Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
11
VROUWENBELANGEN
BUREAU VOOR ADVIEZEN OP HUISHOU
DELIJK EN MAATSCHAPPELIJK GEBIED
Logisch en vanzelfsprekend dunkt ons het be
staan van een instelling, waar ieder, die op huis
houdelijk en maatschappelijk gebied inlichtingen
verlangt, kan aankloppen om door beschaafde,
betrouwbare menschen op onpartijdige en zake
lijke wijze van advies te worden gediend. De jaren
lange, veelzijdige ervaring vari de twee vrouwen,
die het hebben opgericht, de bronnen die zij voor
alles weten op te zoeken en de ruggesteun van
haar tallooze connecties maken haar tot bevoegde
raadgeefsters. Verder is het een kwestie van
vertrouwen; dat het aan vertrouwen eenerzijds
en discretie en hartelijkheid anderszijds niet ont
breekt, is haar reeds meermalen gebleken.
Adviezen op huishoudelijk en maatschappelijk
gebied zijn niet altijd scherp gescheiden, in vele
gevallen gaan zij samen; denken wij b.v. aan de
komst van een Indische familie, die nooit of sinds
vele jaren niet in Holland is geweest. Men wil zich
vestigen. Maar waar en hoe? Welke begrooting
moet er gemaakt worden voor inrichting en levens
onderhoud? De heele familie moet in de kleeren
gestoken worden, waar moet men zijn inkoopen
doen, wil men niet te duur uit zijn en ook niet
dragen wat zeer algemeen is? Welke scholen zijn
het meest geschikt voor de kinderen, welken
dokter zal men nemen en welken tandarts? Hulpe
loos en overgeleverd voelen vele verlofgangers zich
in het begin van hun verblijf in Holland. Maar op
het bureau kunnen zij een uitweg vinden uit deze
moeilijkheden.
Omgekeerd zijn er alleenstaande meisjes die
naar Indiëzullen gaan en in het geheel niet op de
hoogte zijn van de uitrusting, die zij behoeven noch
van de levenswijze, die haar wacht. Ook haar kan
het bureau helpen, daar het over de medewerking
beschikt van een vrouw, die het leven in Indi
uit jarenlange ervaring kent.
Wie een concert wil geven, een kleine tentoon
stelling wil organiseeren en niet weet welke wegen
daarvoor bewandeld en welke klippen omzeild
moeten worden, kan bij het bureau terecht, het
heeft zijn vertakkingen vrijwel overal.
Zoekt men samenwerking op muzikaal of aan
sluiting op letterkundig gebied om clubjes voor
samenspel of literaire matinees te organiseeren,
dan kan men het bureau hiervan kennis geven en
als trait-d'union zal het er wel in slagen de juiste
menschen bij elkaar te brengen. Wij leggen den
nadruk op dit laatste, omdat het bureau dit
bemiddelingswerk niet automatisch verricht, maar
zooveel als mogelijk is, rekening houdt met aller
lei factoren.
Verder neemt het bureau de samenstelling op
zich van verschillende cursussen en kondigt
voorloopig de vo4gende aan:
Opvoeding tot gemeenschapszin, door mevr.
Franco Mendes-Calisch.
Onze regeeringslichamen en de vrouw als
kiezeres, door mevr. Kappeyne van de
CopelloWijgers.
Wat de vrouw moet weten van ons erf- en huwe
lijksrecht, door mej. Mr. Ada Goudsmit.
Hoe verpleegt men zijne zieke huisgenooten, door
Zuster Verwey Me jan.
Het is wonderlijk gesteld met zulk ondernemen
dat een natuurlijk uitvloeisel is van een behoefte.
Het werk wordt binnen niet te ruim getrokken gren
zen opgezet, maar het leven zelf verbreekt die
grenzen en doet het werk, onder de verbaasde
oogen van degenen die het begonnen, uitgroeien
tot mogelijkheden, waaraan zij nauwelijks hebben
durven denken. Wij spreken dan van een gezonden
opzet, die levensvatbaarheid heeft.
't Komt ons voor dat wij hier ook te doen heb
ben met een gezonde zaak, die levenskracht zal
blijken te bezitten.
Wij hopen het, zoowel voor de gemeenschap,als
voor de ondernemende vrouwen, die dit bureau
tot stand hebben gebracht: mevr. J. Franco Men
des-Calisch en mevr. L. Kappeyne van de Coppello
Wijgers.
Mevr. Franco Mendes heeft zich van jongsaf
geïnteresseerd voor maatschappelijk werk en haar
sporen verdiend door haar organisatietalent en
werkkracht. Zij voelt zich thuis in vele vertakkingen
van het maatschappelijk leven, zij kent de meeste
autoriteitien en weet dat zij aan alle kanten tege
moetkoming en medewerking kan verwachten.
Tengevolge van haar veelzijdige werkzaamheid is
mevr. Franco Mendes jaren lang de vraagbaak
geweest van talrijke personen en instellingen
en zoo is de gedachte bij haar opgekomen om
haar adviezen voor het publiek beschikbaar te
stellen en velen met goeden raad bij te staan. Zij
heeft in mevr. Kappeyne van de Coppello een
knappe partner gevonden, die zich met evenveel
toewijding aan dit werk wijdt, dat in korten tijd
reeds zoo is gegroeid dat zij samen het werk nau
welijks meer kunnen omvatten. De kosten aan
de adviezen verbonden, zijn het nut dat men er
van kan trekken zeker waard.
Het bureau is gevestigd Nicolaas Maesstraat 57
Amsterdam.
A. H. LOEF F?B o K M A
WAAROM DE MOEDER ZWEEG *)?
Had men werkelijk verwacht, dat de moeder
gesproken had op de vergadering der vrouwenor
ganisatie in den Haag tegen het ontslag der ge
huwde ambtenares? Kon de moeder in dien geest
spreken en zoo niet, zou haar stem dan niet ge
klonken hebben als een roep in de woestijn?
De moeder in den waren zin des woords voelt
voor al hare kinderen.
Ze denkt aan hare jongens, die zoo moeilijk te
plaatsen zijn in een beroep, nu mannen, gehuwde
en ongehuwde vrouwen er zich om verdringen.
Ze denkt aan hare dochter, wier huwelijk belet
wordt, door een gehuwde vrouw, die den man harer
keuze verhindert een beter gesalarteerden rang
te bereiken. Misschien voor altijd in den weg staat,
als hij niet slaagt een anderen werkkring te vinden,
want het ambtenarencorps wordt immers slechts
ingekrompen?
Ze denkt aan het ruimere leven der gehuwde amb
tenares, met haar man te zamen verdienend voor
twee gezinnen; dat leven boven haar stand, ten
koste van hare zusteren.
Ze denkt aan hare dochters die zullen behooren
tot de opstandigen," zooals Annie Salomons ze
doopte.
Ze denkt aan de kleine wezens, die onder
moeders vleugels hoorden op te groeien en ze her
innert zich het gezichtje van het jongetje, wiens
ouders gescheiden waren, dat tot haar zei: moe
der? ik heb geen moeder thuis, ik zie haar maar
eens in de week !"
Ze denkt aan de zieken in den huiselijken kring
alleen achtergelaten of bij vreemden. En ze her
innert zich de verouderde, vergane woorden hui
selijk geluk", vertrapt, verdort, vervangen door dat
ne, dat de echte moeder niet kennen mag egoïs
me",
C. DOZY-v. DOESBURG n
*) Zie Vrouwenbelangen De Stem der Moe
der" Weekblad van 5 Januari.
OVER BOEKEN
EN TIJDSCHRIFTEN
Vrouwen uit den Compagnie's tijd, door V. J.
VAN DE WALL. Uitg. N. V. Boekhandel Visser &Co.
Weltevreden. Amersfoort.
Niet minder dan 16 vrouwenfiguren trekken
bij het lezen van dit boek aan onze oogen voorbij.
Vrouwen van zekere vermaardheid zijn het niet
geweest, het waren slechts echtgenooten van
hare mannen, die bij de vestiging der Compagnie
een rol van beteekenis speelden. De waarde
van vele dezer 16 vrouwenlevens ligt daarin,
dat deze vrouwen van goeden huize, geplaatst
in verre onherbergzame oorden, als pioniersters
om zich heen wisten te scheppen een levenswijze,
die de Compagnie als volksplanting tot eere
kon strekken. Een Magaretha Nicquet, geb. 1602,
echtgenoote van den tweeden Gouverneur Gene
raal Gerrit Reynst de eerste beschaafde
Hollandsche vrouw in Oost-Indië, een Eva Ment geb. ±
. 1625, echtgenoote van Jan Pieterszoon Coen,
zij brachten met haar persoon mede de beko
ring van een goede opvoeding, die beschavend
werkte op allen waarmede zij verkeerden.
Deze vrouwen leefden in de opkomst van de
Compagnie.
Als de bloeitijd van de Compagnie nadert,
die weelde en overdaad medebrengt, dan gewaagt
het boek van andere vrouwen, van Cornelia van
Neyenroode geb ± 1623, van Francoisa de Witt,
geb. 1634, van Neeltje Koek geb. ± 1700,
van Adriana Johanna Bake, geb ± 1715 die als
gemalin van den Opperlandvoogd van der Parra
in het landvoogdelijk hof in Oost-Indie, zoo
weelderig en prachtlievend ingericht als voor
en na dien tijd niet meer voorkwam, den toon
aangaf; van Johanna Maria Oland. geb. ± 1760, een
der meest gevierde vrouwen tijdens het Engelsche
tusschenbestuur 1811?1816, om dan te eindigen
met Anna Pollonia Jerio, geb 1766, de beklagens
waardige figuur onder de dames der Compagnie
die op het eind der 18e eeuw zich een treurige
vermaardheid verwierf om de mishandeling, die
zij haar slavenpersoneel deed ondergaan.
Zoo geeft dit boek uit den Compagnie's tijd
het moge voor den historicus niet van zoo groot
belang zijn toch een belangrijken kijk op toe
standen en zeden uit dien gedenkwaardigen tijd.
DEN HAAG - AMSTERDAM
berichten hiermede, dat vanaf 19 Januari
hunne Magazijnen voorloopig ook des
ZATERDAGS tot 6 uur GEOPEND blijven.
Het is prettig, overzichtelijk geschreven en daar
het gedocumenteerd werk is, 't geen tevens
blijkt uit de opsomming van literatuur over dit
tijdperk onzer geschiedenis en de bijgevoegde
aanvullingen, kan het bijdragen tot een leer
zame verruiming van de wetenschappelijke kennis.
meer speciaal van vrouwen, die zich de vrou
wenfiguren ook zuiverder voor den geest zullen
kunnen stellen.
Rechtstoestand der Vrouw in Nederland 1898
1923, door Mr. Jenny Lijcklama aNijeholt.
Uitg. Nederl. Unie voor Vrouwenbelangen. H. D.
Tjeenk Willink, Haarlem 1923.
Deze brochure bevat een complex van bepa
lingen van verschillenden aard in onderling
verband, waardoor de rechtstoestand van de
vrouw wordt beheerscht in het afgeloopen
regeeringstijdperk.
E. M. R.
DE WERELD VAN HET KIND
DE TULPEN
Voor de school staat Jozientje onbeweeglijk,
een klein, blank beeldje, en de tulpen, die ze draagt
met onbewusten eerbied, de mooie, roode
Darwintulpen, vlammen in de lente-zon.
Haar stijve, witte schortje, bolt om haar par
mantig lijfje, haar mondje, half-geopend in aan
dachtig wachten, is rood en vochtig.
Ze wekt bewondering en afgunst. Dit wetend,
glimlacht ze, verlegen en gevleid. Dan wendt ze
haar hoofdje zijwaarts en blikt in de verte. Zij zou
haar trots en haar vreugde gaarne verbergen.
maar zij vermag niet.
De roode tulpen vlammen in de lente-zon.
Straks voor de klasse zal Jozientje de koningin
van het oogenblik zijn.
Dit oogenblik is lang verbeid. In een oud-siga
ren-kistje, door vader met zand gevuld, heeft
Jozientje dezen winter vijf bruine bollen geplant,
niet wetend wat daaruit worden zou.
Geduld", zei Vader, als ze minachtend oogde
naar de zwellende, groene scheuten, die onbekende
beloften droegen.
Wat worden dat nou?" zeurde Jozientje en
probeerde er een kapot te peuteren. Afblijven",
gebood vader streng het worden mooie bloemen,
als je er niet aan komt".
Daarop hield Jozientje haar brutale handje?
thuis en zij begon nieuwsgierig te worden.
En de knoppen zwollen en zwollen en het won
der van het groeiende leven vertoonde zich iederen
dag duidelijker aan Jozientjes verbaasde
kinderoogen.
Zij zag de bladeren zich ontwikkelen en de
bloemknoppen komen en toen reeds dacht ze:
Mooie bloemen worden het ! Ik zal ze Juffrouw
geven !"
De juffrouw houdt van bloemen. Jozientje weet
het.
Hoe zullen de tulpen te pronken staan in het
kleine, witte vaasje op het tafeltje voor de klasse !
Die bloemen heb ik van Jozientje gekregen,"
zal juffrouw zeggen tegen een ieder, die binnen
komt. ^
Ik heb ze zelf gekweekt," denkt Jozientje blij.
Voor de school staat ze en de tulpen, de mooie,
ruode Darwin-tulpen, vlammen in de lente-zon.
M A O D A L E N A Z U R C H E R
VERZOEKE ALLE STUKKEN VOOR DE RUBRIEK
VOOR VROUWEN" IN TE ZENDEN AAN HET
SECRETARIAAT VAN DE AMSTERDAMMER"
KEIZERSGRACHT 333, AMSTERDAM.