De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 24 november pagina 1

24 november 1923 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

WO n * Zaterdag 24 November A°. 1988 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van O. W. K E R N K A M P Redacteuren i H. BRUGMANS, TOP NAEFF, G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON Secretaris der Redactie. C. P. VAN DAM UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF Prijs per jaargang f 10.?bij vooruitbetaling. Per No. f 0.25. Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam Advertentiën 10.75 per regel plus 20 cent disposïtJekostcn | INHOUD: 1. Treub's boek over Indië, door Prof. Dr. G. W. Kernkamp Tijdgenooten, door Dr. W. G. C. Byvanck 2. De stu die der economie, door Dr. J. G. van Dillen Het Darnvraagstuk, door H. J. M. Walen kamp Czn. Troebel watervisscherij, teekening door Jordaan?3. Frantzen in memo riam, door prof. Dr.A.G. van Hamel Spreekzaal 5. Voor Vrouwen (red. Elis M. Rogge): Bijkomstighëden, door Annie Salomons Uit den Vreemde, door Nine Minnema Borduurmotieven voor St. Nicolaaswerk Uit de natuur, door Dr. Jac. P. Thijsse, 6. Tapijten en Aardewerk van Colenbrander, door A. Plasschaert Schilderwerk van Conrad Kickert, Veiling, door Mr. M. F. Hennus Nieuwe Duitsche boeken, door Chr. de Graaff 7. Bij het raam van Toorop, door A. Plasschaert Boekbespreking, door Prof Dr. J. Prinsen en Herman Middendorp 8. Dirk Schafer, door Constant van Wessem Tooneeljubileum van Ko van Dijk, door Anna van Gogh?Kaulbach Kroniek van den Dans, door J. F. M. Weremeus Buning, met teekeningen door B. van Vlijmen Fransch Netscher, door Prof. Dr. J. Prinsen JLzn. 9. Op den Econ. Uitkijk, door Jhr. Mr. Smissaert Dierstudie, door H. Verstijnen Muziek in de hoofdstad, door Constant" van Wessen 10. Prof. Salverda de Grave, door W. P. Markus?Poels Het reclamebilet, door J. D. C. van Dokkum Dramatische Kroniek, door Top Naeff 11. Engeland en de Vrijhandel, teekening door Joh. Braakensiek Ruize-Rijm en Charivaria, door Charivarius Reflexen, door Zig?Zag Boek drukkunsttentoonstelling, door Joh. W. En schedé, 12: De Couperus-tentoonstelling, door A. B. van Tienhoven Indische glimwormpjes, door H. Veersema Leekenspiegel Onze Puzzle, Uit het Kladschrift van Jantje, Buitenl. humor, door Charivarins. Omslag: Feuileton, door A!ie Smeding. Bijvoegsel: Een verkiezingsrede van Lloyd George, teekening door Joh. Braakensiek. HiiiiiiiiiiiiMtfifliiimiiBnniiiiiimflHiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiiiiiii IMIMIIII. TREUB'S BOEK OVER INDI NEDERLAND IN DE OOST. Reisindrukken van Mr M. W. F. Treub. Haarlem, H. D. Tj^enk Willink en Zoon. 1923. Voor iemand, die ongeveer een half jaar in Indiëgereisd heeft, zou het een waagstuk zijn, een boek te schrijven over zijn indrukken van de Oost, tenzij hij zijn gemis aan bezonken kennis zou kunnen vergoeden door zijn origineelen kijk op de dingen. Aan oorspronkelijkheid van geest ontbreekt het den heer Treub niet; hij heeft ,,alevel altijd wat raars", zooals in de Camera obscura een van de juffrouwen op het verguldavondje bij bakker de Groot van de stedenten" getuigde; ook nu weer, als hij zijn boek opluistert met een caricatuur van hem zelf, geteekend door een buitengewoon knappen snelkunstenaar te Port-Said, waarin enkele uiterlijke eigenaardigheden des heeren Treub allerongenadigst zijn aangedikt. Maar al behoeft iemand, zoo ongeIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIMMMIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIHIIIMHIIIIMIIIIIIIIMIIIIIIIIUIIII meen