De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1923 29 december pagina 3

29 december 1923 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

29 Dee. '23 No. 2428 DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND OLDENKOTT's TABAK HOG STEEDS OE BESTE BIBLIOTHEEK Da Vrouw en bar luis" MI.PttmninInlMiiPlititiik|Iidnk) Mrt beschrjvenden tekst van ELIS. M. ROOOE Pr|i f *.5O la cartonnen band ?Itf. T. Vu Holkema AWmndtrt STEUHZOttft HERSTELT U. A. l O.2.VOQE&URGWAL . i WBlBliDEBS imslrti Telel. 4S82I Utrochtschidvarsstriit 11-19 ?? HJ di Iig»liiri|fi BINDEN SCHOOL. IN STUDIEBOEKEN GELEOENHEIDSALBUMS PORTBFEUILLBf ENZ. BICKIR 4 MODDEIMAN Wijnfianilelaren - Hofleveranciers AMSTERDAM - Ueenmmacht b DOflOEAUl - Quai des Chartions Hfe Houders van ein uitgebrtida collectie BORDEAUXWUNEN. Vin de gewassen 1919 en 1920, de bast geslaagde der laatste Jaren, werd van verschillende merken de QEHEELE OOBST AANGEKOCHT; o.a. van 1920: CK. CANTEMERLE SB CRu MACAU DUN BLAKQIiEFORT FOUROQUEIeCRüST.EMILION Voor onmiddellijk gebruik komen da gewassen 1895 - 1899 - 1905 - 1906 1911 -1914-1916 en!917 thans in aanmerking. Prijsop gaaf wordt gaarne verstrekt. Te Heemslede te Huur aan de BINNENWEG een WINKELHUIS met woning voor soliede firma. Prima stand. Huur f1200 per jaar. Te aanvaarden pl.m. Maart 1924. Brieven onder Lett. T.A., Kantoor De Amsterdammer Weekblad. DE AMSTERDAMMER Weekblad voor Nederland kost slechts f 10.?per jaar Het Kerstnummer der Haagsche Post wordt smaakvol ingelijst in de Kunsthandel en Lijstenfabriek G. J. STEGEM&N OVERTOOM 163, TELEFOON 28292 Bobby is een schat vooral met zijn surprise de fijne Palmitine Zeep met bet Anker" Wees praktisch ook in de keuze Uwer geschenken. Palmitine Zeep van Dobbelmann voldoet in kwa liteit aan de hoogste eisenen. Laat U niet door de luxe der ver pakking verleiden tot liet koopen van mindere Zeepsoorten. Koop PALMITINE ZEEP" en ge krijgt WAAR voor Uw geld! Bewaar de strookjes, ze geven recht op mooie premies. VERSCHENEN: Parmi les Zouaves PAR ETIENNE GIRAN Illustrépar PAUL LEDOUX Prijs ingenaaid f 3.25 Uitgave van VAN HOLKEMA & WARENDORF A'dam TENTOONSTELLINGEN GALERIE D'ART FRANCAIS, Prinsengracht 792, Teekeningen en Aquarellen door AndréFavory en Jacques Thévenet. 17 Dec.?5 Jan. 10?12 en 2?5 uur, 's Zondags 2?4 uur. J. H. DE BOIS, Kruisweg 68, Haarlem. 22 Dec. 1923?22 Jan. 1924 Tentoonstelling van de nieuwste werken door Matthieu Wiegman en houtsneden door H. van der Stok. Geopend werkdagen van 9?5 uur. DOOR ALBERT ADÉS en ALBERT JOSIPOVICI. Met een voorwoord van TOP NAEFF. Uit het Fransch vertaald door ALICE VAN NAHUYS. De H en W Serie deel IV. Geïllustreerd omslag en tekst-illustratie van MARIUS BAUER. Prijs ingenaaid f 2.90, Gebonden f 3.75. De Middelburgsche Courant schrijft : Wanneer een Engelschman of een Franschman een boek schrijft over het leven in een Hollandsch dorp, dan zal het resultaat heel iets anders zijn, dan wanneer een Hollander datzelfde doet. En in den regel zal het boek van den Hollander zuiverder zijn. Het hierboven genoemde boek is geschreven door twee Egyptenaren, en geeft een episode uit het dagelijksche leven van de Mohamme danen in een Egyptische stad. Dat alleen reeds is een reden waarom dit boek bijzonder boeit, want we bezien het Oostersche leven van een geheel ander standpunt dan in de boeken die West- Europeanen van dat leven maakten. Maar het boeit ook nog om een andere reden. Die twee Egyptenaren kozen een onderwerp, dat geen Europeaan ooit in gedachten zou komen voor een boek, namelijk de ervaringen van een onnoozelen zoon van een welgesteld man, in een omgeving, waarin de onnoozelen nog altijd iets hebben van de aureool van niet volkomen begrepen raadselachtigheid en heiligheid. Ze volgen dien Goha daar op zijn tochten door het intieme leven van de Oostersche binnenhuizen, en harems, die wij slechts van hooren-zeggen kennen, en die in dit verhaal hun geheimzinnigheid verliezen, maar een merkwaardig diepen kijk geven in het leven van de Oostersche vrouw, gericht als dit is op het zinnelijke liefdeleven, met al de gevolgen van dien. En nog zou dat boek niet zoo'n bijzondere bekoring hebben, wan neer niet de schrijvers zich zulke buitengewone vertellers betoonden, die al de schoonheid die men niet van Oosterlingen verwacht zou hebben, maar die de suggestie des te sterker doet werken. Het is een van de merkwaardigste boeken die in den laatsten tijd in Nederlandsche vertaling verschenen. van VAN HOLKEMA & WARENDORF, Am s t e r d am. U BE B E» T K L DE JONG & ZONEN - A'DAM INSTITUUT OVERTOOM Amsterdam Rotterdam Overtoom 57 en 93a Kruisstraat 40 Typen-Steno-Talen-Boekhouden BOUWT IN HET OOSTERPARK TE BILTHOVEN INLICHTINGEN VERSTREKT DE DIRECTIE TEL. INT. :?No. 6538 iiiiiiiiifiiiiiiiini iiiiiimiiiiittimiiiiiiiiMiiiiiiiiiiii VOL AU VENT XXVH Ik houd van het proza, dat als een man op mij toekomt, met schitterende oogen, met een luide stem, ademend, en met groote gebaren van handen ." Lodewijk van Deyssel, 1886. We leven, en laten we ons tegen het einde van het jaar ook een weinig optimistisch uit drukken, in een schat van eenen tijd in een snoepje", gelijk de juffrouw in de American Lunchroom", met wie ik heden een voorzeker voor haar ongevaarlijk babbeltje maakte, het zeide, terwijl zij eenen Kerstkrans, dien ik mijne hospita waarlijk verschuldigd ben, omwikkelde. Dra zullen wij in de groote bla den minder rooskleurig-getinte Overzichten van het in het teeken der Valuta gestorven 1923 lezen, en met droefgeestige oogen de Lijsten der Dooden" vergelijken, om te ont dekken of Het Handelsblad necrologisch bij-dehander dan bijvoorbeeld de Nieuwe Rotter dammer, of omgekeerd, was (ik voor mij beken gaarne, dat de Recapitulatie mij een immer welkome verpoozing geeft) dra zullen wij ons verdiepen in Oudejaars-herinneringen, en een glaasje warme wijn met bisschop, of naar de mate van onze geaardheid, een of meerdere glazen heete pons met gepofte kastanjes, bij het warme haardvuur ledigen en nuttigen dra zullen wij te zeer de schaduwzijden van het verleden, zij het met een opwekkend woord voor de toekomst, bejeremieeren en bespie gelen. Tegenover deze zwartgalligheid in de ziens wijze mijner tijdgenooten, wensch ik, zoo kort op den gereedstaanden Nieuwjaarsdag, de betere symptomen te analyseeren. De laatste weken van 1923 getuigen van eene herlevende veerkracht, van eene gespitstheid der vaderlandsche intelligentie, van eenen edelen wed strijd, om de medeburgers tot schoone daden te prikkelen en hen anderzijds aangenaam, of het leven een beminnelijk gezelschapsspel met rebus en charade is, bezig te houden. Zulk eene onderlinge blijmoedigheid, zulk eene be hoefte, om den naaste geestelijk op peil te houden en hem een vriendelijk vcrzetje te bereiden, is geen spel van het toeval: het zit blijkens de saamhoorigheid en gelijktijdigheid der verschijnselen in de lucht. Of mag men het een zoodanig toeval heeten, wanneer de Ge meentebesturen van Rotterdam en Amsterdam in de betreffende Raadkameren tot de verras sende conclusie komen, dat wij eenen overvloed van ideejen in dit land bezitten? Menigmaal waande men zich in een vervlakkend tijdperk, waarin de heer Tuschinsky met de Sport in haar verheugende variaties, om de geestelijke liefde der Natie wedijverde, en die Natie, bij het balanceeren entre ces deux, noch aan de ideejen van dezen of genen Denkbeelden importeur behoefte scheen te hebben. Dommel den we niet zoo zoetjes aan in, bij de geen inspanning vergende gedachte, dat vroegere generaties reeds zoo uitbundig voor ons in ideejen gedaan" hadden, dat we voor de ?eerstvolgende vijf en twintig jaar van de renten konden leven, derhalve Kunst en Wetenschap beoefenen, zonder ideejen-ballast, zonder ideejen-wrijving, zonder ideejennarigheid? Was het niet dikwerf eene gerust stelling, op zijne sloffen te overwegen, dat een ideejen-loos volk, in zijn intellektueelsten sas met herser.vrije verpoozingen en ver maken, met detective-romans, bioscoopjes en voetbal, met Amerikaansche en Fransche kluchten, zondagpreekjes en kieken, eenen rustigen ouden dag zou bereiken? Hadden we in onze meest-fantastische oogenblikken idee van ideejen? Leek Multatuli niet de laatste der Ideejen-maniakken? En thans, ge heel onverwacht, bijna als eene onthutsing en sprankelende opstanding, begint het op nieuw te gloren, vlamt een Bengaalsche gloed boven de Zakenstad Rotterdam, ontsteekt Amsterdam een vuurwerk met knalpotten en donderbussen, komen ze van meerdere kanten uit den hoek, om het Intellekt in training te houden. Het is een alom gerucht, een veel vuldig leven in de nationale brouwerij, om gestadig bij te glimlachen. Want zoodra het met officieele en officieuze wedstrijden begint, mag men van eene oververzadigdheid spreken in dezelfde rnate als men in eene sterke che mische oplossing hier betreed ik angstvallig het terrein van den streepjes-heer Feenstra van De Telegraaf kristallisatie verwacht. Rotterdam heeft ditmaal de primeur. Het looft niet minder dan zegge / 10000. (tien duizend gulden) uit in een Ideejen-wedstrijd om de Koningsnaven zoodanig te overbruggen dat alles er overheen en alles er onder-door kan. Nu weet ik niet of het enkel om een Idee zonder of mét meer te doen is, of ideejenzwangere leeken even goed in aanmerking als ideejen-rijke botiwmeesters-van-bruggen komen. Ik acht dit trouwens bijzaak, daar het idee van een Ideejen-wedstrijd op zichzelf een vondst van vaderlandslievende beteekenis is. De gezonde naijver tusschen de twee haven steden, bracht ook Amsterdam in beweging. Terecht wenschen B. en W. van den Amstel hunne collegas van de Rotte geen concurrentie in dezen zin aan te doen, dat zij den ideejenvoorraad van het Hollandsche Volk door bijv. eenen IJ-brugge-wedstrijd verzwakken of uit putten, maar zij hebben in Raadkamer be sloten, nu het Rembrandtplein in zijn profond négligéstaat en Rembrandt zich bij deze poedelnaaktheid niet weet te bergen, tegelijk den Dam te asfalteercn, den oprit voor het Koninklijk Paleis weg te laten, doch een Idee jen-wedstrijd voor monumentale Paleis lantaarns uit te schrijven. Ook bij deze Ideejen-race is het nog onbekend, of u en ik, als doorsnee-denkers, met een origineele idee in aanmerking komen, of dat uitsluitend lan taarnpaal-makers mede mogen dingen. Ik voor mij, die mij niet aan de Rotterüamsche Koningsnaven waag, meen terloops de vin gerwijzing te mogen verstrekken, dat het bij dezen lantaarn-ideejen-wedstrijd zaak zal zijn, de monumentale verlichtings-objecten zoodanig benedenwaarts glad en zwaarlijvig te ontwerpen, dat het voor de naaste toekomst uitgesloten zal zijn, om de palen tot het houden van redevoeringen te beklimmen. Ik herinner mij meerdere wethouders in zulk eene gyninastische houding te hebben waargenomen. Men verwaarlooze dezen demagogischen fac tor niet, tenzij het in de bedoeling ligt, ook voor oratorische aangelegenheden mogelijk heden bij dezen Ideejen-wedstrijd te openen. Na Rotterdam met haar Ideejen-dorst voor een Koningshaven-brug en Amsterdam met haar kreet om ideejen en nog eens ideejen voor uit het asfalt omhoog-tronende Paleis-lan taarns, is het in de meest de aandacht trek kende plaats De Telegraaf, die in een Konink rijk van landbouw en veeteelt, eenen Ideejenwedstrijd in versvorm voor en bij het droomerig portret van een mei goud bekroond varken uitschrijft, en den gelukkigen dichter tien gulden toewijst. Ik schrijf dezen Vol au vent Zaterdagmiddag vóór Kerst, omdat De Groene, met het oog op de feestdagen haar copy aanzienlijk-vroeger dan anders dient te ontvangen ik weet dus niet wat het resul taat der meer dan 4000 poëtische inzendingen, die Clinge Doorenbos zal moeten ziften, zal zijn, maar ik snak naar het blad van morgenSPAAHSOH, EMQELSOH, FR AM f OH, DUITS O H uto. Borlitz-School Hoorongi-moht 4BI Tel. 43286 Praci. Onderwijl door boltenl. Leeraren ochtend, niet alleen om de dichterlijke ideejen-Openbaring van eene Natie, welke van oudsher voor het vetgemest Zwijn en deszelfs stamboom-genooten voelde, bij nacht en ontijd bij spek, zwoerd en kluif zwoer, maar ook om mijn persoonlijk belang, daar ik een van de 4000 inzenders was, en ik eenigermate vrees, dat Clinge Doorenbos mijne iueejen-bijdragen in het gedrang der duizenden lyrische ideejen zal verwaarloozen. Onder meer zond ik deze gedachten in jamben in: Lezer, die Mij, varken, woorden wijdt, Kind van Uw geestlijk-rijken Tijd, Ik ben 't Symbool van Uwen geest, Een om zijn vet volprezen beest. Mijn tweede vers luidde: Ware ik geen varken maar een abonnee, Vriend van d'Entente en van Poincaré, 'k Zou Voor geen tien pop weten wat, 'k U en Mij voor liefs te zeggen had. . . . Mijn derde vers getuigde: Ik ben bekroond voor ijvrig vreten: Heil U, o dichter, die mijn eed Ie pens Vereeuwigt met sonnet en lens, En van den afval mee wil eten ! Mijn vierde ?-- doch hier staak ik de publi catie, daar ik vrees mij te blameercn, wanneer Clinge mij inderdaad ontdekt l)endetiengul den met waren naam en toenaam, bij deze verheffende Zwijns-adoratie worden toege wezen. Daarenboven weet ik niet of ik bij dit ongewoon dichten op den laten avond, wel voldoende frisch van hoofd was. Ik had im mers overdag reeds meegedaan aan den Ideejen-wedstrijd van De Stad, welk weekblad' haar abonnees t!e verplichting .oplegt een zuventiental winkels, met in iedere etalage een op karton gedrukte letter, te gaan bezoe ken, om weer uit die letters een verlangd woord saam te stellen. Zei ik teveel, toen ik van een blijmoedige poging om den naaste op geestelijk peil te houden, sprak? En de Kerstpuzzle van Het Leren, dat duizend gulden uitlooft en honderd luxe-blikken van Verkade's bib-kwie. Er is meer, aanzienlijk meer. De gaven uit de garve zijn nauwelijks te tellen. Dagbladen en periodieken verdringen elkaar, lokken de hnuders-van-ideejen, de lezers en op fantasie-belusten, met teedere kusjes en lodder-oogjes in de tent der ontwikkelende getuigenis. Men kwelt elkaar niet langer met e bedrieglijke en onwaardige concurrentie van proza, dat, gelijk Van Deyssel, het in zotte jeugd-hartstocht schreef als een man op u toekomt, met schitterende oogen, met een luide stem, ademend, en niet groote gebaren van handen" men neemt jour nalisten op een koopje toe, en verzoet den zwaren arbeid des lezers door eenen we'dstrijd, een puzzle, eene prijsvraag. Eerlang zal de Nieuwe Rotterdammer een motorfiets ten geschenke geven aan den begaafde die het raadsel van liet Letterkundig Bijvoegsel op lost; de Standaarden Statcnbijbel aanjdengeen, die tien nieuwe abonnees bezorgt; de Haagsche Post een huisje zonder kruisje voor de beste oplossing van het Lastig geval" de intellektueele spijze voor het Hollandsche volk zoo te bereiden, dat zij automatisch, met vermijding van hersen-slijtage naar binnen glijdt. Rot terdam met ? 10000. Amsterdam, met een nader te noemen bedrag, Het Leven met ? 1000., De Stad een Polyphon-apparaat en / 30, voor een verloren abonnee-vinger (duim of wijsvinger het verhoogd tarief van / 60), De Telegraaf ? 10, voor vier regels, gewijd aan het Sus voorwaar, de naaste toekomst is niet zeer somber voor iemand met ideejen. Wanneer de ministerieele crisis niet vóór Kerst opgelost is, zou het aanbeveling ver dienen een prijsvraag-spierinkje uit te wer pen, om eenen struisehen, rechtschen kabel jauw te vangen. Zaterdag, 21 December '23. H A K S L U D I F l C O K Correspondentie. Zooals U zult hebben opge let, geachte plv. geneesheer-directeur van het Prov. Ziekenhuis Duin en Bosch, heeft het artikel van Joh. L. in De Grof w van d e vorige week, mij letterlijk het gras voor de voeten weggemaaid, toen ik mij er voor tenieder zette, om het Genootschap tot zedelijke verbetering in de goede gunsten aan te bevelen. Er valt aan mijzelf nog zooveel zedelijk te corrigeeren, dat ik voor de verleiding van eenige spottende opmerkingen bezweek. Hoezeer ik overigens voor uwe voortreffelijke bedoelingen voel, moge u blijken uit het feit, dat ik in 1890 eene dissertatie begon Over de noodzake lijkheid om de Rechterlijke Ambtenaren, alvorens hen te promoveeren, als minimum eene maand cellulair op te leggen, ten einde denzelven praktische ervaring in de richting van hun arbeidsveld te verstrekken". Ik mislukte evenwel als jurist, zakte af tot de monotone vervoeging van het scribo, scribis, scribit, scribimtis, scribitis, scribunt en het zal scribam blijven.... Monsieur F. S. K- je vous remercie mille fois. 1) Hij heeft u niet ontdekt. Redactie.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl