Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
N.V. PAERELS
Maubllaering-MIJ.
AMSTERDAM
OOMPLETC
MEUBILEERING
BETIMMERINGEN
Rokin 128 - Tel. 44541
TENTOONSTELLINGEN
Min. (. i: 1. Hllt,
Corsetière
Keizersgracht 772 te A'dam.
TEL. 37151
Ateliers voor Reparatiën.
In dan Haag eiken Vrijdag Hotal Central.
f J. H.
Tentoons
door H.
DE BOIS, Kruisweg 68, Haarlem. 22 Dec. 1923?22 Jan. 1924
Tentoonstelling van de nieuwste werken door Matthieu Wiegman enhoutsneden
van der Stok. Geopend werkdagen van 9 5 uur.
t
WHITE
Het speciaal omnibuschassis, model TE B O, met extra
lange veeren, luchtkoordbanden 36 x 6 of 38 x7. voorzien van
electrisch licht en starter, doet iedereen verbaasd staan.
Prijs concurreerend. ALLE onderdeelen voorradig.
ALLEENVERTEGENWOORDIGING VOOR NEDERLAND:
N.V. Gebrs. NE F KEN S' Automobiel Maatschappij
AMSTERDAM, UTRECHT.
Jacob Obrechtstr. 26, Tel. 22507 Tel. 3061
VAN
HOFLEVERANCIER
leuert ouar- hoi £efiGGfe [and franco
Zendt U gaarne faire du* voor- waarden
NADERE INLICHTINGEN BIJ
C P VAN R APCÏl.HOUTSTR.9 CHOORSTR.32
.LUDERlSwCaJ DEN HAAG UTRECHT
!>:%.».*.%. «.*«.«.*.%
urr-D
ALS 'T WINTERT
Er zijn vogels, die zich van het strenge wintert je.
dat we nu achter den rug hebben,niets of zoo goed
als niets hebben aangetrokken. Daarmee bedoel ik
nu niet hen, die veilig en wel de open Noordzee
voor hun winterverblijf hebben gekozen,de zee-een
den, de zeekoeten, de alken, Jan van Oenten,
stormvogels en sommige meeuwen. Zij zijn bevei
ligd tegen uitersten van temperatuur en hun tafel
tje is altijd gedekt. Het eerüge waaronder ze te
lijden hebben, is dat voor sommigen hunner de
kust wel eens een paar dagen vij
andig of liever ongastvrij kan wor
den, maar dan kunnen ze het buiten
de driemijlsgrens toch nog best uit
houden.
De eigenlijke strandbewoners heb
ben het al vrij wat erger als het
weeke slib verstart tot een harde
korst, die door den vloed maar am
per wordt opgeweekt en dan ook
weer dikwijls bedekt raakt met
ijsschollen. Dan wordt het een moei
lijke tijd voor de strandloopertjes en
plevieren, die hier probeeren te over
winteren, evenals voor de kluiten,
wulpen en kieviten. Ze slaan er zich
nog langen tijd door want het komt
hun te pas dat onze kusten en geulen
niet uniform zijn en dat men altijd
plekjes kan vinden, waar het even
tjes milder is dan elders. Het is in
zulke dagen dat de Maasmonden en
de Zeeuwsche wateren drukker be
zocht worden dan het stelsel van
geulen en stranden van Marsdiep en
Vlie.
In het binnenland lijkt het eerst
een heele paniek. Ik heb u reeds
verteld hoe verstoord en verlegen de
spreeuwen en koperwieken hier kwa
men aanwaaien als voorboden van
den sneeuwstorm. Zij hebben ons niet meer verla
ten en menigeen vreugd verschaft door hun verras
sende schoonheid of door hun kluchtig gedrag. Ze
hadden ook al heel gauw de milde gedeelten van
Kennemerland ontdekt, de zeldzame plekken waar
het levend water nog uit den grond welt, de enkele
bronnen, die bestand zijn tegen een vorst
vanveertien dagen en die door het natte jaar 1923 net weer
in werking waren gekomen. Het zijn geen
spuiers". De eene is een vochtig plekje in een mat van
vlotgras in een tamelijk vieze sloot die schijnbaar
dood loopt, maar in werkelijkheid den oorsprong
van een beekje voorstelt. De andere is een duister
plasje aan den steilen duinvoet onder eeuwenoude
hazelaars en nog weer andere zijn randjes aan
vijvers, waar 't ijs den oever nooit raakt; ge kent
ze wel aan 't Brouwerskelkje. En dan zijn er nog
een paar plekken in zanderijen, waar het water
afvloeit langs den ondergestoven, maar nu aange
sneden veenkorst. De ijspegels hangen er bij neer,
maar er druppelt nog altijd water af. Op zulke
plekken kwamen nu alle vogels drinken en baden
die geen huis" hadden en de koperwieken en
andere lijsters dolven er ook naar voedsel. Zagen
ze aan de molshoopen, die boven de sneeuw ver
rezen, dat de wormen nog niet naar diepere
winterverblijven waren verhuisd?
Nu'kwam het ook mooi uit, dat iedere boom,
iedere struik een milder klimaat om zich heen
schept door te fungeeren a!s windscherm en
zonnevang. Al heel gauw hadden sommige heesters een
plekje aan hun voet, vrij van sneeuw, mild van
bladeren. Daar kwamen de koperwieken het eerst
op af en met hun bruin en ros en lichtgeel kon je ze
nauwelijks zien als ze daar stilletjes aan het peu
teren waren. Alleen als ze wegvlogen, kikten /.e
even.
De eenigc. die bij de felste vorst nog zong, was
de kleine boomkruiper en die moet daarom gepre
zen worden. Wanneer wij het hebben over
winterKoolmees in de sneeuw
toch altijd nog schuilplaats en voedsel in overvloed.
't Is alleen maar jammer, dat we dezen winter veel
minder goudhaantjes zien dan 't vorig jaar. En
dan komt de pimpelmees die zingt ook nog maar
steeds en heeft zich door vorst noch sneeuw laten
weerhouden. Ook alweer een vogel die bij voorkeur,
maar lang niet uitsluitend zijn voedsel zoekt in de
takken. In deze dagen blijkt nu zeer mooi het ver
schil in leefwijze tusschen pimpeltje en koolmees.
Deze laatste woont, om zoo te zeggen, doorgaans
een verdieping lager en wel zeer graag op den grond.
Ik had kokosnoten hangen in mijn boomen en
gekneusde pinda's gestrooid op den grond. In de
eerste kwamen de pimpcls vier maal, tegen de kool
mees eens, maar die was dan ook bijna altijd op de
pinda's te vinden, waar de pimpel haast nooit
kwam. Nu behoor ik dit onderzoek nog aan te
vullen met pindaketens in de hoornen en
kokosschraapsel op den grond; dat moet mijn corres
pondent van Erasmia maar eens probeeren en mij
schrijven, hoe dat is geloopen.
Maar om op die koolmees lenig te komen. Toen
de tweede sneeuwval alles had over
dekt, ook de voederplaats, en flink
dik, zaten de mussrhen en de spreeu
wen te mokken in den kastanjeboom,
terwijl de merels en vinken doelloos
rondploeterden in de sneeuw. De
koolmees echter was niet uit het
veld geslagen. Zij wist nog op een
prik de voederplaats te vinden,
zwaaide links en rechts met haar kop
de ^nceuw vveg en stond al gauw te
smikkelen I-".n toen. kregen we een
aardig voorbeeld te zien van wa; je
met een geleerd woord zoudt kunnen
noemen interspecifieke relaties, d.w.x.
de vinken zagen wat die koolmees
deed en gingen dadelijk op haar af
om hun aandeel in de buit te hebben.
Ze kennen die koolmees en ze
profiteeren van haar bekwaamheden ook
als er geen sneeuw ligt en als zij
graaft naar bcukenootjes onder de
dorre bladeren. Daar zullen we haar
deze week mee bezig zien en als de
grond haar gunstig blijft, dan slaat
zij vóór het eind der maand ook
nog wel aan het zingen. Maar de
pimpel zingt altijd.
Tcfkening door Annie Roes
T 11 !) s s i;
zangers dan komt dadelijk de gedachte aan den
hüdruchtigen winterkoning naar voren. Dat heer
gaat strijken met al de glorie en 't moet gezegd
worden, dat ik ook wel mooie getuigenissen over
hem in mijn dagboeken vind. Maar de boomkrui
per wint het toch, want die hoor ik in zulke strenge
dagen driemaal tegen den winterkoning eens. 't Is
maar een klein liedje van een, twee, drie,
tierelierelier", nog al helder en dikwijls herhaald en het
beestje zingt dat terwijl hij tegen de stammen
opklautert. Daar ligt ook het geheim van zijn
vroolijkheid, want het kan lang sneeuwen en vriezen eer
de boomschors geen voedsel meer levert. Alleen bij
langdurige, alzijdige rijp of ijzel krijgt de boom
kruiper het te kwaad en zoo is het ook met zijn
luidruchtigen gezel, den blauwen boomklever. En
wat geven goudhaantjes om de sneeuw; hun spar
ren mogen geheel en al overdekt lijken, ze geven
imiiiiiiiiiitiii iiiiiiiiiiiiii iiimiiii uut iimimimiMiiiiiiiin.
LMOERHEIM"!
| DEDEMSVAART j
\ UITGEBREIDE COLLECTIE |
| ZADEN |
i Zending boven f 10 franco Stat. v. Best. i
i ZAAD-CAT. 1924 GRATIS OP AANVRAAG |