Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WE£KB£AD^VOOR.;KEDERLAND
Ho;f2431:
HERINNERINGEN VAN EEN
TER DQOD VEROORDEELDE
DOOR GREGORIUS ALEXINSKY,
(gewezen lid der Doema).
Vanavond vertrekken wij uit Sewastopol.
Als gevolg van onze lange reeks van samen
komsten, heeft de groote meerderheid der
bemanningen zich uitgesproken tegen eiken
mogelijken vorm van wanorde. Elk onmid
dellijk gevaar van een opstand of een
officiersmoord is voor het oogenblik afgewend, en
ik heb den indruk dat het voorloopig bewind
het in zijn macht heeft om door een ferm op
treden den toestand te verbeteren.
Op het oogenblik van ons vertrek doet zich
een roerend voorval voor. Op weg, van het
hotel naar het station, ontmoeten wij op straat
een groep matrozen die ons, mijn vriend den
soldaat n mijzelf, omringen, ons de hand
drukken en ons danken dat wij gekomen
zijn. Een der matrozen, iet of wat bedronken,
knielt midden op straat voor mijn metgezel
neer, en zegt hem, met tranen in de oogen:
Vooral jou dank ik. Je bent ma'ar een
eenvoudige soldaat, maar je spreekt beter
dan allen die ik tot nu toe heb hooren spreken.
Je woorden hebben me getroffen tot in het
diepst van mijn hart. En trouwens, weet je,
je hebt me gered, je hebt me uit een leelijk
zaakje geholpen. Ik had het voornemen om
alle officieren van ons schip om zeep te
helpen, en jij hebt mijn hand terugge
houden...."
III.
EEN AANVAL OP DEN SOVJET.
Moskou, Juni 1917.
Op weg van Sewastopol naar Petrograd,
houd ik mij eenige dagen te Moskou op,
teneinde er een vergadering bij te wonen van
het plaatselijke komitee onzer partij. De
Moskovitische kameraden klagen over de
houding van den sovjet te Moskou, die hunne
organisatie als te burgerlijk", want te vader
landslievend, op den index heeft gezet. Hij
belet haar, aan de verkiezingen voor den
gemeenteraad deel te nemen. De sovjet te
Moskou is al in handen van de
Zimmerwalders" en de bolsjewieken.
Waarom protesteer jelui niet bij het
publiek tegen de handelingen der sovjets?"
vraag ik aan de leden van ons komitee.
Maar hoe zouden we kunnen protesteeren?'
Door middel van openbare bijeenkomsten.
Roep meetings samen."
Maar alle lokalen zijn in handen van den
sovjet, en die zal ons niet een enkele zaal
ter beschikking stellen."
En de straat, en de pleinen? De sovjet zal
jelui niet kunnen verhinderen, daar samen
te komen."
Er wordt dus besloten, een enorme meeting
te houden op het Strastnaiaplein, in het
centrum van Moskou. Den volgenden dag
wordt zij in alle dagbladen aangekondigd,
en twee dagen later, op den Hen Juni,
improviseeren wij ik, mijn vriend de soldaat,
en alle leden van ons Moskousch komitee
een tribune op het voetstuk van het stand
beeld van den grooten Russischen dichter
Poesjkien. Vele duizenden toehoorders om
ringen het standbeeld en luisteren met klaar
blijkelijke vreugde naar onze redevoeringen
waarin wij in niet altijd zeer gekuischte be
woordingen, de defaitistische meerderheidvan
den sovjet en diens antinationale politiek
aanvallen. In het gehoor zijn alle klassen
vertegenwoordigd: militairen, kleine koop
lieden die uit de naburige winkels
samengestroomd zijn, dames, priesters, werklieden en
vrouwen uit den werkersstand, grijsaarden
met lange witte baarden, straatjongens, stu
denten, gymnasiasten, enz.
Terwijl ik bezig ben een gloeiende rede
voering af te steken, is een overvloedige
regenbui zoo onbeschaamd zich over de hoof
den mijner hoorders uit te gieten en hun vader
landslievende bezieling af te koelen. Enkelen
onder hen zijn op het punt zich uit de voeten
te maken. Er blijft me niets over dan tot
een demagogischen kunstgreep mijn toevlucht
te nemen. Mijn gelaat neemt een uitdrukking
van minachting aan, en ik begin hen uit te
schelden: Schaam jelui je niet? Ligt het
lot van jelui kielen en jassen jelui nader aan
het hart dan het heil des vaderlands? Is dat
zoo, gaat dan heen."
Dat pakt, en de menigte blijft moedig
staan in den onweersbui, die gelukkig eenige
minuten later afdrijft. Elke der heftige kri
tieken die wij tegen den sovjet uitbrengen,
ontmoet een luidruchtigen bijval en hevig
applaus.
Aan het einde der meeting stellen wij een
zeer scherpe resolutie voor waarin de
defaitistitische politiek van den sovjet veroordeeld
wordt, en de bolsjewieken beschuldigd worden
ten bate van den vijand te arbeiden. Deze
resolutie wordt
eenstemmigaangenomen.Daarop neem ik nogmaals het woord:
Medeburgers, gij hebt zoo juist een oordeel
uitgesproken over de werkzaamheid van den
Moskou'schen Sovjet. Maar het is nood
zakelijk dat hij uwe meening over hem kent.
Laat ons dus gezamenlijk naar den Sovjet
gaan, en deelen wij onze resolutie aan zijn
voorzitter mede."
Mijn voorstel wordt met geestdrift aange
nomen. Er vormt zich een stoet voorafgegaan
door alle redenaars en we begeven ons in
gesloten rangen en in een voorbeeldige orde
naar het Skobelef-plein, waar zich het paleis
van den Goeverneur-generaal bevindt, dat
nu de zetel geworden is van den Moskou'
schen sovjet.
Zoodra de menigte voor het paleis aange
komen is, vormt zij een indrukwekkend carré.
Er heerscht een volmaakte stilte. Voor de
vensters ziet men de zeer ongeruste gezichten
der leden en beambten van den Sovjet. Wij
schreeuwen naar boven dat de voorzitter
op het balkon moet verschijnen, teneinde
? de op een openbare bijeenkomst uitgebrachte
motie aan te hooren. Maar niemand vertoont
zich. Na nog eenige oogenblikken te hebben
gewacht, richten wij, ik en mijn vriend de
soldaat, ons tot de menigte en verklaren:
Als die lui niet gelieven zich te vertoonen,
dan blijft ons niets anders over, dan hen te
gaan opzoeken". Allen zijn met deze oplos
sing ingenomen, en maken aanstalten om
mij te volgen, doch ik wensen niet, dat die
geheele menigte het paleis binnenstroomt,
en ik sta slechts aan een klein aantal personen
toe, met mij mede te gaan. De ingang wordt
bewaakt door met geweren bewapende schild
wachten, die het consigne hebben gekregen
zonder uitdrukkelijke machtiging van den
wachtkommandant niemand toe te laten.
Maar de wacht is door 'den aanblik der
talrijke menigte zoo geimpressioneerd, dat
zij zich eerbiedig terugtrekt.
Wij doorschrijden een ruime vestibule,
en gaan de prachtige marmeren trap op,
waar lange jaren geleden de grootvorst Sergiy
- op- en afging, een van Moskou's
goeverneurs, die door moordenaarshand gevallen
is. Daarna treden wij een zeer schoone
zaal binnen, die geheel verlaten is. Het
schijnt dat de Sovjetleiders zich niet zeer
haasten om ons te begroeten. In een tweede
zaal treffen wij een stuk of wat radelooze
sovjetbeambten aan; wij noodigen hen uit
om den voorzitter te gaan halen.
Na een minuut wachtens komt men ons
mededeelen dat de kameraad-voorzitter'
afwezig is: hij is uitgegaan en niemand weet
waarheen.
Maar er moet toch wel iemand zijn, die
hem vervangt."
Ja, kameraad Oernjef, voorzitter der mili
taire sektie van den sovjet."
Goed. Breng kameraad Oernjef hier".
Men brengt na eenige oogenblikken den
kameraad-voorzitter der militaire sektie
binnen. Hij heeft in zijn uiterlijk niets
krijgshaftigs. Men heeft hem uit zijn bed gehaald,
en terwijl hij -ons nadert, gaat hij door, zijn
jas en zijn pantalon dicht te knoopen.
Dus u vervangt den voorzitter van den
sovjet?" vragen we op strengen toon.
Ja, dat wil zeggen neen!" antwoordt hij
ongerust.
Welnu, ga met ons mede op het balkon.
Wij hebben u in het openbaar de motie ever
te brengen welke een vergadering van burgers
en burgeressen van Moskou heeftaangenomen".
Kameraad Oernjef volgt ons gedwee als
een goed afgericht schaap. Als wij met hem
op het balkon verschijnen, worden wij door
de menigte toegejuicht. Ik ga tegenover den
kameraad-voorzitter der militaire sektie van
den Moskou'schen sovjet staan, en begin met
luide stem zeer langzaam en duidelijk de
lange resolutie voor te lezen, waarin gezegde
sovjet volgens al de regels der kunst afgetakeld
wordt. Kameraad Oernjef begint teekenen
van zenuwachtigheid te vertoonen, maar
bewaart overigens een volmaakt gewillige
houding, en dit is te meer begrijpelijk daar
eenige duizenden burgers en burgeressen aan
hunne sympathie voor de in onze motie
weergegeven denkbeelden met kreten van
instemming en toejuichingen uiting geven.
Ik ben bijna aan het eind gekomen van
de lezing, als een stevige vuist mij bij den
kraag pakt, en een verontwaardigde stem
mij in het oor schreeuwt:
Ik kan niet toelaten dat gij hier zulke
dingen zegt".
Ik herken kameraad Smidovitch, een be
kend bolsjeviek en den politieken leider van
den Moskou'schen sovjet.
Uwe meeningen Interesseeren mij niet"
antwoord ik. Een volksvergadering heeft
mij opgedragen, een door haar aangenomen
motie aaii den sovjet mee te deelen. Ik doe
niets dan haren wil uitvoeren."
De menigte hoort niets van ons gesprek
(wij staan op een balkon der tweede verdieping)
en wordt ongeduldig. Wie is dat?" roept
men. Het is een bolsjewiek". Weg met
de bolsjewieken" brult de menigte en steekt
de vuisten en stokken omhoog. Gooi den
vent naar beneden". En ik ga kalm door
met de lezing der resolutie. Zoodra ik geëin
digd heb, verlaten wij het balkon. Door de
zalen en over de groote trap, worden wij
ditmaal gevolgd door de leden en de beambten
van den Sovjet, die moed hebben gevat en
ons met beleedigingen overladen. Mijn vriend
de soldaat neemt een zwaren fauteuil in zijne
vuisten, en zwaaitdiendoorde lucht om onzen
terugtocht te dekken. Houdt ze tegen"
roepen Smidovitch en Oernjef de schildwach
ten toe, maar die blijven rustig staan. Zoodra
^wij het paleis uit zijn, verklaren wij de ver
gadering gesloten, en de menigte verstrooit
zich, maar niet alvorens eenige oneerbiedige
uitroepen tot den sovjet te hebben gericht.
Den dag daarop ben ik te Petrograd terug
en vertel het geheele voorval aan Plechanof,
voorzitter van het centrale komitee onzer
partij. Ik stel hem voor, eenzelfde beweging
maar op grooter schaal, tégen den
Petrograadschen sovjet op touw te zetten. Indien wij
te Moskou, waar wij op de doorreis waren,
achtduizend menschen hebben kunnen samen
brengen om den sovjet te lijf te gaan, dan is
het zeker mogelijk, te Petrograd, waar wij
veel meer relatie's en een veel grooteren
invloed hebben, tachtigduizend menschen bij
een te brengen, en alle defaitistische elementen
van den sovjet voort te jagen.
Ik leg dit plan voor aan den ouden
sociaalpatriotischen leider, maar Plechanof stemt
niet toe. Wij moeten slechts op wettelijke
wijze optreden" zegt hij. Wij moeten aan de
regeering overlaten om de noodige maatrege
len te nemen tegen de antinationale elementen.
Wij moeten haar in de vervulling dezer taak
ter zijde staan, zonder de orde te verstoren."
Alle andere leden van ons komitee zijn van
hetzelfde gevoelen. Helaas !
(Wordt vervolgd}.
INHOUD : I. De regeeringsverklaring,
door Prof. Dr. G. W. Kernkamp 2.
Tijdgenooten, door Dr. W. G. C. Bijvanck 3. In
jaren van crisis, door Prof. Dr. H. Brugmans
Het dienstbodenvraagstuk, teek. door
Joh. Braakensiek 4. Suriname, door
Prof. Dr. J. Boeke 5. De Joden in München,
doofB. Person 6. Vol au Vent, door Hendrik
Sput'terlief Dzn. Charivaria (Gen passim)
door Charivaritis 7. Uit de Natuur, door
Dr. Jac. P. Thijsse 8. Bijkomstigheden,
door Annie Salomons 9. Spreekzaal
11. Voor Vrouwen, onder redactie van Elis.
M. Rogge ? 12. Dram. Kroniek, door Top
Naeff De Wonderen der techniek, teekening
door George van Raemdonck 13. Schilder
kunstkroniek door A. Plasschaert 15.
Muziek in de Hoofdstad, door C. van Wessem,
met teekening door B. van Vlijmen 16.
Taaiverwoesting, door Dr. C. F. Haje 17.
Schrijvers en geschriften, door Mr. J. I. de
Haan Het recht op den lach, door Mr.
C. P. v. Rossem. 19. Financiën enEconomie,
door Jhr. Mr. H. Smissaert Dierstudie,
door H. Verstijnen 20. Van marionetten
en sprookjes, door Samuel Falkland
Reprise, teekening door Jordaan ? 21.
Uit den Gemeenteraad, door Barbarossa, met
teekeningen door B. van Vlijmen 22.
Uit het Kladschrift van Jantje To.oneel,
door A. van Gogh-Kaulbach 23.
Bridgerubriek, door B. M. Buitenl. humor,
door Charivarius 24. Herinneringen van
een ter dood veroordeelde, door Alexinsky
Bijvoegsel: In het Lagerhuis, teekening
door Joh. Braakensiek ?
Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms & Co.