De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 8 december pagina 2

8 december 1923 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 8 Dec. '23. No. 2*424 POLITIEK GOLF Teekenlng voor de Amsterdammer" door Jordaan Beelaerts: Wel verdraaid ! .. .. Ook mis!" ORIËNTEERING EN BEZINNING Het is wel bijzonder moeilijk tegenwoordig. Welke mensch is nog in staat om op de hoog te" te zijn van zijn tijd? Wie kan de littera tuur van zijn vak beheerschen? Welke ernsti ge werker vindt den tijd om de belletristische boeken te lezen, waartoe hij zich voelt aange trokken? Er verschijnen zooveel boeken en tijdschrif ten, dat wij bijna niet weten te kiezen. Er worden zooveel lezingen en cursussen van wege volksuniversiteiten, kerken en tallooze vereenigingen gehouden, dat wij ze niet bijhouden kunnen. En daarom is onze boekenmarkt overladen van brochures, waar in de wereldraadsels in kort bestek worden uiteengezet en opgelost. En daarom zijn onze kranten halve tijdschriften geworden. Want het publiek wil ingelicht zijn, wil vóór alles op de hoogte" zijn. Wij moeten toch algemeene ontwikkeling hebben, wij moeten toch in allerlei levensrichting georiën teerd zijn ! En d e geestelijke globetrotter smult van de brokstukjes geschiedenis, theologie, natuurkunde, economie, rechtskennis, ge neeskunde, letterkunde, filosofie, kunst,staat kunde, techniek, die hij overal opdoet. Hij wordt een vlot man, die over alles weet mee te praten. Maar de wetenschappelijke mensch huivert in zijn aristocratische eenzaamheid voor al deze populaire voorlichting, die halve kennis hoogstens en slechts zeer duister of wel geen inzicht geeft. En eigenlijk lijdt iedere ernstige mensch, die dieper wil graven, onder de hopelooze vervlakking van weten en denken die de breedheid van het tegenwoordige cultuurleven met zich heeft gebracht. Hij wil bezinning. Hij wil de vragen die hem bezighouden doordenken, uit-denken. Hij wil klaar en diep inzicht en complete kennis. Maar tegelijk voelt hij zich daardoor in eenzijdige richting gedreven, doet hij daardoor mede aan de eindelooze differentieëring van wetenschap en leven. En deze benauwt hem ook, ontneemt hem de ruimte van leven die ook hij op zijn beurt behoeft. Zoo zit de moderne mensch in een impasse. Hij wil oriënteering en bezinning maar deze twee zijn eikaars vijanden. Niet het minst geldt dit op het gebied der levens- en wereldbeschouwing, leder strijdt met de groote vragen van wereld en leven, en hij zoekt voor zich een antwoord. Elke Hol lander, geloovig of ongeloovig, blijft op zijn wijze toch theoloog en filosoof en doet daarin zijn voorvaders van de 16de en 17de eeuw eer aan. Van godsdienst wil iedereen wat weten en .hij wil er over meepraten. Werp maar eens in een gezelschap van jonge ren of ouderen de vraag naar Gods bestaan op, en allen interesseeren zich er voor. Luister maar eens in schoolklas of in een trein-coupé, de grootste levensvragen worden er aangepakt. Leer iemand maar eens dieper kennen en ge weet hoe hij veel godsdienstige vragen om en om keert. En ook hier is in den modernen mensch de spanning tusschen oriënteering en bezinning. Er zijn zooveel geestelijke stroomingen, waar van hij kennis wil nemen, er is zooveel littera tuur over elk van die stroomingen afzonderlijk, dat hij er niet aan denken kan te lezen en te hooren alles wat hij wil en hij wil het toch graag om de geestelijke winst, die hij erin hoopt te vinden. En aan den anderen kant heeft zijn ziel verlangen naar rustige over iilliiiiuiillluililUHiinnii'''''"'»"""'!"»»"""""""""1""""""1"1'"""11111!1 EEN EENZAME PELGRIMS TOCHT NAAR PORT-ROYAL Aan monsieur E. Boulan. Aan de suggestie die van herdenkingsdagen uitgaat,- ontkomt bijna niemand. Of men wil of niet, men wordt eenvoudig gedwongen eenigen tijd per dag zijn aandacht te bepalen bij de gevierde persoonlijkheid daar zorgen de kranten wel voor '. Men hoeft maar een klein beetje