De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 12 januari pagina 5

12 januari 1924 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

l DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND DE INTERNATIONALE PUZZLE l s', Half Januari 1924. Concours de Ski! om de challenge-cup van Europa. Alles doet aan wintersport, tegenwoordig. De be voorrechten trekken van de Hollandsche stations naar de sneeuwmekka's in Zwitserland, Frank rijk of Oostenrijk, waar ze overal blijde worden begroet, gulden dragers van den gulden als zij zijn. De geheele wereld spreekt immers eiken mor gen van den koers van het geld, bemeewarigt den frank, veracht den mark, meesmuilt over het pond en vereert den dollar, den Nederlandschen gulden kijkt men met bijna gelijken eerbied, hoewel met minder ontzag aan. Heeft niet een Dantzig er reeds pleizier van, het nomen sit omen te hebben toegepast, zoodat voordien vrij staat de Dantziger gulden" den weg uit het financieele moeras heeft gebaand? Het is alsof wij midden voor een grooten skiwedloop der mogendheden staan. Alles spant zich in. Alles is nog ver van het doel. De moeilijk heden zijn nog ontelbaar, en niemand weet te zeggen welke de uitslag zal zijn. Die staat, zie toe dat hij niet en valle Frankrijk blijft op het oogertbllk vooraan. Het kleine Belgiëvolgt een paar lengten achter met inspanning zijn spoor, en tracht van tijd tot tijd te roepen om wat Bedaarder te gaan. Engeland heeft een eigenaardigen weg gekozen. Het is afgeslagen en tornt tegen den heuvel op. Moeizaam klauwend en herhaaldelijk buitelend, raakt het buiten de baan. Leiding geeft het sinds geruimen tijd niet. Het klaagt er zelf hard over. Overal binnen den kring van Albion's krijtrotsen hoort ge ontevredenheid over Qroot-Brittaniè's gemis aan prestige. En óver den oceaan, In zijne koloniën, constateert men dit met nog sterker verbazing en teleurstelling. Opmerkelijk is van allerlei zijden het opperen van plannen" om Engeland's internationalen invloed te herstellen. Sommige van die plannen zijn fantastisch, en zij zijn er niet minder fantastisch om wijl ze opstijgen uit de wereld der Britsche diplomatie zelve, al behoeven zij daarom nog niet direct toonaangevend te zijn. Geheele nieuwe coalitie's wil men dan op touw zien gezet, van het Eilandenrijk met de Middellandsche Zee en de Baltische staten, met de Nieuwe Wereld, en met de Vergane Wereld, met Duitschland en Rusland incluis, het Middel- en het Verre Oosten, om daardoor een pyramide te construeeren aan welker top Londen weer schitte ren kan. Doch voor de Engelsche traditie zuil n zulke groote desselnen wel altijd te theatraal blijven, om ze werkelijk na te streven. Wannér een Engelsche regeering weer ernaar zou gaan streven, aan de spits van een wereldcombinatie van staten te staan, zal zij dit doen in den minder sensationeelen vorm van een sterk geprononceerde volkenbondspolitiek. Voor Engeland wordt dit als de aangewezen wijze erkend, om wezenlijken invloed uit te oefenen; en van een algemeener ge zichtspunt gezien kan dit stellig een nuttige in vloed zijn. Het zal ook de vorm zijn, waardoor de Vereenigde Staten nog het gemakkelijkst en meegaandst een heilzaam aandeel in de politiek kunnen nemen. Maar voorshands wordt dit geheele denkbeeld wat Engeland aangaat, nog steeds in n adem genoemd met het loslaten van de Entente met Frankrijk, een positie nemen tegenover Frankrijk's macht. Daartoe nu slaat Engeland metterdaad niet spoedig over; al toont het zich voor Frankrijk eiken dag meer wat het zich ge durende den loop der eeuwen steeds tegenover leder heeft getoond: een onzekeren bondgenoot. Die onzekerheid ligt trouwens inden aard der zaak. Zij zal ook thans weer voort blijven bestaan, zoo lang het onzeker is welke resultaten Frankrijk zal behalen. Blijkt het den goeden weg gekozen te hebben, dan snijdt waarschijnlijk Engeland plot seling den hoek af en maakt mede gebruik van het Fransche spoor. Blijft dit daarentegen in de sneeuw steken, dan gaat Engeland weer den eigen weg, of stuurt hoogstens, wanneer het omgekeerd ginds arte goed mocht gaan, Parijs ter zelfder ure een lawine toe. Met andere woorden: zoolang Frankrijk misschien de kastanjes uit het vuur kan halen en zich daarbij misschien tevens eenigermate de vingers branden, zal in Londen een on bestemde, afwachtende houding worden volge houden. Het meest bereikbare zou nog zijn dat men Frankrijk tot het mede-aanvaarden van de gezegde volkenbondspolitiek zou trachten te krijgen. Maar dit ware weer zoo gemakkelijk niet, omdat men van Fransche zijde in zoodanige politiek weer, wantrouwend, het pogen zou zien om Frankrijk achteruit te dringen, en aan banden te leggen bij het najagen van zijn eigenbelang. En dit is Frankrijk's doodsangst voor elke meer internaat getinte politiek, dat het au fond een politieke intrige kan zijn, berekend om Frankrijk's positie te ondermijnen, en 't land zijn belangen uit de hand te sjaan. Die Britsche staatsman zal aan Europa, en aan zijn eigen land den grootsten dienst bewijzen, die aan Frankrijk de zekerheid weet te geven dat voor dit wantrouwen geen grond meer bestaat. Doch daarvoor zijn noch /aftowleiders, noch liberale staatslieden van het oogenblik blijkbaar geschikt. Neen, zoo stevent Marianne er nog op haar eigen houtje, met sterke slagen, verder op los, recht vooruit. Waarheen? Ja, waarheen? Er zit iets fataals, iets geobsedeerds in de Fransche politiek. Suc es en wansucces zijn voor haar gelijkelijk gevaarlijk. Succes kan haar de grenzen uit het oog doen ver liezen. Dit is juist de oorzaak van het wantrou wen, in Engeland en elders zoo vaak geopenbaard. De oorzaak ook van de felle oppositie, in Duitsch land gevoerd. Frankrijk is wegens zijn ligging, wegens zijn volksaard, wegens zijn positie, ge schikt gemakkelijk en schier zonder het te weten in de heerschzucht af te glijden. Het bezit die heerschzucht niet van nature. Maar evenmin bezit het van nature de normale weerstanden ertegen. Daarom gaat het, op zijn eigen baan voortgaand, lichter dan eenig ander de lucht in. Zijn historie van vroeger geeft daarvan voorbeelden die her inneren aan het geval Poincarévan nu, hoewel dit geval nog weinig bepaald is. Het lijdt voor geenen onbevangen kenner twijfel, of Poincaréis zijn onderpandenpolltiek" niet dan ongaarne be gonnen, en dan nog in geen ander idee dan om beu van de Duitsche uitvluchten, beu van het streven om zelfs de regeling van Spa, die zeer wel in goede trouw uitvoerbaar ware geweest, ongedaan te maken. Van economische of politieke veroveringszucht was daarbij in de politiek van de derde Republiek geen spoor. Iets anders echter is de kwestie, welke opwellingen sinds 't begin mogen geboren worden. L'appétit yient en mangeant. Begeerten kunnen ongewild oprijzen. En dat is wel het groote gevaar, waaraan de Fransche poli tiek, met het Ruhr- en Rijnjaar, met het Duitsche verzet, met de geheele nerveuze politiek der kleine, Ententelanden en van Polen en met de Engelsche terughoudendheid, is blootgesteld. Al die nieuw gevormde staten immers, men geve er zich goed rekenschap van, hebben een behoefte aan aanslui ting, waarvan gevestigde staten, zelfs de kleine, zich geen voorstelling meer kunnen maken. Andere gelegenheid dan Frankrijk is hun daartoe nauwelijks geboden geweest, Engeland staat ook tegenover zulke nieuwe problemen altijd veel hooghartiger en huldigt het geloof van op eigen beenen staan. Zoo is Frankrijk bezig geraakt, een verbondenpolitiek te voeren, die alweer niet verkeerd bedoeld is in haren opzet, maar die in hare uitwerking tot overprlkkeldheid aan allerlei kanten, tot gevaarlijke dtflbitle's en tot gevaarlijke tegenactie's voert. Misschien zal, onder het blijvend licht der geschie denis bezien, het eenlge verzuim uit Londen eenmaal blijken, dat men niet, door met Frank rijk samen te gaan, modereerend is blijven in werken. Een weinig meer droordringen in de gallische psychologie zou kunnen leeren, dat men hare excessen 't beste tempert, door kameraadschappelijk den arm in den arm te slaan. Intusschen, het is niet met zulke doeleinden voor oogen, dat Frankrijk zich thans verder beweegt. Het doel voor oogen is financieele regeling en eer biediging van de vredestractaten. Voor weidscher plannen is waarlijk niet veel plaats ! En het Iaat zich aanzien dat de omstandig heden van het oogenblik er Frankrijk ook wel toe moeten nopen, met beide voeten op den grond te blijven, en met beide handen praktische regelingen aan te grijpen. Nog is zijn hardnekkige politiek die van het succes, nog glijdt het vooraan op het ski-veld.... Maar zacht wat. Dreigt daar niet wat te hape ren? Schiet ook een riempje los, hier of daar? Schuift het gladde hout nog wel genoeg voorwaarts, wordt het niet door ijskorsten belet? De Engelschen voorspelden een jaar geleden dat het pond nog wel eens 100 frank waard kon worden. De beurs heeft'deze richting nu, onverwacht, uitgedreven. Een onweegbare, maar onweersprekelijke onze kerheid waart door de Fransche politiek. De aanstaande verkiezingen geven daar aanleiding toe. Binnenlandsche ontevredenheid heeft wel vaker buitenlandsch beleid gebroken. En binnenlandsch staat Poincarévoor allerlei zwakke plekken: actie onder de ambtenaren, fouten van den minis ter van financiën. Hoe zal hij het houden in den wedstrijd? Dit heeft immers de Brit altijd voor: zijn riemen breken nooit, zijn materiaal is soliede, alles ten spijt. En al verliest Downingstreet in vloed, de City behoudt altijd haar macht. Daar heen, naar dégeldmarkt, trekken toch altijd ook weer de staatslieden der kleinere landen, al vinden zij bij de Britsche staatkunde geen steun. En wel is ook de City iets gedesoriënteerd, wel zal een bankierswereld een veel minder machtige positie hebben, zoo geen gouvernement een stevige lijn afteekent, maar dit commercieele element van Brit sche macht blijft toch steeds, ook wanneer de heer Lasteyrie t u P;irijs voor de puzzk- zijner mocilijkhedcni7.it,j Zoo, midden in den ren, met nog een lang eind baan vooruit, ziet de-toeschouwer de renners gaan, en wacht met spanning den-verderen gang af. Daar, een eind achteropt zwoegt immers ook de Duitscher nog voort. Hij is nog het slechtst inge spannen, en afgemat. Zijn economisch bestel is den waanzin nabij. Zijn bedrijf, tot aan dat van den landbouw toe, kampt dagelijks met de wonderlijk ste ruilmiddeltoestanden, die met alle beschrijving spotten. Het huishoudelijke bestaan wordt gede moraliseerd en vergiftigd. Regeeringsmannen van beteekenis vindt hij niet. Een volk van kennis is nog geen volk van oordeel. Politiek loopt alles dooreen en tegen elkaar in. Maar toch ook: zijn rentemark heeft gewerkt. In het betaalmiddel is eenige stabiliteit gekomen. Een AWwu-commissie slaat de hand aan de bezuiniging. pp Oostenrijksch voorbeeld neemt Berlijn ver schillende maatregelen vrijwillig, waartoe Zimmerman Weenen indertijd gedwongen heeft. Ook biedt de naaste toekomst den Duitscher waarschijn lijk internationale regelingen met Frankrijk, al zullen die niet zoo bevredigend zijn, vooral niet in politiek opzicht, als de Duitsche eerzucht hoopt. Maar hij krabbelt voort, gelukkig. En, krabbelt hij bij? Interessant, ja, passionnant die groote skirennen. B R A N D A R i s NIEUWE UITGAVEN Dr. P. Vrijlandt, Moeder Aarde (aan het ont wakende Nederland een woord van liefde voor het Vaderland) 's-Gravenhage, Fa. L. J. C. Boucher. Onvastheid eri verwildering, tuchteloosheid en wanorde zijn, ze^t de schrijver, onder meer spre kende kenmerken van dezen tijd. Zoekende vindt men alom de menschenkinderen op aarde, in onrust en onzekerheid. Dr. Vrijlandt wil den wankelenden twijfelaars grond onder de voeten en kracht in de beenen geven. Hij wil de menschen goed en gezond naar lichaam en geest maken en hij ontvouwt zijn plannen daartoe in deze brochure. Hij pleit voor een krachtig Nederland; voor het gebruik van Nederlandsch fabrikaat; voor het bezigen van zuiver Nederlandsch; hij ver klaart den oorlog aan alles wat anti-Nederlandsch is. Hij hoopt de Nederlandsche nijverheid geeste lijk en stoffelijk te kunnen steunen en hij wil ijveren voor een Nederlandsche wetenschap en een Nederlandsch schoolwezen en opvoeding. Ten slotte vertelt hij hoe hij zijn wenschen tot werkelijkheid denkt te kunnen maken, en wel: door het stichten van vereenigingen in stad en dorp; het stichten van den bond van den Hollandschen jongen en het Hollandsche meisje; het op richten mettertijd van een vechtblaadje; het stichten van een wetenschappelijke vereeniging; wisselwerking en wederzijdsche steun tusschen bestaande vereenigingen. Dr. Vrijlandt vraagt om medewerking; zijn adres is Heereweg 2, Zwolle. L. J. SIoos. Het mondelinge staatsexamen boek houden M.0.1923.Wassenaar,Uitgevers Maatschap pij, v/h. O. Delwel. Deze uitgave bevat de verslagen van monde linge examens boekhouden, handelsrekenen, bedrijfshuishoudkunde, economie, techniek van handel en recht. Het doel van dit verslag is aan studeerenden, die genoemde examens wenschen af te leggen, de gelegenheid te geven hun kennis van de verschillende vakken te meten met de door examinatoren bij vorige gelegenheden ge stelde vragen. De eeuwige schoonheid des hemels, mededeelingen van generzijds ontvangen en opgeschreven door Rev. O. Vale Owen (uit het Engelsen vertaald). Amsterdam Scheltens en Giltay. Dit boek bevat de mededeelingen, welke een algemeen bemind en geacht predikant ontving van afgestorvenen". Xeutfchlanb, <Deutf<$Ianb uebei 3HIe8! ,,Spoedig viel het aan zijn omgeving op dat hij be duidend in zijn voordeel veranderd was." (Nat. Inst. v. Zeljontwikkeling) Het heeft den Duitscher hopelijk geleerd dat een verloren oorlog armoede beteekent. Het heeft den Duitscher hopelijk ook ingeprent, enz." (Hbi.) Het verdrag omtrent den uitruil der goederen." (N.R.C.) Dit is eerst recht onmogelijk." (HU.) Wanneer neberhaupt een regeering te fonneeren is."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl