De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 19 januari pagina 5

19 januari 1924 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD" VOOR NEDERLAND DEN HAAG SURINAME Nog op een tweede wanverhoudingTwijst Dr, van ^Blankensteyn: de voortreffelijke waterwegen van de groote rivieren, doch het ontbreken van daarmede correspondeerende goede landwegen. Onder de middelen van verkeer worden ook besproken de wantoestanden van de telegraphische verbinding met Europa (een telegram van Suriname naar Nederland kost ?4.08 per woord, van Georgetown naar Nederland, dezelfde afstand, ? 1.65 per woord). Zeer belangrijk is ook, wat Dr. van Blankensteyn vertelt over nijverheid en landbouw, de balata, de delfstoffen, het prach tige Surinaamsche hout, de cacao, de bacoven, de koffie, en over de door hem zoo scherp gehekelde wantoestanden op hygiënisch ge bied. De schrijver heeft zijn tijd blijkbaar voortreffelijk weten te gebruiken, en met helder oog en onbevooroordeelden blik overal rondge keken. En zoo is dit boek een voortreffelijk boek geworden, dat gelezen en herlezen moet worden en dat, naar wij hopen, een krachtigen stoot zal geven tot dat, wat elk rechtgeaard Nederlander 200 van harte wenscht, den wederopbloei van onze West-Indische koloniën. Utrecht J. B O E K E 1) Sariname, door Dr. M. van Blankensteyn Nygh en van Ditmar, Rotterdam 1923. DE JODEN IN MÜNGHEN Wie, als wij, zich plotseling uit het bezette gebied naar München verplaatst ziet, wordt bijzonder sterk getroffen door het volstrekt andere milieu, waarin hij plotseling is verplaatst. Ginds die in volle berusting gedragen aanwezigheid ?der vreemde bezettingstroepen, hier, als schrille tegenstelling de vijandige opschriften in de winkelkasten Entree interdite aux Francais." Het zijn in het Fransch gedrukte formulieren, opdat ?er geen misverstand over kan bestaan. Ook het beeld, dat gewoonlijk door de ten verkoop geboden bladen wordt gevormd, verschilt hemelsbreed; kon men zich ginds zoo goed van Fransche bladen voorzien als in welke Fransche stad ook, hier zou het niet geheel van gevaar ontbloot zijn, zich te vermeten, ernaar te vragen. Slaagt men er ginds als Fransch sprekend vreemdeling eerder in, een hotelkamer te krijgen dan als Duitscher, hier vertelt u de ober in een vertrouwelijk gesprek dat men een maand of wat geleden den laatsten Franschman, die zich nog in het hotel ophield, er uit heeft gesmeten, toen hij toevallig door een kellner op Fransch spreken werd betrapt"! Het stadsbeeld verloochent ook in ander op zicht niet, wie.de bevolking na aan het hart liggen, wie haar onwelkom zijn. In haast eiken boekhandel vindt ge portretten van Rupprecht naast die van Hitler en Ludendorff; het swastikateeken grijnst u van honderd muren tegen. Om u van de antisemietische stemming te overtuigen, behoeft ge slechts een restaurant binnen te gaan en te wachten, tot zich daar een joodsch bezoeker met uitgesproken joodsch uiterlijk nederzet; tien tegen een (ik heb het verscheidene malen waargenomen) dat de kellnerinnen, door provoceerend gegichel, «f andere gasten, op niet minder merkbare wijze, Boschnegerdorp: bereiding van cassave hem te verstaan geven, dat men hem het liefst zou willen wegkijken. De Münchener joden er wonen er te München 13 14.000 zijn dan ook verre van gerust ten aanzien van wat de toekomst nog brengen kan; nog kort geleden werd een be kend Münchener koopman en bestuurslid van de joodsche gemeente, Kommerzienrat F., in de tram door nationaal-socialistische rowdies over vallen en ernstig mishandeld. Deze jodenhetze vormt een zwarte bladzijde in de Beiersche geschiedenis. Het merkwaardigste van het geval is, dat dit gedeelte van het Deutschvölkische program, dat eigenlijk tegen de Berlijnsche regeering en de daarin bestaande joodsche en socialistische invloeden gericht was, tot uit voering is gebracht in Beieren, waar daartoe, zelfs van het standpunt van de nationaal-socialisten, zoo goed als geen grond bestaat. Het is de moeite waard, daarvan het een en ander mede te deelen, dat niet algemeen bekend is, zelfs niet in Beieren, en dat toch op onweer legbare feiten berust. Onze mededeelingen hebben slechts betrekking op München, tot welke stad zich ons onderzoek beperkte, doch de feiten zijn voor de algemeene beoordeeling van den toestand niet minder tee kenend. Zooals gezegd, wonen te München, op een bevolking van 800.000 inwoners 13 a 14.000 joden, dat is dus lX a 2 pCt. Onder deze 13 a 14.000 joden bevinden zich ongeveer 2500 z.g. Ostjuden, van wie verreweg het grootste gedeelte hierheen zijn gekomen tijdens de Russische en Poolsche pogroms tusschen de jaren '80 en '90. Na den Russischen inval in Galicië, in 1914 en '15, werd hun aantal vermeerderd door joodsche vluchtelingen, die te München bij verwanten hun intrek namen. Toen de heer von Kahr in 1920 minister-president werd, gelastte hij, dat alle buiten landers, die zich in Beieren ophielden, zich bij de politie moesten melden, en opnieuw een toe stemming tot verblijf in Beieren zouden aanvragen. Deze toestemming werd geweigerd aan allen, die na 1914 in Beieren waren geimmigreerd. Al deze immigranten verlieten daarop het land, want op geen enkel be zwaarschrift werd gunstig beschikt. Bijgevolg wonen alle joden die op het oogenblik in Beieren vertoeven, daar op zijn minst reeds tien jaar. Dit feit, waarvan wij de juistheid zorgvuldig con troleerden, is aan de bestingeliclite Beieren, waar onder leden van den Land dag, naar ons bleek, vol komen onbekend. Men ver keert hier in de vaste overtuiging, dat het land overstroomd is met immi granten, die aan het welzijn des volks knagen". Joden van beteekenis trachtten herhaaldelijk de ze cijfers in de Beiersche bladen gepubliceerd te krij gen, doch zonder resultaat; geen krant durft het aan, lunchroom do Bijenkorf", Wagenstraat 45 Restaurant a la Carte. Bekende Keuken Koude en Warme Schotels! Geopend tot 12 uur. het populaire rantisemietisme, dat immers een element van actief patriotisme is geworden, een stroowisch in den weg te leggen. Onder aanvoering van von Kahr en Poschner werd de stelling, dat de joden wirtschaftliche Schadlinglinge" waren, er als 't ware bij het volk ingehamerd en zoo ontstond langzamerhand een stemming, die het gevaar voor pogroms verre van denkbeel dig deed worden. ?,?* Zoover was het gekomen, toen onder omstan digheden, die nog versch in het geheugen liggen, von Kahr algemeen staatscommissaris werd. Teneinde zich met n slag in zijn nieuwe ambt populair te maken, kondigde hij twee maatregelen af, waarmede hij in den geest van het volk hoopte te handelen. Men lette op de combinatie: hij gelastte, dat de bierprijs zou worden verlaagd en dat een aantal in [Beieren rijk geworden joden zouden worden over de grens gezet. Wat de bierbrouwers betreft, dezen gingen op hun ach terste beenen staan, verklaarden, dat prijsver laging onmogelijk was, en dreigden met stopzetting van al hun bedrijven, als het dictatoriale besluit van von Kahr niet werd ingetrokken, hetgeen dan ook weldra geschiedde. De joden hadden een dergelijk middel natuurlijk niet tot hun beschikking en konden slechts een bezwaarschrift inzenden, wat zij dan ook allen deden, met het gevolg' dat van de zestig bevelen tot uitzetting vijftien weer werden ingetrokken. De overige gezinnen hadden het land te verlaten en wel onder zeer onaangename omstandigheden; zij hadden drie dagen tijd om hun bezwaarschrift in te zenden, en na verloop van die drie dagen werden hun wo ningen in beslag genomen en ter beschikking ge steld van vluchtelingen uit den Palts, onver schillig wat het resultaat van het hooger beroep was; het ministerie voor Sociale Aangelegenheden kreeg last, deze woningen onverwijld te verdeelen, Een klein aantal communisten die in Beieren een actieve rol hadden gespeeld, moesten in het lot van de uitgewezen joden deelen. Alle uitgezetten ontvingen van den tegen hen getroffen maatregel mededeeüng door middel van een gedrukt, voor allen eensluidend formulier, waarin slechts werd verklaard dat zij polizeilich beanstandigt" waren. Ook zij op wier bezwaarschrift afwijzend was beschikt, ontvingen hiervan mededeeling door een voor allen gelijkluidend, gedrukt formulier. De veroordeelingen die de uitgezetten achter den rug hadden, zijn zonder uitzondering zeer gering, dateeren alle van jaren her (sommige van twintig tot dertig jaren), hebben betrekking op verordeningen betreffende de prijsstelling en om vatten geldstraffen van 10 tot 150 mark, die dus moeilijk als grond voor uitzetting in aanmerking kunnen komen. Personen, die vroeger ernstiger vergrijpen hebben begaan, werden toen trouwens reeds onmiddellijk over de grens gezet. Onder de betrokkenen bevinden zich voorname lijk Polen en verder Duitsch-Oostenrijkers, Roe menen, Hongaren en voormalige Russen. Nadat de Oostenrijksche regeering met represailles had gedreigd, is het uitzettingsbevel voor de Oosten rijksche onderdanen ingetrokken. Polen heeft een zelfde houding aangenomen en is, volgens de laatste berichten, reeds met het nemen van represaillletnaatregelen begonnen. De onderhande lingen met Polen zijn echter nog niet geëindigd. B. P E R s o N SURINAME De Aucaner-boschnegers (zie ill. pag. 4)op weg naar een audiëntie bij den Gouverneur te Paramaribo.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl