De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 5 januari pagina 17

5 januari 1924 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

AMStfER&AMMfeft, WEEKBLAD VÓÓR hJEÖERLAHD 17 *r' ?-' f i* . SCHRIJVERS EN GESCHRIFTEN Aart. .-belangstelling ontbreekt het ons niet, Als de regentijd om is, zullen weder met eiken trein uit Egypte de goede reizigers komen. Zij zullen vliegen door dit Heilige Land heen. Zij zullen spreken met iedereen, wanneer zij onpar tijdig zijn. Met bepaalde personen, wanneer zij partijdig zijn. Met niemand,'wanneer zij verstandig zijn of gehaast. De wagentjes van Ford-op-ziinsmalst zijn er goed voor. Als zij weder thuis komen, schrijven zij een boek. Wij lezen het. En wij zijn dankbaar voor de belangstelling. Ik mag zeggen (maar zonder trots!) dat ik op het lijstje sta van de menschen-met-wie-mengesproken-moet-hebben. En de meeste schrijvers van de meeste geschriften, die onze boekwinkels onveilig maken, heb ik gesproken. Ik moet eerlijk zeggen: er blijft niet veel van bij. Een kind kan begrijpen, dat de ijverige berichtgever van de Daily Mail anti-Zionistisch schrijft. Iedereen begrijpt vooruit, dat de Engelsche spcialiste Mrs. Philip Snowöon in zalige ver rukking is gedweest over de socialistische jongelui uit O. os t-Europa, die hier de heiligheid brengen van een communisme, dat opstuift en naar den burgerlijken rechter loopt, als men bolsjewiek" zegt. En Sir Alfred Mond? Die trouwens geen boek heeft geschreven, maar boeken bij elkander .babbelt. Natuurlijk, dat hij alles prachtig vindt. En na drie jaren is hij nog niet bekomen van drie weken. Hij reed niet in een Fordwagentje. En hij was de gast van Sir Herbert Samuel. Het beste middel om onpartijdig te zijn. , . O, fr zijn goedhartige schrijvers. Ook de Zionisti sche 'cómmissfêis verstandig. Zij weet precies wat schrijvers en geschriften waard zijn. En zij heeft een voortreffelijk programma en een goert georganiseerd bureau voor vreemdelingen-verkeer. Goedgezinde schrijvers kunnen beschikken over een aardig Fordje en cenen gids. 's Avonds vinden zij hun nieuws en hun bedje gespreid. Er wordt Hebreeuwsch gesproken en gezongen, zoolang zij in 't gehoor zijn. Zij schrijven. Een opge vouwen film. Het is trouwens dwaasheid verder te kijken dan een film lang is. Op een film-volgt .altijd een nieuwe film. Ik heb dat te Napels geleerd. Achter de zee, die breekt over de rotsen bij <le Kaap, flgt de zee, die breekt over c"e rotsen bij de Kaap. Men behoeft niet eens te gaan kijken. Ik wil geen kwaad zeggen van de wagentjes van Ford. Ook wandluizen zijn schepseltjes van God. Zij dwingen ons in het heete seizoen tot een bijzondere mate van scherpzinnigheid en zindelijkheid, en wie zal kwaad zeggen van eenen gids, die zijn plicht doet? Hij was Engelsch. Eti hij heette ach, wat doet het er tne, hoe lrif* heette? Hij heeft zijnen naam veranderd in een "Hebreeuwschen naam. Voor tien piaster, dat is twee shilling, kon dat. De gids was beschei den. Hij koos den naam Owed-Amie. Dat beteekent: Dienaar mijns Volks". Trouwens: hij was de eenige bescheidene niet. Daar hebt ge onzen jongsten reporter, die zich vermanend noemt: ,,Mijnheer Koemamie", hetgeen beteekent ,,Mijn Volk, sta op." De geldophaler van de Leenbank twijfelt reeds geheel niet. Hij heet sinds de naturalisatie Mijnheer Amiekam. En dat beteekent ongetwijfeld: Mijn Volk is opge staan." En _wee dengene, die zijn wekelijksche afbetalingen "voor de leenbank niet geregeld doet. Met den heer Owed-Amie is het weder anders gegaan. Zijn Engelsche vrienden beweren, dat de nieuwe naam zoo Hottentotsch klonk. Niemand weet trouwens waar de verloren Tien Stammen gebleven zijn. En de heer Owed-Amie heeft . zijn Hebre^uwschen naam weder terug-veranderd in zijn Engelschen naam. Een mooie naam. Met een klank van klokkende whisky, die ik evenwel niet noemenjzal. Maar het Noodlot Sir Herbert Samuel en de Groot-Mufti van Palestina Colonel Laurence, Sir Herbert Samuel en de Emir Abdallah De Grafkerk te Jeruzalem (bij gelegenheid van de ceremonie van het heilig vuur) is ook niet van gisteren. Het veranderen van ?en vreemden naam in een Hebreeuwschen kost maar tien piaster. Maar het veranderen van een Hebreeuwschen naam in een vreemden naam, kost het gewone tarief. En dat loopt in de ponden. Ov?r een goede week is het zes jaar geleden van de Balfour-Declaratie. Men kan er gerust Psalm CXX vers 7 op raslaan. Ik wil geen kwaad. Maar die andere menschen, die willen kwaad. Daar is bijvoorbeeld G. K. Chesterton. Hij moet een van de eersten geweest zijn. Dat \vas in den tijd, dat het af schuwelijke witte torentje nog op de Jaffapoort stond. Het was een herinnering aan het bezoek van eenen Duitschen Keizer, vijf en twintig jaar gelc.Ien. En het was ook afschuwelijk. Het is dus afgebroken. En weder ongebouwd op het kerkhof, waar Johha begraven ligt, de Arabische Uilenspiegel. Er waren toen ook nog geen postzegels in drie talen. Wij z^gen G.K.C. in een tijd, dat burgers zelden waren te Jeruzalem. In het Arabisch heet het trouwens El Qudo, de Heilige. Wie is die dikke man? Wat heeft hij- lange haren en een vetten kraag! Maar wij hoorden, dat hij hél geestig wa? en dat hij een boek zou gaan schrijven -over ons. Hij zou een groot honorarium krijgen. En wij kregen niets. Het zou al een eer zijn in het groote boek met den vetten kraag te worden genoemd. Het lachende varken", zeiden knorrige menschen. !k. heb G.K.C, gezien in den salon van MissLoudon. Sit Herbert Samuel was toen nog geen Hoogc Commissaris, fin onzen vriend Adil, die nu in DuHschlar.d studeert, maar toen pas de eerste grondbeginselen van het Engelsch te boven was. Hij was altijd in de puntjes. Met een mooie fez, niet te licht rood. Want dat is geen kleur. En niet te donker, want dat is geeri kwaliteit. En het kwastje .van zijde, mooi uitgehaald en vallend precies van achteren. Hij glimlachte. Adil glimlachte altijd, wanneer hem een taal te boven ging. Chesterton praatte een uur lang. Uw Arabische vriend is een charmant causeur", zeide hij, toen het klaar was. Mirjam Harry is weer heel anders. Dat was in den tijd van den veertigsten druk van ,,La petite fille de Jerusalem". Ben verstandig bock. Ofschoon nu weer niet verstandiger dan een foto. Het is een allerbekoorlijkste levensbe schrijving. Alleen vlakken, kunstloozer dan het Leven. Maar 't komt wel uit. Haar vader was een bekende Jood. En haar moeder een Duitsche diacones. En haar vader heeft vele valsche antiquiteiten verkocht. Waarom niet? Ze houden langer dan de echte. En ha?r vader heeft zich te Rotterdam van kant gemaakt. Alles zooals dat in het boek staat. Maar het leven heeft meer leven, meer fantasie dan de kunst van Mirjam Harry. Het was konings verjaardag. Als alle nette menschen van Jeruzalem op ten theetje worden genoodigd door den Gouverneur van Jeruzalem in het Stadsparkje, dat dan voor alle andere menschen gesloten is. Ja: dat was Mirjam Harry. Haar haren waren verguld. Zij had een ver gulde japon. Gouden kousjcs. En vergulde schoentjes. En iedereen, met wien ze sprak, was verguld. De menschen vroegen elkander hare boeken te leen. Niemand had ze. Men moet geen boek lezen, dat veertig maal herdrukt is. Dat valt altijd tegen. En iedereen geloofde, dat Mirjam Harry een geheime politieke zending naa.r Fyriëhad. Ofschoon zij het niet geheim hield. Maar dat kan politiek zijn gev/eest. Later is zij nog eens in het Land terug geweest. Ford en de Dienaar mijns Volks. Maar het was al te mooi. Wij kennen die film. Al de choloetziem zijn studenten geweest. Die van madame Harry was doctor in alle moderne talen aan alle Russische hoogescholen. En zij las Renans Leven van Jezus." De beide Tharauds zijn aardige menschen. Ze waren angstig, voorzichtig en onpartijdig. Hun boek over Palestina is nog niet klaar. Het doet er niet toe. Het wordt toch niet doer de gebeurtenissen van den dag achterhaald. Ik heb het Mohaminedaansche Nebi Musafeest medegevicrd met Maurice Muret van de Gazette de Lausanne. Toen was Sir Herbert Samuel er al. En alle nette menschen van Jeru zalem zijn er altijd. Hier, of een eindje verder op. Ditmaal onder een groote koningstent van den koninklijken Thos. Cook en Zoon, met de vooropgezette bedoeling, de optocht met de Heilige Vlaggen te zien voorbijtrekken naar het Grar van den Profeet Mozes, niet ver van Jericho. De ouwe, goedhartige Lord Northcliffe was hier. En 't zal rhij heugen tot hiernamaals. En Lord Beavrebrook, jong, sterk, rijk, eerzuchtig. Zij schrijven boeken in de courant. Goedkoop en volstrekt niet slechter. Van Lord Northcliffe is mij bijgebleven een groote schildpadden bril en een groote zachtmoedigheid, die plotseling op liep in een groote drift. Hij teekende ook een cheque waar ik bij was. Misschien was er meer. Maar men kan niet alles onthouden. En Jeffries van de Daily Mail. Toen dat gele boekje later kwam. Voor een shilling. Afdrukjes van zes en twintig artikelen in de courant, door zijn zuster verkort en persklaar gemaakt. Omdat hij allang weer ergens anders zat. In Ierland geloot ik. Of in Delhi. Toen kwam het toch ook wel weer ongeveer uit. Trouwens: het leven komt altijd wel zoo ongeveer uit. Met het tekort is het dan tobben. Maar ik vergeet Henri Bordeaux. Groot en voornaam met zijn gezelschap. Zij reden in een achtermiddag met een auto heen en weder naar de Doode Zee. Wat zal men er aan doen? De Koning van Bagdad komt per vliegmachine op bezoek bij zijnen broeder den Emir Abdallah van Fransjordanie. En zijt gij zeker, dat Ford van de wandluizenwagentjes geen vliegmachines maakt? t» Maar laat ik nu den Eerwaarden 'Heer Napier Wittingham niet vergeten. Henri Bordeaux schrijft geen boek over Palestina. Maar dat van den heer Wittingham is zóó dik, dat het op zijn kant staat in het raam van Boulos en Wadia Saïd, Gebroeders, Boekhandelaren. Ja: deze heer Wittingham met wien ik eenen geheelen Paaschavond doorbracht hij vrienden, waar ik hem ontmoette. En dien ik hield voor eenen Zionist, die in zVjne jeugd te weinig Hebreeuwsch had geleerd. Trouwens: wie weet, waar de tien Stammen gebleven zijn? Er is een Engelsche V'ereeniging, die kousen breit voor rie arme kindertjes in den Congo, en die stijf en strak volhoudt, dat de Engelschen de tien Stammen zijn. Neem bijvoorbeeld een woord als Britsch. Het is duidelijk samengesteld uit het Hebreeuwsche woord Berieth", dat Verbond beteekent, en uit een, overigens verdwenen woord sch", dat Volk beteekent, Het Volk des Verbonds. De Tien Stammen. J A C O B l 3 R A L DE H A A N De heilige vlaggen in den Netri-Mouse-optocht.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl