De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 5 januari pagina 9

5 januari 1924 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

bT£ AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÓÓfc NEDERLAND NIEUWE frUITSCHB BOEKEN t, WALDEMAR BONSELS: Narren und Helden (Rütten & Loening). WILLIBRORD VERKADE: Die Unruhe zu Gort (Herder). Dr. H. W. RUTGERS: Marchen und Sage (J. B. Wolters). De beide groote novelles, die Bonsels in zijn nieuwe Notizen eines Vagabunden" onder den titel Narren und Helden" vereenigt, hebben, misschien nog meer dan zijn vroegere verhalen, dien trek naar het onbestaanbare, dat reiken naar een hoogere werkelijkheid, dat blijkens de enthousiaste critieken en de talrijke, snel op elkaar volgende, herdrukken zoozeer in dezen schrijver wordt gewaardeerd. Bonsels' kijk op het leven is, wat men een dichterlijke visie pleegt te noemen vaak zonder er zich veel rekenschap van te geven, w_at daarmee eigenlijk wordt bedoeld en waarom dit, zonder meer, een verdienste zou zijn. Tracht men wél te begrijpen waarom deze zwervers-fantasieën meer zijn dan verstandelijk bedachte sprookjes voor groote menschen, dan zal, meen ik, blijken, dat dit vooral te danken is aan een menigte scherp geziene détails. Bonsels heeft echter te veel te zeggen" om voortdurend op deze nauwgezette observatie bedacht te zijn. Hij veroordeelt zelfs die bedacht zaamheid ! Der Hang zum Schreiben weil man es zu können glaubt ist eine dilettantische Bemühung; wer in Wahrheit etwas zu sagen nat, kennt die Sorge urn sein Talent nur dann, wenn irgend etwas ihn" am Schreiben verhindert" Zoo spreekt de: zwerver in Menschenwege" met de ge bruikelijke instemming van den auteur. Dat'.,zijn van die sympathieke" uitspraken, zooals deze lievelingsschrijver van zoovele zoekers naar nieuwe of hernieuwde zekerheden er voor bijna iedere bladzijde van zijn werk voorhanden heeft. Het zijn geen volstrekte waarheden: men kan vaak met even veel recht het omge keerde beweren. Het zijn slechts reacties tegen overdrijving naar den anderen kant. Maar wie niet van dergelijke apodictische wijsheden houdt, behoeft daarom Bonsels nog rtiet te verwerpen, want hij is bij al'zijn profetenernst en misschien zonder het zelf te weten een charmeur evenals zijn zwerver, die zich meestal zoo kranig kwijt van de ondankbare taak om overal en ten allen tijde de meeningen van den schrijver te verkondigen. In Narren und Helden" is aan dezen vagebond trouwens een meer bescheiden plaats aangewezen. De eerste novelle: Die Stadt am Strom" verhaalt hoe een apachen-paar den zwerver, wanneer deze met hevige koorts op straat is neer gezonken, onderdak verleent. De zieke ontwaakt in een zolderkamer, waar een jonge vrouw hem verzorgt. De zwerver houdt lange gesprekken met dit meisje dat betere dagen" gekend heeft. Hij bewondert haar aanhankelijke liefde voor den gauwdief Jannot, die op dat oogenblik in de gevangenis zit, maar zij blijft hem een mys terie Tot Jannot terugkeert en ook de gast onmiddellijk diens fascineerenden invloed onder gaat. Was mich im tiefsten bestiirzt machte" zoo vertelt hij in zijn notities und was ich auch heute nur mit heiligem Zögern zu durchforschen vermag, war die Tatsache dasz ich den Eindruck einer volkommenen Unschuld in frohsihnig-heiterer Bescheidung gewann, als ich Jannot in die Augen sah, und die Welt verwirrte sich mir damals so vol lig, dasz ich hilflos und meiner selbst nicht machtig mein& Hand in die Rechte legte, die sich mir bot." Jannot, over wien in dit verhaal voortdurend gepraat wordt, verdwijnt terstond na deze korte ontmoeting voor goed. Wat wij van hem te zien krijgen valt dan ook niet mee. Deze apache blijft een raadsel zonder inhoud, een pose. Hoe weinig echt leven zit er eigenlijk achter deze figuren en hoeveel litteratuur: Oorki, Dostojewski, maar ook Ewers, vrees ik! De zonderling Gregor, naar wien het tweede verhaal is genoemd, is evenals Jannot, een out law. In beiden huist een raadselachtige kracht, een goddelijk of demonisch principe. En tegenover den heiligen" Gregor,' die eer hij uit zijn ambt werd ontzet als schoolmeester zooveel kwaad" heeft gesticht, gaat men den misda diger Jannot daar hij overal op zijn weg liefde en bewondering wekt eenigszins be grijpen als ein Teil von jener Kraft, die stets das Böse wil l und stets das Qute schafft". Men den noodigen goeden wil kan schrijvers bedoeling dan wel worden beseft als een samen vatten van goed en kwaad In n oer-krachtig, goddelijk-demonisch beginsel. Het fatale in beide verhalen is, dat zij te kort schieten, juist waar de lang voorbereide climax moest worden bereikt, en zooals in Die stadt am Strom" Jannot's lang verbeide verschijning tegenvalt, stelt het teleur dat de oude heilige" uit wiens stille kracht" de besten van het dorp hun levensmoed putten wanneer hij einde lijk over zichzelf begint te spreken niets belang rijkers te vertellen heeft dan*et pnnoozele ver haal 'eener banale liefde uit zijne jeugd. Ik weet wel dat er zulke simpele verhalen zijn, die tot het beste in de wereld-litteratuur behooren, maar Bonsels is nog geen Dostojewski en het is gevaarlijk voor hem het op dergelijke kracht-proeven te laten aankomen. Toch bereikt hij, zoolang hij de figuur van Gregor maar eenigszins op - een afstand blijft beschouwen, menigmaal treffende effecten. De zwerver heeft zijn intrek genomen bij Gregor's plichtgetrouwen opvolger, die den zonderling haat, juist omdat hij diens superio riteit voelt, doch tevens inziet dat zijn hande lingen verkeerd waren. Als goed onderwijzer kan hij bijvoorbeeld, onmogelijk billijken dat zijn voorganger vaak de geheele school aan haar lot over liet om een zieken leerling te gaan be zoeken; maar afkeuren kan hij dit toch.evenmin. Hij haat Gregor om den tweestrijd, dien deze in zijn eens zoo zekeren geest heeft ontketend. Hij beklaagt zich tegenover zijn gast. De dominee heeft eens van Gregor gezegd Er sei ein verworfener Baustein". Aanvankelijk heeft de school meester daar vrede mee, maar hij meent iets ironisch in den toon' te hebben gehoord en her innert zich vaag een bijbel-plaats, die hij later ook vindt: Der Stein, den die Bauleute verworfen haben, ist zum Eckstein geworden. Welcher auf diesen Stein fallt, der wird ze rschellen." Zulke mooie vondsten zijn niet zeldzaam in dit boek. Maar treffend vooral zijn de kleine realistische trekjes waardoof de schrijver zijn moderne heiligen-figuur weet te doen leven. Want men gaat dezen zonderling eerst goed zien, wanneer men er getuige van is geweest, hoe hij zorgzaam een nieuw vuurrood lint om zijn oude stroohoed naait, hoe hij, als een potsierlijke vogelverschrikker tegen de kerkhofmuur opklimt of zich in zijn havelooze plunje 's nachts naar een sterfbed spoedt zonder zich tijd te hebben gegund om zijn schoenen aan te trekken. Dit alles maakt dat dit boek ongetwijfeld waard is gelezen te worden, ook door hen die dezen auteur niet onvoorwaardelijk bewonderen. * * * De NederlandsChe schilder-monnik Jan (Willibrord) Verkade heeft, in het Benedictijner klooster te Beuron, zijn bekeeringsgeschiedenis geschreven, ruim vijf en twintig jaar na zijn toetreding tot de klooster-orde, die spoedig na zijn over gang tot het katholicisme volgde. Aan deze, in onzen haastigen tijd zoo zeldzame geduldoefening is het stellig voor een groot deel te danken, dat de schrijver zijn eigen jeugd, zóó objectief kon beschouwen, dat Die Unruhe zu Gott" tot bescheiden, maar zuiver kunstwerk is geworden. Wanneer Verkade verhaalt, hoe hij in het buitenland den weg naar Rome heeft gevonden, blijft hij voortdurend de hollandsche realist die, wars van alle mooidoenerij, met de meest eenvoudige middelen, recht op zijn doel afgaande, de dingen zegt, zooals ze voor hém zijn. Zoodat een neutraal" romanschrijver, wanneer hij een dergelijke bekeering tot onderwerp koos in zijn verhaal, nauwelijks objectiever en een voudiger zou kunnen zijn dan deze bekeerling zelf. Men heeft dit boek dat reeds eenigen tijd geleden in eersten druk verscheen ook als kunstenaars-biografie geprezen. Het komt mij echter voor, dat Verkade terecht heeft vermeden een parallel te zoeken p tusschen zijn godsdienstige en zijn artistieke ' inzichten. Het aantrekkelijke van zijn boek is juist dat de schrijver niets zoeken wil, wat hij niet duidelijk voor oogen ziet. Van zijn eersten Parijschen tijd, die van zooveel belang zou blijken voor zijn latere ontwikkeling, verhaalt hij slechts feiten: Zijn eerste ontmoeting met Gauguin, den indruk welke diens uiterlijk op hem maakte, Gauguins vertrek naar het eiland Tahiti. Helder worden enkele momenten belicht, ook uit zijn jeugd in het ouderlijk huis te Zaandam: Einst sasz ich in dem Gipfel einer hohen Ulme, als mein Vater hinzukam. Er erschrak zwar, sagte aber ruhig: Jan, kannst du noch höher hinauf? Ich dachte: Das geht gnadig ab und gab zur Antwort: Nicht mehr viel Vater! Nun, dann würde ich fangsamer/ïanrfherunterkommen, riet der Vater. Als ich jedoch unten war, packte er mich am Kragen und führte mich nach Hause." Is de weinig sentimentèele, maar daarom niet ongevoelige vader, niet ten voeten uit geschetst met dit kleine voorval, en vooral door dat kostelijke langzamerhand"! Kunstzaal Cara) van Lier naast het Postkantoor te LAREN (N.H). Antiquiteiten Oude Oostersche Kunst Schilderyen Kunstnijverheid Nodorl. Munt Holimnd* humt o f O oontti mlgmmr Zoolang hij aldus zijn ontwikkeling aan feiten en vooral aan kleine incidentjes kan duidelijk maken, is Verkade volkomen meester van zijn onderwerp. Zijn goed-hollandsch realisme is echter niet altijd toereikend voor de taak die hij zich heeft gesteld. Vooral in de laatste hoofd stukken, waarin verhaald wordt hoe de neophiet binnen enkele jaren kloosterling wordt, aarzelt hij vaak tusschen een al te nuchter feitenrelaas en een geforceerde lyriek, zonder er in te slagen zijn innerlijk leven ook voor andersdenkenden bevattelijk te maken. Bij Herder verschenen nog afzonderlijk in de Bienenkorb-uitgave een zestal nieuwe novelles van Roselieb, 'Federer, Weismantel, Herwig en SchSfer, terwijl twee vertellingen van Franz Willam: Der Herrgott auf Besuch" en Der Lügensack" in grooter formaat werden uitgegeven. Deze lectuur is blijkbaar voornamelijk bestemd voor het katholieke huisgezin; men vindt er niets in dat aanstoot kan geven, maar ook geen bij zondere litteraire kwaliteiten. * * * Sedert de gebroeders Grimm, in het begin van de vorige eeuw, de aandacht hebben gevestigd op de litteraire en philologische beteekenis van het sprookje, is er heel wat over dit onderwerp geschreven. En nog altijd zijn de geleerden het er niet over eens wat het sprookje eigenlijk is: een populaire verbastering van de heldensage of veeleer oer-mythe waaruit de sage zou zijn ont staan. Wund was voor de laatste opvatting voornamelijk om algemeene psychologische rede nen. Panzer heeft later (1905) Wund's meening trachten te staven door détail-onderzoek. In een Groninger dissertatie onderwerpt dr. H. W. Rutgers de door Panzer gevolgde methode thans aan critiek. In het bijzonder behandelt hij de vraag of zekere episoden uit de Siegfriedsage, zooals Panzer aanneemt, aan het Rus sische Brautwerber"-sprookje en aan Doorn roosje zijn ontleend. Hij komt daarbij tot de conclusie dat Panzer's bewijsvoering geenszins overtuigend kan worden genoemd. Dat is natuurlijk een strijdvraag die den speci alisten alleen aangaat. Maar toch zou ik willen opmerken, dat bij al dergelijke streng weten schappelijke" onderzoekingen tenslotte toch het persoonlijk psychologisch inzicht den doorslag geeft. Letterkundige producten, hoe oud ook, kunnen nu eenmaal niet als dood materiaal worden be handeld. Over het algemeen is echter dit psycho logisch inzicht bij beroeps-philologen zeer middel matig. Zoo negeert b.v. dr. Rutgers alles wat door de school van Freud op zijn gebied is gepubliceerd. De opvatting dat er voor motievenverwantschap niet altijd een materieele ver klaring behoeft te bestaan, maakt in zijn studie zelfs geen punt van overweging uit. CHR. DE GRAAFF Pijnen na kouvatten Pijnlijke en verstijfde spieren en rheumatiek volgen onver mijdelijk op kouvatten, ten zij U zonder dralen Sloan's Liniment gebruikt. Brengt het op ruime wijze in toe passing op de gewrichten en spieren het dringt door zonder inwrijven. Verkrijgbaar bij alle Apothekers en Drogisten. Prijs 3 1.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl