Historisch Archief 1877-1940
bT£ AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VÓÓfc NEDERLAND
NIEUWE frUITSCHB BOEKEN
t,
WALDEMAR BONSELS: Narren und Helden
(Rütten & Loening).
WILLIBRORD VERKADE: Die Unruhe zu
Gort (Herder).
Dr. H. W. RUTGERS: Marchen und Sage
(J. B. Wolters).
De beide groote novelles, die Bonsels in zijn
nieuwe Notizen eines Vagabunden" onder den
titel Narren und Helden" vereenigt, hebben,
misschien nog meer dan zijn vroegere verhalen,
dien trek naar het onbestaanbare, dat reiken
naar een hoogere werkelijkheid, dat blijkens
de enthousiaste critieken en de talrijke, snel op
elkaar volgende, herdrukken zoozeer in dezen
schrijver wordt gewaardeerd.
Bonsels' kijk op het leven is, wat men een
dichterlijke visie pleegt te noemen vaak
zonder er zich veel rekenschap van te geven,
w_at daarmee eigenlijk wordt bedoeld en waarom
dit, zonder meer, een verdienste zou zijn.
Tracht men wél te begrijpen waarom deze
zwervers-fantasieën meer zijn dan verstandelijk
bedachte sprookjes voor groote menschen, dan
zal, meen ik, blijken, dat dit vooral te danken
is aan een menigte scherp geziene détails.
Bonsels heeft echter te veel te zeggen" om
voortdurend op deze nauwgezette observatie
bedacht te zijn. Hij veroordeelt zelfs die bedacht
zaamheid !
Der Hang zum Schreiben weil man es zu können
glaubt ist eine dilettantische Bemühung; wer
in Wahrheit etwas zu sagen nat, kennt die Sorge
urn sein Talent nur dann, wenn irgend etwas
ihn" am Schreiben verhindert" Zoo spreekt
de: zwerver in Menschenwege" met de ge
bruikelijke instemming van den auteur.
Dat'.,zijn van die sympathieke" uitspraken,
zooals deze lievelingsschrijver van zoovele zoekers
naar nieuwe of hernieuwde zekerheden er voor
bijna iedere bladzijde van zijn werk voorhanden
heeft. Het zijn geen volstrekte waarheden:
men kan vaak met even veel recht het omge
keerde beweren. Het zijn slechts reacties tegen
overdrijving naar den anderen kant.
Maar wie niet van dergelijke apodictische
wijsheden houdt, behoeft daarom Bonsels nog
rtiet te verwerpen, want hij is bij al'zijn
profetenernst en misschien zonder het zelf te weten
een charmeur evenals zijn zwerver, die
zich meestal zoo kranig kwijt van de ondankbare
taak om overal en ten allen tijde de meeningen
van den schrijver te verkondigen.
In Narren und Helden" is aan dezen vagebond
trouwens een meer bescheiden plaats aangewezen.
De eerste novelle: Die Stadt am Strom"
verhaalt hoe een apachen-paar den zwerver,
wanneer deze met hevige koorts op straat is neer
gezonken, onderdak verleent. De zieke ontwaakt
in een zolderkamer, waar een jonge vrouw
hem verzorgt. De zwerver houdt lange gesprekken
met dit meisje dat betere dagen" gekend heeft.
Hij bewondert haar aanhankelijke liefde voor
den gauwdief Jannot, die op dat oogenblik in
de gevangenis zit, maar zij blijft hem een mys
terie Tot Jannot terugkeert en ook de gast
onmiddellijk diens fascineerenden invloed onder
gaat.
Was mich im tiefsten bestiirzt machte"
zoo vertelt hij in zijn notities und was ich
auch heute nur mit heiligem Zögern zu
durchforschen vermag, war die Tatsache dasz ich den
Eindruck einer volkommenen Unschuld in
frohsihnig-heiterer Bescheidung gewann, als ich
Jannot in die Augen sah, und die Welt verwirrte
sich mir damals so vol lig, dasz ich hilflos und
meiner selbst nicht machtig mein& Hand in die
Rechte legte, die sich mir bot."
Jannot, over wien in dit verhaal voortdurend
gepraat wordt, verdwijnt terstond na deze korte
ontmoeting voor goed. Wat wij van hem te zien
krijgen valt dan ook niet mee. Deze apache
blijft een raadsel zonder inhoud, een pose.
Hoe weinig echt leven zit er eigenlijk achter
deze figuren en hoeveel litteratuur: Oorki,
Dostojewski, maar ook Ewers, vrees ik!
De zonderling Gregor, naar wien het tweede
verhaal is genoemd, is evenals Jannot, een out
law. In beiden huist een raadselachtige kracht,
een goddelijk of demonisch principe. En tegenover
den heiligen" Gregor,' die eer hij uit zijn
ambt werd ontzet als schoolmeester zooveel
kwaad" heeft gesticht, gaat men den misda
diger Jannot daar hij overal op zijn weg
liefde en bewondering wekt eenigszins be
grijpen als ein Teil von jener Kraft, die stets
das Böse wil l und stets das Qute schafft".
Men den noodigen goeden wil kan schrijvers
bedoeling dan wel worden beseft als een samen
vatten van goed en kwaad In n oer-krachtig,
goddelijk-demonisch beginsel.
Het fatale in beide verhalen is, dat zij te kort
schieten, juist waar de lang voorbereide climax
moest worden bereikt, en zooals in Die stadt
am Strom" Jannot's lang verbeide verschijning
tegenvalt, stelt het teleur dat de oude heilige"
uit wiens stille kracht" de besten van het dorp
hun levensmoed putten wanneer hij einde
lijk over zichzelf begint te spreken niets belang
rijkers te vertellen heeft dan*et pnnoozele ver
haal 'eener banale liefde uit zijne jeugd.
Ik weet wel dat er zulke simpele verhalen zijn,
die tot het beste in de wereld-litteratuur
behooren, maar Bonsels is nog geen Dostojewski
en het is gevaarlijk voor hem het op dergelijke
kracht-proeven te laten aankomen.
Toch bereikt hij, zoolang hij de figuur van
Gregor maar eenigszins op - een afstand blijft
beschouwen, menigmaal treffende effecten.
De zwerver heeft zijn intrek genomen bij
Gregor's plichtgetrouwen opvolger, die den
zonderling haat, juist omdat hij diens superio
riteit voelt, doch tevens inziet dat zijn hande
lingen verkeerd waren. Als goed onderwijzer
kan hij bijvoorbeeld, onmogelijk billijken dat
zijn voorganger vaak de geheele school aan haar
lot over liet om een zieken leerling te gaan be
zoeken; maar afkeuren kan hij dit toch.evenmin.
Hij haat Gregor om den tweestrijd, dien deze
in zijn eens zoo zekeren geest heeft ontketend.
Hij beklaagt zich tegenover zijn gast. De dominee
heeft eens van Gregor gezegd Er sei ein
verworfener Baustein". Aanvankelijk heeft de school
meester daar vrede mee, maar hij meent iets
ironisch in den toon' te hebben gehoord en her
innert zich vaag een bijbel-plaats, die hij later
ook vindt: Der Stein, den die Bauleute
verworfen haben, ist zum Eckstein geworden. Welcher
auf diesen Stein fallt, der wird ze rschellen."
Zulke mooie vondsten zijn niet zeldzaam in
dit boek. Maar treffend vooral zijn de kleine
realistische trekjes waardoof de schrijver zijn
moderne heiligen-figuur weet te doen leven.
Want men gaat dezen zonderling eerst goed zien,
wanneer men er getuige van is geweest, hoe hij
zorgzaam een nieuw vuurrood lint om zijn oude
stroohoed naait, hoe hij, als een potsierlijke
vogelverschrikker tegen de kerkhofmuur opklimt
of zich in zijn havelooze plunje 's nachts naar een
sterfbed spoedt zonder zich tijd te hebben gegund
om zijn schoenen aan te trekken.
Dit alles maakt dat dit boek ongetwijfeld
waard is gelezen te worden, ook door hen die
dezen auteur niet onvoorwaardelijk bewonderen.
* *
*
De NederlandsChe schilder-monnik Jan
(Willibrord) Verkade heeft, in het Benedictijner klooster
te Beuron, zijn bekeeringsgeschiedenis geschreven,
ruim vijf en twintig jaar na zijn toetreding
tot de klooster-orde, die spoedig na zijn over
gang tot het katholicisme volgde.
Aan deze, in onzen haastigen tijd zoo zeldzame
geduldoefening is het stellig voor een groot deel
te danken, dat de schrijver zijn eigen jeugd,
zóó objectief kon beschouwen, dat Die Unruhe
zu Gott" tot bescheiden, maar zuiver kunstwerk
is geworden.
Wanneer Verkade verhaalt, hoe hij in het
buitenland den weg naar Rome heeft gevonden,
blijft hij voortdurend de hollandsche realist
die, wars van alle mooidoenerij, met de meest
eenvoudige middelen, recht op zijn doel afgaande,
de dingen zegt, zooals ze voor hém zijn.
Zoodat een neutraal" romanschrijver, wanneer
hij een dergelijke bekeering tot onderwerp koos
in zijn verhaal, nauwelijks objectiever en een
voudiger zou kunnen zijn dan deze bekeerling
zelf.
Men heeft dit boek dat reeds eenigen tijd
geleden in eersten druk verscheen ook als
kunstenaars-biografie geprezen.
Het komt mij echter voor, dat Verkade
terecht heeft vermeden een parallel te zoeken
p tusschen zijn godsdienstige en zijn artistieke
' inzichten. Het aantrekkelijke van zijn boek is
juist dat de schrijver niets zoeken wil, wat hij
niet duidelijk voor oogen ziet.
Van zijn eersten Parijschen tijd, die van zooveel
belang zou blijken voor zijn latere ontwikkeling,
verhaalt hij slechts feiten: Zijn eerste ontmoeting
met Gauguin, den indruk welke diens uiterlijk
op hem maakte, Gauguins vertrek naar het eiland
Tahiti. Helder worden enkele momenten belicht,
ook uit zijn jeugd in het ouderlijk huis te Zaandam:
Einst sasz ich in dem Gipfel einer hohen
Ulme, als mein Vater hinzukam. Er erschrak
zwar, sagte aber ruhig: Jan, kannst du noch
höher hinauf?
Ich dachte: Das geht gnadig ab und gab zur
Antwort: Nicht mehr viel Vater! Nun,
dann würde ich fangsamer/ïanrfherunterkommen,
riet der Vater. Als ich jedoch unten war, packte
er mich am Kragen und führte mich nach Hause."
Is de weinig sentimentèele, maar daarom
niet ongevoelige vader, niet ten voeten uit
geschetst met dit kleine voorval, en vooral
door dat kostelijke langzamerhand"!
Kunstzaal Cara) van Lier
naast het Postkantoor
te LAREN (N.H).
Antiquiteiten Oude Oostersche Kunst
Schilderyen Kunstnijverheid
Nodorl. Munt
Holimnd* humt o f O oontti mlgmmr
Zoolang hij aldus zijn ontwikkeling aan feiten
en vooral aan kleine incidentjes kan duidelijk
maken, is Verkade volkomen meester van zijn
onderwerp. Zijn goed-hollandsch realisme is
echter niet altijd toereikend voor de taak die
hij zich heeft gesteld. Vooral in de laatste hoofd
stukken, waarin verhaald wordt hoe de neophiet
binnen enkele jaren kloosterling wordt, aarzelt
hij vaak tusschen een al te nuchter feitenrelaas
en een geforceerde lyriek, zonder er in te slagen
zijn innerlijk leven ook voor andersdenkenden
bevattelijk te maken.
Bij Herder verschenen nog afzonderlijk
in de Bienenkorb-uitgave een zestal nieuwe
novelles van Roselieb, 'Federer, Weismantel,
Herwig en SchSfer, terwijl twee vertellingen van
Franz Willam: Der Herrgott auf Besuch"
en Der Lügensack" in grooter formaat werden
uitgegeven.
Deze lectuur is blijkbaar voornamelijk bestemd
voor het katholieke huisgezin; men vindt er niets
in dat aanstoot kan geven, maar ook geen bij
zondere litteraire kwaliteiten.
* *
*
Sedert de gebroeders Grimm, in het begin van de
vorige eeuw, de aandacht hebben gevestigd op
de litteraire en philologische beteekenis van het
sprookje, is er heel wat over dit onderwerp
geschreven. En nog altijd zijn de geleerden het
er niet over eens wat het sprookje eigenlijk is:
een populaire verbastering van de heldensage
of veeleer oer-mythe waaruit de sage zou zijn ont
staan. Wund was voor de laatste opvatting
voornamelijk om algemeene psychologische rede
nen. Panzer heeft later (1905) Wund's meening
trachten te staven door détail-onderzoek.
In een Groninger dissertatie onderwerpt dr.
H. W. Rutgers de door Panzer gevolgde methode
thans aan critiek. In het bijzonder behandelt
hij de vraag of zekere episoden uit de
Siegfriedsage, zooals Panzer aanneemt, aan het Rus
sische Brautwerber"-sprookje en aan Doorn
roosje zijn ontleend. Hij komt daarbij tot de
conclusie dat Panzer's bewijsvoering geenszins
overtuigend kan worden genoemd.
Dat is natuurlijk een strijdvraag die den speci
alisten alleen aangaat. Maar toch zou ik willen
opmerken, dat bij al dergelijke streng weten
schappelijke" onderzoekingen tenslotte toch het
persoonlijk psychologisch inzicht den doorslag
geeft.
Letterkundige producten, hoe oud ook, kunnen
nu eenmaal niet als dood materiaal worden be
handeld. Over het algemeen is echter dit psycho
logisch inzicht bij beroeps-philologen zeer middel
matig. Zoo negeert b.v. dr. Rutgers alles wat
door de school van Freud op zijn gebied is
gepubliceerd. De opvatting dat er voor
motievenverwantschap niet altijd een materieele ver
klaring behoeft te bestaan, maakt in zijn studie
zelfs geen punt van overweging uit.
CHR. DE GRAAFF
Pijnen na kouvatten
Pijnlijke en verstijfde spieren
en rheumatiek volgen onver
mijdelijk op kouvatten, ten
zij U zonder dralen Sloan's
Liniment gebruikt. Brengt
het op ruime wijze in toe
passing op de gewrichten en spieren
het dringt door zonder inwrijven.
Verkrijgbaar bij alle Apothekers en
Drogisten. Prijs 3 1.