toe te geven, en men viert mee, men is erin". ftWaar de herdenking een persoonlijkheid als Pascal betreft, laat men zich vanzelf gaan, heeft men zich van te voren al over gegeven. Zoo ging het mij ten minste. En hoewel ik niet meegedaan heb aan de officieele Pascal-herdenkingen heb ik toch ook mijn pelgrims-tocht naar Port-Royal gemaakt. Heelemaal alleen. E^Achter Versailles (als men komt van Parijs) ligt Trappes. Slechts drie of vier treinen per dag houden daar stil. Een vriendelijk spoorweg ambtenaar wijst mij hoe ik van het station van Trappes loopen moet naar Port-Royal: door korenvelden, een weg zonder zon, met weinig menschen. Vervoermiddelen zijn er niet. Ik volg nauwkeurig de aanwijzingen van mijn wegwijzer. Daar zie ik rechts van mij het bord met het pijltje Port-Royal. w, Een kronkelweggetje op zij, over keurig onderhouden paadjes met geel zand bestrooid; een waarschuwingsbord niet buiten de paadjes op het gras te loopen, en dan zie ik Pjrt-Royal: rechts een klein kapelletje, links een hek, waar een groote bel hangt, die men luiden moet, om den wachter te waarschuwen. Ik luidde. En wachtte.En nam het huis met den zonnewijzer erop chter het hek eens op: Uit welken tijd dateerde dat? toch zeker niet uit de 17e eeuw?" Dan komt de wachter van Port-Royal met zijn sleutels. Hij maakte een smal hekje open, voor een smal, keurig-recht, keurig onderhouden tuinVRAAGT BEKNOPT PROSPECTUS peinzing, naar diepere bezinning op de vragen waarom het voor hem eigenlijk gaat, en hij wil de boeken in zich opnemen die grondiger zijn, maar ook meer van hem vragen dan de eendagsbrochures. En de goede verhoudingen te vinden is hier al even moeilijk als in het overige leven. Laat mij, gezien in dit licht, voor heden uw aandacht even mogen vestigen op drie boeken, die ons toegezonden zijn. Allereerst op een klein geschriftje, door de Wereldbibliotheek uitgegeven in de serie Religieuse Inwijding" onderden titel Gees telijke stroomingen" van dr. Nicolette A. Bruining. Van vrijzinnig-godsdienstig stand punt uit bespreekt zij het natuurkundig materialisme en het historisch materialisme; primitief spiritualisme (o.a. magie en astro logie) en het moderne spiritisme; de resul taten van het nieuwe psychologisch onder zoek, het onderbewustzijn (somnabulisme, hypnose, telepathie, enz.); de spiritualis tische filosofieën, theosofische stroomingen en haar leeringen, Christian Science. Zooals men ziet gaat het hier om een bepaald deel der tegenwoordige geestelijke stroomingen. En deze worden eenvoudig en helder beschreven, en persoonlijk gewaardeerd. Dit is een boekje ter oriënteering geschreven, zonder dat bij zonder diep de verschillende ideeën zijn ge peild. Het is een populair geschriftje, dat paedagogische waarde heeft en daarin boven enkele andere deeltjes in dezelfde serie uit steekt. Van geheel tegengestelden aard zijn de Ver zamelde Studiën," van dr. A. Bruining 11 en III, bij P. Noord hof verschenen. Dr. Nicolette Bruining bracht in deze deelen verspreide studiën van haar vader, eenmaal bekend hoogleeraar in de theologie aan de Amsterdamsche universiteit, samen. Professor Brui ning is een markante en leidende figuur ge weest in de wereld van het vrijzinnig Protestan tisme, en er is alle reden om zich te verheugen dat zijn verspreide werken nu zijn gebundeld. Deze geleerde was een waarachtig theoloog, een stoer en streng denker. Daarom heeft hij den naam van intellectualist gekregen dien hij om zijn godsdienstige warmte en om zijn overtuiging dat godsdienst in wezen op innerlijke ervaring berust, toch niet ver dient. Maar in zijn studiën blijft hij vóór alles de strakke dogmatische denker, en de rede lijke verdediger van den godsdienst. Daarom brengen zijn boeken ons tot bezinning, en brengen zij bewustwording en verdieping van overtuiging aan den lezer. Verscheidene deelen uit deze verzamelde studies zullen voor den ongeschoolde onverteerbaar zijn. Maar andere stukken zijn voorden ontwikkelden en bepaald belangstellenden lezer prikkelende en vruchtbare lectuur. Ik noem in het bijzonder uit deel II Het geloof aan God en het Kwaad in de Wereld". Het geloof aan God en het zedelijke Leven". Het voortbestaan der menschelijke persoonlijkheid na den dood". De vrijheid van den menschelijkén wil". Jezus van Nazareth en ons geloofsleven". Helderheid van probleem-stelling, en eerlijk, consequent denken treffen ons het meest in zijn werk. Oriënteering en bezinning beiden brengt ons het laatst uitgekomen boek van dr. C. J. Wijnaendts Francken, Wereldbeschouwingen Godsdienstig Bewustzijn, een inleiding tot de Godsdienstpsychologie", (Tjeenk Willink, Haarlem). Men late zich door den ondertitel niet afschrikken. Het is geen droog boek. In tegendeel, het boeit door zijn klaarheid en betrekkelijken eenvoud. Het oriënteert ons in de meeningen van tallooze tijdgenooten en oudere denkers over den oorsprong en het wezen van den godsdienst, het vraagstuk der persoonlijkheid en het probleem van het lij den, het heilige en het gebed, mystiek, het onbewuste en de intuïtie, pragmatisme en an dere onderwerpen. Het is vol citaten en korte weergave van de standpunten van vele wijsgeeren. Maar daardoor brengt het ons ook tot bezinning en tot zelfstandig denken over de vele vragen, die de schrijver opwerpt. Sugges tief en meeslepend is dit boek niet, warmte en diepgang vinden wij er ook niet in de eerste plaats. Daarvoor is de schrijver te voorzichtig, te neutraal, te weinig persoonlijk, te sceptisch misschien ook. Hij legt sterk den nadruk op het persoonlijke element in elke wereldbe schouwing, maar huivert daardoor zelf terug voor alle beslistheid. Hij laat liever allerlei verschillende en ook tegengestelde meeningen aan het woord komen dan scherp en indringend eigen psychologie te geven. Dit moge te betreuren zijn, het is een boek, breed en ruim geschreven, dat den zelfstan digen lezer sympathiek inlicht over verschil lende elementen van het godsdienstig leven, en hem tegelijk noopt tot bezinning op het eigene. W. MACKENZIE HtlHIUItlllllHltlllllllllltlllltHHIIII DE TURKSCHE REPUBLIEK De leider van het uit zijn asch herrezen Turkije heeft de Republiek geproclameerd en zichzelven tot President van den nieuwen staat verheven. Nog nooit, sedert de profeet van Mecca in godsdienstige vervoering het Arabische woestijnvolk opstootte tot wereldmacht, nu dertien eeuwen geleden, heeft in een enkel Islamitisch land eenige staat ooit den republikeinschen regeeringsvorm gekend. Tot dertig jaren na mijn dood," zoo heeft de Profeet volgens een bekende traditie ver klaard, zal mijn volk mijn pad bewandelen; daarna zullen prinsen en koningen komen". Hoe wel ook voor d eMohammedanen het spreek woord geldt: iedere ketter heeft zijn letter", zal het toch Kemal niet gemakkelijk vallen in den Koran of in de Tradities (welke laatste in deMohammedaansche wereld zeer zwaar wegen) een tekst te vinden die goed bruikbaar zou zijn om aan de Geloovigen de overtuiging te schenken dat de Republikeinsche staatsvorm met hun godsdienstige overtuiging overeen stemt. Het is natuurlijk zeer de vraag of in een plaats als Constantinopel, waar de lurksche dames o tempera, o mores zich reeds ongesluierd in het openbaar vertoonen, die gods dienstige overtuiging nog veel te beteekenen heeft. Maar in Aziatisch Turkije, waar de nieuwe denkbeelden onder de landbouwende bevolking nog maar weinig zijn doorgedron gen, en in Mesopotamiëen de andere deelen van het voormalige Turkije waarde Mohamme danen in de meerderheid zijn, speelt de gods dienst nog steeds een groote rol in het maat schappelijk leven. En in het dagelijksch leven is die rol grooter dan wij ons gemakkelijk kunnen voorstellen, wij die in Protestantsche landen den godsdienst alleen des Zondags, ik zou haast zeggen eenigszins geconcentreerd, een uurtje in de kerk een dikwijls zeer matige hulde bewijzen. In het oosten grijpt de godsdienst op alle mogelijke gebieden in het dagelijksch leven in. Een goed Muzelman bidt vijf keeren per et maal en wascht even zoovele malen zijn han den en aangezicht. Reeds des morgens vroeg, wanneer de sterren verbleeken" zooals de Koran het dichterlijk uitdrukt, behoort een goed volgeling van Mohammed op te staan, en van God's grootheid te getuigen, niet in enkele woorden, maar in een tamelijk lang durige ceremonie, waarbij herhaaldelijk de BÜTENBUIG i fOLMEl | Dm Haag ?:? Huijganspark 22 8 PBC 1ALITB ITl Verhuizingen ondtr Garant/o Bargplaatton mor minimum in i II i" i i i paadje; en daar gingen we in, toen linksom en we stonden vlak bij 't kapelletje. Daar begon de wachter me te vertellen, dat dit kapelletje niets te maken had met de 17e eeuw, dat het nieuw was, uit 1829 dateerde. En dat het niet eens een kapelletje was. De bedoeling was wel geweest er een kapel letje van te maken, daar, op die plaats waar het altaar van de kerk van Port-Royal had gestaan. Dat was het plan geweest van M. Siloy, eigenaar van Port-Royal. Doch daar hij vreesde, dat de R.K. kerk haar zegening zou weigeren, liet hij het gebouwtje wel den vorm van een kapelletje geven, liet er zelfs een Maria-beeld in zetten, maar richtte het tot museum in. Van de oude kerk is niets meer over dan het onderstuk van een paar pijlers. En de wachter wees mij aan: daar had de preekstoel gestaan, daar was 't koor. En hij verontschuldigde zich, dat er een plas water stond naast de plaats van den preekstoel dat kwam niet, omdat de boel niet goed onder houden werd, maar 't was er zoo vochtig; en 't was er altijd zoo vochtig geweest, zoo moerassig; in den tijd van Pascal ook al; la m ere Angélique had toen óók al verhoo gingen laten aanbrengen, omdat het water tot in de kerk kwam te staan. En in deze moerassige hoogte hebben ook al die jaren de religieuses van Port-Royal geleefd. De Solitaires woonden beter; daar boven op den heuvel staat hun huis, ziet u daar, waar die doode tak boven 't groen uitsteekt. Het is nog bijna heelemaal hetzelfde ge bleven, zooals Pascal het gekend heeft, la Maison des Solitaires; alleen n moderne vleugel is er bijgebouwd. Daar is ook nog la Grange, de schuur waar Hamon z'n ezeltje ging verzorgen; en de oude put met het machi'netje om het water naar boven te halen een uitvinding van Pascal. Maar dat kunt u niet bezoeken nu, dat Maison des Solitaires. Dat gaat alleen maar open op feestdagen en voor groote gezel schappen; voor u alleen zouden de eigenaars zich de moeite niet geven. Toen gingde wachter met mij het museumpje binnen, en wees mij aan, en vertelde van de vele daar geëxposeerde voorwerpen, archaeologische bijzonderheden, zooals stukken pijlers, kapiteelen; oude documenten, brieven, teekeningen en gravures van Port-Royal; schilderijen, gravures, bustes, manuscripten van Pascal. Wat schreef die leelijk, niet? bijna onleesbaar !" - van Jansenius, van Saint-Cyran, van la Mère Angélique; oude en nieuwe uitgaven van hun werken; een bidbankje van la Mère Angélique, stukjes rozenkrans; een kruis gemaakt van stukjes gevonden beenderen, in de graven overge bleven na de verwoesting; keuken- en naaigerei van de religieuses; een bronzen kof fertje, waar een hart in begraven] was ge worden. . . . Toen we liet museumpje weer uitkwamen: Ziet u daar dien dniventorenV hier recht tegenover. Die is nog heelemaal zooals hij was in den tijd van Pascal. Maar dat is dan ook ongeveer alles, wat hier beneden nog over is uit dien tijd. Dan kan ik u daar, op zij van de kerk nog aanwijzen den grafsteen van Racine, waarop gegraveerd staat zijn wensch om hier begraven te liggen, dicht bij zijn leermeester Hamon. Maar Racine is er niet meer; in 1709 over gebracht naar Saint Etienne-du-Mont". En dan gaan we terug naar het huis met den zonnewijzer. Onderweg vertelt de wachter me nog van plekjes waar de religieuses samen zaten te handwerken; wijst me een ander plekje, waar een bronnetje is, la fontaine de la m Ore Angélique. Sommige der religieuses verrichtten ook operaties, anderen waren knap in het ver binden en verzorgen van wenden. Daar moet hun apotheek gestaan hebben. En daar was hun wasscherii, daar hun timmerwinkel, daar hun bakkerij.... maar er is niets meer van over. . . . Terwijl ik in het huis nog even met den vriendelijken wachter blijf doorpraten, (die zijn vriendelijkheid en voorkomendheid nog verdubbelt als hij hoort, dat ik uit Holland ben, en M. Boulan van Groningen ken) gaat er ineens een deur open, en zie ik een oude vrouwtjes-gezichtje den hoek om kijken. Neemt u mij niet kwalijk, ik dacht...." zei een oud stemmetje, en ze trekt weer haar hoofdje terug. Dat is", vertelt me de wachter, de vicomtesse d'A. de P., een oud geslacht, uit de Midi, maar heelemaal vervallen, geen geld meer. Eigenlijk uit armoede is de vicomtesse hier komen wonen; een klein, klein kamertje heeft ze, zonder nige luxe; en u ziet wel, hoe simpeltjes ze gekleed is kijk daar gaat 'K den tuin door. het hek uit...." Ik neem afscheid van mijn wachter, ga dan het paadje weer terug, waarlangs ik gekomen ben. In liet midden van het laantje staat de vicomtesse op haar stokje geleund mij op te wachten. Ik hoorde toevallig, dat u niet den wachter over M. Boulan sprak. Kent u hem goed? Schrijft u hem wel eens? en schrijft hij u terug?" En ze vertelt mij dat ze al in zóó langen tijd geen brief van M. Boulan gehad heeft, en dat ze er toch zoo naar verlangt, hij is zoo handen plechtig worden opgeheven, de rug gebogen wordt, geknield wordt, en de aarde met het voorhoofd wordt aangeraakt, alles met het gezicht in de richting van Mecca. Omtrent den inhoud van het gebed bestaan bepaalde voorschriften, die voor de gansche Mohammedaansche wereld ongeveer dezelfde zijn. Deze gecompliceerde ceremonie, waarbij de schoenen worden uitgetrokken, de tulband of muts wordt afgenomen en alle versierselen worden afgelegd, moet vijf keeren per dag herhaald worden, n.l. des morgens tusschen het aanbreken van den dag en zonsopgang; des middags te 12 ure; even voor zonsonder gang; kort na zonsondergang; des avonds laat. En dan zijn zoo goed als alle natuurlijke ver richtingen aan ritueel gebonden, waarbij voor de in- en uitgangen van het lichaam wasschingen zijn voorgeschreven, allerlei gerechten verboden zijn, alcohol niet te vergeten, terwijl een vroom Muzelman, als hij niets te doen heeft, gebeden behoort op te zeggen of de vele namen behoort te prevelen die aan het Opper wezen worden toegekend, waarbij evenals bij de katholieken, een gebedensnoer wordt gebruikt. Verder bekleeden de priesters de plaats van onze notarissen en rechtsgeleerden en van gelijkstelling der seksen is geen sprake. In tegendeel, de vrouw is aan tal van voorschrif ten gebonden. Een daarvan is de sluier, die thans te Constantinopel aan het verdwijnen is. Maar het is in het geheel niet zeker of tal van vrouwen niet veel lieverden sluier gehand haafd zouden zien, omdat die haar toestaat, zich onherkend her- en derwaarts te bewegen. Wil men in Turkije met allerlei tradities breken,dandientmendaarvooriets inde plaats te stellen, en nu bezit men niets, absoluut niets, dat wortelen kan in het verledene en dat samengegroeid is met de werkelijkheid. In de aldus ontstane leegte groeien welig bandeloos heid en anarchie, en daarom is het zeer de vraag of de Oostersche tradities, geheiligd door vele eeuwen, zoo maar straffeloos losgelaten kunnen worden. Onze Westersche vrijzinnigheid, van de Reformatie af tot het vrouwenkiesrecht, is langzaam geworden, zij berust op de geheele geestelijke richting der noordelijke volkeren. T out cela se tient. Men heeft het volk veel illusies op geestelijk gebied ontnomen, maar een grootere stoffelijke wel vaart en een grootere staatkundige macht daarvoor in de plaats gesteld. En dan neg ! Heeft niet de leider der Nederlandsche socia listen zelf enkele jaren geleden moeten ver klaren dat de nieuwe leer de groote menigte toch niet vermocht te bevredigen? En steekt niet de reactie, in Italië, in Spanje en elders rneer en meer het hoofd op? En zou nu Kemal den mantel des profeten wegwerpen en zich kleeden in het halfsleetsche pakje van Europa? Het is moeilijk aan te nemen. Tot nog toe berustte Turkije's aanzien in het Oosten op het prestige van het Chalifaat, daarna nog op het zwaard van Kemal. Maar Kemal zal geld noodig hebben om zijn prestige te hand haven, en juist thans moet er hem veel aan gelegen zijn, de bewoners van de betwiste Petroleumgebieden bij Mosoel, waar de mo derne denkbeelden nog maar weinig zijn door gedrongen, ten faveure van het Turksche regime te stemmen. Dat kan van veel invloed zijn op de beslissing die wellicht van het in ternationale gerechtshof volgens een clausule van het tractaat van Lausanne zal worden uitgelokt. Het verdient daarom ten zeerste de aan dacht dat Kemal gebruik heeft gemaakt van de besluiteloosheid drf Volkspartij" te Angora in het benoemen van een kabinet, om een Republiek te proclameeren, waarvan hij niet alleen President is, maar waarin hij tevens de functie van voorzitter der Nationale Vergade ring vervult, terwijl hij tevens het recht zal hebben, den Premier en de overige ministers te benoemen, althans hun benoeming goed te keuren. De Vergadering nam KemaPs voor waarden met algemeene stemmen aan, doch de helft der leden was afwezig! Of Kemal de geheime bedoeling heeft, zichzelven op een gunstig moment tot Chalief-Sultan te procla meeren? Daarvan zal voor de toekomst der Mohammedaansche wereld veel afhangen. Als Turkije met de Republiek als staatsvorm fei telijk van den Islam afvallig wordt, blijven alleen twee zwakke staten: Afghanistan en Perzië, als onafhankelijke Mohammedaansche staten over, en het is moeilijk aan te nemen dat op een van deze zwakke landen het presllllillllilillllliiilllilllllliiiiiiiiiiiiiillliiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiliiiiiiiiiiiiiiia sympathiek, is altijd zoo vriendelijk voor haar. M. Boulan heeft het zóó vreeselijk druk !" zeg ik. Hij is professor aan de universiteit..." Ja, dat weet ze wel, maar een enkel lettertje af en toe zou er misschien toch wel op kunnen overschieten.... Ik beloof haar, dat, zou gauw ik M. Boulan schrijf, ik hem aan zal sporen wat minder lui in 't schrijven te zijn. ,,üaat u weg?" vraagt ze. Gaat u dan met mij mee, den anderen kant uit, dat Is korter, ik heb den sleutel van 't groote hek". En ze vertelt me, hoe ook zij, nu zelf solitaire, evenals de Solitaires, te lijden heeft gehad van haar overtuiging, maar ze is daar trotsch op, en zou mér nog er voor over hebben. Eu zoo, voetje voor voetje, komen we bij het groote hek, dat ze voor me opensluit. Ik ga nog een eindje met n mee als u 't goed vindt". Tot heelemaal aan den viersprong gaat ze niet me mee, en als ze afscheid van me neemt, zegt ze: Laten we samen bidden. ... het OnzeVader''. Ze neemt mijn hand, sluit haar vingers om de mijne, en bidt hardop het oude gebed. Maar als ze gekomen is bij: vergeef ons onze schulden", houdt ze even op, en zegt: Ja, God zal me dat wel willen vergeven, maar dan doe ik het een beetje anders dan eigenlijk er in den bijbel staat" en ze gaat door: vergeef ons onze schulden, gelijk wij u bidden, dat gij ons leeren wilt aan onze schuldenaren te vergeven", en bidt het einde weer gewoon. Zult u niet vergeten aan M. Boulan te schrijven?" is haar laatste woord. Ik beloof het haar; en als ik al ver weg ben op den langen kalen weg, zie ik haar nog dicht bij den viersprong met kleine pasjes teruggaan, leunend op haar stokje.... de oude eenzame Solitaire, die eigenlijk toch haar eenzaamheid niet aan kan.... Parijs M. VAN D o o R N E

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl