nergens
elders handhaven, doch van den anderen kant
brengen niet-Engelsche spelers de/e stukken
vaak iets bij, dat ze warmer en voller maakt.
Zoo boeide ook dit stuk door dezelfde eigen
schappen waarmee de verlooning van Mijl
palen" -zich een eereplaats op het repertoire
verwierf, door spel-doorwerktheid, welke de
innerlijke schets op het tooneel tot bloei
brengt als de rozen in Lord Grenha'm
svensterbank, en den achtergrond vult, zonder
cleri dialoog ermee te belasten. Royaards
IIRillUIIEHTT
OUDE KUNSTHANDEL
Om de klassieke schoonheid van het
gebouw met zijn zeer fraaie interieurs
en omdat onze verzameling oude
Schilderijen van de voornaamste
Hollandsche Meesters tot het beste en
uitgebreidste op haar gebied in ons
land bchoSrt, geeft een bezoek aan
onze collectie eeu waar kunstgenot.
Voor zoover nog voorradig eerste
geïllustreerde catalogus ad f 7.50.
Gedurende de wintermaanden entree
f 0.50, waarvan de baten ten voordeele
der Vereeuiging Rembrandt".
DORUS HERMSEN
KNEUTERDUK 6, DEN HAAG
alle werkdagen geopend van 10?5 uur.
zelf vervulde de rol van den liberalen Papa
met dien lichten toets van weemoedige berus
ting en oolijke bereid hei d, met den glimlach, oie
al het passagere op dit ondermaansclie waard
is. Deze glimlach gaf warmte eu glans aan de
vertooning, waarin mevrouw Royaards jeug
dig en geestig, Gobau vlot, en met ineèr
aplomb dan men van dit vaderszoontje zou
verwachten, het jonge paar speelden, eu mis
schien nog meer zouden kunnen laten uit
komen dat Margot en Willie, trots het weder
zijds déraillement, elkaar op hun wijze toch
liefhebben, dat dit hondeeren, dichterlijk op
gevat, een recnler pour mieux satiter zou kun
nen blijken. Iets van die lieve gevoeligheid
bracht Henri Eerens op het tooneel, als de
jonge man, die Margot had gekust. Mevrouw
Sablairolles, (de domiiieesche) bij haar op
komst de vergrijsde ongereptheid zelve, bleef,
uit vrees wellicht tot de caricatunr te verval
len, wat vlak in het tooneel, waarin de keer
zijde ook van dien heiligen staat zich even,
schrijnend, bovenkcert.' Daarentegen was
Sophie de Vries, iu de alleraardigste rol van
Lady Frintor, die de eene helft van den dag
noodig heeft om deandere helft jongen schoon
te zijn, in het begin te scherp en te
cnnveiitionneel, doch wou allengs de sympathie, die deze
onverschrokken minnares eu lieve, bezonken
vrouw, in weerwil van eeuige, met de jaren
onvermijdelijke twijfelachtighedcn, verdient.
Voor het Ned. Tooneel is dit fleurig stuk,
dat ook als vertooning het stempel draagt van
goeden huize en vermakelijk is voor iedereen,
een gelukkige vondst.
'J' o i' N A i: i i
Hfnen na kouvaffen
l'i] nlijkc en vrrsiijlde spie i en
en i hciiiiKUitk vu i gen onver
mijdelijk op k mi v;it t en, ten
zij U zonder dralen Sloan's
Liniment gel'ruikt. Brengt
het op ruime ,\\ ijze in toe
passing on <ie .ucwndiirn en spieren
hel dringt «l.'Mi- zomin' in\vrij\ en.
Yfikriii'I>;i;ii tnj ;illc Apoihckrrs en
Drogisun. /?'/?/> ? ].