De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 12 januari pagina 23

12 januari 1924 – pagina 23

Dit is een ingescande tekst.

g, l: && AMSTERDAMMER WEEKBtAB --25 BRIEVEN UIT SOETOEKÖEKIANDA V, Twintig graden Fahrenheit had de geesten van Professor Horace Allbedyll en Anastasia Oeraniumwitch verdicht tot nevelvlekken en zij zweefden thans boven een land, waar de wateren gestold en.de landen wit waren geworden. in nen nacht. Anastasia keek haar dogen uit. Dit is een ander land geworden, zei ze. En ook de menschen zijn veranderd. Zie je daar dat dikke wezen met dien plooi in zijn nek? Ik herken hem van gisteren. Toen kwam hij uit een groot gebouw, waarboven, in den toren, een klok een kwartier lang geluid had . Ik heb opgemerkt, zei Horace, dat ze in Soetoekoekianda de klok luiden als er gevaar is en ik denk dat dit luiden van gisterenmiddag zoo iets beteekent als: Blijf uit de buurt, loop liever een straatje om. Gisteren keek dat dikke wezen niemand aan. Let nu eens op hem. Hij lacht en praat met het hongerige geval naast hem, hij geeft den ander zelfs een touwtje ! Zij hield plotseling op en staarde in de verte. In lange rijen kwamen de Soetoekoektanders aangezweefd, niaakten krullen, hingen uit het lood, zwaaiden op n been en dit volk, nog den dag te voren vastgezpgen aan de aarde, was er los van en had plotseling vleugels gekregen en zelfs ritme. ; Snap je dat? vroeg zij Horace. '??Physiologisch,is het gemakkelijk te v rkla,refc, sptakrdfe PfWëisor/Zij hlden; als zij zïch op " de aarde bewegen, aan nekkramp. Die houdt hun kin in de hoogte en doet hen over heel veel dingen heen zien. Maar als zij zich op het ijs begeven, de schaatsen aanbinden, moeten zij bukken, het bloed vliegt door den nek -in de hersenen, deze worden verwarmd, de tong raakt los, de blik wordt vriendelijker en door den terugslag smelt er iets om het hart. Doch psychologisch ligt de verklaring van den ommekeer nog meer voor de hand. De ijsvlakte, die hen allen draagt, is en blijft onbe trouwbaar. Er is gevaar en in het .gevaar worden zij broeders. Straks zal de een den ander noodig hebben, als hij tot zijn nek in een bijt ligt of het ijs onder zijn voeten voelt afbrokkelen. Maar nauwelijks zijn ze weer op het land en bestaat het gemeenschappelijk gevaar niet meer, of uit is het en de kramp in den nek is terug, in al haar hevig heid. Ik denk eerder dat zij zich allemaal op het ijs kinderen voelen en dus als kinderen handelen, meende Anastasia. Als jij gelijk hebt, waarom woont dit volkje dan niet op een plek, waar de aardkorst even onbetrouwbaar is als het ijs hier? Op zulk een plek woont een deel van hen, zei Horace. Ga mee ik zal je ze laten zien. Zij trokken thans de zon tegemoet en lieten zich neder onder een groenen palm. Zij zagen veel menschen in witte pakken, die een wit gebouw binnen gingen, waar, in een zaal, achter een tafel, eenige somber uitziende mannen zaten, terwijl voor de tafel een andere man recht «p stond. Dit is een gerechtzaal, fluisterde Horace. Hier spreekt men recht. Nu zul je den Soetoekoekiander van een heel anderen kant leeren kennen. Luister. Hier staat een gevaarlijk misdadiger terecht.' De somberste van de sombere mannen, die ach ter de tafel zaten, richtte het woord tot den man, die voor hen stond. Hoe lang zij t gij in dienst van het gouverne ment van Tropisch-Soetoekoekianda? vroeg hij hemi! ?,? ?? ..??!??? ?>' ' 'Twintig jaar, mijnheer de President, ant woordde de boef. En ik mag zeggen, dat ik ge werkt heb tot volle tevredenheid van mijn chefs. Dat zal moeten blijken, zei de President. En in die twintig jaar hebt gij groote geldelijke ver antwoordelijkheid gedragen? Er gingen tonnen gouds door mijn handen, mijnheer de President. Zeg maar millioenen. En, volgens onze accountants-rapporten, hebt ge u daar geen cent van toegeëigend ! Geen cent, Edelachtbare. Ik zweer dat bij het teven van ____ Zweer niet. Belast uw geweten niet met nog meer. De President richtte zich thans tot een wit gekleeden heer in een der bankjes, die op zijn wenk tot voor de tafel verscheen. U is accountant en hebt de boeken van dan beklaagde nagezjen. Wat was het «suttut? T- Een .zeer vreemd, oMjaheer de President. n lui l liinin tot het KLORIS EN ROOSJE" IN DEN STADSSCHOUWBURG Teckeningen voor de Amsterdammer" door B. van Vlijmen. "ROOSJE (Emma Morel) KLORIS (J. van lerssel) e^ctrter niet vergissen. Sinds de laatste vijf jaar heb ik niets dan vervalschte boeken onder de oogen gehad. In deze was, onbegrijpelijker wijze, niet geknoeid. Uw getuigenis -is voor den beklaagde zeer bezwarend. Ik moet u attent maken op het ge wicht van den eed. Ik kan niet anders getuigen, mijnheer de President, dan de waarheid. Valschheid in ge schrifte heb ik niet kunnen constateeren. ''Het is goed. Gaat u maar weer zitten. De President richtte zich tot beklaagde. Hebt ge, naar aanleiding van de gehoorde verklaring, nog iets te zeggen? Ik verantwoordde alles, tot de laatste cent. ??Gij behoeft dat niet met zooveel nadruk te zeggen. Gij schijnt niet te beseffen, dat ge hier in Tropisch-Soetoekoekianda zijt Gij hadt na mens het Gouvernement ook vele bestellingen te doen? '" ' - Ook voor millioenen, mijnheer de President. ??En nooit hebt ge eenig, wat men noemt smeergeld", aangenomen? Nooit, mijnheer de President. Men heeft u dit meermalen, zonder twijfel, aangeboden? Bij elke bestelling, niet alleen aangeboden, maar zelfs opgedrongen. En gij hebt dit steeds geweigerd ? Op mijn woord van eer.... Ik zou niet zoo met het woord eer" scher men. En deze praktijken hebt gij uitgevoerd, zoolang gij in Gouvernements-dienst zijt geweest ! Gij beweert ook, dat gij, in uw hooge positie, nooit misbruik van uw macht hebt gemaakt, door bij voorbeeld de politie om te koopen? ??Ik heb nooit iets met de politie te doen ge had, mijnheer de President. '?De verklaringen der politie weerspreken dit niet. Inderdaad. Men kende u bij de politie niet, tot het oogenblik dat men tot de ontdekking kwam van de feiten, die u hier gebracht hebben. Ik geef thans het woord aan den Ambtenaar van het Open baar Ministerie, tot het doen van zijn requisitoir. Gaat u zoolang zitten. Het O. M. rees op en sprak als volgt Edelachtbare Heer President. Edelachtbare Heeren Rechters. Mijn requisitoir kan, uit den aard der zaak, kort zijn. De beklaagde heeft een volledige bekentenis afgelegd. En hij heeft dit ge daan met een vrijmoedigheid, die ik schaamteloos heid zou kunnen noemen. Deze man, gehuwd en vader van kinderen, in dienst van het Gouverne ment van Tropisch-Soetoekoekianda en sinds jaren een eervolle positie bekleedende en het volle ver trouwen bezittende van de boven hem gestelden, heeft niet geschroomd op waarlijk onverantwoorde lijke wijzedit vertrouwen te schenden en zijn plich ten, ais «geeringsambtenaar, met voeten te treden. Gij hebt het straks uit 's mans eigen mond gehoord Voor millioenen gingen er jaarlijks door zijn handen en nooit -eigende hij zich er een cent van toe ! Ik -vraag u, Edelachtbare Heeren Rechters, hoe een dergelijke handelwijze te kwalifiseeren is! En welk een voorbeeld'voor zijn ondergeschikten! Bezit deze man eenige moraliteit? Sterker nog. Hij heeft voor millioenen bestellingen te doen, namens het Gouvernement. En, wat doet deze verharde misdadiger? Het ongelooflijke. Hij neemt er geen cent voor aan ! Alsof een geëikte, een eeuwenlang geheiligde instelling als het smeer geld" niet bestond, alsof het aannemen ervan een halsmisdaad ware, weigert hij-! Hij dreigt zelfs de firma's bij zijn superieuren bekend te maken. Kent gij grooter onbeschaamdheid? Is dit handelen in 's lands belang? Ja, ik zou verder kunnen gaan en hier willen spreken van landverraad, van het in gevaar brengen van het Rijk, dat zich als een gordel van duimkruid, palmolie en smeergeld, slingert om den Evenaar! En alsof het geweten van dezen mensch mensch, Edelachtbare Heeren, doch dit slechts bij wijze van spreken van dezen ambtenaar nog niet genoeg belast is, blijkt uit het politie-onderzoek, dat hij nooit eenigerlei poging heeft gedaan een politie-ambtenaar of beambte om te koopen ! Waar blijven de veiligheid der maatschappij, de veiligheid van ons gezin en van onze eigendommen, indien zulke individuen niet voorbeeldig gestraft zouden worden? En waar de geestdrift van ons hoogstaand politiekorps, indien dergelijke misbruiken hier strafloos konden in sluipen? De hooge positie van den beklaagde mag geen verontschuldiging zijn. Zijn afkeurenswaardig voorbeeld zou gevolgd kunnen worden door vele anderen in 's lands dienst en aldus een noodlottigen invloed hebben op den geregelden gang van onzen Staatsmachine. Lang heeft het bij mij een punt van overweging uitgemaakt of wij hier niet te doen hebben met een geval, waarbij een onderzoek naar de geestelijke vermogens van beklaagde gerecht vaardigd zou zijn, doch gij allen hebt hem hier kunnen gadeslaan en hooren en ik vraag u, Edel achtbare Heeren, hebben wij hier met een gek, een ezel of een schurk te doen? Gezien den ernst der gepleegde misdrijven meen ik als mijn over tuiging te mogen uitspreken dat het hier een com binatie van alle drie geldt, doch de schurk domi neert en mitsdien heb ik de eer te requireeren den beklaagde, voor den tijd van zijn leven, het ver blijf in Tropisch-Soetoekoekianda te ontzeggen en hem, per eerstvolgende scheepsgelegenheid, naar het moederland terug te zenden. De publieke tribune applaudiseerde en dreigend gingen de vuisten naar den beklaagde toe en een paar opgewondenen schreeuwden: Ellendeling, moet je het voor een ander bederven ! Ze moesten je kielhalen !" Stil sloopen de geesten van Horace en Anastasia uit deze rechtzaal BARBAROSSA Algem. Nederlandscb Automobiel Mij. FRANKBN5TBAAT 37'8iï, ?s-QBAVEroiACC

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl