Historisch Archief 1877-1940
FRISGH BEGINNEN
DÉAMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
Ditmaal is ons werk aan het Weekblad een
frisch begin van 't jaar. Immers wij komen tot u in
een nieuw kleed, minder wijd, minder lang, ge
makkelijker, voegzamer in 't gebruik, al moeten
we er ook even aan wennen.
Wij, vrouwen, weten hoe prettig we ons in een
nieuw gewaad voelen, 't is altijd of het iets van
licht en vreugde medebrengt, of er saaiheid en sleur
in het oude kleed achterbleef en het leven zich ver
nieuwd heeft.
Datzelfde gevoel hebben we ook in ons werk als
we .het met energie over een and eren boeg werpen,
het een andere richting doen inslaan.
Zoo begint in ons nieuwe weekbladformaat ook
de rubriek Voor Vrouwen opgewekt haar taak.
Vooraf had de secretaris met ons overlegd of
't nu ook wenschelijk zou zijn, den hoofdredacteur
voor te stellen, de rubriek Voor Vrouwen als zoo
danig te doen vervallen en den inhoud op te
ne«rnen in het algemeene gedeelte van het blad. Een
rubriek Voor Vrouwen toch brengt in vrijwel de
meeste periodieken: praatjes over modes, kook
recepten, gezellige vriendinnen-brieven, theepraat
jes, kortom allerlei huiselijk geschrijf. Naar onze
meening echter is ons weekblad voor dergelijke
steeds wederkeerenc'e lectuur niet geschikt en
.blijft dus onze rubriek Voor Vrouwen altijd boven
of als men wil onder peil. Ze past zich vanzelf
eenigermate aan bij den overigen inhoud, en menig
keer is de afscheidingslijn als vervallen te be
schouwen.
Toch scheen ons het voorstel tot verdwijnen van
de rubriek niet aannemelijk. Wij en velen met ons,
zouden vermoedelijk ons eigen hoekje missen, die
plaats waar wij, vrouwen, ons saamhoorig voelen,
waar onze belangen en wenschen, ons vrouwelijk
oordeel over maatschappelijke toestanden en
andere stukken met individueel vrouwelijk accent,
niet in 't gedrang komen en hun eigen karakter
behouden.
Doch wil onze rubriek Voor Vrouwen op aan
trekkelijke wijze haar goed recht van bestaan blij
ven handhaven, dan moet zij o.i. met het nieuwe
kleed ook nieuw leven brengen.
Wij hebben daarom gemeend in onze rubriek in
te moeten lasschen een afdeeling
Vrouwenbelangerr". Dit onderdeel kan een stuk werk van
beteekenis worden, dat in den ruimsten zin aan velen
geeft de wetenschap van het nog weinig bekende of
onbekende op menig gebied.
En nu doe ik een beroep op de zoo talrijke leze
ressen van ons weekblad, op haar die door socialen
arbeid een ruimen blik hebben op maatschappe
lijke toestanden, op anderen die op oeconomisch of
opvoedkundig gebied de vrouw kunnen helpen en
voorlichten. Zend ons korte bijdragen. Er is zoo
veel waarover kan worden geschreven tot nut en
ontwikkeling; van anderen.
Frisch begonnen dus!
E L i s, M. R o o a E
VROUWEN BELANGEN
L*1.
DE STEM DER MOEDER
De Algemeene Nederl. Vrouwenorganisatie, de
Bond van soc.-dem. vrouwenclubs, de Unie voor
vröuwenbelangen, de Vereeniging van staatsbur
geressen, de vrouwengroep van den
Vrijheidsbond, de Vrijz. dem. vrouwenclub en de Vrije
vrouwenvereniging hielden op Zaterdag 29 De
cember in den Dierentuin te 's-Gravenhage tegen
het ontslag van de gehuwde ambtenares een
protestvergadering.
Wat is dat jammer, over het kind is geen
woord gezegd," aldus bij. het uiteengaan der pro
testmeeting in den Dierentuin een paar zeer be
langstellende dames. Ik moest het haar toegeven,
maar voegde er onmiddellijk bij hoe de Unie voor
Vröuwenbelangen, een der zeven organiseerende
vereenigingen, natuurlijk haar presidente als
spreekster zou.hebben aangewezen, die door lichte
ongesteldheid verhinderd alleen door een telegram,
samen met haar echtgenoot, zuster en oude, ge
trouwe kinderjuffrouw onderteekend van haar
belangstelling had kunnen blijk geven. Zeker de
stem der moeder heeft ter vergadering helaas ont
broken en we kunnen dat gerust als een leemte
beschouwen. Een les alweer voor comité's ad hoc
om toch niet aan de afzonderlijke organisaties de
keuze der spreeksters over te laten, maar ook ge
meenschappelijk eens te overleggen of daar'nu
werkelijk die staalkaart is samengesteld, die
zekerheid geeft, dat alle nuances tot haar recht
komen, dat het vraagstuk waarlijk in zijn geheele
diepte en breedte wordt overzien. Nu ik zelf de
plaats van mevr. Boissevain moest innemen had
wellicht de S. D. A. P. vrouwenclub beter gedaan
mevrouw Albarda-Brals of Carry Pothuis-Smit
uit te noodigen, of wel had de Vrouwengroep uit
den Vrijheidsbond de secretaresse mevrouw
KoekMulder of de V. D. vrouwenclub mevrouw Ros
Vrijman of van Itallie?van Embden kunnen aan
wijzen. Zeker maakte de snelheid, waarmede ge
werkt moest worden, veel overleg moeilijk, maar
in de toekomst is het toch gewenscht ook in die
richting te denken.
Overigens is door de sprekers en spreeksters
vrijwel het geheele terrein bestreken. Duidelijk
werd in het licht gesteld, dat het allerminst een
belang der betrokken ambtenaressen is, maar van
alle huismoeders. Moest nog half November
Johanna Naber niet zonder bitterheid in de Telegraaf
schrijven, dat de reuzentaak der huisvrouw vrij
algemeen niet gewaardeerd wordt, nu zingt men
allerwege een lofzang, nu zegt zelfs de redactie
van het Algemeen Handelsblad, dat het werk der
vrouw in de huishouding veel en veel zwaarder en
verantwoordelijker is en meer toewijding eischt
voor wie het goed wil doen, dan dat van welke
ambtenares of ambtenaar".
Die lof is eenvoudig het gevolg van het feit,
dat men het hart begint vast te houden bij de ge
dachte, dat de vrouwen meer dan tot nu toe open
bare ambten zullen willen blijven bekleeden. Zoo
dra haar dat onmogelijk wordt gemaakt, zoodra
er geen andere wijze zal zijn om aan den kost te
komeiik?tenzij de vrouw van moederschap en
huiselijk leven geheel afstand wil doen dan
levenslang huisvrouw zijn en zich een mannelijken
kostwinner aan te schaffen, zal het met de waar
deering weer gedaan zijn, dan zal ook het zwaarste
huiswerk van schrobben en kolensleepen weer tot
de Roeping" der vrouw gerekend worden, waar
voor immers niemand dankbaar heeft te zijn, dan
zal opnieuw in een rechterlijk vonnis kunnen voor
komen, wat eenmaal voor jaren aldus minachtend
werd geformuleerd: Hausfrau sein ist kein Beruf,
ist keine Tatigkeit, sondern eine
Selbstverstanolichkeit". De vrouwen, die zich voor het
ontslag verklaren het werd vrijwel door allen in
verschillenden toonaard herhaald weten niet
hoe zij haar geheele maatschappelijke positie daar
door verzwakken.
Buitengewoon sterk was de rede van Suze
Qroeneweg, c ie niet gewaarschuwd was, dat zij slechts
over tien minuten kon beschikken en kalm weg
zich van een half uur meester maakte. Jo Wester
man bekortte daarentegen haar rede naar
beiiooren en het best en kernachtigst scheen ons de heer
van Giesel, die in den hieronder volgenden baro
meter een duidelijk overzicht gaf van de verande
rende meening van onze Bewindslieden. Onge
twijfeld had mej. Groeneweg het bij het rechte
eind, toen ze er bij herhaling op wees, hoe bij dit
ontslag der gehuwde vrouw politiek van het minst
allooi in het spel was, hoe Colijn zijn op 26
October sterk geschokte positie er door wilde verbete
ren en de Christelijke volksvrouw, wier sympathie
hij met z'n vlootwet ongetwijfeld voor een belang
rijk deel had ingeboet, op deze wijze weer wilde
terug winnen.
Zeer schoon.
10 Januari 1920 stelde de Regeering zich bij de in
diening van het Wetsontwerp tot regeling van den
Rechtstoestand van ambtenaren op het standpunt,
ingenomen door de Staatscommissie-Dresselhuys, die
de vraag, of aan vrouwelijke ambtenaren bij huwelijk
ontslag uit den dienst behoort te worden verleend, ont
kennend beantwoordde.
Mooi weer.
17 Maart 1921 schreef Minister Heemskerk in de
Memorie van Antwoord, dat overwegingen aan de conti
nuïteit van het Regeeringsbeleid ontleend, het moeilijk
maken zich van de te dezen eenmaal min of meer geves
tigde practljk geheel los te maken.
Goed weer.
Augustus 1922. De Minister van Financiën geeft
schriftelijk als zijn zienswijze te kennen, dat er geen
enkele aanleiding is om de gehuwde vrouw, enkel omdat
zij gehuwd is, pp wachtgeld te stellen. Zou men voor de
keus komen, bij overigens gelijke beoordeeling, tusschen
de gehuwde of de ongehuwde vrouw op wachtgeld te
stellen, dan zou volgens de meening van Minister De
Geer de gehuwde vrouw moeten voorgaan.
Veranderlijk.
20 Maart 1923, bij de behandeling van de
Postbegrooting, wordt door de heeren Beumer, H. Colijn, Rutgers,
Deckers en De Montc?Verloren de volgende motie
ingediend:
De Kamer,
van oordeel, dat bij de afvloeiing van personeel
van den dienst van de posterijen, de telegrafie
en telefonie, als regel, allereerst de gehuwde vrouwe
lijke ambtenaren voor ontslag in aanmerking moeten
komen,
gaat over tot de orde van den dag."
Minister Van Swaay ontraadt deze motie e\i de kamei
verwerpt haar met 47 tegen 20 stemmen,
Donderdag 10 en Vrijdag M Januari
OPRUIMING
Regen of wind.
11 Mei 1923. Minister Aalberse antwoordt op de door
den heer S. de Vries gestelde vraag, betreffende de
afvloeiing bij de Rijksverzekeringsbank, luidende:
Is de Minister voorts van oordeel, dat bij
overcompleet aan personeel de gehuwde vrouwelijke
ambtenaar, wier man zelf het brood voor het
gezin verdient, eerder voor ontslag in aanmerking
behoort te komen dan andere ambtenaren?"
bevestigend.
Veel regen.
November 1923, verschijnt, via het Kuyperhuis het
besluit van Minister Colijn, luidende:
Door mij zijn bij de afvloeiing de volgende
regelen gesteld:
a. eerst de gehuwde vrouw, indien zij geen
kostwinster is;
*. daarna de ongehuwde vrouw, bij ouders of
familie inwonend;
c. vervolgens de ongehuwde man;
d. eindelijk huisvaders."
Storm.
12 December 1923. De Regeering neemt de beslissing
van Minister Colijn over, gaat nog een stap verder en
zendt aan de Centrale Commissie voor georganiseerd
overleg in ambtenarenzaken een ontwerp Koninklijk
Besluit, bepalende, dat als regel de huwende ambtenares
wordt ontslagen.
Ook de humoristische kant van het geval werd
o.a. door mevrouw Drucker in het licht gesteld,
onder verwijzing naar het dwaze ingezonden stuk
in het Algemeen Handelsblad van 20 dezer, waarin
een gehuwd ambtenaar, geen antirevolutionnair,
deze dolzinnigheid verkondigde: het op het kan
toor blijven van de gehuwde ambtenares spruit
juist in den regel voort uit gemakzucht, zij laten
haar huishouden liever over aan een dienstbode
en nemen zelf er een gemakkelijk leven van".
Dat deze wel zeer naïeve van het sterke geslacht,
daargelaten dat hij den onverdienden blaam van
luiheid op het geheele ambtenarencorps (mannen
en vrouwen) wierp, geen oogenblik op het denk
beeld kwam dan liever zijn vrouw dat makkelijke
baantje te gunnen en zelf haar zware taak over
te nemen, daarvoor staat ons verstand stil,
maar pleiten voor het karakter van den inzender
noch voor diens scherpzinnigheid om zich zoo bloot
te geven doet het zeker niet.
De stem der moeder ontbrak.
W. WIJNAENDTS FRANCKEN-DYSERINCK
Het ochtendblad van de N. Rott. Courant van
2 Januari vermeldt:
Naar wij vernemen, hebben reeds een aantal
gehuwde ambtenaressen, niet-kostwinsters, van
het departement waaronder zij ressorteeren, een
brief ontvangen, waarin haar tegen l Maart 1924
ontslag wordt aangezegd. RED.
MEDEDEELING
Het Bestuur der Nederlandsche Vrouwenclub te
Amsterdam stelt zich voor, Woensdag 9 Januari
des avonds 8 uur een propagandavergadering te
houden in Hotel Americain, waar bekende Neder
landsche vrouwen zullen spreken over onderwer
pen in verband met vrouwenclubs.
Een opwekking tot bijwonen van deze vergade
ring moge hier niet achterwege blijven. De pretti
ge, gezellige toon, die laatst op den instuif in
het Hotel de l'Europe heerschte en den middag
genoegelijk maakte, voorspelt ook aan deze
propagandavergadering een groot succes.
E. M. R.
HOOFIEN'S ROOMBOTER
WORDT SPECIAAL BEREID