De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 5 januari pagina 11

5 januari 1924 – pagina 11

Dit is een ingescande tekst.

FRISGH BEGINNEN DÉAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND 11 Ditmaal is ons werk aan het Weekblad een frisch begin van 't jaar. Immers wij komen tot u in een nieuw kleed, minder wijd, minder lang, ge makkelijker, voegzamer in 't gebruik, al moeten we er ook even aan wennen. Wij, vrouwen, weten hoe prettig we ons in een nieuw gewaad voelen, 't is altijd of het iets van licht en vreugde medebrengt, of er saaiheid en sleur in het oude kleed achterbleef en het leven zich ver nieuwd heeft. Datzelfde gevoel hebben we ook in ons werk als we .het met energie over een and eren boeg werpen, het een andere richting doen inslaan. Zoo begint in ons nieuwe weekbladformaat ook de rubriek Voor Vrouwen opgewekt haar taak. Vooraf had de secretaris met ons overlegd of 't nu ook wenschelijk zou zijn, den hoofdredacteur voor te stellen, de rubriek Voor Vrouwen als zoo danig te doen vervallen en den inhoud op te ne«rnen in het algemeene gedeelte van het blad. Een rubriek Voor Vrouwen toch brengt in vrijwel de meeste periodieken: praatjes over modes, kook recepten, gezellige vriendinnen-brieven, theepraat jes, kortom allerlei huiselijk geschrijf. Naar onze meening echter is ons weekblad voor dergelijke steeds wederkeerenc'e lectuur niet geschikt en .blijft dus onze rubriek Voor Vrouwen altijd boven of als men wil onder peil. Ze past zich vanzelf eenigermate aan bij den overigen inhoud, en menig keer is de afscheidingslijn als vervallen te be schouwen. Toch scheen ons het voorstel tot verdwijnen van de rubriek niet aannemelijk. Wij en velen met ons, zouden vermoedelijk ons eigen hoekje missen, die plaats waar wij, vrouwen, ons saamhoorig voelen, waar onze belangen en wenschen, ons vrouwelijk oordeel over maatschappelijke toestanden en andere stukken met individueel vrouwelijk accent, niet in 't gedrang komen en hun eigen karakter behouden. Doch wil onze rubriek Voor Vrouwen op aan trekkelijke wijze haar goed recht van bestaan blij ven handhaven, dan moet zij o.i. met het nieuwe kleed ook nieuw leven brengen. Wij hebben daarom gemeend in onze rubriek in te moeten lasschen een afdeeling Vrouwenbelangerr". Dit onderdeel kan een stuk werk van beteekenis worden, dat in den ruimsten zin aan velen geeft de wetenschap van het nog weinig bekende of onbekende op menig gebied. En nu doe ik een beroep op de zoo talrijke leze ressen van ons weekblad, op haar die door socialen arbeid een ruimen blik hebben op maatschappe lijke toestanden, op anderen die op oeconomisch of opvoedkundig gebied de vrouw kunnen helpen en voorlichten. Zend ons korte bijdragen. Er is zoo veel waarover kan worden geschreven tot nut en ontwikkeling; van anderen. Frisch begonnen dus! E L i s, M. R o o a E VROUWEN BELANGEN L*1. DE STEM DER MOEDER De Algemeene Nederl. Vrouwenorganisatie, de Bond van soc.-dem. vrouwenclubs, de Unie voor vröuwenbelangen, de Vereeniging van staatsbur geressen, de vrouwengroep van den Vrijheidsbond, de Vrijz. dem. vrouwenclub en de Vrije vrouwenvereniging hielden op Zaterdag 29 De cember in den Dierentuin te 's-Gravenhage tegen het ontslag van de gehuwde ambtenares een protestvergadering. Wat is dat jammer, over het kind is geen woord gezegd," aldus bij. het uiteengaan der pro testmeeting in den Dierentuin een paar zeer be langstellende dames. Ik moest het haar toegeven, maar voegde er onmiddellijk bij hoe de Unie voor Vröuwenbelangen, een der zeven organiseerende vereenigingen, natuurlijk haar presidente als spreekster zou.hebben aangewezen, die door lichte ongesteldheid verhinderd alleen door een telegram, samen met haar echtgenoot, zuster en oude, ge trouwe kinderjuffrouw onderteekend van haar belangstelling had kunnen blijk geven. Zeker de stem der moeder heeft ter vergadering helaas ont broken en we kunnen dat gerust als een leemte beschouwen. Een les alweer voor comité's ad hoc om toch niet aan de afzonderlijke organisaties de keuze der spreeksters over te laten, maar ook ge meenschappelijk eens te overleggen of daar'nu werkelijk die staalkaart is samengesteld, die zekerheid geeft, dat alle nuances tot haar recht komen, dat het vraagstuk waarlijk in zijn geheele diepte en breedte wordt overzien. Nu ik zelf de plaats van mevr. Boissevain moest innemen had wellicht de S. D. A. P. vrouwenclub beter gedaan mevrouw Albarda-Brals of Carry Pothuis-Smit uit te noodigen, of wel had de Vrouwengroep uit den Vrijheidsbond de secretaresse mevrouw KoekMulder of de V. D. vrouwenclub mevrouw Ros Vrijman of van Itallie?van Embden kunnen aan wijzen. Zeker maakte de snelheid, waarmede ge werkt moest worden, veel overleg moeilijk, maar in de toekomst is het toch gewenscht ook in die richting te denken. Overigens is door de sprekers en spreeksters vrijwel het geheele terrein bestreken. Duidelijk werd in het licht gesteld, dat het allerminst een belang der betrokken ambtenaressen is, maar van alle huismoeders. Moest nog half November Johanna Naber niet zonder bitterheid in de Telegraaf schrijven, dat de reuzentaak der huisvrouw vrij algemeen niet gewaardeerd wordt, nu zingt men allerwege een lofzang, nu zegt zelfs de redactie van het Algemeen Handelsblad, dat het werk der vrouw in de huishouding veel en veel zwaarder en verantwoordelijker is en meer toewijding eischt voor wie het goed wil doen, dan dat van welke ambtenares of ambtenaar". Die lof is eenvoudig het gevolg van het feit, dat men het hart begint vast te houden bij de ge dachte, dat de vrouwen meer dan tot nu toe open bare ambten zullen willen blijven bekleeden. Zoo dra haar dat onmogelijk wordt gemaakt, zoodra er geen andere wijze zal zijn om aan den kost te komeiik?tenzij de vrouw van moederschap en huiselijk leven geheel afstand wil doen dan levenslang huisvrouw zijn en zich een mannelijken kostwinner aan te schaffen, zal het met de waar deering weer gedaan zijn, dan zal ook het zwaarste huiswerk van schrobben en kolensleepen weer tot de Roeping" der vrouw gerekend worden, waar voor immers niemand dankbaar heeft te zijn, dan zal opnieuw in een rechterlijk vonnis kunnen voor komen, wat eenmaal voor jaren aldus minachtend werd geformuleerd: Hausfrau sein ist kein Beruf, ist keine Tatigkeit, sondern eine Selbstverstanolichkeit". De vrouwen, die zich voor het ontslag verklaren het werd vrijwel door allen in verschillenden toonaard herhaald weten niet hoe zij haar geheele maatschappelijke positie daar door verzwakken. Buitengewoon sterk was de rede van Suze Qroeneweg, c ie niet gewaarschuwd was, dat zij slechts over tien minuten kon beschikken en kalm weg zich van een half uur meester maakte. Jo Wester man bekortte daarentegen haar rede naar beiiooren en het best en kernachtigst scheen ons de heer van Giesel, die in den hieronder volgenden baro meter een duidelijk overzicht gaf van de verande rende meening van onze Bewindslieden. Onge twijfeld had mej. Groeneweg het bij het rechte eind, toen ze er bij herhaling op wees, hoe bij dit ontslag der gehuwde vrouw politiek van het minst allooi in het spel was, hoe Colijn zijn op 26 October sterk geschokte positie er door wilde verbete ren en de Christelijke volksvrouw, wier sympathie hij met z'n vlootwet ongetwijfeld voor een belang rijk deel had ingeboet, op deze wijze weer wilde terug winnen. Zeer schoon. 10 Januari 1920 stelde de Regeering zich bij de in diening van het Wetsontwerp tot regeling van den Rechtstoestand van ambtenaren op het standpunt, ingenomen door de Staatscommissie-Dresselhuys, die de vraag, of aan vrouwelijke ambtenaren bij huwelijk ontslag uit den dienst behoort te worden verleend, ont kennend beantwoordde. Mooi weer. 17 Maart 1921 schreef Minister Heemskerk in de Memorie van Antwoord, dat overwegingen aan de conti nuïteit van het Regeeringsbeleid ontleend, het moeilijk maken zich van de te dezen eenmaal min of meer geves tigde practljk geheel los te maken. Goed weer. Augustus 1922. De Minister van Financiën geeft schriftelijk als zijn zienswijze te kennen, dat er geen enkele aanleiding is om de gehuwde vrouw, enkel omdat zij gehuwd is, pp wachtgeld te stellen. Zou men voor de keus komen, bij overigens gelijke beoordeeling, tusschen de gehuwde of de ongehuwde vrouw op wachtgeld te stellen, dan zou volgens de meening van Minister De Geer de gehuwde vrouw moeten voorgaan. Veranderlijk. 20 Maart 1923, bij de behandeling van de Postbegrooting, wordt door de heeren Beumer, H. Colijn, Rutgers, Deckers en De Montc?Verloren de volgende motie ingediend: De Kamer, van oordeel, dat bij de afvloeiing van personeel van den dienst van de posterijen, de telegrafie en telefonie, als regel, allereerst de gehuwde vrouwe lijke ambtenaren voor ontslag in aanmerking moeten komen, gaat over tot de orde van den dag." Minister Van Swaay ontraadt deze motie e\i de kamei verwerpt haar met 47 tegen 20 stemmen, Donderdag 10 en Vrijdag M Januari OPRUIMING Regen of wind. 11 Mei 1923. Minister Aalberse antwoordt op de door den heer S. de Vries gestelde vraag, betreffende de afvloeiing bij de Rijksverzekeringsbank, luidende: Is de Minister voorts van oordeel, dat bij overcompleet aan personeel de gehuwde vrouwelijke ambtenaar, wier man zelf het brood voor het gezin verdient, eerder voor ontslag in aanmerking behoort te komen dan andere ambtenaren?" bevestigend. Veel regen. November 1923, verschijnt, via het Kuyperhuis het besluit van Minister Colijn, luidende: Door mij zijn bij de afvloeiing de volgende regelen gesteld: a. eerst de gehuwde vrouw, indien zij geen kostwinster is; *. daarna de ongehuwde vrouw, bij ouders of familie inwonend; c. vervolgens de ongehuwde man; d. eindelijk huisvaders." Storm. 12 December 1923. De Regeering neemt de beslissing van Minister Colijn over, gaat nog een stap verder en zendt aan de Centrale Commissie voor georganiseerd overleg in ambtenarenzaken een ontwerp Koninklijk Besluit, bepalende, dat als regel de huwende ambtenares wordt ontslagen. Ook de humoristische kant van het geval werd o.a. door mevrouw Drucker in het licht gesteld, onder verwijzing naar het dwaze ingezonden stuk in het Algemeen Handelsblad van 20 dezer, waarin een gehuwd ambtenaar, geen antirevolutionnair, deze dolzinnigheid verkondigde: het op het kan toor blijven van de gehuwde ambtenares spruit juist in den regel voort uit gemakzucht, zij laten haar huishouden liever over aan een dienstbode en nemen zelf er een gemakkelijk leven van". Dat deze wel zeer naïeve van het sterke geslacht, daargelaten dat hij den onverdienden blaam van luiheid op het geheele ambtenarencorps (mannen en vrouwen) wierp, geen oogenblik op het denk beeld kwam dan liever zijn vrouw dat makkelijke baantje te gunnen en zelf haar zware taak over te nemen, daarvoor staat ons verstand stil, maar pleiten voor het karakter van den inzender noch voor diens scherpzinnigheid om zich zoo bloot te geven doet het zeker niet. De stem der moeder ontbrak. W. WIJNAENDTS FRANCKEN-DYSERINCK Het ochtendblad van de N. Rott. Courant van 2 Januari vermeldt: Naar wij vernemen, hebben reeds een aantal gehuwde ambtenaressen, niet-kostwinsters, van het departement waaronder zij ressorteeren, een brief ontvangen, waarin haar tegen l Maart 1924 ontslag wordt aangezegd. RED. MEDEDEELING Het Bestuur der Nederlandsche Vrouwenclub te Amsterdam stelt zich voor, Woensdag 9 Januari des avonds 8 uur een propagandavergadering te houden in Hotel Americain, waar bekende Neder landsche vrouwen zullen spreken over onderwer pen in verband met vrouwenclubs. Een opwekking tot bijwonen van deze vergade ring moge hier niet achterwege blijven. De pretti ge, gezellige toon, die laatst op den instuif in het Hotel de l'Europe heerschte en den middag genoegelijk maakte, voorspelt ook aan deze propagandavergadering een groot succes. E. M. R. HOOFIEN'S ROOMBOTER WORDT SPECIAAL BEREID

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl