De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 10 november pagina 10

10 november 1923 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

10 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 10 Nov. '23. - No. 2420 ONZE KOLONIËN: BALI Teekening voor ,,de Amsterdammer" door J. G. Sinia I. De Balische Desa Twintig tot veertig erven vormen als regel een desa op Bali. Deze erven zijn door slechts smalle steegjes van elkaar gescheiden, terwijl de door de desa loopende wegen daarentegen zeer breed zijn, om daar buiten echter weer aanzienlijk smaller te worden en dan beter met den naam voetpaden bestempeld kunnen worden. Tenminste.... zoo was het vóór de kompenie" een geregeld bestuur op Bali instelde. De toestand moet echter in de laatste jaren groote verandering hebben ondergaan: goed geharde ruime wegen zullen vele van die voetpaden hebben vervangen, leelijke ijzeren bruggen en stecnen Europeesche woningen het typisch aspect van het Balische landschap groote schade hebben toegebracht. Over de schade, welke dit geregeld bestuur hoe zegenrijk overigens in vele opzichten, dit geef ik gaarne toe met wat daar altijd mee samengaat, zooals gemakkelijker en daarmede ook overvloediger invoer van allerlei prulrommel der Europeesche industrie, IIIIIIMIIIIIIIIIIflIillllllllllllllllllllllllllllllllllllllltlllllllltl de inheemsche kunst reeds heeft toegebracht en nog toebrengt, wil ik liever zwijgen. Dit schijnt een noodzakelijk kwaad te zijn, dat het meerendeel der bevolking niet alleen niet begrijpt, doch, helaas ! met open armen ontvangt. Wat juist den verderfelijken in vloed nog verhoogt. Dat de desa's nog door een afzonderlijke muur of heg van struikgewas zijn omgeven, zooals dit in meerdere streken van onze Oost voorkomt, komt zelden voor. In den regel vormen de muren der laatste erven den buitenrand van de desa. Dikwijls treft men dan nog wel aan dien buitenrand om muurde tuinen aan, met klappers of vruclitboomen beplant en soms nog wel met enkele huisjes er in. De teekening stelt een gedeelte eener desa voor met ingang tot een Oro" (erf van een poenggawa). J. . S i N i A BERNARD CANTER VOOR ZIJN RECHTERS Door een gelukkige onbescheidenheid van een onzer vrienden, die als letterkundige vermomd (Kapwerk van de firma Michels) de groote algemeene letterkundige Synode heeft bijgewoond, waar het excommunicatiebesluit betreffende Bernard Canter in behan deling kwam, zijn wij in staat het eenig juiste en betrouwbare verslag te geven van deze merkwaardige gebeurtenis. Op het vastgestelde uur was de zaal gevuld met mér en onderling verscheidener personen van beiderlei kunne, dan in de gezamenlijke dramatische werken van mevrouw Reijneke van Stuwe voorkomen. De verschijning van het bestuurslid Maurits Wagenvoort, in een burnoes gehuld, vermocht de aandacht niet af te trekken van het feit dat de plaats van den heer Canter nog onbezet was gebleven. De secretaris, de heer Cornelis Veth, ploegde nerveus met de vingeren door zijn weligen baard en vroeg aan Dr. Boutens, wat deze er van dacht. Hij zal wel onverwacht als een sterrenflikkervlijm door de mazen van het podiumgordijn heenschieten" zei de voorzit ter. Daar heeft-ie ons in den Stadsschouwburg óók mee geschandaliseerd. Het is een hartsbenauwenis, die kerel. Hadden ze toen maar een stuk van hem opgevoerd, dan was-ie nou beroemd en koest...." Een stuk?" zei Veth prikkelbaar. Je schijnt te vergeten dat ik criticus ben. Het salaris is er waarachtig niet naar en ik ben toch geen gemeenteambtenaar dat ik vrij dokter en apotheker heb...." Maar Boutens omklemde reeds met vaste hand den voorzittershamer en sloeg stilte. Nauw hoorbaar gleed echter over die stiltevloer het stemmetje van den dichter-filosoof Rensburg, dat vroeg of het nu nog lang moest duren voor en aleer de heer Canter in het Purgatorium zou worden binnengeleid. Ik wilde dit juist aan de orde stellen" antwoordde de voorzitter. Ik zou de verga dering in overweging willen geven een com missie te benoemen die den beklaagde wij kunnen wel zeggen: veroordeelde zal bin nenleiden. (Beweging). Hij is er nog wel niet, maar de vergadering heeft dan vast iets te doen. Ik wil nog opmerken dat voor deze Commissie alleen heeren en nog wel hecren met eenige physieke training in aanmerking komen, daar het noodig zal zijn den heer Canter vooraf te fouilleeren. Na de laatste vergadering is door de schoonmaakster gerapporteerd dat er leelijke woordjes op enkele bestuurszetels geschreven waren het zou kunnen zijn dat de heer Canter weer een stuk krijt in zijn zak doek verborgen houdt...." eruimen tijd verloopt niet het opnemen der stemmen. Benoemd worden de heeren Edmond Visser en Jean Stapelveld. De heer Jan Greshoff: Meneerde voorzitter, ik vraag het woord vooreen persoonlijk feit." De Voorzitter: Ik zie niet in waarom u het woord moet hebben. Alle feiten zijn hier min of meer persoonlijk." De heer GreshófJ: Mijnheer de voorzitter, ik protesteer tegen de benoeming van den heer Jean Stapelveld. Deze heer behaalt niet alleen roem op het tooneel, maar hij was op de tentoonstelling voor Letterkunde met niet minder dan drie gipsbusten, een eigen handig getypt manuscript en een ten voeten uit geschilderd olieverfportret vertegenwoor digd, terwijl er van mij nog geen simpel Tip-topje aanwezig was. Het is een slecht jaar voor dichters, maar deze bevoorrechtig gaat te ver". De Voorzitter: Ik hoor daar dat de heer Can ter gearriveerd is. De celwagen houdt juist stil. Laat ons dit incident voor gesloten ver klaren. Ik noodig de Commissie uit: doe uw plicht !" De Commissie gaat heen, nadat een klein verschil omtrent het voorzitterschap der dele gatie ten gunste van den heer Edmond Visser is beslist. De binnenkomst van den heer Can ter veroorzaakt eenige opschudding. Zoodra de beschuldige het bestuur in het oog krijgt, bevrijdt hij zich van zijn boeien, werpt met een toornige beweging de commissie op een stapel, en zich met fiere schreden tot vóór de bestuurstafel begevend, roept hij, den trillenden wijsvinger uitgestrekt: Ik zoek naar rechters onder u en vind niets dan aan klagers". Dat heeft-ie gegapt" zei Reyding fluiste rend tot Robbers. Als ik me niet vergis is dat uit Don Carlos" en Amerikaansche stukken zijn niet vrij. Ik zal hem morgen op zijn hoofd zoeken vanwege het auteursrecht". De voorzitter richt het woord tot de ver gadering, verzoekt de dames-leden zich weder om op hare zitplaatsen te begeven en wijst den heer Canter een plaats aan voor de be stuurstafel, die door hem fier geweigerd wordt met de woorden: Hier sta ik, ik kanker niet anders". Aardige woordspeling" meende Stella Mare. Zonde van zoo'n man". De heer Boutens houdt nu een requisitoir waarin hij den heer Canter beschuldigt van ignobel gedrag, een goed letterkundige on waardig. Niet alleen verstoort de beschuldigde de vergaderingen door het voortdurend oneens te zijn met .het bestuur, maar zijn invloed op den eetlust dier dignitarissen is zóó funest, dat hij, Boutens, zich meerdere malen genood zaakt heeft gezien een reeds besteld en wat nog erger is reeds betaald couvert voor den gemeenschappelijke!! maaltijd af te zeggen, wijl de heer Canter hem alle appetit ontnomen had. Voorts draagt de heer Canter stropdassen, hetwelk een vergrijp tegen den goeden smaak genoemd kan worden en is onlangs op heeterdaad betrapt bij het drinken van port uit een likeurglas. Hoe pijnlijk spreker het ook vindt dezen stond te moeten beleven hij kan niet langer voorzitter zijn van een vereeniging wier bestuur door den heer Canter als uit oude wijven bestaande gequalificeerd is. Niet elke vereeniging kan uit louter jonge lieden bestaan de Vereeniging van Letter kundigen bestaat niet uit padvinders.... (Instemming) en het getuigt, minstens geno men, van weinig differentie voor de tot die vereeniging behoorende dames, het bestuur met die categorie te vereenzelvigen. Spreker brengt in discussie het voorstel tot royement van den heer Canter, maar geeft dezen eerst de gelegenheid zich te verdedigen. Hij wil er nog aan toevoegen dat, hoe de uitslag der vergadering ook zij eten willen wij met Canter niet meer". (Applaus). De heer Canter brengt hulde aan het bestuur waarom weet hij niet maar bij het schei den uit dezen kring wil hij toch een aangenamen indruk achterlaten. Het is bekend," zegt spreker dat ik drie honderd twee en negentig oorspronkelijke Nederlandsche tooneelwerken heb geschreven, waarvan er slechts n tot opvoering geraakte, hetwelk door het afzakken van een kleedingstuk van den heer Edmond Visser, die in dit stuk een rol vervul de, gevallen is. Achteraf begrijp ik dat hij uit de geheime fondsen der Vereeniging voor Letterkundigen gestopt moet zijn, ten einde jaloersche medeplichtigen-in-de-letteren ge legenheid te geven mij te verwerken." UIT HET KLADSCHRIFT VAN JANTJE 12 cent 12 eer* CBUITCNOIWOON) siga«r iiiiiiiiiiiiiiiiiim iiiiiiiiiiiiiiiniiiiii ""UMIN Illllllllllllllllllllllllllllll Illllllllllllllllllllllll llllllllllllllllllllllllll Illlll HUI» l lllllllllllllllllllllllimllllll De heer Visser (opgewonden) Bewijzen !" De heer Canter: ^Overigens gaat mij de kleeding van den heer Visser niets aan. Men herinnert zich dat ik in den Stadsschouwburg mijn leven heb gewaagd door over de orchestruimte heen te springen, ten einde mijn be roemd geworden: Dames en Heeren" uit te spreken, welke rede ten gunste van het Neder landsche drama vervolgens onmiddellijk afge broken werd, doordat de Vereeniging voor Letterkundigen in samenwerking met de federatie van Amusementskunstenaars, de Amsterdamsche politie had omgekocht om mijn carrière als voetlichtredenaar te breken. Hoewel mijn liefde voor het Oranjehuis zoo spreekwoordelijk is, dat zij dreigt de reputatie van den heer Albert van der Horst, van den Oranjebond Wat ook vall' trouw staat pal" te overschaduwen, en men mij met recht den Ober-Cantor van ons Vorstenhuis mag noemen, kon de Oranjelinde mijner langjarige drama tische Vorstenvereering niet op de planken van den Stadsschouwburg knop schieten, maar werd het maakstuk van een andere firma vertoond. . . ." De heer Frcd. van Eeden:,, Werd er soms een stuk van mij vertoond ?" De heer Canter: De teleurstellingen van den heer van Eeden vormen hoogstens het onder werp voor een ingezonden stuk, maar raken niet aan mijn veeljarige miskenning. Ik ben niet gesteld op waardeering of reclame ik wil gespeeld worden; toch ben ik hoogstens de speelbal van de intriges mijner jaloersche collega's. De vier honderd twee en vijftig oorspronkelijke werken die ik schreef en waar van er slechts n opgevoerd werd, zou ik gaarne ongeschreven hebben gelaten, wanneer dit céne stuk slechts vier honderd twee en vijftig malen vertoond was geworden. ..." Geroep: Stemmen ! De \\eerCantcr: Ik wil kort zijn. Men verwijt mij dat ik de Nederlandsche vereeniging voor letterkundigen een verzameling oude wijven heb genoemd. Ongetwijfeld zou ik beter van een oud vergeelden Bond" hebben kunnen spreken.... De heer Boutens: (tot den kellner) Bestel maar weer af." Interrupties: Maak het kort!" De]Voorzitter: Ik ontneem den heer Canter het woord. De vergadering wordt ongeduldig en de hoofden zijn al geteld. Wij moeten aan het werk vele leden wenschen den middagtrein nog te halen in verband met op stapel staanden poëtisch|n of belletristischen arbeid ik zelf heb een paar niet onaardige ideeën en wij mogen ook de pers niet langer van nut tigen arbeid afhouden. Van mejuffrouw Mine Ninnema ik bedoel Manne Minema, is nog een verdediging van den heer Canter op rijm ingekomen, maar aangezien er in den derden regel een paar voeten te weinig voorkomen en het overigens een begrijpelijk vers hoewel geen vers is meen ik dat het niet voor een prijs in aanmerking kan komen. Is er iemand tegen den heer Canter te.... (maakt een diiiinbeweging naar den uitgang) Niemand? De heer Karel Wasch? Eén is gén ! Verder niemand? Niemand niet? Eenmaal, ander maal (de hamer valt). Het voorstel is aan genomen.MeneerCanter, mag'jk u verzoeken!.." Voor den heer Canter het passende histo rische woord invalt, is de deur der Vereeniging van Letterkundigen achter hem in het slot gevallen. Op de trap slaat hij zich voor het hoofd en reciteert: Bij al dees schapen voelde ik mij een panter Vaarwel mijn Aemstclland, verwacht een andren Canter. (Voor copy conform) Jon. Lu G E R Itlllllllll lllllnlIIIMIIIIMIIIItllllllllllllllllltl MUI l Illlll Illllllllllllll Illlllllllllllllllllll Illllllllllllllllllll MUI VAN BRUIDSSCHAT TOT FIDIBUS door F. DE SINCLAIR. ANNO 1913. Op den avond van den trouwdag was het kasteel van Freiherr Von und Zu Forellen schwanz fraai geïllumineerd. De gevel van het weidsche gebouw was n flonkering van schitterende lijnen en arabesken, die goudsprankelende schilden droegen met het wapen van den Freiherr: Twee gekruisde Forellen, welker staarten door een smaakvolle handigheid van den Oberfestbeleuchtungsunternehmer op kun stige wijze door elkaar kwispelden. Het park, rondom het kasteel, met zijn duizende kleurige lampions, wier schijnsel inde vijvers weerkaatste, geleek een Oostersche dwaaltuin en in dat feëriek-mysterieuse licht bewogen zich de gasten, die de lucht, de zwoele zomerlucht, vervulden met een zachte geur van parfums en sigaretten en een joyeus gegons en gezoem van stemmen, waarin de hooge vrouwelachjes waren als telkens uitschietende kristallisaties. Om de in palmengroen en bloemen gezette buffetten, waar bowl geurde en sekt perelde, stonden de blijde groepjes. Een heerlijk feest !" riep een jongmensch uit, dat sekt dronk of 't pompwater was. Een feest, dat het huis Forellenschwanz eer aandoet", bevestigde een ander. Al was 't alleen maar om de stroomen sekt, die er vergoten worden," plaagde een jong meisje. Ja, alleen de sekt moet een burgermans fortuin kosten", merkte een luitenant op, met de rente er van zou een vaderen moeder met drie spruiten netjes rond kunnen komen." Een luitenant ook?" vroeg een ander jong meisje. Pardon, een luitenant komt nooit rond", gaf de geplaagde ten antwoord, dat is een beginselkwestie, Spaarzaamheid is een specifiek burgerlijke eigenschap. Een militair geeft alleen maar uit...." En als er niet meer is?" vroeg een ander. Aan de grens der moneten begint de oneindigheid van het krediet", zei de luitenant lachend, waarbij de monocle uit zijn ooghoek schoot. In alle geval zal de Freiherr wel geen crediet behoeven voor dit feest", dacht het meisje. Oswalt is een aartsboffer", sprak een ander Kunigunde is een allerliefste bruid en dan zoo'n bruidsschat.... ! Hoeveel?" vroeg er een zacht. Is het bekend?" Men beweert van vijf honderd duizend", sprak de luitenant, voorzichtig omziende, en in contanten, volgens de traditie van het huis Forellenschwanz". Een gesis van afgunstige verbazing ging op. Daar kun je de hemel en de hel tegelijk voor koopen." zei het jonge mensen, dat zooveel sekt dronk, En wat krijg ik een dorst van die groote getallen.... ! Pardon.... !" en naar het buffet dringend, veroverde hij zijn zooveelste glas. We moeten zorgen er bij te zijn als het jonge paar wegrijdt." sprak het meisje, ze moeten door het bloemenbombardement." Ja, we zullen een dubbele haag vormen van het bordes naar het uitgangshek," wist een ander overal staan de korven met bloemen al gereed." Deze perzikbowl is bevroren zaligheid", zei de luitenant en een glas aan het jonge meisje gevend: Laat /e ontdooien door de warmte van uw lieve lippen". Het jonge meisje lachte en proevend kwam er in haar mooie schehnsche oogen inderdaad de weerglans van een gloed, die /elfs de Noordpool zou doen smelten. Ah....ziet U.... ik wist liet wel," zei de luitenant en drukte de monocle weer vast in zijn oog. In het kasteel was de familie bijeenge komen in de salon carré", het 'pompeuze vertrek voor welks deuren de zes ridderharnassen der voorvaderen met de breede zwaarden in de ijzeren vuisten, dreigend geheimzinnig en grimmig achter hun gesloten vizieren den toegang schenen te bewaken. Hun nazaat, Freiherr Kuno Von und Zu Forellenschwanz, stond daar in zijn onberispelijken rok met besterde lapel voor de zwaar-vergulde ronde tafel; uit de brillianten knoopen van zijn wit zijden vest schoten kleurige lichtpijltjes; de groote arendsneus stond imposant op het gele gelaat vol rimpels, dat door een witte Franz-Joseph's baard omlijst werd. Naast hem stond zijn gemalin met de Freifrauliche diadeem op de witgepoederde haren: een parelcollier lag om den vleezigen rozen hals; het licht dartelde over haar zijden feesttoilet van paarlgrijs moiré. Nevens hen stonden de vader en moeder van den bruigom, Graf von Protzenschnabel eneralleutnant der Potsdamer Kurassieren a.d. stram in zijn schitterend uniform met zegeteekenen behangen, naast zijn hoekigdeftige gemalin, gekleed in een statietoilet van bleek roze damast. En tegenover hen stond het jonge paar, sinds enkele uren in den echt vereenigd. Mijn lieve Kunigunde, mijn waarde schoonzoon," sprak de Freiherr het is in onze familie een oud, maar juist door dien ouderdom eerbiedwaardig gebruik om ten dage van het huwelijk eener Freifrau Von und Zu Forellenschwanz en wel in het laatste uur, dat zij nog toeft in de ouderlijke woning, aan den gade, die haar uit deze woning voert, datgene te overhandigan, wat als een reispenning voor de groote levensreis, die het paarop het punt is te ondernemen, moet worden beschouwd.... ik bedoel de bruids schat." Freifrau Von und Zu Forellenschwanz en Frau eneralleutnant der Potsdamer Kurasiere a.d. pinkten te zamen twee tranen weg en Kunigunde knipperde ontroerd met haar hemelsblauwe oogen, terwijl de Graven von Protzenschnabel Senior en Junior onbe rispelijk stram in de afwachtende houding bleven. Ik heb," vervolgde de bruidsvader, die traditie in eere willen houden. Welnu geliefde Kunigunde en Oswalt, mijn gemalin en ik hebben te zamen ernstig van gedachten gewisseld over het bedrag dier.... reis penning." De Freiherr lachte even schalks, terwijl de generaal en de schoonzoon bijna gelijk tijdig een ietwat droog zenuwachtig kuchje lieten hooren. Freiherr Von und Zu Forellenschwanz vervolgde: Eveneens overeenkomstig de traditie moest dit bedrag een geheim blijven tot op dezen stond, maar nu we dan zoover zijn, wil ik u ook niet langer in de onzeker heid laten.... hm...." De Freiherr schraapte zijn keel en ging dan voort: De laatste jaren zijn goede jaren, voorspoedige jaren voor ons Huis geweest en die welvaart, die voorspoed mogen zich weerspiegelen in het bedrag dat we U toedachten. Dit kistje hier...." en de Frei herr legde een hand op het sierlijke met zilver beslagen kistje, dat voor hem op de tafel stond bevat in kontanten een bedrag van.... een millioen mark ! !" Hoe stram de generaal en zijn zoon ook gestaan hadden, bij het vernemen van dit bedrag vielen ze beiden formeel uit de houding. Das ist ja.... königlich !" stamelde de oude graaf. Nicht zu glauben !" zuchtte zijn gemalin bijna ontzet. Des jongen echtgenoots oogen fonkelden. Een millioen.... versta ik u inderdaad goed?" vroeg hij met een stem, die beefde van ontroering. Een millioen !" herhaalde zijn schoonvader op een toon, waarin hij vergeefs trachtte de voldoening over dit eclatante succes te verbergen en nadat hij het kistje geopend had, haalde hij daaruit voor de verrukte oogen van zijn schoonzoon en diens ouders achtereenvolgens tien liassen van elk honderd banknoten van duizend mark te voorschijn. Er kwam schier geen eind aan de handdruk ken, de kussen en de uitroepen, die op deze vertooning volgden. Mein Sohn ist millionar !" snikte de oude gravin. Ach, wenn meine Selige Mutter das natte ahnen können !" De Freiherr belde; een lakei trad binnen presenteerde Fransche champagne en toen er was geklonken en de leege glazen op tafel stonden, was de plechtigheid afgeloopen. Pas in godsnaam op, dat je het kistje niet verliest", vermaande de oude gravin op angstigen toon. Geen nood Mama", antwoordde de jonge echtgenoot, die het kostbare voorwerp al onder zijn arm droeg en dan zijn jonge vrouw omhelzend: Kunigunde.... een millioen.. . .nu voel ik pas, hoe lief ik je heb." Een kwartier later verliet het jonge paar het kasteel. Daar komen ze!" klonk het van alle kanten en de gasten in den tuin stroomden te zamen om snel de dubbele haag te formeeren van bordes tot uitgang. (Vervolg op pag. 3, Omslag)

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl