De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 19 januari pagina 23

19 januari 1924 – pagina 23

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR'NEDERLAND 23 BRIDGE door B. M. Correspondentie richte men naar het secreta riaat van De Amsterdammer" Keizersgracht 333, Amsterdam onder motto: Bridge. SPELPROBLEEM iv Ik geef u hieronder een spelprobleem, dat zooals in de praktijk vrij vaak voorkomt, door den zeer ervarene al spelend .wordt opgelost, maar door den midner geroutineerde niet door grond wordt. Ik ontveins me dan ook niet, dat dit spel voor den eerstgenoemde niets buitengewoons brengt; Blinde Voorhand Achterhand Leider Het bieden verloopt aldus (Contract-Bridge): V: l in &A.; B2 in R; A. past; L: 2 inSch.; V past; B3 in Sch.; A pa,st; L: 4 in Sch.; V doubleert; *B. A. <L; passen. . Het spel van B is: Het spel van L is: KI: v. 10. 8. 6. R: 3. H: b. 3. 2. Sch: a. b. 10. 6. 3. KI: h.b. R.: a. b. 10. 6. 2 H.: a. h. 4. Sch.: 9. 8.2. V. Kl. a. K. 3Sch. h. H. 5. Sch. v. Sch. 7. Kl. 5. R. 5. R. 4. R. v. R. h. H. 8. H. v. B. : K. b. Kl. h.: Sch. g. H. h. Sch. 8. Sch. 2. R. 2. R. 6. H. 4. R. a. R. 10. H. a. R. b. . A. Kl. 2. Kl. 4. Sch. 4. H. 6. Sch. 5. H. 7. K. 7. Kl. 9. R. 7. R. 8. R. 9. H. 9. H. 10. L. Kl. 6. Kl. 8. Sch. 3. H. 2. Sch. 6. Sch. a. Kl. v.: Kl. 10. Sch. b. R. 3Sch. 10. H. 3. H. b. Het spel verloopt als volgt. (N. B.> De kaart, van degene die uitkomt is in eiken slag cursief gedrukt. I II III IV V VI VII: VIII IX X XI XII XIII Uit den loop van het spel kan men opmaken,dat V's kaarten waren: en dat A's kaarten waren: KI: a. 5. 3. KI: 9. 7. 4. 2. R: h. v. 5. 4. R: 9. 8. 7. H: V. 8. 5. H: 10. 9. 7. 6. Sch.: h. v. 7. Sch: 5. 4. Commentaar bij het spel. L. had rekening te houden met de volgende feiten : V had sans-atout geboden, en had gedou bleerd. Hoogstwaarschijnlijk heeft V. dus Sch. h. en yr., die V beiden moet maken. KI. a. heeft L. in den eersten slag al verloren. Hij mag dus geen slag meer verliezen, wil hij het spel bunnen winnen. Een methode daartoe was geweest om in slag IV de H.h. in B. niet te leggen, en direct op de vrouw van V te» snijden. Misleid door het Hartenspelen van V. dorst L. dit echter nog niet aan. De vraag is trouwens of het goed spel van V was om onder zijn H. v. uit te spelen. Hij kon misschien best KI. nog nagespeeld hebben al troefde B. die af. L. speelt dus in slag V. troef na, en V doet dit in VI eveneens uit angst, dat L. B's troefje nog zal gebruiken om KI- af te troeven. Zeer goed gezien!! Maar nu? L. heeft nog 7 kaarten in handen, dien hij allemaal'moet maken. Hij heeft echter slechts 6 vaste trekken, te weten kl. v. 10. Sch. b. 10. R. a. H. a. Waar de zevende vandaan te halen? Dit kan hij nu doen door V voor een dwangpositie te plaatsen, d.w.z. zoo'n positie, dat hij per se foutief moet weggooien. Dit is het geval als L. eerst 2 x KL speelt en daarna troef. V. heeft dan nog 4 kaarten in zijn hand. Te weten: R. h. v. en H. v. 8. Gooit hij in slag IX inplaats van R. 4, H. 8 weg, zoodat hij dan overhoudt R h. v. 4. en H. v., dan wordt L's H b vrij. Dit mocht V dus niet doen. Nu kan L bovengenoemde speelwijze volgen, n.I. (zie sehema) R. spelen, in B. de aas nemen, Ruiten na, deze met troef 10 aftroeven, zoodat B's laatste R. vrij wordt. L. kan echter ook in slag X direct Sch. 10 spelen. Wat moet V weggooien? Gooit hij R. weg, dan wordt de R. vrij, gooit hij H. weg, dan wordt L's H. b. vrij. (N. B. Als L. van plan is zoo te spelen, dan moet hij natuurlijk in slag IX in B. R 10 wegwerpen, inplaats van H. 4.) De in 't schema gevolgde spelwijze biedt echter de voorkeur, omdat L zoo ook zijn spel wint als A R h. of V tweede heeft. De strafpunten bij het down-gaan. Voorzoover mij bekend bestaan er twee scholen, die het down-gaan bij Contract-Bridge betreffen. Volgens de eene ongeveer-gelijkend op de regeling bij Royal-Auction-Bridge moet de verliezer voor elke slag down 50 punten betalen, vermeerderd met 50 punten voor Het verbreken van het contract. Dus n down = 100 ~ p., 2 down 150 p., 3 down 200 p. enz. . De andere school gaat uit van de idee, dat een down heel makkelijk voor kan komen, 2 al iets minder, maar 3 en meer bij goed bieden haast niet mogen voorkomen en dus zwaar gestraft moeten worden. (Progressief) Vogens deze school is n down dan ook maar.. 50 punten, 2 down 150 p., 3 down 350 en voor elke slag meer down 200 punten bv. 5 down = 750 p.; 7 down = 1150 ; gedoubleerd = 2300 p. Nu was het mij bekend, aat deze twee scholen rustig naast elkaar bestonden, zonder dat de een de ander het lastig maakte. Zoo heb ik ook nooit, hoewel aanhanger van de eerste, me partij gesteld. Thans evenwel iS het noodzakelijk, dat ook in deze kolommen een wtrordje aan gewijd wordt, aangezien er in de laatste tijden voor de tweede school te veel propaganda gemaakt is en m.i. ten onrechte. De redeneering van de aanhangers van de tweede school is aldus: Wanneer iemand met een zeer twijfelachtige kaart probeert te verhinderen dat de tegenpartij de robber (manche) wint, dan is het zeer juist, dat die daarvoor zwaar gestraft wordt. Een down, desnoods twee, kan men nog gaan, zonder al te slecht geboden te hebben, maar als men drie of meer down gaat, dan is dat een teeken van opdrijverij, die dan maar duur moet komen te staan. Dan had je de Robber maar moeten gunnen." Natuurlijk is het in 't algemeen juist, dat hoe meer men down gaat, hoe slechter men geboden heeft. Maar afgezien van het feit, dat het sportieve element van het spel door de ho«ge downpuntenberekening een zware knak krijgt zou ik toch het volgende willen opwerpen. CADILLAC V. 83 De nieuwe CADILLAC V. 63 wedijvert In kwaliteit met hat duurste op de markt. K. LANDEWEER - UTRECHT Als het juist is, dat men door toevallige omstan digheden n (of twee) down gaan kan, zonder slecht geboden te hebben we nemen aan: n of twee down gaan is geen teeken van slecht bieden waarom kan het dan niet juist zijn, dat we een kaart hebben, waar we feitelijk maar n a twee op behooren down te gaan, maar door toe vallige onstandigheden 3 a 4 down gaan? Als dit mogelijk is, waarom dan het progressieve verschil? En is het omgekeerde ook niet mogelijk? Iemand heeft uit opdrijverij zeer hoog geboden, zóó hoog dat hij waarschijnlijk veel down zal gaan. Door diverse omstandigheden weet hij maar n down te gaan, en komt er met een heel klein strafje af. Dit heb ik op de logische grondgedachte van de tweede school tegen. Maar een nog ernstiger bezwaar heb ik tegen de practische consequentie's. Speelt men een spel, dan ligt het in de lijn, dat de speler al zijn best do£t er te komen. Bij gewoon Bridge moet mert om het geannonceerde te winnen, er alles op kunnen zetten (zelfs het risico van eenige slagen down). Scheelt het nu 200 punten (gedoubleerd zelfs 400 punten) of men 2 of 3 down gaat, dan zal er in de praktijk geen sprake meer van zijn, dat iemand redeneert: Ik moet de kans van 3 down loopen om er even tueel te kunnen komen." Neen, hij zal veeleer zeggen: Ik zal het spel zoo spelen, dat ik wel- swaar geen kans heb om er te komen, maar ook geen om meer dan 2 down te gaan." Door deze onereuse strafpuntenregeling wordt de speler dus feitelijk belet een dusdanig spel te spelen, dat hij de meeste winstkansen heeft.... en hiermee is de tweede school veroordeeld. Wil men opdrijverij tegen gaan, dan spele men b.v. doubléin de vechtmanche". D.w.z. Hebben beide partijen een manche, dan is bij down-gaan er automatisch gedoubleerd. (N.B. De tegenpartij heeft natuurlijk nog steeds het recht, vooraf te doubleeren. Dus dan bij down-gaan automatisch geredoubleerd, en bij redouble gereredoubleerd). Vindt men, dat men hier de opdrijverij slechts in de vechtmanche mee coupeert, welnu dan verhooge men eenvoudig de strafpunten per downslag, maar nooit progressief. De aantrekkelijkheid om een spel te winnen mag nooit in gevaar gebracht worden door een progressief downpuntensystesm. REFORM?BRIDGE. Ik hoop nog van eenige lezers bericht te krijgen over op- of aanmerkingen en zal dan een volgend maal hier nog een slotweord aan wijden. In 't belang van de verbetering en veraangena ming van 't Bridgespel verzoek ik u dringend zooveel mogelijk uw oordeel in te zenden. Bespreking merkwaardige of moeilijke gevallen Mochten mijne lezers eens een typisch of moeilijk geval tegenkomen, dan zou het me aangenaam zijn, dit ter bespreking in deze rubriek te ontvangen. (Punch) (Passing Show) «LHet jongetje (in een opwelling van wroeging de kamer binnenkomend): Maatje, mag ik een koekje hebben?" De moeder: Wat nu?" Het jongetje^Nee gisteren." . De moeder (op een klacht van de gouvernante): Hoe komt 't toch, lievert, dat je je lessen zoo dikwijls niet kent? Het jongetje: As ik ze ken, dan zoent ze me." fe.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl