Historisch Archief 1877-1940
6E
17
SCHRIJVERS EN GESCHRIFTEN
4
Jt
m
Het. boek : van Graves !). Zeker een van de
beste. Het» was wel een beetje moeilijk voor
Oraves. Maar hij is et goed uitgekomen. Ook
praves is meerdere malen in Palestina geweest.
"Hij heeft er als oorlogsofficier gediend. Graves
had den naam, pro-Joodsch te zijn. Hij kon dus,
als hij wilde, anti-Zionfctisch -schrijven. Hij was
correspondent van de Times in Constantinopel
en kwam daar in aanraking met een Rus, die
hem de bewijzen verschafte, dat de Protocollen
van de Oudsten van Zion" eene vervalsching
waren. Met de ontmaskering van dit geschrift
won Graves de genegenheid van alle Joden,
en was het voortaan onmogelijk hem uit te maken
voor een anti-semiet. Wat anders geregeld
gebeurt met lederen niet-Joodschen schrijver,
die tegen polkwkc Zionistische opvattingen
schrijft.
Graves kwam de laatste maal in Jeruzalem
met wijlen Lord Northcliffe. Een donderslag
door de geheele Joodsche wereld. Lord Northcliffe
had tot dusverre gegolden voor pro-Zionist.
De Times steunde de politieke Zionisten en gaf
geen steun aan de Arabieren of aan Agudath
?Israël, dejgroote Joodsch-orthodoxe wereld
organisatie buiten de Zionistische organisatie.
Toen Lord Northcliffe over l Amerika naar Azi
reisde, werd hij te New- York begroet door eene
delegatie van Zionisten met Nahum Sokolov
aan het hoofd, die hem kwamen danken voor
al hetgeen hij voor het Zionisme had gedaan.
Hier, te Jeruzalem, sloeg hij om. Welke redenen?
De ziekte,- t^en
nog verborgen,
waaraanjiij kort
daarna bezweek ?
Of invloed van
de woordvoer
ders van Agu
dath Israël? Dit
laatste is niet
aannemelijk. Het
onderhoud
tusschen Lord
Northcliffe en de
vertegenwoordi
gers van d« Agu
dath heeft een
kwartier, twintig
minuten geduurd.
Misschien heeft
de
anti-Zionistische stemming in
de
Mohammedaansche landen
van Indië, waar
- -? ? ? hij juist vandaan
kwam, invloed
gehad. Lord Northcliffe was in de eerste plaats
pro-Engelsch. Hij was ook tegen de Arabische
politiek van de Engelsche Regeering. Hij
meen. de, dat Engeland, als heerscher over tientallen
milüoenen van Mohammedanen, meer pro-Turksrh
moest zijn. Hij heeft dit den Emir Abdullah
van Trans Jordanië, een zoon van Koning Hussein
van Mekka, gezegd, bij een haastig bezoek in
het winterkamp van den Emir te Schuni-Nimrin
in (set Jordaandal, tegenover Jericho. Ik was
'de gast van den Emir toen Lord Northcliffe
naar Jeruzalem kwam. En ik werd haastig naar
.Jeruzalem geroepen, omdat de Lord ons vver.schte
.Jf zien. Maar 't heugt me !
~ " Gord* NórrMifféfiet de Palcstinensische Zio
nisten in een geweldige opwinding achter. Met
Mr. Graves._ Dat kwam mooi uit. Mr. Oraves
tjj& ^èip^''?^ \ '
He begin van een Joodsche
kolonie
1); The Land of three Faitho".
was de gast van Generaal Storrs, die nauwkeurig
weet, hoe de Zionisten over hem denken. Dat
was in Februari, drie maanden nadat de Zionisten
zeer verstandige, maar zeer mislukte pogingen
hadden gedaan om Generaal Storrs als Gouver
neur van Jeruzalem afgezet te krijgen, in
verGeneraal Ronald Storrs, Gouverneur
van Jeruzalem
band met onbeteekenende onlusten te Jeruzalem,
op den Balfour-Declamatie-dag te voren.
De Zionisten hebben overigens wel hun best
gedaan, Graves te winnen. En Generaal Storrs
is een verstandig en kunstlievend man. Men moet
rustig zitten in zijn salon en hooren naar Mr.
Graves, die gemakkelijk praat, moeilijk luistert
en toch altijd alles weet.
Mr. Graves", zei de andere: onze Zionistische
vrienden meenen, dat wij u nu wel voldoende
hebben voorbereid."
Of ze met mijn boek zeer ingenomen zullen
zijn?" zeide Mr. Graves volkomen verzekerd:
Ik ben tegen het politieke Zionisme van Ussiskin.
Maar niet tegen het culturecle van Ahad Haam."
En dit is de formule van het Boek. Voor de
politieke Zionisten is het een doodslag geweest.
Van Jeffries maakt men zich af. De Daily Mail.
Een geel boekje. Een shilling. Anti-semiet.
Maar zeg eens, dat Philip Graves anti-semiet
is. Zeg eens, dat de man, die Ahad Haam prijst
een anti-Zionist is. Maar wat Graves aanvaardt
is geen echt Zionisme. Het Zionisme van Herzl
is een politieke beweging. Men kan dat iedere week
in dejewish Chronicle lezen. Het wil een Joodschen
Staat. Al heeft men dat in het Bazelef Program
niet zoo gezegd, om den Turken niet al te zeer
onaangenaam te zijn. Dr. Weismann heeft het
duidelijk gezegd voor de Vredesconfcrentie te
Parijs: Een Palestina zóó Joodsch als Engeland
Engelsch is." En al de menschen, die den Zionisten
niet geven willen wat zij verlangen, en die toch
niet vlakweg de belofte van de Balfour-Declaratie
willen breken, nemen de formule van Graves
over: Geen politiek, maar cultureel Zionisme."
Ook de minister Churchill in zijn Witboek zegt,
dat het ctiltureele Zionisme het doel is geweest
van de Balfour Declaratie. Joodsche Taal, Jood
sche Wetenschap, maar geen Joodsche Staat.
Daar kan Mirjam Harry niets aan doen. Daar
kan Sir Martin Conway niets aan doen. En soms
vinden wij het niet eens zoo erg. Als de Joodsche
Gemeenschap innerlijk maar evenwichtig is.
Als-er maar geestelijke welvaart is en een eerlijk
bescheiden bestaan. En het boek van Graves
is heusch wel een aardig en eerlijk boek.
JACOB ISRAËL DE HAAN
NIEUWE UITGAVEN
h^nfcgts&ttvfti SiftHetbeilSajnuel pp den Olijf berg
*--~ rfefirtKniwd tioor deTjHiitschers. als sanatorium
He! halssnoer-proces, (l'Affaire du Collier) door
Frantz Funck Brentarto, vertaald door P. M.
Wink.Zalt-Bommel, N,V. Uitgevers maatschappij
en boekhandel voorheen P. M. Wink.
Dit boek is het eerste van een serie romanti
sche geschiedenissen, die voornoemde uitgevers
maatschappij zich voorstelt te doen verschijnen.
Het komt haar nuttig voor er met nadruk op te
wijzen, dat dit boek niet is een historische roman,
maar eenvoudig een brok geschiedenis. ledere
'bladzijde ervan berust op diepgaande studie, waar
van de Fransche uitgave, door hare vele noten met
vermeld ing van bronnenstudies, de getuigenis geef t.
Om dit werk uitsluitend als ontspanningslectuur
?te doen dienen, liet de uitgeefster de noten en
het eerste hoofdstuk Les Sources, waarin de
schrijKunstzaal Carel van Lier
naast het Postkantoor
te LAREN (N.H).
Antiquiteiten Oude Oostersche Kunst
Schilderyen Kunstnijverheid
ver rekenschap geeft van de bronnen waaruit hij
putte, geheel vervallen.
Het verhaal verplaatst ons in Frankrijk ten
tijde van Maria Antoinette.
Het Betalingsvermogen van Duitschland, een
studie van het vraagstuk der schadevergoeding door
Harold G. Moulton en Constantine E. Mc Guire,
met hulp van den Raad van Beheer en den staf
van het Institute of Economics" te Washington;
geautoriseerde nederlandsche vertaling door J. J.
Bruna. Leiden, A. W. Sijthoff's Uitgevers maat
schappij.
Het doel van dit boek is alleen geweest een zoo
volledig mogelijke diagnose te stellen
vanDuitschland's economischen toestand en van zijn vermogen,
om door te gaan met betalingen op perstelrekening;
voorts om te wijzen op de beteekenis van den toe
stand in den internationalen handel en van de
handelspolitiek der regeeringen voor elke regeling
van het herstelvraagstuk.
Het probleem van Duitschland omvat zoowel
budgetaire vraagstukken als problemen van inter
nationalen handel. Voor de begrootingszijde
van de zaak hebben de officieele samenstellers de
cijfers van de Duitsche Regeering gebruikt.
Daar de Commissie van Herstel in Berlijn geves
tigde organen
heeft, die toe
gang hebben tot
de Duitsche,
boekhouding en
deze organen
nooit melding
hebben gemaakt
van eenige po
ging de cijfers te
vervalschen,
mocht men aan
nemen, dat die
een betrouwbaar
overzicht geven
van den toestand
der begrooting.
Ook de cijfers
over den
buitenlandschen han
del zijn officieele
cijfers van de
Duitsche^Regeering. Aangezien
Duitsche export
als invoer in de
handelsstatistieken van andere landen voorkomt
en'Duitsche import als uitvoer in de cijfers van
andere landen, is het duidelijk, dat een poging op
groote schaal om de statistiek van den
buitenlandschen handel te vervalschen, terstond zou kunnen
worden ontdekt. Ook voor de gegevens over den
binnenlandschen toestand zijn officieele bronnen
aangeboord. Er is tevens gebruik gemaakt van ver
schillende rapporten en documenten, die de auteurs
konden raadplegen in de Amerikaansche
Regeeringsbureaux en konden verkrijgen door de
buitenlandsche relaties van het instituut. Bijzondere
bronnen zijn, wanneer ze werden gebezigd, in het
boek aangeduid, vooral, als het onderwerp in
eenig opzicht aanleiding gaf tot verschil van mee
ning. Om den eigenlijken tekst niet te zeer te be
zwaren met gedetailleerd technisch onderzoek, is
veel van het laatste in de verschillende aanhang
sels gebracht.
Lady Samtiel, Lord Allenby,
De Emir Abdullah,
Sir Herbert Samuel
De gewezen Hacham Baschi en de Rabbijn
van de Boekhaansche Gemeente