Historisch Archief 1877-1940
10 Nov. '23. - No. 2420
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
VOOR WIE NOG VERRE STAAN
VROUWENWERK DAT WACHT
l Dedadendrangbijonze Roomscheongehuw
de Dames is soms sterk. Zoekt en" vindt ze
geen werk bij de Roomschen, dan gaat ze
naar de Neutralen misschien. De actie van de
overkant lijkt nog meer vruchtdragend en
meer sympathiek!"
Aldus pater Damasus, die zich veel moeite
geeft voor de vrouwen, in ,,de Katholieke
Vrouw" van 19 October j.l. Een merkwaardige
uiting !
Wij zijn dan ook dankbaar voor het com
plimentje, dat er in schuilt, maar we zouden
pas voloaan wezen, wanneer men eens van
nél nabij met die sympathieklijkende be
weging kwam kennis maken en regelmatig
visites aan de overzijde" wilde afleggen, die
we graag met contrabezoeken zouden beant
woorden !
Scherts terzijde: is het niet voor beide par
tijen, heel, heel jammer dat de Roomsche
vrouwen, die toch waarlijk wel zoo sterk in
haar geloof zullen staan, dat de aanraking
met neutralen haar niet tot afvalligen zal
maken, niet regelmatig in contact met ons
blijven, in den Nationalen Vrouwenraad, in
plaatselijke Raden en wat dies, meer zij?
Wij konden van elkaar leeren. Te meer
waar internationaal toch ook tal van
goedgeloovige Katholieken in de gelederen van de
georganiseerde bewuste vrouwen zijn aan te
wijzen. De socialisten zien we tenminste spo
radisch, de communisten zijn zelfs gefroisseerd
als ze bij acties ad hoc (dreigend ontslag der
gehuwde ambtenares) vergeten of
thuisgelaten worden, de Roomschen moesten ons
haar inzichten niet onthouden.
Talloozen onder de feministen zullen niets
liever doen dan samenwerken met de vrouwen
van karakter onder haar, die zich zoo noodig
ook tegen de opvattingen van vooraanstaande
mannen durven verzetten, indien ze meenen
dat hetzij een landsbelang, hetzij een kwestie
van rechtvaardigheid op het spel staat of een
gezinsbelang" door conversatieve geesten
verkeerd wordt ingezien.
Ik denk hierbij aan de van persoonlijkheid
getuigende houding van mevrouw
BronsveldVitrjnga dezer dagen in de Tweede Kamei^
aan het stelling nemen van haar
geloofsgenoote, A. van Dijk, tegen het dreigend ontslag
van de gehuwde ambtenares.
Het gaat er in de vrouwenbeweging juist
om dat vrouwen meteen sterke individualiteit
en een eigen, vaststaande, van vooruitstre
vendheid blijk gevende meening samen steeds
overleggen. En naast haar vele werksters in
het tweede gelid, waarover pater Damasus
zulke juiste opmerkingen maakt, die verdienen
buiten de uitsluitend Roomsche kringen te
worden overdacht.
Hij schrijft over de Drukke Baantjes", die
er in de vrouwenbeweging te vervullen zijn en
wenscht deze onder drie categoriën te
verdeelen: de ongehuwde Dames, de Dames uit
kinderlooze huwelijken en de moeders van
grootere kinderen. Wij kunnen haar niet
missen constateert hij terecht, vooral om haar
ondervinding. Kinderlooze Dames kennen b.v.
de rijpere jeugd evenmin als de baby's".
Welnu, wij zouden precies ditzelfde, n
terwille van de vrouwenbeweging n terwille
van de politiek onze ongehuwde kinderlooze
en oudere vrouwen willen voorhouden. En er
altijd weer bijvoegen: Wie in de kleine kin
deren zit kan onmogelijk vóórvrouw zijn,
de reputatie van de beweging zou er niet op
vooruitgaan". En wanneer een Annie
Salomons, op een toevallig ongelukkig moment,
pleit voor het thuisblijven van ed gehuwde
vrouw en moeder en mevrouw v(an)
H(oogenstraaten)?S(choch) in een artikel in de Neder
lander van 20 October pleit voor de jaren
Als de kinderen nog klein zijn", dan hebben
ze toestanden voor oogen, die iedere moeder
vrouw uit het hart gegrepen zijn. En de laatste
heeft volkomen gelijk als ze eindigt gelukkig
de moeder, die bewust heeft beleefd dien hoog
tijd van haar leven".
Dat daarom niet alle moeders, die
thuisbleven bewust beleefden," noch blijde
moeders" waren, is voor wie oog heeft voor de
realiteit moeilijk te ontkennen ! Laten die
haar taak dan ook maar aan kinderjuffrou
wen of schoonmoeders of een vriendelijk
dienstmeisje overlaten, maar laten ze niet
vergen dat de ernstige vrouwen dan toch
respect voor haar hebben, alleen omdat ze
thuisbleven en geen geld verdienaen.
En laten ze zich vooral hoeden om den
staf te breken over moeders, die uit econo
mische noodzakelijkheid of uit geestelijke?:
drang een betrekking vervullen. Want op
leiding vóór het huwelijk en het bijhouden van
het geestelijk verworvene in het huwelijk, óók
gedurende de jaren dat de kinderen nog niet
door de school der moeder vele vrije uren
waarborgen, is van zoo'n eminent belang voor
de gedifferentiëerden onderde vrouwen. Juist
met het oog op wat we, in navolging van Ina
Boudier-Bakker, zoo gaarne de latere jaren"
noemen. Want die kunnen moeilijk zijn,dubbel
moeilijk voor de moedervrouwen, die in de
kleintjes opgingen. Mevr. van Hille-Gaerth
geeft dat psychologisch zoo volkomen mooi
weer in haar korts verschenen In Knop".
Ze had op eens een gevoel of ze een oude
vrouw was, die al zooveel had verloren in haar
leven, zooveel had doorgemaakt, waarvan
niets gebleven was dan de herinnering!
En ze verweet zich, dat ze in vroegere jaren,
toen het leven zoo heel druk en roezig was,
er altijd zooveel kleinigheden waren, die niet
konden wachten, wel eens met een beetje ver
langen had gedacht aan den tiid dat alle
kinderen op school zouden zitten" en zij nooit
meer moe zou wezen ! Hoe was het mogelijk
geweest ?
Het was alsof ze ondanks haar vreugde
om de kleine dingen toch niet genoeg ge
noten had van al dat blije en knusse en grap
pige rondom haar.
Maar nu, wat leken de morgens met
niets dan naai- en verstel- en schrijfwerk, haar
dor en leeg ! Zij voelde zich onder het
kousenmazen in die stille, keurige kamer zoo oud
worden, zoo arm en droevig".
O, als we die vele, vele, vrouwen toch eens
konden bezielen voor de groote taak, die in de
vrouwenbeweging en in de verschillende poli
tieke groepen op haar medewerking, op haar
warm-voelen, op haar toewijding ligt te
wachten. Enkele uren daags, terwijl de kin
deren naar school zijn, zou al zoo'n verlichting
beteekenen voorde voorvrouwen. Zijn er niet
onder haar, welke nu nog ver zich houden van
het maatschappelijk leven, die als
zeeerlijkdurven zijn tegenover zichzelf, juist zoo hebben
gevoeld als de begaafde kinderschrijfster: dat
er een oogenblik komt dat er alleen zijn saaie
gesprekken over eten en boodschappen met
het dienstmeisje of het plotseling binnenko
men van een vriendin, ook een rustige, be
zadigde vrouw, zooals zij nu was, met wie ze
praten zou over een recept of een patroon van
een jurk, met wie ze zou boomen over een
boek, of een opvatting, met zware woorden en
een ernstig gezicht!"
Dat schamele deel is het zeker niet, wat
Annie Salomons der vrouw zou gunnen? Toch
is de kans zoo heel groot dat er niet anders
overblijft voor haar die een heel levenssei
zoen" van bloeiend geluk" genoten. Genieten
en een zér groot percentage aan menschelijk
welbehagen," bereidt maar al te weinig voorop
wat najaarskou en winterstormen ons gewoonlijk
brengen ! Tenzij naast dat levensgeluk aan de
strenge plicht ook een plaats werd ingeruimd.
Gebeurt dat niet, dan wordt het een zoo zelf
zuchtig bestaan dat het ontoelaatbaargenoemd
mag worden, zoolang de over- en overgroote
meerderheid nog zoo ontzachetijk veel ont
beert. Dan inderdaad zou de droeve en onge
zonde keus opgedrongen zijn, tusschen een be
staan als werkbij of Koningin. Is het niet aan
gewezen voor de moderne vrouwen te zoeken
naar de maatschappelijke oplossing om óók
de werk-vrouwen" een stuk gewoon mensche
lijk geluk te geven in eigen kring, de
werkvrouwen", die erkent ze het niet zelf in
XCVI, zooveel beter soms den man kunnen
verstaan en in zijn aspiraties volgen, hem steu
nend in zijn werkbestaan?
WAT DE MODE BRENGT
Teekening voor ,.de Amsterdammer"
door Marietje Heyligers.
VRUGHTENKOEKJES
VAW
8IPKES HAARLEM
«jn voortreffelijk VSTI kwaliteit
en aangenaam van smaak
at^~^
Grijs fluweelen japon met zwart satijn
afgewerkt.
Kinderjurk van grijsblauw fluweel, gebor
duurd metj grijsblauwe zijde.
Zoo tal van vragen hebben we nog op te
lossen met behulp van vrouwenbeweging en
politiek, die beide hun woord meespreken om
mogelijkheden te scheppen en proeven te kun
nen nemen of ze te verhinderen.
Mochten dan Roomsche en Protestantsche
en Joodsche vrouwen meer dan tot nu toe,
ernstiger dan in de laatste jaren zich
aangorden om iets te geven ook buiten den
huiselijken kring. Wij wenschen haar het eigen
vereenigingsleven niet te ontnemen, maar wij
zouden veel meer contact willen hebben.
W. W I J N A E N D T S F R A N C K E N
D Y S E R I N C K
iifillliiiinrittil
ifliiiififiiifimifir IIHIWI»
BIJKOMSTIGHEDEN
XCVIIl
In het jonge geluk van hun huwelijk was
maar n zwak punt: .toet dienstmeisje, of
eigenlijk de serie dienstmeisjes, want ze wis
selden elkaar met duizelingwekkende snel
heid af. De eerste, een jong, frisch kind met
een allerliefst snuitje (daar had ze haar op ge
huurd), deed den eersten avond den besten
het gehoorige bovenhuisje al daveren van haar
snikken, en toen het vrouwtje verschrikt uit
de huiskamer toeschoof, vond ze haar op de
keukenvloer midden tusschen haar potten en
pannen, vertwijfeld van heimweh en onwen
nigheid; ze wou dien eigensten avond nog
terug naar haar dorp, want in die enge stad"
kon ze het geen uur langer uithouden. Het
vrouwtje pleitte zacht moedig van een beetje
geduld hebben" en een beetje funk zijn";
meneer, die er ook bij kwam, sprak kordater
van geen kuren" en dan wel eens andere
maatregelen nemen"; maar het schreien nam
onder al deze betoogingen slechts in woede toe;
tot het het jonge meesteresje ook week om
het hart werd, en ze opeens, met een gesmoorde
stem,zei: Je moet eens denken, Lies, voor mij
is het alles toch eigenlijk nog veel vreemder"..
Waarop Lies de handen van haar gezicht had
genomen, haar peinzend had aangezien en ge
zegd: 't Is waar ook; u hebt er nog een
vreemde man bij, bovendien". En ze had zich
opnieuw op haar pannen gestort en geen kik
meer gegeven.... Maar op den duur uitte haar
meegevoel met de nóg moeilijker situatie van
haar mevrouw zich meer hierin, dat ze op
handen en voeten naar boven kroop en riep:
Daar is-ie ! Hep u de koffie klaar?" als meneer
beneden de sleutel in het slot stak, of dat ze,
als er iets van het eten mislukt was, in het
wilde weg getuigde: Mevrouw had er me nog
zóó voor gewaarschuwd," dan dat ze leerde
zich in die enge" stadthuis te voelen; zoodat
ze na drie weken, lief en bedroefd over het
afscheid, weer verdween, opgevolgd door een
gevallene" van het Leger des Heils, die een
interregnum van nog geen volle week be
leefde, daar ze zwakzinnig en zonder eenige
energie bleek te zijn, en het onschuldigste
dat ze deed, was: stomp voor zich uit zitten
staren; want eens had ze bijna brand gesticht,
een soepterrien en een karaf gebroken en een
kostbare broodkaart op straat op onnaspeur
lijke wijze verloren.
De derde was een gezellige, statige juffrouw
van in de vijftig met een kapothoed en grijze
japonnen, die graag lekker kookte, (maar het
was in den distributietijd en ze hadden het
heel krap, dus het bleef bij eenheidsworst en
mosselen), en die niet graag liep, zoodat,als ze
aardappelen zat te schillen en er werd gebeld,
ze dan gemoedelijk uit de keuken riep: Och,
mevrouw, kijk 'es effen, wat het is; ik zit net".
Maar toen mevrouw een paar ochtenden tot
de koffie in bed bleef en vrij bleek om de neus
beneden kwam, zei ze dadelijk, dat ze er alles
van begreep, dat dat zoo 's werelds loop was;
maar dat zij als oud mensch zich in zoo'n gezin
met een kind niet meer op haarplaats zou
voelen, en uit voorzorg verdween ze subiet,
met den imponeerenden kapothoed, en het
linnen hoesje om haar koffer.
Het jonge paar behoorde nu eenmaal tot
de menschen, die alles wel begrijpen kunnen
en die een ander niets kwalijk nemen; zoo
aanvaardden ze ook deze desertie met ge
latenheid; hij jaste de aardappelen, zooals
vroeger, toen hij in dienst was; hij poetste de
schoenen en legde, voordat hij naar zijn bureau
ging, de noodbriketten op de kachel; zij kookte
hun sober potje, walgend van de etensgeuren,
en schrikte bij elke bel, bang voor opdringerige
bedelaars, waar ze niet tegen op kon.
Een paar dagen later, uit eigen beweging,
was opeens een klein, gedrochtelijk menschje
zich komen aanbieden, met een bochel en een
bril voor rare, verschrikte oogen, volgens deze
introductie: ,,lk zag meneer den vuilnisemmer
buiten zetten; dat past niet. Ik kan u wel;
ik zie u wel eens loopen en bij u wil ik wel
wezen".
Ze hadden, door die Leger des
Heils-bcschermeling, een beetje angst gekregen voor
het afwijkende, maar deze scheen zoo
trouwhartig-raar, zoo waaksch en toegewijd, dat
ze haar zonder meer huurden: een meisje
uit tamelijk netten stand; een zwager had
een sigarenwinkel, dat was haar glorie; een
ander was politieagent; maar haar hadden ze
jaren in een gesticht gestopt, was zij nu een
mensch voor een gesticht? Mevrouw moest het
maar zeggen Mevrouw ontkende het ten
stelligste. Ik heb nog nooit zoo'n goed meisje
gehad", getuigde ze naar waarheid, ofschoon
er dagen waren, dat zelfs haar mateloos ge
duld bijna brak onder zooveel warhoofdig ge
praat, zooveel onzekere vragen, zooveel plan
nen, die niet werden doorgezet. Maar de be
doeling was altijd goed, de stemming was wel
willend, en daar leefde ze van op. Als ze uit
was geweest, vond ze haar pantoffeltjes bij de
kachel; daar hij bijna niet brandde, want
hoe weinig brandbaars was er onder alles,
dat ze er in propten, waren ze nauwelijks
lauw, maar ze voelde er zich toch warm en
gelukkig door. Eiken ochtend werd haar
horloge voor haar opgewonden; eiken avond
lag er een kruikj". in haar bed; als ze er slecht
uitzag, of een middag weinig had gegeten,
kwam de dwerg bij verrassing met een ei voor
haar thuis, een kostbaarheid in die dagen, en
eens had ze zelfs in stilte bouillon gemaakt
van een peperduur lamstongetje. Mevrouw
verbood zulke excessen: Een volgende keer
zou ik er heusch boos om moeten worden,
je verspilt je heele loon", maar dan stond ze
maar te lachen en te huilen en bedelde om een
hand. U ben meer als een moeder voor me,
getuigde ze uitbundig, En onze meneer ..."
De jongensachtig meneer, die een stillen
griezel voor haar voelde, maar die toch be
greep haar deugden te moeten apprecieeren,
had een houding van afwerende grappigheid
tegen haar aangenomen, waarover ze hik
kend schaterde. Nou maar, als ik je vader
was, zou je het niet makkelijk bij me hebben",
»iiiiiiiiiiiiiiiifiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiittiiiiiiiimiiiiiiiiiiiillllitliiiii tiiimm
IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIUIIHUIIIIIIIM1III
iiiiiiiiimiiitinnm iiiniiniii
AAN DEN ST. PIETERSBERG
Maastricht is de zonnigste stad van Neder
land en je hebt er dus altijd meer dan in Hol
land kans op mooi weer. Onze verwachting
werd dan ook ditmaal niet beschaamd; we
hebben een heerlijke Octoberwandeling mogen
doen in de stad, langs de rivier en over den
berg. Het heeft mij daarbij alweer voor de
zooveelste maal verdroten, dat de stad zich
zoo weinig om de rivier en om den berg be
kommerd heeft en er voor zich aan schoonheid
en levensvreugd niet uit heeft weten te halen,
wat er te halen was. De heerlijke brug geeft
anders, wat de rivier betreft zco'n goede aan
wijzing en er is stellig van het rivierfront nog
wel iets te maken. Ook het park is aardig be
doeld, maar veel te klein en ondoelmatig en
dat is voor een groot deel te wijten aan het
ongetwijfeld zeer nuttige, maar uiterst leelijk
en vieze kanaal. Wij hopen, dat het spoedig te
klein moge blijken en dat er dan een gelukkige
en fraaie oplossing moge gevonden worden
voor het complex: Maas, Kanaal, Jeker en
Opgang naar den Berg.
Maastricht is in dit opzicht niet de eenige
schuldige in ons land; wij hebben weinig of
geen steden die op waardige wijze partij hebben
weten te trekken van hun waterfront. Zie
eens wat Ziirich, Luzern met hun meren
wisten te doen, zie al de plaatsen rondom het
meer van Genève of Parijs met zijn Seine. Bij
ons is Nijmegen nog al goed, ook Deventer en
Karnpen, die de wisselende waterstanden niet
al te zeer hebben gevreesd.
Maar laat ons terugkeeren tot den Pieters
berg, die nu bedorven wordt en die al honderd
jaar bedorven" is, n door afsnijding en af
graving, ten ^behoeve van kanaal en weg
n door bebouwing met huizen en kerken,
zonder zorg voor het algemeen aspect. Nie
mand; zal zeggen dat het kerkje van Sint
Pieter mooi gelegen is. Uit de omstandig
heid van kanaal en weg leeren we dat de
term bederven" in dezen een eenigszins
gewijzigoe beteekenis heeft. Ik denk wel,
dat niemand er raad op geweten zou hebben
om die twee noodzakelijke verkeerswegen aan
te leggen, zonder de Oosthelling van den
Pietersberg onaangetast te laten. Deze Oost
helling is dus sedert het begin van de
vorige eeuw al niet natuurlijk meer, de
natuurlijke afbraak van den berg is er op
kunstmatige wijze bespoe
digd.
En al dien tijd lang is :
er aan den berg geknabbeld.
Reeds voor wij het werk
der Cimenteries réunies be
reiken, passeeren we nog
twee bedrijven, die nu stil
staan, maar die vroeger
hoogerop een paar groote
gaten uit den berg hebben
gehapt, die nu nog duidelijk !
te zien zijn en de harmonie
van het landschap schril
verstoren. Wij mogen deze
bedrijven vergelijken met
niet werkende vulkanen,
die nog niet geheel zijn uit
gedoofd. Geheel onverwacht
zouden zij weer tot uitbar
sting kunnen komen, vooral
wanneer het gaat om werk
en welvaart. Doch komt het
zoover, dan hopen wij, dat
hier rekening worde gehou- \
den .met het behoud of zelfs
de bevordering van het
natuurschoon van Neder
land, iets wat in dit Noor
delijk stuk van den St.
Pietersberg in het geheel
geen moeilijkheden behoeft
te geven, als men maar
tijdig ingrijpt.
Bij de cimenteries was alles drukte en be
drijvigheid, zelfs op dezen Zaterdagmiddag.
Er wordt hard gewerkt, met drie ploegen
zelfs. Onze Overheid legt aan het bedrijf
geenerlei belemmering in den weg. Wij ont
moetten er n der directeuren der Cimen
teries, die ons met billijken trots opmerk
zaam maakte op den omvang van het werk
en de keurig nette uitvoering. Het stuk vlak
bij Slavante is nu klaar" d.w.z. de graverij
gaat er niet verder, noch in horizontalen,
nog in verticalen zin en de tientallen meters
hooge rotswand was netjes afgewerkt, mooi
vlak, bijna loodrecht en heel bovenaan daar
hing de clematis met zijn grijze, wollige
Afghanistan Karpetten
200 X 300 Fl.
48.60 x 120 5.80
40 X 70 2.70
EN ANDERE MATEN
Een excavateur aan het werk
vruchten over den nieuwen rotsrand. On
deraan werd de bodem gevlakt en daar komt
n u een keurig kantoorgebouwtje. Onze wak
kere Vlaming verzekerde ons, dat er ook voor
natiuirschoon gezorgd zou worden: het ge
bouwtje krijgt een keurig tuintje Wat die
Clematis daar wel van dacht.
Nu volgde een der interessantste wandelin
gen van mijn leven. We gingen met den direc
teur het heele bedrijf bezien en al het terrein
bewandelen, dat afgegraven zal worden en dat
is niet weinig. Dat heeft uren geduurd in al
dien tijd hebben we van gedachten gewisseld
over werk en welvaart, over de schoonheid der
techniek en over de waarde van natuurschoon.
Dezelfde werk put, die mij
voorkwam als het graf van
al de mooie bloemen, die
ik er heb gekend en als een
zeer in de herinnering en
verbeelding van honderden
mijner vrienden, was voor
hem het tooneel van een
schoone en indrukwekkende
bezigheid, een belofte van
voorspoed, eenspoorslag tot
nog meer heerlijk werk.
Terwijl ik mij trachtte
te troosten met het denk
beeld, dat binnen weinig
jaren (misschien beleef ik
het nog) die gestoorde hel
lingen weer nieuw leven
zullen vertoonen:
graafwespen, graafbijtjes, oever
zwaluwen, mossen, varens,
bloemen, bouwde hij er in
zijn verbeelding een mooie
cementfabriek, een mooie,
zulle, die in het landschap
niet misstaan zal. En daar
ik gelukkig door de om
standigheden wel op de
hoogte ben van het streven
en de verrukkingen van
ingenieurs, kon ik hem
wellicht beter begrijpen,dan
hij mij. Niemand kan dan
ook zijn bewondering
ontdreigde hij. Guns, ik zou best willen"....
En snikkerig van pleizier ging ze de kamer uit.
Mevrouw", had ze dan weer moeizaam uit
gebroed, ik denk toch dikwijls: dat ik het
nou zoo in m'n hoofd heb, dat is toch zeker,
omdat m'n vader drinkt; dat hoor je meestal
hé?"
Maar meid, hoe kan dat nu? Je hebt toch
altijd gezegd, dat je vader vroeger zoo'n op
passende man was, en dat hij pas na den dood
van je moeder is gaan drinken, van verdriet!"
Ja maar, toen mijn moeder leefde, was ik
óók goed. Als mijn moeder was blijven leven,
was ik nooit naar een gesticht gegaan; dat
had m'n moeder nooit goed gevonden,
maar die ellendige drank".
Op zoo'n oogenblik hield het vrouwtje even
de hand voor haar hoofd en dacht: Zou dat
kindje, hun kindje, ooit een logisch denkend
schepseltje kunnen worden?"
Maar dan glimlachte ze weer zachtzinnig
en bemoedigde: Tob nou maar niet over dat
hoofd van jou. Hoe langer je hier bent, in deze
rustige omgeving, hoe beter het wordt; dat
voel je toch zelf".
M'n familie zal es zien", mompelde ze fier.
Ze kunnen niet gelooven, dat ik het hier zóó
goed maak".
(Slot ro/y). A N N i F SA i. o.M ONS
Eenzaam Duitschland
(Met teekeningen voor ,,de Amsterdammer''
van Sytje Aafjes)
Drie bleeke kleutertjes
Uit het Duitsche land,
Zaten op een regendag
Samen heel parmant.
Teekenden wat Moeder zei,
Zoo gedwee, getrouw,
Hond of kat of olifant,
In het paars of blauw.
Kopjes hél diep neergedrukt,
Ruggetjes gebogen,
Tongepuntje uit den mond,
Bij hun naarstig pogen.
Plotseling, een diepe zucht
Van de jongste kleine:
Sag mir, ist dir auch so bang,
Wenn du bist alleine?
L. PLEMP VAN
DUIVELANDZ I L L E S E N
HOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BEREID
houden aan de excavateur, de graafmachine,
hier op de foto afgebeeld. Het lijkt een vreemd
soortige giraffe; een kop met groote stalen tan
den aan het eind van een langen nek. Ge kunt
zien, hoe hij den bovenrand
vanderotsschulpvormig heeft uitgebeten. Dan klonk er aan't
ander eind van de kuil een doffe knal, de
dyna?mietpatroon was ontploft en een groote schots
vanhetMaastrichtsche krijt schoof brokkelend
omlaag^ooals het bij ontploffingen de gewoonte
is bij dit zachte gesteente. Nog weer wat verder,
heel bovenaan den bergrand, waren een aantal
arbeiders met schoppen en pikhotiweelen bezig
om het dek van zand en grind met al de plan
tengroei erop, weg te werken en dat ging alle
maal in kipkarretjes zuidwaarts.
Waarheen precies, dat zouden we later zien.
Zoo verdwijnt hier gaandeweg een heele
hektare van den berg tot gelijkvloers met den
straatweg. En hier behaalde de directeur een
overwinning, toen ik moest erkennen, dat
de ruïne van Ligtenberg zich thans veel
indrukwekkender vertoont dan voorheen.
Hier helpt de eene ruïne de andere.
(Wordt vervolgd).
J A c. P. T n i j s s E
iiiiiiiuiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiii
Rugpijn
NicK be.staat er dat beter is dan
Sloan's I.inimenl. Stilt de pijn
snel tu /ekei. Houdt, het in
i; e r e e d h e i d voor Rlieumatiek,
Neuralsie, Ischias, Versiuikingen
en nmlere pijnen. Dringt door
zonder inwrijven.
ikrij^banr bij alle Apotheker?
i-n IJrociiten. Prijlfl.
\