Historisch Archief 1877-1940
g, l:
&& AMSTERDAMMER WEEKBtAB
--25
BRIEVEN
UIT SOETOEKÖEKIANDA
V,
Twintig graden Fahrenheit had de geesten van
Professor Horace Allbedyll en Anastasia
Oeraniumwitch verdicht tot nevelvlekken en zij zweefden
thans boven een land, waar de wateren gestold
en.de landen wit waren geworden. in nen nacht.
Anastasia keek haar dogen uit.
Dit is een ander land geworden, zei ze. En
ook de menschen zijn veranderd. Zie je daar dat
dikke wezen met dien plooi in zijn nek? Ik herken
hem van gisteren. Toen kwam hij uit een groot
gebouw, waarboven, in den toren, een klok een
kwartier lang geluid had .
Ik heb opgemerkt, zei Horace, dat ze in
Soetoekoekianda de klok luiden als er gevaar is en
ik denk dat dit luiden van gisterenmiddag zoo
iets beteekent als: Blijf uit de buurt, loop liever
een straatje om.
Gisteren keek dat dikke wezen niemand aan.
Let nu eens op hem. Hij lacht en praat met het
hongerige geval naast hem, hij geeft den ander
zelfs een touwtje !
Zij hield plotseling op en staarde in de verte.
In lange rijen kwamen de Soetoekoektanders
aangezweefd, niaakten krullen, hingen uit het lood,
zwaaiden op n been en dit volk, nog den dag te
voren vastgezpgen aan de aarde, was er los van
en had plotseling vleugels gekregen en zelfs ritme.
; Snap je dat? vroeg zij Horace.
'??Physiologisch,is het gemakkelijk te v
rkla,refc, sptakrdfe PfWëisor/Zij hlden; als zij zïch op "
de aarde bewegen, aan nekkramp. Die houdt hun
kin in de hoogte en doet hen over heel veel dingen
heen zien. Maar als zij zich op het ijs begeven, de
schaatsen aanbinden, moeten zij bukken, het
bloed vliegt door den nek -in de hersenen, deze
worden verwarmd, de tong raakt los, de blik wordt
vriendelijker en door den terugslag smelt er iets
om het hart. Doch psychologisch ligt de verklaring
van den ommekeer nog meer voor de hand. De
ijsvlakte, die hen allen draagt, is en blijft onbe
trouwbaar. Er is gevaar en in het .gevaar worden
zij broeders. Straks zal de een den ander noodig
hebben, als hij tot zijn nek in een bijt ligt of het
ijs onder zijn voeten voelt afbrokkelen. Maar
nauwelijks zijn ze weer op het land en bestaat het
gemeenschappelijk gevaar niet meer, of uit is het
en de kramp in den nek is terug, in al haar hevig
heid.
Ik denk eerder dat zij zich allemaal op het
ijs kinderen voelen en dus als kinderen handelen,
meende Anastasia. Als jij gelijk hebt, waarom
woont dit volkje dan niet op een plek, waar de
aardkorst even onbetrouwbaar is als het ijs hier?
Op zulk een plek woont een deel van hen,
zei Horace. Ga mee ik zal je ze laten zien.
Zij trokken thans de zon tegemoet en lieten zich
neder onder een groenen palm. Zij zagen veel
menschen in witte pakken, die een wit gebouw
binnen gingen, waar, in een zaal, achter een tafel,
eenige somber uitziende mannen zaten, terwijl
voor de tafel een andere man recht «p stond.
Dit is een gerechtzaal, fluisterde Horace.
Hier spreekt men recht. Nu zul je den
Soetoekoekiander van een heel anderen kant leeren kennen.
Luister. Hier staat een gevaarlijk misdadiger
terecht.'
De somberste van de sombere mannen, die ach
ter de tafel zaten, richtte het woord tot den man,
die voor hen stond.
Hoe lang zij t gij in dienst van het gouverne
ment van Tropisch-Soetoekoekianda? vroeg hij
hemi! ?,? ?? ..??!??? ?>' '
'Twintig jaar, mijnheer de President, ant
woordde de boef. En ik mag zeggen, dat ik ge
werkt heb tot volle tevredenheid van mijn chefs.
Dat zal moeten blijken, zei de President. En
in die twintig jaar hebt gij groote geldelijke ver
antwoordelijkheid gedragen?
Er gingen tonnen gouds door mijn handen,
mijnheer de President.
Zeg maar millioenen. En, volgens onze
accountants-rapporten, hebt ge u daar geen cent
van toegeëigend !
Geen cent, Edelachtbare. Ik zweer dat bij
het teven van ____
Zweer niet. Belast uw geweten niet met nog
meer.
De President richtte zich thans tot een wit
gekleeden heer in een der bankjes, die op zijn wenk
tot voor de tafel verscheen.
U is accountant en hebt de boeken van dan
beklaagde nagezjen. Wat was het «suttut?
T- Een .zeer vreemd, oMjaheer de President.
n lui l liinin tot het
KLORIS EN ROOSJE" IN DEN STADSSCHOUWBURG
Teckeningen voor de Amsterdammer" door B. van Vlijmen.
"ROOSJE (Emma Morel)
KLORIS (J. van lerssel)
e^ctrter niet vergissen. Sinds de laatste
vijf jaar heb ik niets dan vervalschte boeken onder
de oogen gehad. In deze was, onbegrijpelijker wijze,
niet geknoeid.
Uw getuigenis -is voor den beklaagde zeer
bezwarend. Ik moet u attent maken op het ge
wicht van den eed.
Ik kan niet anders getuigen, mijnheer de
President, dan de waarheid. Valschheid in ge
schrifte heb ik niet kunnen constateeren.
''Het is goed. Gaat u maar weer zitten.
De President richtte zich tot beklaagde.
Hebt ge, naar aanleiding van de gehoorde
verklaring, nog iets te zeggen?
Ik verantwoordde alles, tot de laatste cent.
??Gij behoeft dat niet met zooveel nadruk te
zeggen. Gij schijnt niet te beseffen, dat ge hier in
Tropisch-Soetoekoekianda zijt Gij hadt na
mens het Gouvernement ook vele bestellingen te
doen? '" '
- Ook voor millioenen, mijnheer de President.
??En nooit hebt ge eenig, wat men noemt
smeergeld", aangenomen?
Nooit, mijnheer de President.
Men heeft u dit meermalen, zonder twijfel,
aangeboden?
Bij elke bestelling, niet alleen aangeboden,
maar zelfs opgedrongen.
En gij hebt dit steeds geweigerd ?
Op mijn woord van eer....
Ik zou niet zoo met het woord eer" scher
men. En deze praktijken hebt gij uitgevoerd,
zoolang gij in Gouvernements-dienst zijt geweest !
Gij beweert ook, dat gij, in uw hooge positie, nooit
misbruik van uw macht hebt gemaakt, door bij
voorbeeld de politie om te koopen?
??Ik heb nooit iets met de politie te doen ge
had, mijnheer de President.
'?De verklaringen der politie weerspreken dit
niet. Inderdaad. Men kende u bij de politie niet,
tot het oogenblik dat men tot de ontdekking kwam
van de feiten, die u hier gebracht hebben. Ik geef
thans het woord aan den Ambtenaar van het Open
baar Ministerie, tot het doen van zijn requisitoir.
Gaat u zoolang zitten.
Het O. M. rees op en sprak als volgt
Edelachtbare Heer President. Edelachtbare
Heeren Rechters. Mijn requisitoir kan, uit den
aard der zaak, kort zijn. De beklaagde heeft een
volledige bekentenis afgelegd. En hij heeft dit ge
daan met een vrijmoedigheid, die ik schaamteloos
heid zou kunnen noemen. Deze man, gehuwd en
vader van kinderen, in dienst van het Gouverne
ment van Tropisch-Soetoekoekianda en sinds jaren
een eervolle positie bekleedende en het volle ver
trouwen bezittende van de boven hem gestelden,
heeft niet geschroomd op waarlijk onverantwoorde
lijke wijzedit vertrouwen te schenden en zijn plich
ten, ais «geeringsambtenaar, met voeten te treden.
Gij hebt het straks uit 's mans eigen mond gehoord
Voor millioenen gingen er jaarlijks door zijn handen
en nooit -eigende hij zich er een cent van toe ! Ik
-vraag u, Edelachtbare Heeren Rechters, hoe een
dergelijke handelwijze te kwalifiseeren is! En
welk een voorbeeld'voor zijn ondergeschikten!
Bezit deze man eenige moraliteit? Sterker nog.
Hij heeft voor millioenen bestellingen te doen,
namens het Gouvernement. En, wat doet deze
verharde misdadiger? Het ongelooflijke. Hij neemt
er geen cent voor aan ! Alsof een geëikte, een
eeuwenlang geheiligde instelling als het smeer
geld" niet bestond, alsof het aannemen ervan een
halsmisdaad ware, weigert hij-! Hij dreigt zelfs de
firma's bij zijn superieuren bekend te maken. Kent
gij grooter onbeschaamdheid? Is dit handelen in
's lands belang? Ja, ik zou verder kunnen gaan en
hier willen spreken van landverraad, van het in
gevaar brengen van het Rijk, dat zich als een gordel
van duimkruid, palmolie en smeergeld, slingert
om den Evenaar! En alsof het geweten van dezen
mensch mensch, Edelachtbare Heeren, doch
dit slechts bij wijze van spreken van dezen
ambtenaar nog niet genoeg belast is, blijkt uit het
politie-onderzoek, dat hij nooit eenigerlei poging
heeft gedaan een politie-ambtenaar of beambte
om te koopen ! Waar blijven de veiligheid der
maatschappij, de veiligheid van ons gezin en van
onze eigendommen, indien zulke individuen niet
voorbeeldig gestraft zouden worden? En waar de
geestdrift van ons hoogstaand politiekorps, indien
dergelijke misbruiken hier strafloos konden in
sluipen? De hooge positie van den beklaagde mag
geen verontschuldiging zijn. Zijn afkeurenswaardig
voorbeeld zou gevolgd kunnen worden door vele
anderen in 's lands dienst en aldus een noodlottigen
invloed hebben op den geregelden gang van onzen
Staatsmachine. Lang heeft het bij mij een punt
van overweging uitgemaakt of wij hier niet te doen
hebben met een geval, waarbij een onderzoek naar
de geestelijke vermogens van beklaagde gerecht
vaardigd zou zijn, doch gij allen hebt hem hier
kunnen gadeslaan en hooren en ik vraag u, Edel
achtbare Heeren, hebben wij hier met een gek,
een ezel of een schurk te doen? Gezien den ernst
der gepleegde misdrijven meen ik als mijn over
tuiging te mogen uitspreken dat het hier een com
binatie van alle drie geldt, doch de schurk domi
neert en mitsdien heb ik de eer te requireeren den
beklaagde, voor den tijd van zijn leven, het ver
blijf in Tropisch-Soetoekoekianda te ontzeggen
en hem, per eerstvolgende scheepsgelegenheid,
naar het moederland terug te zenden.
De publieke tribune applaudiseerde en dreigend
gingen de vuisten naar den beklaagde toe en een
paar opgewondenen schreeuwden: Ellendeling,
moet je het voor een ander bederven ! Ze moesten
je kielhalen !"
Stil sloopen de geesten van Horace en Anastasia
uit deze rechtzaal
BARBAROSSA
Algem. Nederlandscb
Automobiel Mij.
FRANKBN5TBAAT 37'8iï, ?s-QBAVEroiACC