Historisch Archief 1877-1940
3 Nov. 23. ~ No. 2419
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Liep in uiterst tragen pas,
Daardoor kwam hij laat genoeg
Aan een slecht befaamde kroeg,
Vuil en van gebarsten steen,
Met een hegje er omheen.
Dit erbarmelijke krot
Hield hij voor een ridderslot;
Tin en torens, hemelhoog,
Rezen voor zijn geestesoog.
Hier", zoo juicht hij aangedaan,
,,Laat ik mij tot ridder slaan !"
Daardoor goot hij naar zijn keel
Restjes van verschaalden wijn.
Waar hij graag van af wou zijn.
DE VERWERPING DER VLOOTWET
Teekening voor De Amsterdammer" door Joh. Braakensiek
DE ROEMRUCHTIGE
BEDRIJVEN VAN RIDDER
DONQUICHOTEDELAMANCHA
(met teekeningen voor de Amsterdammer"
door J. W. Bloem)
TWEEDE ZANG
Don Quichot, vol ongeduld,
Van zijn ideaal vervuld,
Toog de wijde wereld in.
Doodsverachting, menschenmin,
Straalden uit des krijgers oog,
Aan de deur stond juist zoo'n wicht
Met een rood geverfd gezicht.
Jonkvrouw, blank en engelrein,"
Sprak hij, wil mijn voorspraak zijn,
O, aanminnig landjuweel,
Bij den vorst van dit kasteel,
Dat, als blijk van zijn gen;;,
Hij uw slaaf tot ridder sla !"
Nu, de deern hield zich kordaat,
En geen spier van haar gelaat
Toonde hoe zij lachen moest
Om die rommel van oud roest,
Eri zij riep den dikken waard.
Don Quichot viel van zijn paard
Op n knie, en sprak hem aan:
Donkie zwaait zijn leege glas,
Zwevend dat het uektar was.
In de dichterlijkste taal
Prijst hij zijn Lucullus-maal,
En het zotte spel begint.
Een der deernen gespt gezwind
Don Quichot zijn degen aan,
Hij gedoogt, diep aangedaan,
Dat een ander guitig kind
Sporen aan zijn voeten bindt.
Nu beukt onze waard den gek
Ongenadig op zijn nek.
Fier hield hij het hoofd omhoog.
En schier hoorbaar klopt zijn Hart,
Als hij denkt, in liefdesmart,
Aan die aangebeden maagd,
Waar een held zijn lijf voor waagt.
't Was een'bolle boerenmeid,
Die hij dikwijls had gevrijd.
Weliswaar vergeefs wat nood ?
Zijn verbeeldingskracht was groot.
Dit, intusschen, wordt misschien
Bij verliefden meer gezien.
DULCINEA noemde hij
Deze bloem der boerderij
Mooie-namen-malligheid
Had men dus al toentertijd
ifiiiiiiiiiiiiiiiiriffirliiilii
(Van Schaik) heeft geblazen en zij zijn verstrooid.
Naar den penning op tien ondergang der Onoverwinnelijke Vloot
ffiiiiiiiiuiiiiiiifiKiKififitif ifiiiiimiiiimftiiiiiffnuifimnfiiifmfifmfitiiimnfiimHiiiinmiiiiiHifiHiiimiiiiiiMiiiliiimiil
Eedle slotvoogd, wees begaan
Met het lot van hem, die spreekt,
Wien slechts 't ridderschap ontbreekt,
Om tot stof en gruis te slaan
Ieder die hem durft weerstaan !"
Kom maar op de binnenplaats,"
Zei de waard, en riep zijn maats,
Want hij fiad gevoel voor gijn,
En vond zulk een grap wel fijn.
Een paar kinkels uit de stal
Kwamen kijken naar 't geval.
Maar, daar Donkie honger had,
Riep hij: Ridders, wacht nog wat,
Dat ik deze plechtigheid
Met een feestmaal voorbereid !
Dat men mij dus spijzen breng'
En ik kostbrc wijnen pleng!"
Daarop bracht men Don Quichot
Vettige gestampte pot.
Maar zijn helm vizier zat vast,
Dat bezorgde grooten last.
Eten ging niet. Drinken wel !"
Zei de waard, en boorde snel
Door 't papier een pijpensteel,
II Illl III l III IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHI
Met een duizelenden kop,
Maar verheerlijkt, rijst hij op:
Velen dragen gaarne pijn,
Als ze daardoor deftig zijn.
Doch, als men de nota biedt,
Zegt hij: Dat betaal ik niet !
De betaling is de eer
Van 't bezoek van zulk een heer."
Dit begrip van eer-lijkheid
Vindt men nog in onzen tijd.
Of de waard al tiert en raast,
Don Quichot kijkt slechts verbaasd,
Tot de waard hem, wit van nijd,
Met een schop, de deur uit smijt.
Koninklijke
Luchtvaart-Maatschappij
Veiligheid
vóór alles!!
SPER K.L.M.
BESPAART U
zes uur reizen in den trein,
ongemakken met Uw bagage en
oponthoud aan de grenzen.
naar PARIJS
ook voor Uw reis naar
het Zuiden.
CHARIVARIA
Dulcinea wordt mijn bruid !"
Riep hij in vervoering uit,
Laat deez' aarde vrij vergaan,
Mijne liefde blijft bestaan !"
Zoo bracht hij de uren zoek
Met passages uit een boek.
Rocinant, die kreupel was,
rlllMMIjüyfHlIIIII'
Al^em. Nederlandsche
Automobiel Mij.
FRANKENSTRAAT 52 83Ï, ?S'GRAVENÏIA.GE
Don Quichot kruipt uit de heg,
En vervolgt verheugd zijn weg.
Heden nog, gelijk men weet,
Maakt men ridders, bij de vleet,
Soms om redenen, zóó zot,
Dat je denkt aan Don Quichot.
C 11 A R I V A R I U S
Op hellende terreinen
Drie geheele dagen heeft men
soms op vier of vijf hellende terreinen
in eikaars buurt tegelijk geworsteld
om tot helder inzicht te geraken."
(Hol.)
Zij heeft het subsidie zich definitief
aan den neus voorbij zien gaan, een
klap die hard aankomt." (N.R.C.)
Hiermee is het standpunt van den
burgemeester ten voeten uit
geteekend." (N.K.C.).
Uit den boezem der vereeniging
kwam niet veel licht opdagen."
(Varekamp, Veilig baden)
Haagsdie opvattingen
Het aantal voltrokken huwelijken
bedroeg 395. Andere besmettelijke ziek
ten kwamen niet voor." (Haas>sche Ct.)
Verrassende mededeelingen
Door afkoelende Noordenwinden
verdampen de patiënten te veel,
en vatten kou."
(Varekamp, Veilig baden)
Voor 1923 en 1924 worden sluitende
tekorten verwacht." (L.D.)
Zeewater en stroomend water is
geheel iets anders dan brak water en
stilstaand water."
(Varekamp, Veilig baden)
lllIMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIJIIIIIIIlIHIllllllllllllllllllIlllllllllllllllllMIlIllllllllllilllllllllIllllllllllllIIIIIIItllllllllllIIlIIIIIIIIIII IlIIIIIIIIIIMIIIItlltlllllllltltlHIIIIIIIIIIIIIIIItllllllllHlllllllllltlllllllllllllllllimill
Nieuwe Engelse
Litteratuur
ERIG LEADBITTER
Rain belore Seven. By Eric Leadbitter.
Allen & Unwin. 1915 7,6.
The Road to Nowhere. id. id. 1910. O'.
Perpetnal Fires. id. id. 1918. 00.
Sliepherd's Warning. id. id. 1920. 7 (i.
Dead Reckoning. id. id. 1922. 70.
The Evil tlwt 'Men Do. id. Hodder &
Stoughton. 1923. 7,'ti.
Alle zes romans heb ik nauwkeurig doorge
lezen. Soms was 't werk 'n beetje taai. Het
taaiste vond ik Perpetual Fires". Toch heeft
dat boek 'n herdruk beleefd. Misschien lag het
taai-vinden aan mezelf.
Laat ik ter voorkoming van misverstand
onmiddellik op de voorgrond stellen, dat Eric
Leadbitter 'n stoer werker is, die, als ie zich
'n probleem heeft gesteld, er zich niet op goed
kope wijze van afmaakt, en die, geboren
stylist, de waarde beseft van soberheid en van
terzakezijn. Dat z'n zes romans niet kunnen
beschouwd worden als evenveel meester
stukken, en dat op sommige ervan de vergetel
heid nu reeds aast, het zij toegegeven; hij
heeft dat gemeen met mér schrijvers, zelfs
met de allergrootsten. Denkt iemand, dat de
wereld zich zonder Othello, Hamlet, King
Lear en Macbeth erg druk zou maken om
de vrolike vrouwtjes van Windsur? Of dat
Goethe's Wahlverwandschaften nog lezers
zou vinden als z'n Faust er niet was? 'n Paar
statige fregatten zijn voldoende om 'n hele
tweede-rangsvloot blijvende te convoyeren.
Maar die paar fregatten zijn ook onontbeerlik.
Het komt me voor, dat Eric Leadbitter
nog geen dusdanig fregat heeft geleverd.
Rain before Seven" was 'n goed debuut ;?The
Road to Nowhere" 'n melodramatiese inzin
king; met Perpetual Fires" ging het weer
bergopwaarts; Sliepherd's Warning" staat
op 'n aanmerkelike hoogte, vanwaar men in
Dead Reckoning" om zo te zeggen neerploft.
En uit die diepte trekt ons dan The Evil
that Men Do" weer omhoog: het staat op
't zelfde peil als Sliepherd's Warning". Maar
't fregat laat nog op zich wachten.
Middelerwijl beveel ik de lektuur van nummer vier en
nummer zes, naar aanleiding waarvan men
Eric Leadbitter wel met Hardy heeft verge
leken, ten zeerste aan.
Er is 'n ander schrijver waaraan ie mij doet
denken, in z'n twee besliste mislukkingen. En
die ander is Hall Caine. leder kent het grote
zwak van deze ernstige en vurige wereldver
beteraar en drakenbroeder, zielsverwant van
Marie Corelli. 't Is het zwak, waartegen
Ruttens bierhuizen in 't Zuiden van ons land mij
al jaren geleden waarschuwden:
Houd maat: 't is een wijs man,
!)ie maat houden kan."
Dat stond er op de muur !e lezen. Of de
clientèle er veel om maalde, weet ik niet goed
meer. En trouwens, ook aan't zware Maastricht
se bier went men langzamerhand. Maar aan
'n roman, waarin de held niets, letterlik
niets dat op 'n drinkbeker lijkt, aan z'n lippen
ziet voorbijgaan-, waarin 't 'm vergaat als de
vermaarde vrijer van Mark Twain's Anri'lia,
dewelke vrijer eerst z'n ene been verloor, toen
z'n ene hand, toen z'n andere hand, daarop
z'n skalp, z'n oren, z'n neus, z'n andere been
(en steeds bleef Aurelia trouw aan de ramp
spoedige minnaar), ??went zelfs de meest
verstokte boekewurm niet. Daar heb je b.v.
de held van The Houd t o Nowhere, die met
alle geweld, door middel van spekulatie en
twijfelachtige transakties, hogerop wil ko
men, en die, ten einde 'n deugniet aan z'n
plannen dienstbaar te maken, z'n bluedeigen
zuster als lokaas gebruikt, en diezelfde
bloeeigen zuster /onder veel hartzeer de
Breeveertien ziet opgaan, en door diezelfde bloedeigen
zuster op 'n griezelige avond eerst wordt aan
gesproken, vervolgens met 'n gil herkend, dan
met 'n ijselike kreet ontvlucht.... Of kapi
tein Itiglis in Dead Reckoning", die laat
trouwt, spoedig z'n vrouw verliest, z'n dochter
- dank zij kostscholen en voorname familie
van moederskant - van zich ziet vervreem
den, artiesterig worden, ziet trouwen met
'n voze pseudo-kunstenaar en
slome-duikelaar, zich bekrimpt en nog 'ns bekrimpt ten
behoeve van z'n dochter, zich met open ogen
moet laten bezwendelen door z'n schoonzoon
en dan nog allerlei stank voor dank krijgt..
En diezelfde kapitein Inglis wordt verpleegd
door 'n ouwe getrouwe dienstmaagd. Laat
nou waarachtig de laatste mens die 'm over
schiet - de grauwe staar krijgen ! Wat 'n
Schlemihl, wat 'n Schlemihl ! Toch is
't, dank zij stijl en inkleding, wel 'n leesbaar
boek. Maar 't is geen litteraire aanwinst.
Ten opzichte van Eric Leadbitter heeft het
lezend publiek 'n duidclike uitspraak gedaan,
die bewijst, dat dit publiek nog zo dom niet
is. Rain before Seven", 'u biografiese roman,
bracht het al gauw tot n'tweede druk; Perpe
tual Fires", waarvan de held niet zozeer een
persoon is dan wel 'n geheel geslacht in z'n
regelmatige opeenvolging, eveneens. Blijk
baar waardeert men het nieuwe pogen, dat uit
beide romans spreekt. De laatste tientallen
jaren hebben reeksen allerbreedvoerigste
romans zien ontstaan, in Frankrijk, in Enge
land, in Skandinavië, waarbij het leven van
de held, te beginnen met z'n eerste snik, tot
op 'n haartje uitgeplozen wordt, 't Ene hoofd
stuk volgt het andere met 'n Chinese afwezig
heid van perspektief. Alles is even belangrijk,
immers alles draagt bij tot de vorming van
helf of heldin; en, anders dan Hall Caine,
die aan de protagonist, alias Kop-van-Jut,
niets bespaart, besparen Romain Rolland,
Compton Mackenzie, Dorothy Richardson,
Peder Andersen Nexö, en hoe zij allen heten,
niets aan de woorden-zwelgende,
bladzijdenvretende lezers, die in d'r domheid niet in
zien dat dergelijke boeken feitelik beledigingen
zijn aan hun adres. Want niets, letterlik niets
wordt door de schrijver aangeduid, aangestipt,
aan de vrije verbeelding van de lezer overge
laten, zelfs niet het aantal haartjes die het in
vierkante millimeters aangegeven wratje
bepluimen,datdelinkerneusvleugel van de zuster
van 's helden eerste liefde versiert.
Erie Leadbitter heeft dergelijke dingen niet
op z'n geweten. Men bespeurt dat ie bij 't
schrijven van 'n roman 'n vastomlijnd, nauw
keurig afgebakend plan volgt, dat aan zulke
tot het uiterste gedreven schildering van bij
zaken geen ruimte biedt. Dit valt te waar
deren. Anderzijds missen we bij hem de blad
zijden, die aan sommige overigens niet vlekke
loze boeken zo'n behoorlikheid bijzetten;
bladzijden, die zichzelf schijnen te hebben
geschreven; stukken, waarvan de auteur
naderhand zelf niet kan zeggen hoe d'ie er
aangekomen is; waarin de personen, de fikties
van de schrijver, zo intens gaan leven, dat hun
schepper hun nederige dienaar en sekretaris
wordt. En dan, in Rain before Seven" en
Perpetual Fires" valt nog iets anders op te
merken. In 's mensenleven, in de vorming van
z'n karakter, speelt de tijd,de tijd als zodanig,
'n eerste, zoniet de eerste rol; in de meeste
romans is de betekenis van de tijd vrij onder
geschikt. Het zijn de daden der verschillende
personen, het zijn de verschillende karakter
botsingen die 't 'm doen. Daarom geven de
meeste romans niet een alles overheersende
figuur met 'n aantal Hllipntters of schaduw
beelden daarnaast. Een held, een heldin,
fiat, maar het behoorlik karaktertekenen eist
kontrasten, en de verschillende kontrasterende
faktoren de personen van 't konflikt die
nen in hoofdzaak gelijkwaardig te zijn. Het
is geen schaduw, maar 'n mens van vlees en
bloed die aan de eveneens als vlees en bloed
bedoelde hoofdpersoon relief verleent. Lead
bitter heeft iets anders proberen te geven. Hij
heeft getracht de werking van de tijd in 't
licht te stellen, door middel van nevenfiguren,
die in 't leven van z'n hoofdpersoon opduiken,
even 'n rol spelen, en dan weer naar 't rijk
der schimmen verhuizen. En die /elf-opgelegde
taak blijkt te zwaar te zijn geweest. De metho
de zoals door hem toegepast werkt vermoeiend.
En we vergeten de nevenfiguren tegelijk met
hun verdwijning van het toneel. De schrijver
schijnt dit zelf te hebben ingezien, tenminste,
hij heeft na Perpetual Fires" de proef niet
meer herhaald en is tot het orthodoxe
romantype teruggekeerd.
Wie Shepherd's Warning" leest, of The
Evil that Men Do", beide romans van 't
Engelse landleven, gelooft, dat de schrijver
van die twee boeken op 'n Zuidengels dorp
geboren en getogen is. Hij kan zulke mooie
sobere landschapsvinjetten leveren ('t begin
van Shepherd's Warning" valt niet te ver
beteren); hij kent zo goed de roerselen van'n
plattelandersgemoed, zowel die 'm tot eer als
tot oneer strekken; is zo op de hoogte van
z'n leven, z'n gedachte-sfeer, z'n bijgeloof;
hij kan zulke pakkende intérieurtjes schilde
ren, van herberg en boerderij en dagloners
hut dat de argeloze lezer 'm beschouwt
als 'n boerezoon, 't zij meer 't zij minder braaf; '.
'n taaimens" zal, on-overtuigd door hetfr
pseudo-dialekt der sprekers( al is dat niet zo'ni,
onmogelik fabriekseltje als dat van onze Johan
de Meester, wanneer ie dorpelingen laat
spreken") het eerste lont ruiken. En inder
daad is Eric Leadbitter 'n stedeling, 'n
Londenaar (z'n vader was afkomstig uit
Northumberland), nu bijna drie en dertig jaar oud,
werkzaam op 'n Regeeringsburo, en van 1917
1919 indeRoyal Naval Reserve. Hij schrijft
z'n romans des avonds, bij z'n vrouw thuis.
't Is zeer merkwaardig. Toen z'n eersteling,
Rain before Seven", het licht zag, was ie
nog geen vier en twintig. Er zullen weinig
"jonge mensen zijn die 'm dat nadoen ! Ooeie
lyriese gedichten, dat die door twintigjarigen
geleverd worden baart geen verwondering;
maar in de regel komt 'n behoorlike roman niet
vloeien uit de pen van iemand beneden de
dertig. Er moet zoveel zijn opgemerkt, nage
dacht, doorleefd, afgewogen, geoordeeld....
Toen Thomas Hardy's eerste meesterstuk
verscheen Far from the Madding Crowd"
was ie vier en dertig ! Wie weet wat we nog
van Eric Leadbitter te wachten zijn.
The Evil that Men Du is, afgezien van m'n
opmerking betreffende dialekt-schrijven, 'n
sterk en overtuigend boek. Er is geen passage
geen zinnetje in dat men zou willen schrappen,
geen halve bladzijde beschrijvings-mooidoe,
nerij. En aan illusies omtrent het genoeglik
leven des genisten landmans wat 'n voze
kletsmajoor was die goeie Poot toch toen ie
zich aan z'n veelgeciteerd Akkerleven"
schuldig maakte laboreert deze stedeling
allerminst, 'n Geschiedenis als die hij geeft
moet op 'n heleboel dorpen meermalen zijn
voorgevallen, 'n Dorps-Don-Juan; 'n paar
door hem gekgemaakte meisjes en vrouwen;
'n soliede en opofferende, maar on-romantiese
echtgenoot, die door genoemde Don Juan
onder z'n duiven wordt geschoten;
dorpskuiperijtjes om klandisie, om voorspraak, om
'n vrij huisje; dorpsgeklets en gelaster. En
Nemesis, die als de schuldige hoofdpersoon
aan z'n eind is gekomen zich wreekt op
onschuldige achtergeblevenen. Kan uit deze
bestanddelen nog iets nieuws en pakkends
worden samengesteld? Het antwoord is ja,
?n Eric Leadbitter's laatste boek is het
bewijsHet boeit van begin tot einde. Het doet nog
grote dingen verwachten.
f W I I. I. E M V A N D O R N