De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 8 december pagina 1

8 december 1923 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N°. 8124 Zaterdag 8 December A6 1928* DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Onder Hoofdredactie van a W. K C R N K A M P Redactturent H. BRUGMANS, TOP NAEFF, G. NOLST TRENITÉen H. SALOMONSON Secretaris der Redactie i C. F. VAN DAM UITGEVERS: VAN HOLKEMA & WARENDORF | Prijs per jaargang 110.?bij vooruitbetaling. Per No. f 0.25. | Redactie en Administratie; Keizersgracht 333, Amsterdam | Advertentiën f 0.75 per regel plus 20 cent dispositiekosten INHOUD: 1. De verkiezingen in Engeland, door Prof. Dr. G. W. Kernkamp Tijagenooten, door Dr. W. O. C. Byvanck 2. Politiek Golf, teekening door Jordaan Oriënteering en bezinning, door Ds. W. Mackenzie De Turksche republiek, door H. Dunlop Een pelgrimstocht naar Port-Royal, door M. van Doorne 3. Spreekzaal Vol au Vent, door Hans Ludificor 5. Voor Vrouwen (red. Elis. M. Rogge): Bijkomstigheden, door Annie Salomons Een lichtend spoor, door Dr. J. v. d.Bergh van Eysinga-Elias Demonstratie voorhetVrouwenturnen,doorM.v.R.?Vers Uit de Natuur, door Dr. Jac. P. Thijsse 6. De Salon d'Automne, door Conrad Kickert Een boek over Mankes, door A. Plasschaert Tooneel, door Anna van Gogh-Kaulbach Tooneelteekening, door B. van Vlijmen Nieuwe Engelsche boeken, door Willem van Doorn 7. Op den Economischen Uitkijk, door Jhr. Mr. H. Smissaert Dierstudie, teekening door H. Verstijnen Boekbe spreking, door Herman Middendorp ??8. Maurice Barrès f, door Dr. Joh. Tielrooy Jeugdherinneringen aan Karel de Bazel, door H. J. M. Walenkamp Czn. Sinterklaas, teekening door George van Raemdonck ? Boekbespreking, door Prof. Dr. H. Brugmans Nederland en het buitenlandsche Postcongres, teekening door Joh. Braakensiek Ruize-rijm en Charivaria, door Charivarius, met teekeningen door J. W. Bloem Muziek in de Hoofdstad, door C. van Wessem 10. Uit het Kladschrift van Jantje Mixed Pickles van de Rivièra, door Torn Schilperoort Buitenl. humor, door Charivarius Feuilleton, door Maurits Wagenvoort Om slag: Kareltje, door G. Nauta Bridgerubriek door B. M. Bijvoegsel: De nieuwe rijkskanselier in Duitschland, teekening door Joh. Braakensiek. illliiilllimillllfiiltiiiiiitiiiiiimiiillliiMiiiiiiiiimiiiilitlltt DE VERKIEZINGEN IN ENGELAND Pickwick is een van de boeken, die ik mee zou nemen als ik de rest mijner jaren op Wieringen moest door brengen. Gisteren avond, toen de kran ten vol stonden van de speeches van Baldwin en Lloyd George aan den vooravond van den verkiezingsdag, heb ik me door Dickens nog eens laten vertellen, hoe het honderd jaar geleden bij verkiezingen voor het En gelsche parlement toeging. Heel Eatanswill in rep en roer; redevoeringen van de candidaten op het balkon van het logement, waar hun partij haar hoofdkwartier heeft opgeslagen; twee muziekkorpsen, die beurtelings aan den candidaat van de tegenpartij het spreken onmogelijk ma ken; handgemeen der kiezers op de markt; algemeene dronkenschap tot besluit .van den dag. En hoe zorgvuldig bestudeerd was toen het eerste optreden der candidaten voor de kiezers ! Als Samuel Slumkey zich den volke komt vertoonen, heeft zijn verkiezingsagent gezorgd, dat er twintig, pas gewasschen, mannen ge reed staan wien hij de hand kan schud den en zes moeders met een kind op den arm, die' hij de kinderen, niet de moeders in de wangen moet knijpen en naar wier leeftijd hij be langstellend moet vragen. Zoo hij er n zou willen kussen, zou dit het effect van de voorgaande operaties hoogelijk vermeerderen. Na geïnfor meerd te hebben of de verkiezingsagent zich niet met dit nummer van het programma zou kunnen belasten en ten antwoord te hebben gekregen, dat plaatsvervanging hierbij niet als doeltreffend kan worden beschouwd, executeert Samuel Slumkey zich vol ledig en kust ze alle zes, onder dave rende toejuiching der opgetogen me nigte. Welk een genoegen was het toen om kiezer te zijn: je werd volop getracteerd, zoowel door de eene als de andere partij, zoolang als je je stem ten minste nog niet beloofd had; en als je te veel had gedronken, werd je, tegen het oogenblik dat je naar het stembureau zou gaan, onder de pomp gratis nuchter gemaakt. Daartegenover moest je de kans aan vaarden, dat een door de tegenpartij omgekochte buffetjuffrouw een slaap middel in je drank had gedaan, zoodat je eerst wakker werd als de verkiezing was afgeloopen; om te zwijgen van het risico, dat de koetsier van het rijtuig, waarmede een stel kiezers uit den omtrek werd aangevoerd, op een gevaarlijke plek zijn tegenwoordigheid van geest verloor en het rijtuig in een sloot liet kantelen, wat den vader van Sam Weller gebeurde, nadat de geïnteresseerde partij hem een' billet van 20 pond in de hand had gestopt om hem te troosten voor het geval, dat hem dit mocht overkomen. Zoo ging het honderd jaar geleden toe: in Eatanswill, dat op geen enkele kaart is te vinden, en volgens Dickens, die de kunst van chargeeren verstond. Maar, hij moge het er dan wat dik op gelegd hebben, vijftig jaar later gebeurden er bij verkiezingen in En geland ook nog rare dingen. Dat vertelt ons, niet een humorist als Dickens, maar een deftig Engelsen staatsman als Sir George Hamilton, die jarenlang lid van het Parlement was, eenige malen zitting had in het kabinet en van 1885?1892 minister van marine was. Tijdens den oorlog, om zijne zinnen wat te verzetten, schreef hij zijn Parliamentary reminiscenses and reflexions": een prachtig boek om de gezindheid van een hooggeboren Engelsch conservatief te leeren kennen. TWAALF JAREN MET DEN KEIZER n Opmerkelijk, hoe al in 't begin van onze eeuw te midden der hoogste Duitsche regeeringskringen, het gevoel van onsecuriteit om zich greep, sinds de Keizer autocratisch alle zaken aan zich trok en niemand meer duld de tusschen zichzelf en de dingen ! ,,We staan aan den vooravond van een revo lutie," was een woord met gelatenheid aan 't hof uitgesproken, als verbeeldde men zich onder Lodewijk XV te leven. Zedlitz gedenkt in zijn opteekeningen een ernstig onderhoud met von Tschirschky, den minister van Buiten landsche Zaken, die lang voor een vertrouwde van den Keizer werd gehouden en die tot op het laatst in de belangrijkste verhoudingen was gemengd. Hij, Tschirschky, begreep ook niet hoe de Keizer zich eenig nut kon voorstellen van zijn hardhandig ingrijpen b.v. in Poolsche aange legenheden; men bereikte daardoor alleen het tegenovergestelde van wat men wenschte; en, van de binnenlandsche politiek overgaande naar de buitenlandsche,waarover hij als geheel ingewijde kon oordeelen, merkte hij over Marocco opdat men van de eene diplomatische nederlaag naar de andere was gegaan, terwijl de keizer zich diets liet maken dat hij over winningen behaalde. Wij mogen het niet op een oorlog laten aankomen," zeide v. Tschirschky, en zoover zal het ook niet zoo wezen. Of er echter in deze avonturierspolitiek niet vroeger of later een oogenblik zal zijn, waarop wij daaromtrent In 1868, toen hij pas officier was bij de Coldstream Guards, bood Disraeli, destijds Eerste Minister, hem een candidatuur voor de conservatieve partij in Middlesex aan. Dat op hem de keus was gevallen, .dankte Hamilton niet aan zijn bekwaamheid: die had hij nog niet kunnen toonen, want hij was eerst 22 jaar; maar zijn vader was Stadhouder van Ierland en had zich doen kennen als tegenstander van het wetsontwerp, dat mede de inzet der verkiezingen van 1868 was, om aan de Anglicaansche kerk in Ierland haar bevoorrechte positie te ontnemen. Zoo had de naam Hamilton een goeden klank bij de conservatieven gekregen; daarom durfden zij het wagen met zulk een jong broekje voor den dag te komen. De tegencandidaat van Hamilton was Labouchère, de beruchte radicaal, die in Middlesex een grooten aanhang had en als debater gevreesd was, omdat hij zich niet geneerde de grofste per soonlijkheden te zeggen. Hamilton zou dan ook een kwade portuur aan hem hebben. Ook zijn jeugd stond hem in den weg: hij was 22, maar zag er uit als 18; en hij was een klein, tenger ventje. Toen Disraeli, die hem bij zich had ontboden om hem aan den tand te voelen, fiducie in hem had gekregen, tikte hij hem bij het afscheid op de wang en zei: All right, little David; go in and kill Goliath". Kleine David maakte handig gebruik van zijn postuur. Op een van de ver kiezingsvergaderingen kwam er een radicaal op het platform, die hevig stond te bulderen tegen de opgebla zen aristocraten, die zich vet niesten van het vleesch en het bloed van het volk". De spreker was zelf een buiten gewoon corpulente man; Hamilton, die er in zijn nauwsluitenden rok in die dagen verschenen de candidaten en grande tenue" voor hunne kiezers nog slanker uitzag dan hij al was, pa reerde den aanval door zonder iets te zeggen vlak naast den spreker te gaan staan: het contrast deed de heele zaal bulderen. Maar soms zou wat meer lichaams kracht hem te pas zijn gekomen. Op enkele bijeenkomsten ging het rauw toe; een aantal Fransche operazangers en -zangeressen, die na afloop van de verkiezingsvergadering een uitvoering zouden geven en in een aangrenzend vertrek stonden te wachten tot het hun beurt was, namen verschrikt de vlucht, omdat zij meenden dat er een revolutie was uitgebroken. Het tumult werd op zijn hevigst, toen Bradlaugh berucht geworden door zijn weigering om den eed af te leggen, toen hij zitting zou nemen in het Parlement, en daarom een schrik beeld voor elk conservatief zich in het Illlttlllllllllllll Ifllllllllll llllllimillMlllllllllllllHflIlllllllnll niet meer de beslissing in handen hebben, dat moet de toekomst uitwijzen. In zijn hart ver langt de Keizer niet naar oorlog, omdat hij in ziet wat op 't spel staat, maar hij zou toch graag zonder moeite iets groots bereiken en zonder gevaar den lauwer verwerven". Zijn eindoordeel vatte v. Tschirschky in een paar zinnen samen: Wij lijden allen aan den keizer; hij is het kruis ons opgelegd". Want de toestand in het Rijk zelf wekte waarlijk geen bezorgdheid; integendeel op elk gebied was vooruitgang, en evenzoo erkent onze opmerken een verbetering in zeden en beschaving bij de zoogenaamde lagere volks klasse. Het peil der recruten, wanneer hij zich herinnert hoe het daarmee stond twintig jaar geleden, was ongetwijfeld aanzienlijk ver hoogd. Ongelukkig hielden de officieren daar mee nog weinig rekening. En ook aan het hof vergat men dat de menschen die aan tafel dienen of in andere functie tijdelijk met de omgeving zijn gemengd, niet langer in blinde gehoorzaamheid hun zintuigen kwijt zijn. De keizer legde zich geen maat op in zijn uit latingen. Ja, als ik mijn menschen ook maar kon laten dooden of geeselen !" is een van zijn verzuchtingen. En, na de aanneming van (Je nieuwe vlootwet, beroemde hij er zich op hoe hij het Parlement er in had doen loopen. Men heeft mij een heele divisie linieschepeii aangeboden," zeide hij losweg, om mij nu weer de vlootwet te doen opgeven; ik dankte wel voor den ruil, want thans krijg ik reeds alle linieschepen die ik wil hebben! Neen, die wet is een kurketrekker, waarmee ik de flesch in alle mogelijke gevallen kan opentrekken. Het schuim mag spatten tot aan de zoldering, de honden zullen betalen tot ze blauw wor den ! Ik heb hen nu heelemaal in mijn macht, en niemand ter wereld zal mij er van afhou den, zooveel uit hen te trekken als maar mo gelijk is". Het eerste gedeelte van onze eeuw wordt in het bestuur van den Keizer het tijdperk Bülow genoemd, omdat Vorst Bülow als Rijkskanse lier er zijn merk heeft opgelegd. Graaf Zedlitz heeft hem tot een bijzonder voorwerp van bestudeering gemaakt, omdat hij zoowel door zijn talenten als door zijn manieren den mees ten invloed op den keizer scheen te kunnen hebben. Hij verkeerde in den intiemsten kring aan het hot' alsof hij daarin thuis hoorde en bezielde dien door zijn charme als causeur. Het was iets zeer eigenaardigs. Hij had den slag in de gewone atmosfeer van het gesprek een vrijen geest te brengen die de gedachten ver ruimde en meesleepte. Hij scheen in den kring te heersenen. Maar wie fijner alle wendingen van het ge sprek volgde, bemerkte wel hoe von Bülow er op uit was de bedoelingen van den keizer te toetsen en hoe hij telkens, wanneer een verschil van meening dreigde, een keer aan de conversa tie wist te geven die haar weer in de goede banen leidde. De keizer bleef toch altoos de meester en toonde dat hij het wilde blijven, hij sprak dan scherp of grof, al naar men wil, een tegenovergestelde opinie uit en de rijkskauselier luisterde devoot als naar een orakel. Hij zorgde dan wel het gunstige moment waar te nemen om op nieuw het gesprek aan te knoopen. Waar het bij hem op aankwam, was: geen aan stoot te geven. Ook niet in de kleinste kleinig heden. Toen de keizer hem bij een uitstapje, aan boord spottend verweet dat hij door zijn lichten pantalon het weer zou bederven, ver dween hij bijna oogenblikkelijk in de kajuit om zijn kleedingsstuk te verwisselen. De samen werking tusschen keizer en kanselier moest voorkomen als iets geheel van zelfsprekends. Willelm II heeft van deze verhouding ge bruik gemaakt om de schuld van eigen ver keerd inzicht later geheel op zijn eersten mi nister te wentelen. Hoe moet de keizer zich dan getroffen heb ben gevoeld toen in Duitschland op het eind van het jaar 1908 de bekende beweging ont stond over het interview door den keizer gehouden en in The Daily Telegrapli meege deeld, waarin hij op zijn losse manier allerlei belangrijke en onbelangrijke vragen ter sprake bracht en het Duitsche gevoel krenkte. Een interpellatie had daarover plaats in den Rijks dag en de keizer rekende dat zijn kanselier, Schilderijententoonstelling Is. van Mens. ,,De Amsterdammer", Weekblad voor Nederland, houdt van 11?23 December a.s. in het gebouw Heystee Smit, Heeren gracht 545?549, Amsterdam, eene tentoonstelling van schilderijen, aquarellen en teekeningen door Is. VAN MENS in Tunis vervaardigd. De tentoonstelling is van Dinsdag a.s. des middags te 2 uur af iederen dag tusschen 10?4 uur voor de lezers van ,,De Amster dammer" kosteloos toegankelijk. lllllllllllillllltlill debat mengde. Een kerel als een reus, tweemaal zoo groot en zoo breed als Hamilton, posteerde zich voor hem, met een grooten knuppel gewapend, en bood aan, Bradlaugh de hersens in te slaan, zoodra de kleine Lord hem daar toe een wenk zou geven. Bradlaugh ging door niet spreken, maar hield den man met den knuppel vast in het oog; deze bleef Hamilton aanzien, in afwachting van het signaal om er op los te slaan. De spanning was op het hoogst, toen een dominee op Bradlaugh afstormde en hem met woorden en gebaren begon te vervloeken alsof hij de duivel zelf was. Uit vrees, dat zijn Eerwaarde den godloochenaar te lijf zou gaan, pakte Hamilton hem bij het eene pand van zijn jas, een oom van Hamilton bij het andere: met dit gevolg dat, door de hevigheid van 's mans bewegingen, de jas tot aan de kraag opscheurde. Bij de verkiezingen hoorde toen nog, dat de candidaten, vóór de stemming, allebei verschenen op de hustings", het platform in de open lucht, waar de officieele candidaatstelling plaatshad; na afloop van de stemming behoefde alleen de prijswinnaar zich er te vertoonen. Toen Hamilton voor de eerste maal op de hustings" kwam, had zijn tegenpartij gezorgd, dat er een aantal vrouwen klaar stonden met lange stokken, waaraan een fleschje melk bengelde: milk for.the baby!" Bij zijn weder optreden, ditmaal als de uitverkorene der kiezers, waren deze dames weer aanwezig, en nu met zeer vriendelijke gezindheid: we will now kiss the baby !" Op den verkiezingsroes volgde toen ook deze ontnuchtering, dat de reke ning werd gepresenteerd: de drie ver kiezingen, waarbij Hamilton candidaat was, kostten hem gezamenlijk, volgens zijn eigen opgave, 30.000 pond; dat wil zeggen: gemiddeld n pond voor elke stem, die op hem werd uitgebracht. Zoo was het in 1868. En nu? Bij de verkiezingen van deze week gaat het in n opzicht heel anders toe: alle meerderjarige Engelschen iiutii nu nu iini iiiiiiiiui iiiiiiiiMiiimiiiiiiiitiiiiiimii die hem had moeten verdedigen, hem mede had aangevallen. Eerst wou hij zijn leed opkroppen, maar bij een uitstapje barstte hij in tranen uit. Hij hield zich voor den grootsten martelaar ter wereld en op een morgen verscheen er in de ad judantcnkamer van het paleis een bediende die het bevel had gekregen direct den Rijkskan selier aan den telefoon te roepen om hem te melden dat hij, de keizer, door de voorvallen der laatste dagen een zwaren zenuwschok had gekregen en zich van alle regeeringszaken zou onthouden om ze den kroonprins op te dragen. Natuurlijk werd den man beduid dat hij de order niet mocht volvoeren; de Rijkskanselier, de opperhofmaarschalk en nog een paar andere grootwaardigheidbekleeders staken de hoof den bijeen en de aangelegenheid werd in een kalm stadium gebracht.'De betrekking met von Bülow scheen voor goed gebroken. !n die dagen komt de volgende aanteekening van Graaf Zedlitz voor: 22 December 1908. De keizer is nog altijd erg gedeprimeerd, maar lichamelijk volkomen gezond. Van regeeringszaken doet hij alleen het noodzakelijkste en leest nauwelijks een cou rant .... Toen hij hoorde van iemand die hofmaarschalk was geworden, zei hij, en in tegenwoordigheid van zijn eigen hofmaar schalk: Dat gaat boven mijn bevatting, hoe men hofmaarschalk wil worden, wanneer men nog iets anders ter wereld kan doen !" Be denk nu eens hoe hij geheel van zijn hofmaar schalken afhangt, hoe zij al hun best voor hem doen en welk pleizier zij in hun werk moeten voelen, wanneer hij zelf zoo iets zegt." Maar kan men hem wel au séritux nemen? Hij is een kind en zal altoos een kind blijven. Maar een kind met een machtvolkomenheid, die alles bezwaarlijk, zoo niet onmogelijk maakt. Wee het land welks koning een kind is!". Het duurde tot Maart van het volgend jaar eer de Keizer met zijn Rijkskanselier de ver houding grondig besprak. Mit dem Bülow bin ich fertig," heette het daarop; maar voor goed kon hij 'toch niet van hem scheiden. Aan den kroonprins liet hij weten dat hij het ontslag stemmen nu mee, ook de vrouwen. Maar zij kosten nog altijd geweldige sommen, zoo al niet aan de candidaten zelf, dan toch aan de partij. En er wordt in Engeland niet minder druk gespeecht dan vroeger: in zalen, maar ook in de open lucht, uit een auto, uit het raam van een spoorwegcoupé, als de trein vier minuten stil houdt, zoodat Asquith of Lloyd George nog juist gelegenheid heeft een lofrede in zakfor maat op den vrijhandel te houden. Gevochten wordt er bijna niet meer. Ook zijn er geen muziekkorpsen meer, die de sprekers beletten zich verstaan baar te maken. Reeds in Hamilton's tijd gold het niet meer voor netjes, den spreker te verhinderen aan het woord te komen; maar hij moest bestand zijn tegen een kruisvuur van interrup ties. Dit moet hij ook nu nog; bij de verkiezingscampagne van de laatste weken klaagden bovendien sommige sprekers, dat een georganiseerd kabaal het hun onmogelijk maakte hun rede te houden. Evenals vóór honderd en vóór vijftig jaren behoeft men in Engeland niet niet volstrekte meerderheid van stem men te worden gekozen; bij zooge naamde driehoeksverkiezingen, als drie candidaten eUcaar den zetel betwisten, wordt hij gekozen verklaard, die de meeste stemmen heeft, al zijn op de twee andere candidaten tezamen meer stem men uitgebracht dan op hem. Maar, sinds geruimen tijd reeds, is de stemming geheim. Tracteeren behoeft men de kiezers dus niet meer: je weet toch niet, op wien ze stemmen; alleen het geestelijk genot van verkiezingsspeeches en verkiezingsliteratuur wordt hun nog ruimschoots geschonken. Ook is het hoewel minzaamheid den candidaten nog steeds tot aanbeve ling strekt niet meer noodzakelijk, een aantal kiezers de hand te schudden. En het kussen is heelemaal uit de mode geraakt. Wat maar goed is ook. Want waar zou dat, sinds de invoering van het vrouwenkiesrecht, heen moeter.? KERNRAMP van v. Bülow had ingehouden, nu deze ver giffenis had gevraagd voor zijn in den steek laten van November en men zag den keizer weer dadelijk zich ten souper noodigen bij zijn kanselier. Hij heeft niemand met wien hij zoo gemakkelijk samenwerkt, hij kan niet buiten Bülow's dagelijksche rapporten," -?was de indruk aan het hof. Inderdaad was de afloop sneller dan men had gedacht, Bülow moest uit zijn ambt wijken en dékeizer begon hem aansprakelijk te stellen voor al de fouten welke hijzelf had begaan. De zelfde menschen die hem in den tijd van het Harden-schandaal met zoo'n zelfbewustheid hadden hooren uitroepen dat hij nu zou toonen hoe de perversie werd uitgeroeid en zijn hof weer zou komen te staan in al den glans van zijn blanke onschuld, moesten nu vernemen dat Bülow door zijn overijling de zaak geheel had bedorven. Werd er gesproken over de te hooge uitgaven aan het hof, dan was het Bülow die er op had aangedrongen dat hij het Achilleion op Corfu had aangekocht, waar de Habsburgers na den dood van keizerin Elisabeth geen raad meer mee wisten, terwijl aan ieder een in zijn omgeving was bekend, hoe hij zelf tegen den algemeenen raad naar dat bezit had gehunkerd. Ik zwijg nu geheel over den politieken avonturenhist die den keizer had be vangen. Toch werd de hofmaarschalk niet geheel ontrouw aan het ideale beeld dat hij zich vroe ger van den keizer had ontworpen. Hij herkende nog sporen van den ouden strijd in zijn gedach ten tusschen het dwang opleggen aan zijn neigingen en het toegeven aan zijn almachtslust; maar hij noteerde desniettemin met be vrediging een opmerking van den Kroon prins over zijn verhouding tot zijn vader. Dekeizer/'zeide zijnzoon, begrijptmijniet, ik ben een sportmensch, terwijl mijn vader door zijn ongelukkigen arm verhinderd werd aan sport te doen, nu is er een hemelsbreed verschil tusschen een sportman en de anderen". Graaf Zedlitz, die een voorliefde heeft ge kregen voor Engelsche manieren en koning Eduard, verkiest den sportman. W. G. C. BYVANCK

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl