Historisch Archief 1877-1940
DB AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
VR OU WENBEL ANGËN
DE KOLONIALE SCHOOL VOOR MEISJES
EN VROUWEN
Wanneer het toeval mij weder nader bracht
tot een der vele vrouwen, welke met liefde
en toewijding den arbeid volbrengen, dien zij,
strevend naar nobele idealen, aanvaard hebben,
dan keer ik naar huis terug, niet zoozeer
vervuld van de tastbaar-nuttige gevolgen,
de zichtbaar-goede uitkomsten van dat werk,
maar met een stemming van dankbaarheid
om het innerlijk schoon, dat mij geopenbaard
werd.
Geen waardevol geschenk, geen kostbare
gave, die ons zoo doordringen kan van tot
ootmoed dwingend schoonheidsbegrip, als de
goddelijke natuur uitgebeeld in den glans,
die omstraalt het wezen der moedervrouw.
Oij acht mijn taal wat overdreven. Maar
smacht de wereld niet naar verlossing door
schoonheid en hebben we niet het recht
zoovele moede zoekers op nadrukkelijken
toon te zeggen: Gij dwaalt, ginds vindt ge."
Onlangs las ik het weer: de wereld heeft
behoefte aan een hart." Het is dét hart,
waar we naar luisteren kunnen van allen,
die werken, niet omdat louter plicht gebood,
en de taak volbrengen verstandelijk, kundig,
doch wier ijver geboren is uit diepere gevoelens
van naastenliefde en broederschap, betracht op
een wijze, die niet voor alles bewondering
eischt voor het intellect, doch schier vroom
aanbidden doet de heilige macht van het
wijs gevoel.
Ik zal u vertellen: ik ben eens een kijkje
gaan nemen in de Koloniale School voor
meisjes en vrouwen. En mijn dankbaarheid
gaat uit naar de directrice, Zr. Hellemans.
Zij leidde me naar keuken, naar leeskamer,
wees me beneden het leslokaal met mooie
leermiddelen, maar eigenlijk toehooren deed
ik aandachtiger dan kijken.
O, 't is soms zoo moeilijk de meisjes te
wijzen op alle gevaren, die haar jonge levens
kunnen komen vernietigen. Je moét ze op
de hoogte stellen om te behoeden voor nog
erger, maar 't gaat me vaak aan 't hart,
die zonnige zorgelooze jeugd te verstoren,
iets leelijks te toonen te midden van al die
mooie levensillusies. Ik blijf dan ook nooit t
lang stilstaan bij die ernstige ziekten, bij die
abnormale gevallen, gauw haal ik er een
voorbeeld bij, dat toont, hoe wanneer 't
gevaar maar tijdig bestreden wordt, diep
ingrijpende gevolgen geheel vermeden kunnen
worden. Ik mag niet beangstigen, ik wil niet
kwetsen."
Is dat geen moeder die zóó sprak? We
staan bij 't wiegje, 't Hek is van den dam
geweest. Mevrouw ziet u maar", 't Wiegje
ligt wat overhoop, ja, 't is zoo. Handig,
zorgzaam wordt de pop, die een Hollandsche
baby voorstelt gelegd in een nestje" van
deken en lakentjes.
Zoo, begrijpt u, dan kunnen geen pluis
jes ", maar' zuster heeft 't al weer druk
met het kruikje op z'n plaats te leggen.
Dan houd ik 't in Indiëgeboren kindje in
m'n arm. Zuster tilt het hempje op, wijst
op 't navelbandje, zooals het moet zijn.
Mevrouw, die gorita's, die zijn toch zoo
verkeerd, om-te gebruiken, ze kwamen alleen
in gebruik, toen er nog geen roestvrije
veiligheidsspelden te krijgen waren.
Moet ik nog duidelijker getuigen van de
goede voorlichting, die de Koloniale school
geeft aan haar, wier toekomst in de tropen
ligt?
Ach, kom, ik zal door schade e n schande
wel wijs worden, als ik eenmaal in Indi
zit." Zoo redeneeren er echter ook. En. o,
zoo groen, rekenen ze op de spreekwoordelijke
Indische gastvrijheid, waar natuurlijk nauw
mee samen hangt een immer bereid zijn tot
helpen en een geven van goeden praktischen
raad voor 't totokvrouwtje. Ik vind deze
houding de moderne vrouw onwaardig.
We mogen veronderstellen, dat in allen
gerijpt is een verantwoordelijkheidsgevoel over
eenkomstig de rechten, die wij verkregen heb
ben en dan wil ik voor enkelen nog afzonderlijk
naar voren brengen: dat het door schade en
schande wijs worden in zeker opzicht een goede
leerwijze moge zijn voor 't kleingeestige
,'jik", maar de omstandigheden/ die zij met
zich kan brengen, de gevolgen, waartoe zij
kan leiden, kwetsen meest anderen, onnoodig.
Een doodeenvoudig voorbeeld: de verschil
lende vertalingen van jij of jij in 't Maleisch.
Waarom herhaaldelijk in onwetendheid
beleedigen met een verkeerd gebruik van
kwe" of ons belachelijk maken met een
verwarren van saja" en akoe"? Mettertijd,
ja, leeren we volkszeden en geloof eerbie
digen, maar hoe lang hebben we dan al
iets teers van hen, die trouw hun dagelijksche
plichten tegenover ons vervullen
verontachtzaamd, iets heiligs neergehaald? Nauw
keurig bekeken strekt dan ook het onderwijs
aan de Koloniale school voor meisjes en vrou
wen verder dan een enkel beoogen het klein
belang van de Hollandsche aanstaande
echtgenoote, die naar Indiëvertrekt.
Zij is van meening, dat men den band, die
gevormd moet worden tusschen moederland
en kolonieën hechter kan bevestigen van
mensch tot mensch dan haar losser te leggen
over den grooten afstand van overzeesche
regeering tot ongekenden onderdaan.
Ook hier wil ik een voorbeeld geven.
Kokkie is doodelijk bezorgd over haar
kindje.
Ze heeft overal in de kgmpong raad gevraagd
maar geen enkel middel gekregen, dat gebaat
heeft. De 2ieke oogjes van haar lieveling willen
niet genezen.
Ligt het er niet duimen dik op, hoe de
Hollandsche vrouw hier helpen kan? Dank
zij haar begrip van hygiëne, 't Is het werk
van een oogenblik, 't fleschje boorzuur even
voor den dag gehaald uit de huisapotheek.
En handig, zorgvuldig behandelt ze 't
Javaantje, zoodat binnen korten tijd de oogjes weer
rein zijn.
Wat de Hollandsche moeder gedaan heeft
begrijpt kokkie beter dan zij waar
deeren kan een instelling van hooger hand
met wijdschen naam. Een warme gloed
straalt uit van de kleine daad in
menschenliefde, dood is daartegenover de maatregel
uit praktische overweging.
Daar echter mijn bedoeling was uw aandacht
te vestigen op de Koloniale School zal ik niet
verder afdwalen, doch besluiten met een
overzicht van 't werkprogram. Het omvat
lessen in huishoudelijke ziekenverpleging en
voeding, lessen ter verkrijging van vaardig
heid in het bereiden van de Hollandsche
en Indische keuken en vermeldt voorlichting
over aankoop van uitrusting en uitzet voor
Indië. Lessen in tropische hygiëne, in 't Ma
leisch,'iri verbandleer en Indische land-en
volkenkunde. Bovendien worden met de
leerlingen tochtjes gemaakt o.a. naar zuige
lingen-klinieken, naar de model
boerderij Berkendael" en ook
voordrachtavonden worden gege
ven. '??
Moge mijn artikel bijdragen tot
meerdere bekendheid met een
nuttige instelling, tot een beter
begrip van de behoefte, waaraan
hier voldaan wordt.
'HELEN V A L M A.
DE FRANSCHE
MODEDRACHT
Parijs, 3 Januari 1924.
Beste Truus,
Je vroeg me in je laatsten
brief raad voor een mantelpak".
Wat er hier al zoo gedragen
wordt, vraag je, wat het meest in
de mode is, wil je vooral weten.
En of jou dat staan zou.
Gedragen wordt er hier
zooveel, lieve kind, dat ik je óp
die vraag onmogelijk inéns ant
woorden kan. Daarom zal ik lie
ver alleen je twee laatste vragen
beantwoorden.
Mantelpakken nou ja, die
worden gedragen, altijd en altijd,
en 't is altijd netjes"; maar wat
op 't moment veel en veel
chiquer is, dat is het zoogenaamde
ensemble" -een heele" japon
met-een daarbij passenden mantel.
1 'k Ben voor jou op zoek ge
gaan naar het alleraardigst mo
del daarin.
ECHJ LEEREN
CLUBFAUTEUILS
VANAF Fl. 129.
Nu dan, ik ben voor jou naar Paton gegaan,
naar Jean Paton, zooals altijd gezegd wordt,
zoo goed als ieder ander groot kunstenaar
wordt hij met naam n vóórnaam genoemd.
En een kunstenaar is hij, die Jean Paton !
'k Heb daar een schat van mooie dingen
gezien ik viel van de eene extase in de an
dere; maar bij elk model heb ik niet alleen
gedacht: vind ik dat op zichzelf mooi?"
maar: hoe zou Truus dat staan? mijn Hol
landsche Truus; die wel een heel mooi figuur
heeft, maar toch een Hollandsch figuur.
En, daar heb ik plotseling hét ensemble"
De mode van dezen winter, het aller aller
nieuwste, en werkelijk ook het allerchique-ste
van wat ik zag.
De japon is van hel groen crêpe Georgette,
in ronde plooitjes gelegd, en met zwart lint
gegarneerd; de onderrand is van zwart
fluweel. Van hetzelfde zwarte fluweel waar
ook de mantel van is. Zwart fluweel is de
mode-stof dit jaar. Die is niet heelemaal
lang, zooals je ziet. Een stuk rok komt er
onder uit, net als bij een mantelpak, maar
veel minder hier. De zwart fluweelen mantel
is versierd met bruin bont; met skunks in
dit geval; bever kan ook. En de mouwen
hebben deze eigenaardigheid, dat de onderste
helft, het onderste drie kwart mag ik eigenlijk
wel zeggen, van een andere stof is, gebor
duurd met bonte Oostersche motieven
handwerk is natuurlijk het mooist, en is
naar eigen smaak en uiterlijk te varieeren;
maar er bestaat ook heel mooi breed galon
in oude kleuren, dat daarvoor gebruikt kan
worden.
Wat ik je raden mag, Truus, neem geen
gewoon mantelpak. Maar neem zoo'n en
semble".
i En schrijf "me dan eens gauw hoe 't uit
gevallen is._Dag! MARIE
Het Parijschc Ensemble"