begaafd als hij, voor een taak waarbij de meesten den nek zouden breken, niet terug te deinzen, toch zou ook hij den tour de force om na een verblijf van nog geen zes maanden in Indiëer een boek over te schrijven, dat klinkt als een klok, niet hebben kunnen verrichten, wanneer hij, be halve dan hetgeen hij vanhuis uit medebracht, niet enkele dingen had voorgehad op een gewoon reiziger. Als voorzitter van den Indischen Ondernemersraad had hij zich al vertrouwd gemaakt met allerlei eco nomische en politieke vraagstukken, waarvan een grondige kennis nood zakelijk is voor iemand, die mede leiding moet geven aan de gestie der groote koloniale ondernemingen. Reeds voordat hij voet aan wal zette te Priok zal hij, in dit opzicht, meer van de Oost geweten hebben dan gij of ik er ooit van zullen vernemen. Aan diezelfde kwaliteit had hij het te danken, dat zijn bedje in Indiëgespreid stond. Na zijn aan komst is hij de gast van den gou verneur-generaal; de Sultan van Djocja geeft een soiree te zijner eere en laat hem aan zijn linker zijde plaats nemen; de Soesoehoenan van Soerakarta noodigt hem op een diner ter gelegenheid van den verjaardag van zijn jongste zijn negen en zeventigste kindje; de Prangwedono (de van den Soesoelioenan onafhankelijke vorst van het Mangkoe-Negarasche rijk) doet een bedrijf uit een inlandsche opera voor hem vertoonen en laat zich met hem, en de dames en heeren van hun ge zelschap, kieken. Wat de residenten en de groote planters hem aan beleefdheden heb ben bewezen, laat zich nu wel gissen. Als hij door dit alles den kolder in den kop had gekregen en voortaan eiken dag in den Haag ging wandelen met den stok met gouden knop, dien de Soesoehoenan hem vereerde en waarop diens initialen zijn'aangebracht in robijnen, afgezet met kleine diamantjes, zou dit niet zoo'n groot wonder zijn. Maar Treub heeft er een koel hoofd bij gehouden. Ondanks alle Oostersche weelde heeft hij gewerkt als een paard. De geestelijke arbeid, dien hij daar ginds verricht heeft, is bewonderens waardig. Trouwens, ook tegen lichame lijke vermoeienis zag hij niet op. De heeren, die hij afgedraafd heeft bij zijn bezoek aan de inrichtingen der Koninkl. Paketvaart.-Mij. te Priok, aan haar hospitaal te Weltevreden en aan haar nieuwe gebouw op het Koningsplein, zullen met een zucht terugdenken aan de praestaties, waartoe deze Jan-stapallemachtig hen heeft genoodzaakt. Buitengewoon veel heeft Treub op zijne reizen door Java, Bali en Sumatra gezien. Aleer dan verreweg de meeste Europeanen, die hetzij in regeeringsdienst, hetzij in dienst van het vrije bedrijf, jaren lang in Indiëhebben ge woond, er ooit van te zien krijgen. In de eerste plaats heeft hij de groote cultures goed leeren kennen. Immers, zooals hij zelf vcrkl-aart, het hoofddoel van mijn studiereis was het Europeesche grootbedrijf van nabij te zien en in het algemeen een indruk te krijgen van de hoofdtrekken van het economi sche leven in de Oost". Maar wat heeft deze scherp turende vogel op zijn vlucht niet al meer waar genomen ! De opleidingsschool voor inlandsche artsen te Batavia, de Technische Hoogeschool te Bandoeng, de Cultuurschool te Malang, de opleidingsschool van Pro Juventute te Klakah zijn hem niet ontgaan. Van de opium heeft hij niet alleen de fabricage bekeken in de Gouvernements Opiumfabriek maar ook het verbruik, in een opiumkit. Door den hoofdredacteur van het orgaan der nationalistische vereeniging Boecli Otomo heeft Treub zich laten onderrichten over het streven van dellllllllllllllllllllllllllllllinilllllllllllillllllllliiiii i iimiiiitiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiKiitiHiiii EEN GESPREK VAN OSCAR WILDE OP DEN BOULEVARD Het was niet op den Boulevard zelf dat het rendez-vous was gegeven, maar wel vlak in de buurt vóór het cafévan een zijstraat die op de place de iOpéra uitkwam. Het verhaal van die samenkomst staat in een boekje van den bekenden Engelschen essayist Laurence Housman dat hij heeft genoemd: Echo de Paris,astudyfrom life, enkele bladzijden maar, en zij waaien waarlijk naar ons over den weerklank van een zonnigen nazomernamiddag en van de woorden vol geest en droeve levens wijsheid gewisseld onder den luifel van La vieille rose. Zoo heet het café. De rozentijd was toen voorbij voor Oscar Wilde. Hij had de dagen gekend dat zijn schip met vlag en wimpel streefde door de wateren der wereld wat men zoo de wereld noemt. Nu was hij een schipbreukeling geworden, en de bewondering van de menschen was over gegaan in een soort van wreede belangstelling hoe hij het zou uithouden te midden der vijandige golving. Hij was mislukt. De wereld is ten allen tijde vol geweest van mislukten en mislukkingen. Laten wij ons onthouden van alle toepassingen op onzen eigen tijd. Het kostelijk boekske van Housman brengt ons in Engelsch gezelschap en wanneer men daar van een dichter spreekt, die de kracht miste, toen hij eenmaal was ontdekt om zich op de been te houden en die door het toegeven aan zijn neigingen in miserie eindigde dan is 't het voorbeeld van Robert Burns dat men aanhaalt, den Schorsenen boerenzoon van Ayrshire. Hij strekt tot moraal der fabel van zijn eigen leven. Lockhart in zijn boek aan Burns gewijd ver telt een treffende episode uit zijn verblijf in Dumfries. De dichter was daarheen getrokken toen zijn verwachtingen van het landleven waren teleurgesteld; met een nederig ambt moest hij tevreden wezen. De menschen van Dumfries zagen op hem neer. Een heer uit die streek zegt daaromtrent: Zelden in mijn leven heb ik me meer geër gerd en me spijtiger gevoeld dan toen ik op een mooien zomeravond het stadje binnenreed, van plan om er naar het officieele graafschaps bal te gaan, en ik Burns in zijn eentje aan den schaduwkant van de hoofdstraat zag wandelen, terwijl de andere zijde n leven en vroolijkheid was van de opvolgende partijtjes heeren en dames, gekomen voor de avondfeestelijkheid; niemand daarvan scheen hem te willen herkennen. Ik stapte af en stelde Burns voor met mij naar den overkant van de straat te gaan. Neen, neen, vriendje," zei hij, dat alles is nu voorbij.", en hij haalde een paar versregels uit de treurende ballade van Lady Baillie. Eens stond hem de muts zoo zwierig op zijn bol". Maar het was zijn gewoonte niet om zijn gevoelens op die manier te toonen, hij herwon onmiddellijk zijn opgewektheid, nam mij mee naar huis en hield mij daar prettig bezig tot de tijd voor het bal sloeg...." Wanneer Carlyle dit feit memoreert, er kent hij de gedachte aan het tooneeltje van den eenzamen Burns niet van zich af te kun nen schudden. Men zou het een van do mo tieven van het door Housman te boek gestelde gesprek op den Boulevard kunnen noemen, maar geen van de sprekers daar heeft er ge wag van gemaakt. Ook was er wel een afstand tusschen den genialen Schot met zijn krachtig bewustzijn: A man is a man for a that en den decadent van het eind der 10de eeuw, schitterend vooral met zijn paradoxen, weergaloos als causeur door de zekerheid van zijn optreden en de ongebroken charme, de voordracht van zijn woorden Laurence Housman, een gevoelige natuur, had hem slech.s een enkele maal bijgewoond op de hoogte van zijn succes; toen had Oscar Wilde een vriendelijk woord tot hem gericht als compliment over een van zijn boeken; -den gevallen en gevangen artist was hij trouw gebleven en na zijn ontslag uit het harde huis van straf had hij hem als hulde een paar van zijn werkjes gezonden, en daarvoor steeds als dank eenige gevoelde wel overwogen woorden terug ontvangen; z.oo was er een soort van geestelijken band tusschen beide ontstaan. Van zijn passage door Parijs wilde hij gebruik maken tot een gezellige samen komst. Het moest den man in zijn vernede ring goed doen eenige uren onder bekenden door te brengen die hem niet als een monster aanstaarden. fir hadden een drietal Engelschen voor het caféplaats genomen, daar kwam spoedig genoeg van den kant der Place de l'Opéra het wagentje aan, waaruit, op den hoek bij de couranten-kiosk Oscar Wilde stapte met den jongen Franschman die hem vergezelde. Toch niet te Iaat?" vroeg hij, met zijn gewichtigen gang op de anderen toeschrijdend. Hij werd gerustgesteld. Het is uw eigen schuld, dat het diner wat later zal wezen,om dat ge er op stondt ortolanen te eten; daarom is dadelijk getelegrafeerd en nu zijn ze juist aangekomen. Als ze nog niet geplukt zijn, laat hen wegvliegen, opperde O. W. Een vlucht orto lanen over Parijs, hoe romantisch, hoe wondervol!" Och neen," zei de jonge Franschman, ik heb ze nog nooit gegeten, ik zou ze zoo graag eens proeven." Zoo jong en al zoo gretig naar teleurstelling ! Is er dan geen verbeelding meer? vermaande de wijze Oscar. Het woord ortolaan is veel mooier dan wanneer het is vleesch geworden. Waren ze wijs dan leerden de menschen het leven kennen door gemis aan ervaring. Dat is het wat het leven zoo heerlijk onver wacht maakt. Nooit zijn zin te krijgen, dat is het ware ideaal." Hoe zoo, zich altoos onbevredigd te ge voelen, nooit eens te kunnen rusten op eenig succes! Zoo is het: men moet een Schot zijn om aan succes te gelooven. Ik zal niet beweren dat er in Schotland geen geniën kunnen wezen, maar een artist en een Schot, dat sluit elkander uit. zen Bond; zooals hij in een desa bij Bandoeng een vergadering bij woonde van een dorpsafdeeling van Djamibiatoel Hasanah, de vereeniging, die, in tegenstelling met de Sarekat Islam, de goede gezindheid van de inlanders tegenover de blanken wil bevorderen. Het spreekt wel van zelf, dat Treub over Indische toestanden niet oordeelt als de heer Kleerekoper, die ergens schreef van dat ploertige land in de verte, waar teere Ooster lingen worden vernederd en uitge mergeld door ruwe Westerlingen, die den grond n zijne bewoners tot het rampzalige doel hunner winzucht hebben uitgekozen". Maar hij weet zich voor gelijke smakeloosheid te vrijwaren bij het verkondigen van meeningen, die lijn recht ingaan, niet alleen tegen die van den heer Kleerekoper, maar ook tegen die van de Indische nieuw lichters in het algemeen. Over de ethische politiek" is Treub slecht te spreken; de vroegere Gouverneur-Generaal moet menige veer bij hem laten; den Volksraad vindt hij een onding; de jonge amb tenaren uit de ik zal maar zeggen : Leidsche school, acht hij gevaarlijk. Ik zal mij wel wachten, over deze onderwerpen met Treub te gaan polemiseeren; daarvoor ontbreekt liet mij ten eenemnale aan de noodige kennis van Indische toestan den. Maar evenmin voel ik geneigd heid zijne meeningen klakkeloos over te nemen, omdat ik mij bewust ben in sommige t'undamenteele dingen anders te denken en te voelen dan hij. Over wat hij (op blz. 142 en 143) schrijft over het zinledige van ethische politiek" zal ik graag eens een woordje met hem wisselen, zoo dra ik het genoegen heb hem weer te ontmoeten; er is geen specifiek-Indi sche kennis voor noodig om hem de uit spraak, die hij daar doet, te betwisten. Maar ook de voorvechters van aller lei meeningen, die Treub bestrijdt en juist zij zullen goed doen, van zijn boek kennis te nemen. Want het zal veel gelezen worden en een grooten in vloed uitoefenen op de publieke opinie ten onzent. Veel gelezen omdat Treub bij uitstek de kunst verstaat, bevattelijk te schrijven. Zijn boek Nederland in oorlogstijd" is door duizenden menschen gelezen, die nooit eenig boek ter hand nemen, laat staan een boek over poli tieke of maatschappelijke aangelegen heden. Het was de reputatie van den schrijver, die hen naar dit werk deed grijpen; het was zijn klare betoogtrant, die hen deed voortlezen, toen zij een maal met de lectuur waren begonnen. Treub's boek over Indiënu is even bevattelijk als dat vroegere, zelfs in BERICHT Hoe kan een man die succes aanziet voor het doel van het leven een artist zijn? God heeft het genie van Robert Burns voor de poëzie gered, toen hij hem door den drank tot een mislukking maakte. Bedenk eens wat 'n ver bijsterend figuur in de geschiedenis der let teren een Burns zou zijn geweest dien het in 't leven goed zou zijn gegaan. Hij was al bezig om in beschaafd Engelsen gedichten te gaan schrijven, wat even bespottelijk was als voor een beschaafd Engelschman te gaan probeeren om poëzie te schrijven in het dialect van Burns. Zijn ergerlijk leven en zijn dood hebben hem voor die laatste vernedering van een glad welvaren behoed die hem bedreigde." Maar bedoelt ge dan werkelijk dat geen ar tist succes kan nebben? Incidenteel, ja; maar bedoeld als uitslag van hun pogen, nooit. Wanneer zij 't hebben blijven ze incompleet. De zending van den artist hier op aarde is, het com plete leven te leven; met succes, ja, maar alleen als episode, want meer kan het niet zijn, en mislukking als het finaal eind. Ana lyseer eens wat dood beteekent als ge het woord tot zijn kleinste onderdeelen herleidt; wat is het anders dan het te gronde gaan dat zijn rechten herneemt: het heengaan van alle vermogens en lusten die ons in het leven heb ben gehinderd en bedwongen? Het diepste, nobelste vers van den dichter, het grootste tooneel van het drama waar alles zich heen beweegt, hebben altijd te maken met den dood; omdat het hoogste doel van den artist er in bestaat om de schoonheid te openbaren van die mislukking in den kern van het wezen van den mensen." Oscar Wilde had hiermee zijn thema ge vonden. Hij ging voort het in een reeks van variaties uit te werken. Hij sprak over Golgotha en St. Helena, over menschen die hij had gekend, en over waarden van het leven die tot onwaarde wa ren geworden, hij sprak over zichzelf, als had hij alle ervaringen achter zich en stond op het punt om afscheid te nemen, maar kla gen deed hij niet.... Om wat meer toon in het gesprek te brengen vertelde de leider van het gezelschap dat hij Bij verandering van adres geHeven de abonnés te vermelden of de wijziging tijdelijk of blijvend is, en tevens zoowel het oude als het nieuwe adres op te geven. Losse nummers van De Am sterdammer" worden alleen toe gezonden wanneer een bedrag van f 0.31 voor elk exemplaar is bijgevoegd. die hoofdstukken, die het ruggemerg ervan uitmaken, over De groote cultures", ,,De overige takken van het grootbedrijf," De arbeidsverhoudin gen in het Westersche grootbedrijf" en Bekentenis van de koloniale grooton derneming". Er is niet de minste ge leerdheid voor noodig om den schrijver in al wat hij betoogt te volgen; alleen gezond verstand en een beetje be langstelling in andere onderwerpen dan die van de kostwinning. Maar Nederland in de Oost" is niet alleen een voor ieder begrijpelijk, maar tevens een boeiend boek. Met alle res pect voor den heer Treub, tot de boei ende" schrijvers had ik hem tot nog toe niet gerekend. Maar op het lijstje daar van komt hij nu te staan. Hij mag dan al in den aanhef van zijn boek verklaren, dat hij er alleen belangstelling door wil wekken voor Indiëen geen reisbeschrijving wil ge ven, omdat die in den regel vervelend zijn, zijn boek is toch voor een groot deel reisbeschrijving", maar ook hierin wijkt Treub dan van den regel af alles behalve vervelend. Hoofdstuk ken als De zeereis", Eerste indruk ken", De structuur der Indische maat schappij" en Mooi Indië" zijn buiten gewoon onderhoudend, niet alleen om de voor vele Nederlanders nog altijd vrij, onbekende onderwerpen, die er in worden behandeld, maar vooral om de wijze, waarop dit geschiedt. Nederland in de Oost" zal door velen worden gelezen en gewaardeerd. Zoo is er dus eenige kans, dat de mededeelingen van den schrijver (op blz. 67?70) over de draadlooze telegrafische ver binding met Indiëbij het tot standbrengen waarvan, volgens hem, en kele millioenen guldens vrijwel nutte loos werden besteed" ook de aan dacht zullen trekken, die zij verdienen. K E R N K A M P IIIIIIIIIIIIMI mui iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiii mm» nog een verrassing in petto had: het waren niet slechts de ortolanen die het uur van het diner hadden verlaat, maar ook de vermoedelijke komst van een nieuwen gast, een jong Engelsen auteur, den vorigen avond eerst aange komen, en die met een haastige boodschap had aangenomen van het diner te zullen zijn. Hebt ge hem gezegd, wie aan tafel zouden zijn," vroeg Oscar Wilde eenigszins gespannen. ik zeide alleen dat wc onder vrienden waren, was het bescheid. Duidelijk was het aan het gezicht van den voornaamste van het gezelschap te zien dat het nieuws hem aangenaam trof. Hij zette zich op zijn gemak en een nieuwe ader van zijn wel bespraaktheid opende zich: hij deed een van de fantastisch allegorische verhalen waar in deze latere dagen zijn geest zich op spitste, en zag een aandachtig gehoor voor zich geheel onder den indruk. Opgewekt door het behaalde succes en in afwachting van de aanstaande verrassing begon Wilde een nieuw verhaal, maar brak het dra af met een korte bemerking, waarvan men niet op eens de aanleiding zag, omdat iedereen alleen oogen had voor den verteller: maar deze zelf lette op en zag hoe om den hoek der straat een nieuwe bezoeker was aan geland, wonder van jeugdige elegantie om te aanschouwen, die het gezelschap voor het caféLa vieille Rose even met een doordringen den blik monsterde en daarop in een nieuwe richting verdween. Wilde's gezicht was gevallen, doodskleur had zich over zijn trekken verbreid, maar zijn stem ging toch Weer tot haar resolute zorge loosheid over als hij aanduidde dat het ver haal waaraan hij was begonnen hem ontscho ten was hij had het niet vergeten, maar het had hem vergeten, daarvoor in plaats gaf hij een geheel nieuw verhaal en hij vertelde van den man, die zijn ziel had verkocht. Op 't eind daar de post aan de couranten kiosk het laatste nieuws had gebracht, ging hij er op zijn meest nonchalante manier heen om een praatje met de verkoopster te maken. Vrienden, ik heb een beerlijken middag gehad! Wacht niet op mij maar gaat uwgangi" Hij kwam niet terug. W. G. C. B Y v A N1 c K

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl