De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 29 december pagina 10

29 december 1923 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Dec. '23. No. 2428 V BOEDDHA-HAL TE PEKING (ill. uit De ontwikkeling der bouwkunst") PAÏLOE TE PEKING (illustratie uit Prof. K. O. Hartmann's De ontwikkeling der bouwkunst, deel I. Uitgave 'van de Wereld-Bibliotheek te Amsterdam) HOOFDINGANG JEJJA TEMPEL TE NIKKO. (ill. uit De ontwikkeling der bouwkunst") DE ONTWIKKELING DER BOUWKUNST VAN DE OUDSTE TIJDEN TOT HEDEN Eene inleiding in de kennis van geschiedenis, techniek en stijl door prof. K- O. Hartmann. (uit het Duitsch.) Amsterdam, Wereldbibliotheek. De ware, de volledige geschiedenis der Bouw kunst dient nog geschreven te worden. Daar toe zal een genie moeten opstaan, in staat deze kunst in oneindige verscheidenheid saam te vatten en hare langzame, doch gestadige ontwikkeling door alle tijden, landen en vol ken ons helder voor oogen te stellen. De ver schillende bekende werken over de geschiede nis dezer kunst onderrichten ons nagenoeg uit sluitend over het ontstaan en de ontplooiing der Westersche kunst. Die der Middel- en Oostaziatische rijken (Indië, China, Japan, etc.) wordt oaarbij bijna geheel uitgeschakeld. Van de voorgeschiedenis dezer laatste lan den weten we trouwens heden nog te weinig. Het zijn slechts brokstukken, over een groot aantal studiewerken verspreid, welke ons daarover eenige inlichting geven. n geen kunst-geschiedschrijver voelt zich nog instaat, deze tot een, zij het ook maar eenigszins bevre digend en aaneengesloten geheel saam te binden. De vele kunstgeschiedenisboeken beginnen, na eerst een woord aan de primitieve, vóórhistorische volken gewijd te hebben, alle bij Egypte; waarbij, zooals gezegd, het ontzachlijk gebied der bovengenoemde Oostersche rijken, die terzelfder tijd eveneens op een hpogen trap van beschaving skfnden, nauwlijks aangeroerd wordt. De Chineesche be schaving is zeker zoo oud als die van Egypte. Ja, het is zelfs de vraag, welke ouder is. Zeker is het, dat ons op het gebied der Wijsbegeerte en der litteratuur tot heden van de.eerste verhevener werken bekend zijn, dan die uit dezelfde vroege tijdperken van Egypte tot ons kwamen. De twee bekendste werken in het Hollandsch over de geschiedenis der Bouwkunst zijn die van Gugel (herzien en aangevuld door Leliman) en het latere van Henri Evers. In NICOLAAS WITSEN EN DE ARMENISCHE DRUKKERIJ beide werken wordt over de Middel- en Oost aziatische architectuur echter niet gesproken.*) Het voor ons liggende werkje bevat daaren tegen wél een hoofdstuk over deze kunsten, waarbij eenige goede illustraties gevoegd wer den. Een aanwinst dus voor den lezer, die althans iets van deze fantastische Oostersche werken wil leeren kennen. Het is daarom te betreuren, dat de Algemeene en Geschiedkundige inleiding" ook in dit werk op de oude, conventioneele, onjuiste manier aanvangt: De groote opgang der menschheid naar een hooger cultuur- en kunst leven vangt in het Oosten aan in het gezegend stroomgebied van den Nijl en in dat tusschen den Eufraat en de Tigris: Egypte en het oude Mesopotanië". Enz. Zie, dit is misleidend. Zoo mag heden ten dage over de menschelijke cultuur" niet meer gesproken worden. Had de aanvang van dezen zin aldus geluid: De groote opgang der Westersche menschheid enz.", dan was de zaak mis schien in orde geweest. Misschien" zeggen wij, niet zonder beteekenis. Dit laatste klopt ook trouwens niet met wat de schrijver zegt in hoofdstuk V over de Oost-aziatische bouwkunst ^Af gescheiden van de groote cultuurbeweging, die in het westen van Aziëhaar loop volbracht en daar zoo diep ingreep n de lotsbestemming der volken, ont plooide zich in de Middel- en Oostazi atische rijken, Indië, China en de nabu rige landen, een over een onmetelijk grondgebied zich uitstrekkende, toenmaals, wel reeds de helft der geheele menschheid omvattende cultuur.." Afgescheiden van deze bedenking, bracht de Wereldbibliotheek ons hier een welkome uitgave. Zij is duidelijk geschrevenen goed geïllustrperd,|voor zoover dit laatste bij dit kleine format althans mogelijk is. Dit werk, dat in drie deelen verschijnen zal, kan in den zak meegedragen worden; waardoor bereikt werd, dat het ten allen tijde bij tusschenpozen bestudeerd kan worden. Een niet gering voordeel voor dit soort van geschiedwerken; waardoor het dan In een artikel over de boekerij der vroegere Armenische gemeente in Amsterdam, dat vroeger in dit weekblad werd opgenomen, zegt de schrijver Dr. J. Berg: Zeer waarschijn lijk heeft in dien tijd hier ter stede een armenische drukkerij bestaan. Veel gegevens dienaangaande bezitten we echter niet; misschien zal mettertijd een voortgezet onderzoek in die richting meer licht brengen." Zonder op de vraag te willen ingaan, of er in Amsterdam een Armenische drukkerij bestaan heeft of niet, willen wij in de volgende regelen een historisch gegeven aanvoeren, dat wel niet direct maar toch indirect ecnig licht kan werpen op de onderhavige kwestie. In de Illustrierte Geschichte der Buchdruckerkunst" von Karl Faulmann lezen wij (blz. 293): Nicolaus-Kis de Misztótfalu in Klausenburg schnitt i m XVI. (recte XVII) Jahrhundert Georgische und Samaritanische Typen, welche von Florentiner und Amster dammer Buchdruckern gekauft wurden," en ook bij Lorck(Handbuch der Geschichte der Buchdruckerkunst I : 279) staat hetzelfde vermeld: Der berümteste Typograph (in Klausenburg) war Nicolaus Totfalu der sogar Florenz und Amsterdam mit Georgischen nnd Samaritanischen Schriften versorgie". Uit beide citaten zouden wij kunnen opmaken dat in Amsterdam wel degelijk een Armenische druk kerij bestond of ten minste dat de Amster damsche drukkers ook Armenische (Geor gische) boeken gedrukt hebben. In hoever deze bewering op waarheid berust kunnen wij uit de tot ons gekomen geschriften van Nikolaas Kis niet uitmaken, maar wel weten wij uit een brief van hem (19 Sept. 1685 uit Amsterdam), verder uit zijn Apolo gie" (in het Hongaarsch, Klausenburg 1697) evenals uit den hierachter meegedeelden brief van den Koning van Georgiëaan Nicolaas Witsen, dat bovengenoemde Nicolaas Kis tijdens zijn verblijf in Amsterdam (1680?1689) door tusschenkomst van dien beroemden Amsterdamschen Burgemeester een bestel ling van den Koning van Georgiëbetreffende het vérvaardigen van Georgische lettertypen tot des Konings volle tevredenheid uitvoerde. Over dezen Nicolaas Kis de Misztótfalu wiens levensgeschiedenis in het Hongaarsch onder den titel Een Hongaarsche Schrijver en Boekdrukker in de XVI Ie eeuw" door Prof. L. Dézsi beschreven werd (Buda-Pest 1899), moeten wij een enkel woord zeggen, om zijn connectie met den Amsterdamschen Burgemeester begrijpelijk te maken. Hij werd geboren in 1650 in Zevenbergen en na als theoloog het Gereformeerde Collegium van Nagyenyed bezocht te hebben, kwam hij even als zoo velen zijner landgenooten naar Holland om hier zijn studiën te voltooien. Nicolaas Kis verbond echter met deze reis een ander oogmerk, dat langzamerhand het ook ongetwijfeld als van zelf in veler han den Jkomen zal. De prijs is zoodanig, dat een ieder het zich kan aanschaffen. Even eens geen gering voordeel. Ongetwijfeld zal het zijn weg dus wel vinden. Dit eerste deel behandelt de Bouwkunst in de Oudheid en onder den Islam en is verlucht door 253 illustraties. Ten slotte helaas een kleine technische aanmerking: [Die vervl drukfoutenduivel schijnt ook in de W. B., evenals overal elders trouwens, danig huis te houden. H. J. M. WALENKAMP J *) Deze beide werken van grooter for maat bevatten uit den aard der zaak duidelijker illustratie-materiaal. Vooral dat van Evers munt hierin uit. NIEUWE UITGAVEN TAt HE HAL TE PEKING (ill. uit De ontwikkeling der bouwkunst") De Idee, orgaan van het Bollandgenootschap voor zuivere rede, onder redactie van Dr. J. M. Fraenkel, J. Hessing, Dr. S. A. van Lunteren, L. Niehorster en Prof. Ir. J. G. Wattjes, Amsterdam, W. Versluys' Uitgevers Maatschappij. Eerste jaargang, afl. I. Het doel van dit nieuwe tijdschrift is niet een nieuwe philosohpische rich ting te propageeren. Zooals een der redacteuren in den aanhef verklaart: zal worden getracht voort te zetten de wijze van denken, welke als uitkomst van de philosophie aller eeuwen door Hegel als beginsel daarvan aan het licht gebracht en door Bolland in het Nederlandsch en op zijne wijze her haald is. Het orgaan verschijnt in een om vang van 12 vel per jaar in 2 of 3 afle veringen. De prijs is ?5.?per jaar; voor leden van het Bollandgenootschap voor zuivere rede kosteloos. De eerste jaargang bestaat slechts uit eene afle vering; deze is bij den uitgever ver krijgbaar tegen den prijs van / 3.?. Dit eerste nummer, dat er goed ver zorgd uitziet, bevat artikelen van de redacteuren van Lunteren, Hessing, Fraenkel en Wattjes, voorts mededeelingen betreffende de oprichting van het Bolland-genootschap voor zuivere rede en een opgave van de leergan gen in zuivere rede, die in den winter 1923/24 te Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, 's-Gravenhage en Wageningen wor den gehouden. De Theosofische Uitgevers-Maatschappij te Amsterdam geeft een propagandamapje uit, bevattende een zevental arti kelen, ie omtrent de theosoiische begin selen inlichtingen geven. Edgar Allan Poe. De Muiterij op den W a l v i ;? c h v a a r d e r en ver dere wonderlijke avonturen van' Arthur Qordon Pym. J. M. Meulenhoff te Amsterdam brengt van dit boek eene vertaling (van Mevr. G. 'van Uildriks) in zijn serie Boeken van Avontuur. Het verhaal van Arthur Gordon Pym uit Nantukcet, bevat de bij zonderheden van een muiterij en gruwelijke slachting aan boord van de Amerikaansche brik Grampus, benevens het verslag van de inbezitneming van het vaartuig door de overlevenden; hun schipbreuk en redding en verder ettelijke moorden en doodslagen. De teekenaar van de dierstudi?s, H. Verstijnen, teekende een prent voorden omslag van dit werk. John Paris, Kimono, Japansche roman, vertaald door Ellen Forest. Uitgegeven door de Hollandia-Drukkerij te Baarn. John Paris is de schuilnaam van een man, die lange jaren aan de Britsche ambassade was, en die Japan en Engeland kent; die door de schildering van zijn landgenooten zichzelf gesteld heeft boven de verdenking van bevooroordeeld te zijn. Hij behandelt zijn land genooten niet beter dan de Japanners en hij heeft Japan geschilderd, niet beoordeeld. Zooals de schrijver Japan in dit boek geeft (aldus de vertaalster) is het land. Het land dat van buiten af gezien, zich zoo schijni aan te passen, maar dat au fond weinig van zijn tradities offert. Johan Paris toont, in romanvorm, de slechte gedeelten en houdt verder een schogn betoog tegen het huwe lijk van het gele en het witte ras. HiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimimiiiiMiiMiiiiiimiiiiiimiiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiMiiii ii'iiiiiiiiiiiiiiifjiiiiiiiiHiiiiiiiMiiijfiiMiintiiiiifffiimimiiiiiiimiiimiiiiiijiiifiiiiiiiiiii eigenlijke doel zijner reis ??het bezoeken van Nederlandsche Hoogeschoolen geheel en al op den achtergrond schoof, hij wilde n.l. den in 1645 te Amsterdam verschenen Hongaarschen Bijbel opnieuw uitgeven en om deze uitgave vrij te houden van de sto rende drukfouten welke de editie van 1645 zoozeer ontsieren, kwam hij bij den beroemden Amsterdamschen boekdrukker Blaeu in de leer en wijdde zich geheel aan de boekdruk kunst. Hij muntte vooral als lettertypensnijder en -gieter uit en zijn naam werd spoedig zoo gunstig bekend, dat hij tijdens zijn verblijf in Amsterdam uit Polen, Zweden, Duitschland, Engeland, van den Groothertog van Toscane, vanden Pauslnnocentius XI e.a. bestellingen kreeg. In den herfst van 1689 keerde hij naar Zevenbergen terug en of schoon gebukt onder velerlei tegenspoed en telkens verontrust door tegen zijn persoon gerichte aanvallen, waartegen hij zich in zijn bovengenoemde Apologie" teweer stelde, was hij op het gebied der boekdrukkunst tot aan zijn dood (1702) ijverig bezig. Hoe hij met den Amsterdamschen burge meester Nicolaas Witsen bekend werd, daar over hebben wij geen gegevens. Mogelijk, waarschijnlijk zelfs, dat Nicolaas Witsen bij hem kwam even als de gezanten van den Groothertog van Toscane, omdat hij onder de drukkers van Amsterdam zoo'n goeden naam had. Wij weten alleen, dat Nicolaas Kis door tusschenkomst van Witsen aan de bestelling kwam om voor den Koning van Georgiëvoor een op te richten drukkerij Armenische lettertypen te vervaardigen. Deze koning was Artschillus (of zooals M. Brosset schrijft Artchil), een van de onge lukkigste heerschers op den troon van Ge orgië. Hij kwam aan het bewind in het jaar 1661, regeerde echter maar 2 jaar, toen moest hij zijn land Imereth een provincie van Georgiëverlaten en zich 15 jaar buiten 's lands ophouden. In het jaar 1679 werd hij weer op den troon verheven maar zijn heerschappij was opnieuw van korten duur: na n jaar moest hij weer vluchten. Nog drie keer nam hij tijdelijk bezit van zijn troon, kon echter nooit langer dan n jaar er op blijven. Den meesten tijd van zijn ballingschap heeft hij in Rusland doorge bracht en het Russisch voorbeeld schijnt hem er ook toe bewogen te hebben om een eigen drukkerij met Armenische lettertypen in Geor giëop te richten; want toentertijd bestond daar nog geen drukkerij, de boeken werden door copieeren verspreid evenals bij de Turken. Het handelsverkeer tusschen Rusland en Nederland vooral Amsterdam was in de 17e eeuw zeer druk. Op elk gebied zien wij vaste relatiën aanknoopen tusschen de zeebeheerschende zeven Provinciën en het op komend reuzenrijk in het Oosten. Hoe zou de boekdrukkunst hierop een uitzondering heb ben kunnen maken, juist die kunst, welke in Amsterdam in de tweede helft der zeven tiende eeuw een ware bloeiperiode beleefde. Wij zien inderdaad, dat eenige jaren na den tijd waarvan wij spreken, Peter de Groote aan een Amsterdamschen drukkerj privilegie gaf om Russische boeken te drukken en dat hij zelf niet alleen de eerste helft van zijn vermaarde editie van het Nieuwe Testament in 2 kolommen te Amsterdam liet drukken maar daar ook lettertypen liet snijden en gieten. Het sprak dus om zoo te zeggen van zelf dat de ongelukkige Koning Artschillus die een diep religieuzen aard schijnt gehad te hebben en die ook bij het drukken in de 'eerste plaats aan den Bijbel en de liturgische boeken van zijn kerk dacht zijn wenschen hier omtrent in Amsterdam trachtte te bevredigen. Hij wendde zich tot Nicolaas Witsen, burgemeester van Amsterdam, wiens naam al kende hij hem niet persoonlijk in Moskou bekend was, doordien deze twee tientallen jaren vroeger (1664) aan de Ambassade van Mr. Jacob Boreel bij den Tsaar ,van Moscovié' ais edelman in het gevolg deel nam. Hij stuurde aan Witsen het Armenisch alfa bet en eenige texten als model en verzocht hem op grond daarvan de noodige lettertypen te laten vervaardigen. Witsen bracht het verzoek van den koning aan Nicolaas Kis over; deze heeft het werk aangenomen en tot volle satisfactie van den Georgischen Koning uitgevoerd. Dit blijkt niet alleen uit zijn Apologie", waarin hij zich herhaaldelijk hierop beroept men zou dit als eigen lof met eenig wantrouwen kunnen gadeslaan maar ook uit den brief van den Koning dien deze 17 December 1686 aan Witsen geschreven heeft, om hem voor de gedane moeite te bedanken. De brief met het Armenisch origineel is medegedeeld door Witsen zelf in zijn boek Noord- en Oost-Tartarije (l ed. Amsterdam 1692, 2de uitg. 1715, 3de uitg. 1785) en wordt ook in het historisch werk van M. Brosset (Histoire de la Georgiëdepuis l'antiquit jusqu'au XlXe siècle St.Petersbourg 1850?59 I Ie Partje, He Livr. p. 351) in Fransche vertaling afgedrukt. Bij de vertaling van Witsen doet zich een eigenaardig verschijnsel voor, hij laat juist die zinnen weg en vervangt ze door een enz.", welke op het eigenlijk onderwerp betrekking hebben. Was dit omdat hij den bewezen dienst voor zulk een vorstelijken bedankbrief eigenlijk te gering vond, was het om de lezers in de meening te laten dat hij den koning gewichtige staatkundige diensten had bewezen wij willen ons niet in gissingen hieromtrent verdiepen. Wij deelen hier de vertaling mee, in de vertaling van Brosset de door Witsen weggelaten zinnen cursiveerend. Zoodoende vullen wij met n een kleine omissie aan van den verdienstelijken schrijver van het Leven van N. Witsen, die hiervan omdat de tekst in Witsen's ver taling eigenlijk niets zeggend is geen ge wag maakt. De brief in Witsen's Noord- en Oost Tartarije (3e uitg. blz. 525) luidt als volgt: Door Gods genade, Artschillus Bagarationis, uit den Huize van David, de twee en veertigste Koning van Iberia en Gaquetti enz. Na voorgaende dankzegging aan onzen Heer Jezus Christus, niet minder in dit ons tegenwoordig ongeluk, als eertijds gelukkiger in onzen Koninklijken Troon gesteld. Wij zen den dezen brief aan U.E. voorzigtige en deugd zame Heer Nicolaes Witsen, om kennis en vriendschap te maken in een zuivere liefde met U, heldere en eerlijke man, onder de Wijzen van de Hollandsche Republiek, tot Burge meester en mede-bestierder van de magtige stad Amsterdam verkooren enz. Wij hebben het onzes plichts gedacht met deze onze Brief U.E. te bedanken, voor genomene moeite in enz. en bidden eindelijk dat alzoo wilt voortgaan enz. De almachtige God over stolpe U.E. met volle genoegen en zijne genade. Moskau den 17 December, in 't jaer des Waerelds 7195." Daarentegen luidt de brief in de vertaling van Brosset, als volgt: Met Gods hulp, wij Artchil, de Bagratide, een en tachtigste Koning uit den Stam van David, Koning van Imereth, Kakhet en het geheele Likth-mereth, ik bid u genade van mijn Heiland en Heer Jezus Christus, in de ballingschap waarin ik nu ben evenals vroeger zittende menigmaal op den troon. Ik schrijf u dezen bedankbrief Nicolaas Witsen, uitmuntend door uw wijsheid, weten schap en smaak, hoofd van de merkwaardige stad Amsterdam, en ik groet u als een goed bekend vriend van mij. Nu daar wij van uwen plaatsvervanger baron Wlar vernomen hebben, dat gij voor ons moeite hebt gedaan en voor ons de let tertypen van onze taal liet snijden, deed dit ons buitengemeen genoegen en wij zijn daar zeer erkentelijk voor. Daarom ook schrijven wij U om door onzen brief onze genegenheid en dankbaarheid te betuigen. Wij zijn U zeer verplicht. God vergelde het U. Wij verwachten van Uwe goedheid dat gij in deze niet zult vertragen, want dit is een soort van dienst aan God bewezen. De Heer moge al uwe plannen met succes bekroonen. Deze brief werd geschreven in Moskou 17 December in het jaar des Werelds 7195 (1686 Christ. tijdrek.) Ik Artchil Koning en Heer bekrachtig dit met mijn hand." Over de verdere lotgevallen der in de hand van Artschillus gekomen lettertypen staan mij geen gegevens ten dienste. Of het aan den Koning, die op Sjarigen leeftijd in het jaar 1712 te Moskou stierf, vergund is geweest een drukkerij met deze letters op te richten, kunnen wij niet uitmaken. Volgens Faulmann (l.c. blz. 466) In Tiflis, der früheren Hauptstadt von Georgiën wurden schon 1701 die Psalmen in Georgischer Sprache Redruckt." Volgens Brosset II semble que les lettres géorgiennes que Witsen faisait graver soient celles qui ont servi plus tard a l'impression de la Bible." In heteerste geval, als de drukkerij in Tiflis met de letters van Nicolaas Kis ware ingericht geweest, zou Koning Artschillus de vruchten van zijn be moeiingen nog hebben kunnen zien rijp wor den, in het tweede geval hadden deze bemoei ingen eerst na zijnen dood het door hem be oogde resultaat gehad om bij zijn volk het verspreiden van den Bijbel gemakkelijker te maken. In beide gevallen zouden de boeken wel niet in een Amsterdamsche Armenische drukkerij, maar toch, met uit Amsterdam ontvangen materiaal gedrukt, het licht ge zien hebben. Prof. Dr. G. VON ANTAL

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl