Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR'NEDERLAND
23
BRIDGE
door B. M.
Correspondentie richte men naar het secreta
riaat van De Amsterdammer" Keizersgracht
333, Amsterdam onder motto: Bridge.
SPELPROBLEEM iv
Ik geef u hieronder een spelprobleem, dat
zooals in de praktijk vrij vaak voorkomt, door
den zeer ervarene al spelend .wordt opgelost,
maar door den midner geroutineerde niet door
grond wordt. Ik ontveins me dan ook niet, dat dit
spel voor den eerstgenoemde niets buitengewoons
brengt;
Blinde
Voorhand
Achterhand
Leider
Het bieden verloopt aldus (Contract-Bridge):
V: l in &A.; B2 in R; A. past; L: 2 inSch.; V
past; B3 in Sch.; A pa,st; L: 4 in Sch.; V
doubleert; *B. A. <L; passen. .
Het spel van B is: Het spel van L is:
KI: v. 10. 8. 6.
R: 3.
H: b. 3. 2.
Sch: a. b. 10. 6. 3.
KI: h.b.
R.: a. b. 10. 6. 2
H.: a. h. 4.
Sch.: 9. 8.2.
V.
Kl. a.
K.
3Sch. h.
H. 5.
Sch. v.
Sch. 7.
Kl. 5.
R. 5.
R. 4.
R. v.
R. h.
H. 8.
H. v.
B. :
K. b.
Kl. h.:
Sch. g.
H. h.
Sch. 8.
Sch. 2.
R. 2.
R. 6.
H. 4.
R. a.
R. 10.
H. a.
R. b. .
A.
Kl. 2.
Kl. 4.
Sch. 4.
H. 6.
Sch. 5.
H. 7.
K. 7.
Kl. 9.
R. 7.
R. 8.
R. 9.
H. 9.
H. 10.
L.
Kl. 6.
Kl. 8.
Sch. 3.
H. 2.
Sch. 6.
Sch. a.
Kl. v.:
Kl. 10.
Sch. b.
R.
3Sch. 10.
H. 3.
H. b.
Het spel verloopt als volgt.
(N. B.> De kaart, van degene die uitkomt is
in eiken slag cursief gedrukt.
I
II
III
IV
V
VI
VII:
VIII
IX
X
XI
XII
XIII
Uit den loop van het spel kan men opmaken,dat
V's kaarten waren: en dat A's kaarten waren:
KI: a. 5. 3. KI: 9. 7. 4. 2.
R: h. v. 5. 4. R: 9. 8. 7.
H: V. 8. 5. H: 10. 9. 7. 6.
Sch.: h. v. 7. Sch: 5. 4.
Commentaar bij het spel.
L. had rekening te houden met de volgende
feiten : V had sans-atout geboden, en had gedou
bleerd.
Hoogstwaarschijnlijk heeft V. dus Sch. h. en
yr., die V beiden moet maken. KI. a. heeft L.
in den eersten slag al verloren. Hij mag dus geen
slag meer verliezen, wil hij het spel bunnen
winnen. Een methode daartoe was geweest om
in slag IV de H.h. in B. niet te leggen, en direct
op de vrouw van V te» snijden. Misleid door het
Hartenspelen van V. dorst L. dit echter nog niet
aan. De vraag is trouwens of het goed spel van
V was om onder zijn H. v. uit te spelen. Hij kon
misschien best KI. nog nagespeeld hebben al
troefde B. die af.
L. speelt dus in slag V. troef na, en V doet
dit in VI eveneens uit angst, dat L. B's troefje
nog zal gebruiken om KI- af te troeven. Zeer goed
gezien!!
Maar nu? L. heeft nog 7 kaarten in handen, dien
hij allemaal'moet maken. Hij heeft echter slechts
6 vaste trekken, te weten kl. v. 10. Sch. b. 10.
R. a. H. a. Waar de zevende vandaan te halen?
Dit kan hij nu doen door V voor een dwangpositie
te plaatsen, d.w.z. zoo'n positie, dat hij per se
foutief moet weggooien. Dit is het geval als L.
eerst 2 x KL speelt en daarna troef.
V. heeft dan nog 4 kaarten in zijn hand. Te
weten: R. h. v. en H. v. 8.
Gooit hij in slag IX inplaats van R. 4, H. 8
weg, zoodat hij dan overhoudt R h. v. 4. en H. v.,
dan wordt L's H b vrij. Dit mocht V dus niet
doen. Nu kan L bovengenoemde speelwijze
volgen, n.I. (zie sehema) R. spelen, in B. de aas
nemen, Ruiten na, deze met troef 10 aftroeven,
zoodat B's laatste R. vrij wordt.
L. kan echter ook in slag X direct Sch. 10
spelen. Wat moet V weggooien? Gooit hij R. weg,
dan wordt de R. vrij, gooit hij H. weg, dan wordt
L's H. b. vrij. (N. B. Als L. van plan is zoo te
spelen, dan moet hij natuurlijk in slag IX in B.
R 10 wegwerpen, inplaats van H. 4.)
De in 't schema gevolgde spelwijze biedt echter
de voorkeur, omdat L zoo ook zijn spel wint als
A R h. of V tweede heeft.
De strafpunten bij het down-gaan.
Voorzoover mij bekend bestaan er twee scholen,
die het down-gaan bij Contract-Bridge betreffen.
Volgens de eene ongeveer-gelijkend op de
regeling bij Royal-Auction-Bridge moet de
verliezer voor elke slag down 50 punten betalen,
vermeerderd met 50 punten voor Het verbreken
van het contract.
Dus n down = 100 ~ p., 2 down 150 p.,
3 down 200 p. enz.
. De andere school gaat uit van de idee, dat een
down heel makkelijk voor kan komen, 2 al iets
minder, maar 3 en meer bij goed bieden haast
niet mogen voorkomen en dus zwaar gestraft
moeten worden. (Progressief)
Vogens deze school is n down dan ook maar..
50 punten, 2 down 150 p., 3 down 350 en voor
elke slag meer down 200 punten bv. 5 down =
750 p.; 7 down = 1150 ; gedoubleerd = 2300 p.
Nu was het mij bekend, aat deze twee scholen
rustig naast elkaar bestonden, zonder dat de een
de ander het lastig maakte. Zoo heb ik ook nooit,
hoewel aanhanger van de eerste, me partij gesteld.
Thans evenwel iS het noodzakelijk, dat ook in
deze kolommen een wtrordje aan gewijd wordt,
aangezien er in de laatste tijden voor de tweede
school te veel propaganda gemaakt is en m.i.
ten onrechte.
De redeneering van de aanhangers van de tweede
school is aldus: Wanneer iemand met een zeer
twijfelachtige kaart probeert te verhinderen dat
de tegenpartij de robber (manche) wint, dan is
het zeer juist, dat die daarvoor zwaar gestraft
wordt. Een down, desnoods twee, kan men
nog gaan, zonder al te slecht geboden te hebben,
maar als men drie of meer down gaat, dan is dat
een teeken van opdrijverij, die dan maar duur
moet komen te staan. Dan had je de Robber
maar moeten gunnen."
Natuurlijk is het in 't algemeen juist, dat hoe
meer men down gaat, hoe slechter men geboden
heeft.
Maar afgezien van het feit, dat het sportieve
element van het spel door de ho«ge
downpuntenberekening een zware knak krijgt zou ik toch
het volgende willen opwerpen.
CADILLAC V. 83
De nieuwe CADILLAC V. 63 wedijvert
In kwaliteit met hat duurste op de markt.
K. LANDEWEER - UTRECHT
Als het juist is, dat men door toevallige omstan
digheden n (of twee) down gaan kan, zonder
slecht geboden te hebben we nemen aan:
n of twee down gaan is geen teeken van slecht
bieden waarom kan het dan niet juist zijn, dat
we een kaart hebben, waar we feitelijk maar n
a twee op behooren down te gaan, maar door toe
vallige onstandigheden 3 a 4 down gaan?
Als dit mogelijk is, waarom dan het progressieve
verschil?
En is het omgekeerde ook niet mogelijk?
Iemand heeft uit opdrijverij zeer hoog geboden,
zóó hoog dat hij waarschijnlijk veel down zal
gaan. Door diverse omstandigheden weet hij
maar n down te gaan, en komt er met een heel
klein strafje af.
Dit heb ik op de logische grondgedachte van
de tweede school tegen.
Maar een nog ernstiger bezwaar heb ik tegen
de practische consequentie's.
Speelt men een spel, dan ligt het in de lijn,
dat de speler al zijn best do£t er te komen. Bij
gewoon Bridge moet mert om het geannonceerde
te winnen, er alles op kunnen zetten (zelfs het
risico van eenige slagen down). Scheelt het nu
200 punten (gedoubleerd zelfs 400 punten) of
men 2 of 3 down gaat, dan zal er in de praktijk
geen sprake meer van zijn, dat iemand redeneert:
Ik moet de kans van 3 down loopen om er even
tueel te kunnen komen." Neen, hij zal veeleer
zeggen: Ik zal het spel zoo spelen, dat ik wel-
swaar geen kans heb om er te komen, maar ook
geen om meer dan 2 down te gaan."
Door deze onereuse strafpuntenregeling wordt
de speler dus feitelijk belet een dusdanig spel te
spelen, dat hij de meeste winstkansen heeft....
en hiermee is de tweede school veroordeeld.
Wil men opdrijverij tegen gaan, dan spele men
b.v. doubléin de vechtmanche". D.w.z. Hebben
beide partijen een manche, dan is bij down-gaan
er automatisch gedoubleerd. (N.B. De tegenpartij
heeft natuurlijk nog steeds het recht, vooraf te
doubleeren. Dus dan bij down-gaan automatisch
geredoubleerd, en bij redouble gereredoubleerd).
Vindt men, dat men hier de opdrijverij slechts
in de vechtmanche mee coupeert, welnu dan
verhooge men eenvoudig de strafpunten per
downslag, maar nooit progressief.
De aantrekkelijkheid om een spel te winnen mag
nooit in gevaar gebracht worden door een progressief
downpuntensystesm.
REFORM?BRIDGE.
Ik hoop nog van eenige lezers bericht te krijgen
over op- of aanmerkingen en zal dan een volgend
maal hier nog een slotweord aan wijden.
In 't belang van de verbetering en veraangena
ming van 't Bridgespel verzoek ik u dringend
zooveel mogelijk uw oordeel in te zenden.
Bespreking merkwaardige of moeilijke gevallen
Mochten mijne lezers eens een typisch of
moeilijk geval tegenkomen, dan zou het me
aangenaam zijn, dit ter bespreking in deze
rubriek te ontvangen.
(Punch)
(Passing Show)
«LHet jongetje (in een opwelling van wroeging de kamer
binnenkomend): Maatje, mag ik een koekje hebben?"
De moeder: Wat nu?"
Het jongetje^Nee gisteren."
. De moeder (op een klacht van de gouvernante): Hoe
komt 't toch, lievert, dat je je lessen zoo dikwijls niet kent?
Het jongetje: As ik ze ken, dan zoent ze me."
fe.