Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
17 Nov. '23. - No. 2421
WIERINGEN - ELBA ?
Teekening voor de Amsterdammer" door Jordaan
ROOKT
Si-FA-Ko's
El Gusto"
SUMATRA 10 cent
Jozef Israels"
VORSTENLANDEN 8 cent
AMSTERDAMSCH
HANDWERK.
Verkrijgbaar bij alle voorname Sigarenwinkeliers.
tiiiiini HUI immuun iiimiiiiiiiiimiiiiiiiiiimiitiiiiiiH
Mr. Kan: Sti! laten schuiven, Excellentie! 't Eenige wat-ie putschen kan is.... de plaat!"
lllllllllllllllllllllllllllllllllllKlllllllllllllllllllllllflIIIIIIIKIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIlllllllllltlllllllllllfll Illlllllllltllllllllllllllllll
vallen de brokken en de poeder er bij neer.
Nog houdt Stresemann met merkwaardig
beleid zich op zijn post. Dan hier, dan daar
grijpt hij een losschietenden kabel vast.
Hij is een opportunist bij uitstek, en allen
die hem kennen verzekeren dat het nu nog
slechts kleinigheden zijn, op het gebied van
zijn aanpassings- en uithoudingsvermogen,
welke hij thans te zien geeft. Maar hij staat
ook pas aan het begin van de ontbinding.
Aan het begin van den harden winter. Aan
het begin van den economischen warboel.
Aan het begin van zijn eigen parlementaire
krachteloosheid. Wat is het streven van
gebieden als Beieren, als het Rijnland; als
elders misschien? Wat beteekent die telkens
herhaalde roep: tegen Berlijn? Niet, och neen,
de bewustgewilde staatkundige losmaking uit
het Rijk. Al die bewegingen zijn naïever.
Het is de overal bekende wrok van de pro
vincie tegenover de hoofdstad, die nu nog
voedsel krijgt van aller zucht^om zich zoo
goed mogelijk los te maken van de intredende
catastrophe. Die catastrophe zit in het cen
trum; en elk gebied aan den rand heeft het
gevoel,'wanneer het maar in zijn eigen kleine
afmetingen zijn eigen gang kan gaan, niet.
zoozeer hopeloos en onherstelbaar in den put
te zullen geraken. Daarom streeft Beieren
naar Beiersche politiek, enzoovoorts. »>
Doch het wordt nu wel duidelijk, datjhet
resultaat van deze bewegingen, welke Berlijn
wel niet meester blijven zal, niet zal zijn een
geordend federalistisch staten-complex, waarin
menigeen misschien voordeel zou zien en
waarmede te handelen viel, doch: een ver
ward en dooreengerommeld Midden-Europa,
waarmede niemand anders iets aan kan van
gen dan.... de bolsjewiek, die reeds den neus
in den wind steekt en westwaarts snuift.
Het dringt nu in het geallieerdenkamp,
het dringt nu in Frankrijk wel door, hoe ver
keerd men gedaan heeft, niet reeds maanden,
zelfs enkele jaren geleden, de goede elementen
in Duitschland te steunen. Hen te scheiden
van de kwade, de onruststokers rechts en
links, van de lieden die steeds op internati
onale verwarring hebben geaasd, en op ver
zaking van internationale verplichtingen. Nu
laat de Fransche regeering doorstralen, dat
men dit onderscheid wel zal weten te maken !
Maar de vraag rijst of 't daarvoor niet reeds
vél te laat is, en of de goeden", de
bouafiden", ;nog nige voldoende macht zouden
kunnen uitoefenen. De dwarsdrijvende ele
menten hebben te zeer de overhand. Van den
geheelen geordenden tractaatstoestand zijn
al geheele stukken weggeslagen. Kan de los
weeking nog worden opgeschort?
Zoo wreekt zich in dit alles ook de fout aan
den anderen kant begaan, onder de goedge
zinde partijen in Duitschland, van nimmer
ASTRONOMISOI^FRAGMENTCN
door AËROBATES
15. HET GEHEIM DER
ZONNEVLEKKEN
V.\N MYSTIFICATIE TOT ELECTRISCHEN
WERVELWIND
Als een overblijfsel van het geloof in den
goddelijken aard der hemellichamen heeft,
tot de 17de eeuw toe, het geloof aan den
eenvoud en de zuiverheid van hunne bewe
gingen en den ongerepten glans van hunne
oppervlakken stand gehouden. Hun vorm
kon niet anders zijn dan zuiver bolvormig,
hunne beweging niet anders dan zuiver
cirkelvormig, hunne oppervlakte niet anders
dan stralend in smetteloos licht. De eerste
wanklank hier tegenover werd vernomen van
Copernicus, toen hij afleidde dat de planeten
wel in cirkels om de zon konden loopen, maar
dat deze als centrail lichaam niet precies in
het middelpunt er van kon staan; de tweede
wanklank klonk, dadelijk na de samenstelling
der kijkers, uit den mond van Chr. Scheiner
te Ingolstadt, een tier geleerde paters Jezuïten
uit de eerste jaren der 17de eeuw. Deze be
studeerde een vergroot beeld van de zon op
een achter zijn kijker opgesteld scherm en
kwam in Maart 1611 tot de ontdekking dat het
uiterlijk van haar schijf volstrekt niet smette
loos was. Donkere plekken, die van dag tot
dag hare plaatsen op de zonreschijf wisselden,
vertoonden zich aan zijn verwonderde blikken
en toen hij zich niet meer los kon maken van
de overtuiging, dat deze vlekken deel uit
maakten van den zonne-bol, meldde hij dit,
opgewonden over zijn bevinding, aan den
overste van zijn school. Maar deze, vast
geroest in de eeuwenlang als fundament van
alle wetenschappelijke opvattingen beschouw
de leerstellingen der oude Grieksche wijsgeeren,
gaf hem het volgende merkwaardige antwoord :
'?Bedaar, mijn zoon, ik heb verscheidene
kee,,ren alle werken van Aristoteles bestudeerd
zonder er ook maar iets van dezen aard in
aan te treffen; twijfel er dus niet aan dat
wat je houdt voor vlekken op de zon fouten
moeten zijn of in je oogen of in de lenzen van
je kijkers !
Toch waren er, lang voordat deze waren uit
gevonden, sporadische berichten over een
zelfde verschijnsel vernomen, hetgeen niet te
verwonderen is, want de vlekken zijn vaak
volledig betrouwbaar voor den dag te zijn
gekomen, maar tevens altijd nog het hof aan
reactionnaire groepen te hebben gemaakt,
welke daardoor den invloed in handen hebben
gehouden en geheel Duitschland gediscredi
teerd.
Indien men evenwel vraagt, wat momenteel
nog de alles beheerschende en de actueelste
fout is, zoo is het die van aan den ge
allieerden kant niet tot overeenstemming te
komen tot een gezamenlijke actie ten aanzien
van Duitschland. Want n ding is zeker:
indien men een aannemelijken toestand in
Midden-Europa wil overhouden, dan is daar
toe slechts n weg: jegens dat Midden-Euro
pa een krachtig aaneengesloten Entente-actie
toe te passen. Die doet wonderen in Hongarije,
waarlijk ook nog al tumultueus van gestel !
Zij alleen zou nog, misschien, het wonder
kunnen verrichten ten aanzien van Duitsch
land.
Doch tot zulk een gezamenlijk handelen
schijnt het maar niet te kunnen komen.
Frankrijk heeft ontegenzeggelijk weer het
juiste gebaar gemist om de uitgestoken vin
gers van Amerika te grijpen. Het plan tot be
sprekingen is achter de schermen, op een ab
rupte wijze die men aan Poincaré's stijfhoof
digheid te wijten heeft. Waarheid is echter
ook dat het onderwerp der conferentie zeer
onhandig, en met een ietwat oppervlakkigen
kijk op de zaken, was opgezet. De geheele
vraag naar Duitschland's betalingscapaci
teit", zou immers als niets beteekenend ter
zijde kunnen worden gelaten. Zij heeft haren
oorsprong gevonden in de Duitsche desiderata,
die er in de laatste jaren op uit zijn geweest het
bedrag van den Staat der Betalingen vermeer
derd te krijgen, en die daarvoor op conferenties
aanstuurden, waar bepaalde Engelschc en
Amerikaansche invloeden Frankrijk de pen
opden neus zouden moeten zetten. Vandaardat
het woord Duitsche betalingscapaciteit" op
Frankrijk blijft werken als een roode lap op
een stier. De vraag van die capaciteit heeft
bovendien thans geen practische beteekenis
(oninklijU Keu blli a o spuit-Maatschappij
iDEGRUYTER&Co.
OEN HAAG
AMSTERDAM ARNHEM
Internationale Verhuizingen
meer, omdat het voorloopig een zuiver theo
retische vraag is. Wanneer Poincarézich daar
tegen heeft verzet, was het uit angst voor een
pro-Duitsche" conferentie, en ook van inter
nationaal standpunt zou er geen aanleiding
zijn zóó eene te begeeren. Er is echter alle
aanleiding, een conferentie te begeeren, die
men pro-orde", of ,,pro-reconstructie", noe
men kan. Want op een Duitschen bajerd kan
niemand zijn gesteld, en ook Frankrijk heeft
er dezer dagen alle belang bij, mee te werken
om de geesten te betoomen, aan welker op
roeping (iet ongetwijfeld een belangrijk aan
deel heeft gehad.
Het moet dan te doen 7ijn om het vormen
van een deskundig plan omtrent de financieele
maatregelen die kunnen strekken om Duitsch
land weer zoetjesaan op de been te doen
komen, en om uit wat er aan Duitsch bezit,
binnen- of buitenlands is, een garantie te krij
gen voor de geallieerde vorderingen.
Wanneer het daartoe niet zou komen, zou
inderdaad het noodlot van de politieke on
macht onverbiddelijk oprijzen. Daarom
worden dan ook de pogingen voortgezet, en
kan men rekenen op hernieuwingder negotiaties
Jammer genoeg is het contact met Amerika
zoo hoog noodig aanvankelijk weer ver
broken. De Commissie van Herstel kan die
nen om de schakeling te herstellen.
Streseman's beleid wettigt de veronderstelling dat
hij elk aangeboden systeem, waardoor hij de
positie kan bevestigen, zal weten aan te
grijpen. Het woord is weer aan Parijs. Londen
en Washington. Ook daar zal de evolutie
misschien wat harder gaan. Staats-secretaris
Hughes kan bedenken dat zijn voorstel van een
jaar geleden eenigszins uit den tijd is. En de
eeuwige in zichzelf en den verkoop van zijn
graan regelende farmer" uit het
MiddenWesten, die bij elke presidentsverkiezing den
doorslag geeft en die tegen de eerstkomende
electies moet worden opgevoed tot het besef
van de wenschelijkheid voor de Unie om niet
buiten de Europeesche zaken te blijven staan,
zou misschien door zijne leiaers eens kunnen
worden voorgegaan, in plaats van gevolgd.
Want er is onbeschrijfelijk periculitm in
mora". Elke dag kan een noodlottige zijn.
Wordt de toestand in Duitschland onherstel
baar bedorven, dan staan wij voor een donkere
eeuw.
Alen hoort dan ook zelfs wel vragen, of de
zoogenaamde neutrale" mogendheden, wier
toekomst toch eigenlijk evenzeer op het spel
staat, maar altijd toeschouwers moeten blij
ven totdat het te laat is. Of een Zweden, een
Nederland, een Zwitserland, een Spanje niet
in de uiterste noodzaak zullen trachten, een
overleg in het leven te roepen, dat de Duitsche
kwestie ter hand nemen kan. Dit overleg zou
dan met het stelsel der geallieerden rekening
houden, en geenszins strekken om specaal
Duitschland van dienst te zijn. Heeft men het
niet herhaaldelijk als een der voornaamste
voordeden van den Volkenbond hooren aan
prijzen, dat hij ook aan indirect betrokken
regeeringen de gelegenheid geeft, een ver
standig internationaal initiatief tot het zoeken
van een uitweg te nemen? En biedt niet de
Raad van den Volkenbond, waarin de toon
aangevende belanghebbende mogendheden
vertegenwoordigd zijn, vanzelf een gelegen
heid,die ten slofte niet ongebruikt kan blijven?
Men moet hieromtrent nog afwachten.
Het is voor regeeringen als de bovengenoemde
allicht verstandig, zich niet in de zaken te
mengen, zoolang de direct betrokkenen het
af kunnen en Wijven probeeren. Maar ten slotte
rust ook op die andere een aansprakelijkheid,
omdat zij niet werkeloos behoeven te blijven !
En wanneer het tusschen de direct betrokkenen
vastloopt, mag een einde aan het afwachten
komen, eer er dan een einde aan de geheele
gezamenlijke samenleving komt.
De naastbijliggende toekomst is in elk geval
zwart genoeg. Er moet gehandeld, er moet ter
hand genomen worden.
B R A N D A R i s
AMERIKAANSGHE BRIEVEN
door Dr. HENDRIK WILLEM VAN LOON
(Met teekeningen voor de Amsterdammer" dooi
den schrijver)
itimniiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiii
iiniiiiii luim
iiimiiiiiiiiimimiu nu
zoo groot dat men ze met het bloote oog dui
delijk zien kan. Bij lagen stand der zon be
hoeft haar licht daartoe slechts \veinig getem
perd te worden 1); zoo lezen wij bij Vergilius
reeds dat de zon er bij haar opkomst soms ge
stippeld uitziet en bij de verovering van Peru
vernamen de Spanjaarden iets dergelijks van
de bewoners van dat land. Oude Chineesche
kronieken van 301 tot 1205 vermelden een
lange reeks van hemel-verschijnselen, waar
van er ongetwijfeld vele op zonne-vlekken
betrekking moeten hebben, en alle geschied
schrijvers van Karel den Groote spreken van
de groote zunne-vlek van het jaar 807, die
meer dan een week zichtbaar bleef. Maar der
gelijke, op zichzelf staande, zeldzame waarne
mingen hadden begrijpelijkerwijze het
algemeene, vaste geloof aan de smetteloosheid der
hemelsche bollen niet geschokt. Toen dan ook
Scheiner zijn waarnemingen bekend maakte,
werd zijn onderstelling over den aard van het
verschijnsel ontoelaatbaar geacht; de meening
dat men met een mystificatie te doen had,
kon natuurlijk niet worden gehandhaafd,
maar het was mogelijk dat de donkere plek
ken beelden waren van voorwerpen, planeten
bijv., die zich om de zon heen zouden bewegen.
Scheiner zelf was aanvankelijk deze mee
ning toegedaan; Tardé(1620) gaf aan de ver
meende hemellichten zelfs een naam, Astra
Borbonia, ter eere van het koningsgeslacht
der Bourbons, een naam, dien de Belg
Malapert (1633) vervangen wilde door Sideru
Austriaca en intusschen werd er door de groote
massa hartelijk gelachen n om de vlekken
(Tardéhad o.a. gezegd: het oog der wereld
kan toch niet ontstoken zijn !) en om de na
men der nieuwe hemellichten en om de astro
nomen, die ondersteld werden alles maar
verzonnen te hebben. Hoezeer echter het
verschijnsel voor de waarnemers werkelijkheid
was, bleek wel uit het feit dat onze landgenoot
Joh. Fabricius, die de vlekken vermoedelijk
al vóór Scheiner ontdekt had en in elk geval
de eerste was die er (in 1611) een verhande
ling over schreef, daarin reeds had medegedeeld
dat de beweging der vlekken een duidelijke
aanwijzing was van de te voren slechts ver
moede aswenteling der zon; hij had, om hier
zeker van te zijn, zijn waarnemingen over
ettelijke maanden uitgestrekt. Ook Galilei
dacht natuurlijk niet aan een mystificatie en
het nauwkeurig door hem bestudeerde uiter
lijk en gedrag der vlekken kon niet dat eener
planeet zijn. Zeer ongelijk bleek hun levens
duur, onregelmatig en voortdurend wisse
lend bleek hun vorm, een donkere kern gezien
tegen een minder donker veld; nu eens waren
zij aanwezig in enkele groote exemplaren, dan
weer als een groote verzameling van kleine
exemplaren; soms waren het ronde, soms lang
gerekte, soms onregelmatige groepen; dan
verliepen er maanden, waarin geen enkele
vlek te zien was, maar zoodra er zich weer een
vertoonde, bleek zij zich evenals hare
voorgangsters van het Oosten naar het
Westen te bewegen en de reis over de zonne
schijf in ongeveer 14 dagen te volbrengen. Hoe
was dit verschijnsel te verklaren? Galilei
dacht dat men met wolken te doen had, die
in een elastische vloeistof dreven; Simon
Marius, getroffen door het verschijnen, in 1618,
van drie kometen, terwijl de zon geen vlekken
had, zag er een soort van verbrandings
slakken in, die als kometen de wereldruimte
werden ingeslingerd, opdat de zon als een
gesnoten kaars" weder in grooteren luister
zou kunnen schitteren; Scheiner omringde
in zijn verbeelding de zon door een vurigen
Oceaan, waarin stormen zouden kunnen op
steken die de underzeesche klippen daarvan
zichtbaar maakten; Hevelius te Danzig, aan
wien wij o.a. de eerste nauwkeurige beschrij
ving der maanlandschappen te danken heb
ben, onderstelde dat de zon een dampkring
bezat die aan bederf onderhevig was," en
Kepler opperde weer andere mogelijkheden.
Geen van deze theorieën berustte echter op
waargenomen verschijnselen; meer dan ander
halve eeuw na hare ontdekking wist men
van de zonnevli'kken nog niet veel meer dan
dat ze haar optreden beperken tot ongeveer
30" ter weerszijden van den zonne-aequator
(op aarde zouden wij zeggen: het zijn
keerkringsverschijnselen) en dat zij geleerd hadden
dat de zon in ongeveer 25 dagen om hare as
wentelt. Maar in Nov. 1769 verscheen er een
bijzonder groote vlek, welker loop over de
zonne-schijf o.a. in lasgow door Wilson
nauwkeurig werd gadegeslagen. Hij deed
daarbij de, klassiek geworden, waarneming
dat de kern der vlek onzichtbaar werd vourdut
deze den W-rand der zonneschijf bereikt had,
terwijl het minder donkere veld er omheen
tot het laatst zichtbaar bleef. Den Oden De
cember deed de wenteling der zon deze vlek
aan den O-rand weder voor den dag komen,
en nu vertoonde zich de kern pas nadat het
veld al aanwezig was. De kern der vlek lag dus
ingezonken ten opzichte van het veld; toen
het Wilson in de volgende jaren bleek dat
alle vlekken bij de randen der zon hetzelfde
vertoonden, legde hij in een, in de
Philosophical Transactious van 1774 opgenomen, wis
kundig betoog uit dat de zonnevlekken
trechtervormige inzinkingen in het
zonnelichaam moesten zijn. Onafhankelijk van Wil
son kwamen andere waarnemers tot dezelfde
overtuiging; ze beteekende de eerste vermeer
dering van positieve kennis omtrent de vlek
ken, sedert ze ontdekt waren geworden. In
zinkingen ! Goed -----, maar waarin? en hoe
ontstaan? De pogingen om hierop te antwoor
den voerden van de eene z.g. zonne-theorie"
tot de andere. Wilson dacht dat de zon een
vast, niet lichtgevend lichaam zou zijn, om
geven door een brandende laag, broedplaats
van alle licht- en warmtegevende eigenschap
pen der zon; door daarin ontstane beroeringen
kon nu en dan een deel van den
eigenI1IIIUIII1I11IIIIIII
lijken donkeren zonne-bol zichtbaar worden.
Cassini en de Lalande in Frankrijk waren
ongeveer van dezelfde meening. Bode in
Duitschland (1776) gaf aan de zon twee damp
kringen; de buitenste was lichtgevend, de
binnenste, wazig als mist, zou het donkere
zonnelichaam tegen een directe aanraking
met den gloeienden dampkring beschermen.
Dat de kern van een vlek zich niet altijd even
donker vertoonde, kwam doordat nu eens een
effen zee, dan weer een bergdal, een ander
maal een zandwoestijn van het zonne-Hchaam
werd blootgelegd. Dit lichaam was bewoond !
In levendige kleuren heeft deze bekwame
sterrenkundige het tijdperk van geluk be
schreven waarin, zooals hij meende, de be
woners van dit, om zijn stralende pracht te
benijden, hemellicht moesten verkeeren. Ook
Wllliam Herschei (1738-1822), de grootste
waarnemer der moderne tijden, stelde zich de
zon voor als een donker, vast lichaam dat
bewoond was en omgeven door twee zich
onafhankelijk van elkaar bewegende damp
kringen; uit de kern opstijgende gas-stroomen
sloegen zich een weg door deze dampkringen
en voerden op allerlei, spitsvondig bedachte
manieren tot de verschillende bij de zonne
vlekken opgemerkte verschijnselen. Bijna
alle bekende astronomen uit de eerste helft
der 19de eeuw, Laplace, Delambre, von
Humboldt, John Herschei, Arago e.a. hebben de
zonne-theorie van Herschei aanvaard, of
schoon zij ondanks de groote autoriteit van
haar ontwerper, een stap achteruit beteeken
de. Eerst in het jaar 1860, bijna een eeuw na
de opzienbarende ontdekking van Wilson,
kwam tamelijk onverwacht een nieuwe
verrassende waarneming de theorie van
Herschel omver werpen. In dat jaar toch wist de
spectraal-analyse van Kirchhoff aan te geven
welke stoffen zich in dampvorm in de buiten
ste lagen der zon moesten bevinden. Dat deze
gebieden gasvormig waren, had Arago vóór
hem reeds bewezen; waren zij vast of vloei
baar, het licht van de randen der zon zou, door
hem zelf ontdekte, eigenschappen moeten
bezitten, die niet werden waargenomen. Maar
de onderzoekingen van Kirchhoff leerden dat
de stoffen die de spectraal-analyse in dit gas
vormige omhulsel kon aanwijzen, evenzeer
en wel in veel heeteren toestand aanwezig moes
ten zijn in dieper gelegen lagen der zon. Sedert
deze ontdekking beschouwt men dan ook de
zon eenvoudig als een mixtum compositum"
van gloeiende gassen van ongeveer 40 schei
kundige elementen 2). Het geheim der zonne
vlekken is daarmede echter niet ontsluierd;
integendeel: uit de spectraal-analyse heeft men
geleerd dat alle verschijnselen op de zon ook
dat der vlekken bijzonder samengesteld
zijn en niet gemakkelijk te verklaren zonder
voorafgaande tijdroovende en minutieuse
onderzoekingen in natuurkundige en schei
kundige laboratoria. De zonne-viekken zijn
een periodiek verschijnsel; de periode bedraagt
Parijs, l November.
Vandaag is het Allerzielen.
De Fransche kranten komen alle uit met
hoofdartikelen, die als Leitmotiv hebben de
woorden N'oublions jamais...." Het is een
oud deuntje en bekend tot wee wordens toe.
In deze wereld zal nooit iets verbeteren,
totdat wij dezen tekst veranderen en zeggen
Oublions....".
Iets vergeven wordt door vele menschen
nog voor geestelijke zwakte aangezien.
Iemand te vergeven wordt vooral in de
klingen die openlijk de leerstellingen van
Christus tot de hunnen gemaakt hebben
slechts aanvaard met het voorbehoud van
het omineuze maar"....
Die brave menschen zeggen nooit ,,ik
vergeef hem of haar of hen" en begraven
daarmede het bijltje.
Als wijlen Jehovah moeten zij altijd eerst
hunne condities stellen.
,,lk vergeef hem of haar of hen, maar
... .voordat ik tot dezen gewichtigen stap over
ga, moet hij of zij, zóó en zus doen, want dat
is noodig voor de rust van mijn eigen geweten,
dat anders onmogelijk bevredigd kan zijn."
Op die manier komt er van de heele
vergeverij niets terecht.
De tegenpartij biedt een lang protokol
metcontra-conconditiesaan en
we zijn weer net
^ zoover als
vroege r.
£m_ Wat de wereld
^ noodig heeft is
niet: nog meer
geschiedenis,
maar heelemaal
geen geschiede
nis.
Moet er dan
nog wat over
blijven om het
nageslacht op de hoogte te houden van wat
er met hun grootpapa's gebeurd is dan kan
men zich beperken tot een enkel zeer een
voudig boek waarvan ik den naam op ver
langen gaarne mededeel.
Maar meer
ook niet.
Parijs 31 Ok
tober. Dit
wordteen dag
boek zooals
dat van wijlen
Koning Salo
mo. Maar nu
Broeder Ein
sten in den
tijd als een
ueberwundenen standptmkt heeft atgescnait, is het een
kleinigheid een dergelijk achterstevoren Lte
schrijven.
Ik zie dat Holland in last is.
ff Een heel oude en dwaze Amerikaansche
professor( driedubbele
tautologie en n con
tradictio in terminis)
is van den eenen dag
op den anderen be
roemd geworden door
de onverwachte en bui
tensporige verklaring
dat drie kwart van alle
Rembraudts onechtzijn
en gemaakt door prul
schilders uit de een of
andere kuiist-akademie
in de negentiende eeuw
en dat men maar liever
gemiddeld 11 jaar, maar schommelt tussche
ongeveer 7 en 17 jaar. Daar de oorzaak van
dit periodieke karakter ondanks de vele
theorieën niet bekend is, zoo ligt het voor
de hand dat men omtrent de oorzaak van de
sterke schommelingen der periode volkomen
in het duister tast. De verschijning van bij
zonder heldere plekken (fakkels) op de zon
en van de z.g. zonne-vlammen"
(protuberansen), de vorm van den, alleen bij ecu
totale zonsverduistering zichtbaren,
zonnekrans (corona), het optreden van het Noord
en Zuidpool-licht (aurora) op aarde, de ver
anderingen van het aardmagnetisme en waar
schijnlijk nog andere verschijnselen hangen
ten nauwste samen met de periodieke ver
schijning der zonne-vlekken. Maar waaróm
dat zoo is, weet men nog altijd niet. Dat de
vlekken, zooals men sedert di' waarnemingen
van Wilson e.a. meer dan eens vermoed had,
trechters zijn, ontstaan door cyclonen" in
de zonne-gassen, daaraan twijfelt men niet
meer. Hale, de onlangs afgetreden directeur
van het observatorium op Mount Wilson in
Californië, heeft in 1890 een inrichting ont
worpen, waardoor rnen een fotografisch beeld
der zon kan verkrijgen, dat uitsluitend door
het licht van n element bijv. van de gloeien
de waterstof is tot stand gekomen. Op
deze beelden is de wervel-structuur der vlek
ken soms verrassend duidelijk zichtbaar.
Hale heeft het echter bij deze ontdekking
bevestiging van een oud vermoeden niet
gelaten. Natuurkundige overwegingen leidden
tot de verwachting dat de in wervelwind
medegevoerde gloeiende gasdeeltjes electrisch ge
laden zouden zijn en als dat zoo was, zouden
zij een magnetisch veld moeten opwekken.
Onze landgenooten Lorentz en Zeeman had
den reeds in 1896 aangetoond hoe men een
magnetisch veld op het spoor kan komen door
het eigenaardige gedrag na te gaan van licht
stralen die er ar.n onderworpen zijn; het ge
lukte Hale, hierdoor geleid, na het overwinnen
van vele technische bezwaren, dezelfde eigen
aardigheden aan te tonnen in het licht
deivlekken, die in 1908 op de zonne-schijf te
zien waren. Een zonne-vlek is dus een elec
trisch geladen wervelwind van gasdeeltjes.
Het woord is nu weer aan de theoretici" . .
tot de volgende waarnemings-verrassing. Want,
zoo besluit Pringheim, de bekende
zonnefysicus,zijn beschouwingen over de zon was
fest steht und die Veranderung der Zeiten
bcrdauert, das sind gut beobachtete
Erfahrungstatsacheu; die Theorien entstehen und
vergehen wie die Blatter der Baume und die
Geschlechter der Menschen".
1) Seneca heeftvermeld dat menin zijn tijd
door een met olie gevulde buis naar een zons
verduistering keek.
2). Dit wil niet zeggen dat er geen andere
elementen in het binnenste der zon zijn.