Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2431
'\ y, ". '?"?"' ' v ' f
I , ' .',/ ?--., - '/ ' '? '-* (l
'? Ti/DGENQOfÉN'
rïl ii«X, ; , . ,.,,.; . -.-?,?...;.;?;. ?--;? i - ... i M
L' l l l' i
MAURICE BARRÈS
l.
Behoeft het een excuus, het te laat op het appèl
verschijnen van deze herinnering aan Barrès, zoo
lang nadat de andere doodenoffers zijn gebracht?
Men laat zich gemakkelijk verleiden tot zwijgen,
wanneer er zoovelen bereid zijn tot spreken, en ook
in ons land de uitnemend bevoegden niet ont
breken om het woord te voeren over een leidsman
als deze van de Fransche géestesbeweging. Toch
is het niet goed zich achteraf te houden; er ligt
iets bekrompen provinciaals in.
Een koelheid alsof men genoeg had aan zijn eigen
grootheid en kleinheid of die van zijn omgeving.
Laat mij dus allen prijzen die hun dooden op een
waardige en treffende wijze weten te eeren, en
daarbij een plaats vooraan gunnen aan Frankrijk.
Het .is, sinds den grooten oorlog een gansene veel
belovende generatie zonder mededoogen wegnam,
een land van kerkhoven geworden, of, ik mag ze
wel hier, al klinkt het een beetje mooi,
doodenakkers noemen. Barrès, met zijn fijn en diep gevoel
voor alles wat het leven karakteriseert en omlijst,
heeft aan dien trek van den modernen tijd zijn
volle aandacht geschonken. Hij had zijn melan
cholie.
Als een artist, in den zin van Baudelaire,'was hij
zich altoos bewust allén te staan, hoe groot ook
de erkenning was welke hij ondervond, en, mag hij
taai zij n geweest, robust was hij zeker niet: hij moest
zich vroeg te recht vinden met het denkbeeld van
den dood. De dood was hem niet een contrast van
hét leven, hij nam hem op in zijn levensbeschou
wing, hij werd een blijvende begeleiding en een
begrenzing.
Montaigne besteedt een hoofdstuk van zijn
'Essais aan de wijze waarop de ouden zich tegen
over het sterven gedroegen. Mij dunkt, dit moet
onzen ironist hebben gesmaakt. Maar hijzelf,
naar zijn gewoonte, heeft zijn bevinding kort en
scherp geformuleerd, en na het bezoek van een
kerkhof zeide hij: vroeger was het: onderwerp
voor een declamatie, voor mij is het een discipline".
Een nichtmiddel!
Voor hemzelf is de dood heel genadig geweest.
Hij heeft zijn komst misschien even vermoed,
want hij rekende niet op een lang leven maar
hij had hem nauwelijks herkend of hij werd weg
genomen, en voor zijn vrienden, hoeveel pijn de
scheiding ook heeft gegeven, is het moment van
sterven, te midden van zijn werkzaamheid in
't bezit van al zijn vermogen, een soort van ver
heerlijking geweest. Was het niet alsof zijn genius
den slapende had vrijgemaakt van alle moeite en
stof uit het worstelperk van het aardsche bestaan
om glorieus en jeugdig hem voor onze verbeelding
op te roepen in de kracht van zijn idealen helden
aard? Men dacht niet aan zijn dood, maar aan zijn
voortleven.
Zoo wordt ons de stemming geschilderd van
hen die achterbleven in de bladzijden waarmee
Thibaudet den vriend die hen had verlaten, her
denkt:
Albert Thibaudet is de gezaghebbende criticus
van het tijdschrift La nouvelle revue fran$aise dat
de levende literatuur van Frankrijk vertegenwoor
digt.
Te allen tijde, van zijn eerste verschijning in de
letterkundige wereld af tot nu toe, hebben zijn
tijdgenooten Maurice Barrès aangezien voor den man
die bij al wat hij deed, hoe vreemd het soms ook
mocht schijnen, precies wist wat en waarom hij
het deed (?malgréson abandon apparent", zegt
Camille Mauclair, een criticus die er ook mag
wezen en die B. van jongs af heeft gekend, ,,il a
toujours possédéau plus grand'degréla maïtrise
de soi et Ie calcul de tous les effets propres a plaire
et a séduire") en zoo zal er ook zeker menigeen wezen
van het literaire soupc.onneuse ras om te vermoeden
dat zijn vriendelijkheid voor Thiboudet in ver
band stond met zijn behoefte aan een klinkende
grafrede, maar even spijtig als het voor mij is
zulke gedachten te moeten vermelden, even
dwaasongepast is het dergelijke verdenkingen te
gelooven.
Neen en neen! Het mooie van een groot natio
naal geestelijk leven als het Fransche is dat de
voorganger de kans Heeft in de juiste termen de
juiste waardeering te ontvangen. Het is niet alleen
dat er van veel kanten veel stemmen opgaan, wat
het eeren van een doode bewijst, maar dit is de
eer dat woorden van hem worden gezegd welke
hem onvergankelijk een plaats verzekeren in de ^
gedachte der menschen.
Al vraagt daarbij ook de smart en de opwinding
van het oogenblik eenige ruimte voor een mogelijke
overdrijving.
Thibaudet was de aangewezen man om van
Barrès te spreken. Hij heeft altoos zijn schouders
gezet onder zwaar werk in de diepte en in de breed
te, om op die wijs klaarheid en samenhang te
brengen waar licht en eenheid niet gemakkelijk
doordrong. Zijn studie: de geestesgesteldheid van
onzen tijd; en dat was de vorming van het tegen
woordig geslacht als de neerslag van de krachten
die er invloed op hebben geoefend, die krachten
echter geen bewegingen in 't abstracte ge'dacht,
maar levende personen die hun eigen wereld op
bouwen en hun resultaat overleveren aan hun
generatie.
Ik wil de gedachte niet afleiden door in te gaan
op den omvangrijken arbeid van den criticus. Wij
hebben slechts te maken met zijn studie vanBarrès.
Onder den titel van La v ie de Maurice Barrès
heeft hij in 1921 een uitgebreide ontleding gepu
bliceerd van de geheele werkzaamheid van den
schrijver, en hij heeft zijn best gedaan dat geen
hoekje van zijn geest, in verband met het geheele
huis van zijn ideeën, hem onbekend bleef.
Dat werk heeft hij verricht, gelijk een goed wer
ker betaamt, alleen om der wille van het werk;
hij is er volstrekt de man niet naar om met het oog
op iets dat buiten het kader van de gedachte valt
zijn opinie te vormen; integendeel hij houdt zich
achter af, hij loopt niet te koop met zijn oordeel,
het is een stuk van hemzelf, en hij heeft er de
schaamte van.
Het was bijna toevallig dat hij niet lang geleden
op een tocht door de Vogezen Barrès een bezoek
bracht op zijn goed te Charmes (Charmes s.
Moselle, Vosges). Thibaudet is er dadelijk ónder de
bekoring geraakt. Barrès had niet alleen de ge
wone vriendelijkheid van ontvangst, maar een
voorkomende zorg, die, zonder zich op te dringen,
gerustheid gaf aan het verkeer en een voorname
openheid die alle moeilijkheid en wrijving buiten
sloot. Zoo was de traditie in Frankrijk van hen
die zich op den eersten rang voelden; Paul
Bourget, die Barrès in de Parijsche letterkundige wereld
binnenleidde, heeft hem die houding getoond;
en met zijn verfijnde gevoeligheid zou hij haar
ook zonder voorbeeld hebben gevonden.
De uren in de nabijheid van Barrès en zijn gezin
doorgebracht gaven aan Thibaudet de verrukking
van een levend begrip.
De slag van zijn dood kwam absoluut onver
wacht voor hem neer, niets dat aan zijn omgeving
de nadering aanduidde. Toen Thibaudet, bij zijn
aankomst te Parijs, uit de courant het bericht
vernam, was zijn plan aanstonds om zich aan het
hotel van Barrès te Neuilly, achter het Bois de
Boulogne; aan te melden voor denachtwakebij den
overledene, want zoo, gelijk men weet, is het de
Fransche gewoonte om den doode niet alleen te
laten in den nacht. Zoo velen hadden zich opge
geven dat er geen sprake van kon wezen het hem
toe te staan.
Een twaalftal van de naastbestaanden in het
gebied der letteren verzamelde zich daarom onder
Bourget's leiding in de ruime bibliotheekzaal van
het huis, Barrès' werkkamer, waar hij zijn plaats
had voor het bureau, onder het medaillon van den
grooten Prins van Condé, het profiel niet den
fieren neus deed aan den huisheer denken.
Daar werd de dienst voor den doode ver
richt.
Men herinnerde zich de bladzijden door Barrès
in zijn Déracinés gewijd aan de lijkplechtigheid
voor Victor Hugo onder den triomfboog der
Champs Elysées.
De regels zijn wel bekend en de groote passage
waar zij voorkomen: On a justement défini l'Are
de Triomphe en plein jour wie porte sur Ie vide".
Cettc nuit-Id, c'était u/ie porte ouverte sur !e néant
et sur Ie mystère". Zij werden voorgelezen temidden
der stilte van de overpeinzing, terwijl ieder nog
voor zich had het beeld van den man, gestrekt in
de kalmte des doods, met op het gezicht de volle
kracht van verontwaardigden trots en diep inner
lijk leven, die, hem vereenzamend in het bestaan,
het graf gemaakt hadden tot een toevlucht.
Hij ligt daar'als een prins op het paradebed met
het allerrijkste leven achter zich, zooals het slechts
een artiest kan overkomen die van al zijn gaven
en begeerten wil genieten, zich onderwerpend aan
het leven en het beheerschend tegelijk, soepel, wreed,
edelmoedig, hard, zinnelijk gepassioneerd en koel
zich nauwlijks verwaardigend, uitgaand van de
enge wereld van zichzelf om ten slofte den breeden
nationalen stroom mee te sleepen die hem als
een vorst voortdraagt. Toch altoos zichzelf gelijk.
Rusteloos: hij zoekt het in het Zuiden, op de
grens van Afrika, hij zoekt het in Azië. Wat drijft
hem? Een zucht naar verruiming, een hartstocht.
Wijze en dwaze maagden begeleiden hem op zijn
VRAAGT BEKNOPT PROSPECTUS
J. S. MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-ÜEN HAAG
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND
baan. Heeten het pelgrimstochten welke hij onder
neemt ?
Zij zijn niettemin bedoeld, en die bedoeling
wordt mettertijd al duidelijker, om den naam en
den invloed van Frankrijk uit te breiden. ,,lk
weiger den dood", heeft hij gezegd, eer ik mij de
hoofdsteden van het Oosten heb vertrouwd ge
maakt." Hij is niet heengegaan voordat hij de
allerlaatste hand had gelegd aan zijn boek over de
landen van den Libanon. Dan is hij tot den Rijn
gekomen, om daarvan een geestelijke verbinding
van Duitschland met Frankrijk te maken; en
ondertusschen heeft hij er steeds naar gestreefd
om voor zich en zijn familie, in opgaande en dalende
lijn, een duurzaam ruim aangelegd bestaan te
vestigen; niet slechts was hij een prins, maar
een groot burger van Frankrijk.
Zoo weet Thibaudet de clianacantc figuur van
Maurice Barrès, onder de aandoening van het heen
gaan, diep getroffen, te schilderen en met hem
eenige oogenblikken verwijlend blijven wij op een
afstand leven in den doode.
Ik heb het groote voorrecht gehad, even als
Thibaudet, Maurice Barrès in een vati zijn laatste
levensjaren te midden van zijn familie als Fransch.
burger te zien en met hem in de ruime bibliotheek
zaal van Neruilly eenvoudig gezellig te dejeuneeren.
Hij toonde mij toen de reproductie van Pascal's
doodenmasker, die hem was geschonken, en waar
in hij zeker een verwant vond: Pascal, in den nacht
van het leven tusschen zijn Nétmt en zijn Mystère!
W. O. C. B Y V A N C K
NIEUWE UITGAVEN
Is or.;c rijpere jeugd in nlc~cn and.'rs dun irwgi'r?
Rapport over een enquête in zake vooruitgang
of achteruitgang in het geestelijk en zedelijk
gehalte van de rijpere jeugd, ingesteld door eieii
bond ter behartiging van Ce belangen van het
kind, bewerkt door A. G. Dyserinck, S. Gros
hans en S. C. van Leersum, 's-Oravenhage, N.V'.
Uitgevers Maatschappij Ontwikkeling".
Een groot aantal Nederlanders van verschil
lende maatschappelijke positie heeft aan deze
enquête zijn medewerking verleend.
De onmogelijkheid om bij dit onderzoek tot
een duidelijke en zuivere uitkomst te geraken,
moeten de rapporteurs aan het einde van hun
rapport erkennen:
Mtt ernst hebben wij ernaar gestreefd iedere
meening tot haar recht te laten komen, onver
schillig of wij die meening deelden of niet.
Wanneer wij dan tenslotte er'toe overgaan
eenige conclusies uit het voorgaande te trekken
en die aan de belangstellenden mede te deelen,
wenschen wij daarbij nadrukkelijk vast te stellen
dat deze conclusies geen aanspraak maken op
wetenschappelijke waarde.
Het verkregen materiaal leent zich niet daartoe,
daar het bijna uitsluitend bestaat uit persoonlijkeer
varingen en inzichten van verschillende menschen,
die vaak op voor ieder individueel volkomen
te verdedigen gronden komen tot geheel ver
schillende oordeel veilingen."
BATEN101G i FOLMEI
Dinüaig -'- Huijgenspark II
SPECIALITEIT;
Verhuizingen onder Garantie
Bergplaats-in voor Inboedels