De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 26 januari pagina 2

26 januari 1924 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND Bto. 2432 'V s' /Tjl/bGENGDfEN!< MAURICE BARRÈS .? . . . Maar ik wil den leveriden Barrès gedenken. Een mooien Meimorgen van 1921 hoe doet dat woord alleen iedere schaduw wijken van het blad papier voor me en ik ben op weg door de Champs Elysées naar Neuilly waar hij zijn Parijsch domicilie heeft, vlak bij het uiteinde van het Bois de Boulogne, uitgelezen plek voor ongestoorde hygiëni sche namiddagwandelingen. Uit de bibliotheekzaal, te midden van de fami lie, komt de gastheer me met een Vriendelijken groet tegemoet. Daar hebt ge goed aan gedaan ons te komen opzoeken; weet ge wel hoe lang het is ge leden sinds we elkander hebben gezien?" Het was te onpas om hier het compliment te plaatsen dat tegenover zestigjarigen dienst moet doen. Noch in zijn houding, noch in zijn gang hadden de jaren zich aan Barrès laten kennen, zijn gezicht mocht wat geposeerder zijn geworden, zijn persoon wat manlijker, maar meester van zich zelf en van anderen, maar wezenlijk was hij dezelfde gebleven, hij had de trekken van zijn jeugd onge schonden bewaard. Dezelfde dien ik bijna dertig jaar geleden voor het eerst had gezien in zijn hotel van de rue Caroline, dien morgen toen wij hem gingen opzoeken met ons drieën voor een interview. Jules Renard voorop, de machtige, dan Marcel Schrob, de speurder en ik achteraan maar dat is het verleden. * Thans zit Barrès, recht als familiehoofd, aan het boveneinde der lunchtafel, Mevrouw Barrès, gracieuse, tegemoet komende matrone, tegenover hem; ter zijde het jongere geslacht, een aanminnig «lichtje en Philippe, de stamhouder van het gezin, ?wel bekend voor de lezers van de Amitiés franfaises, Jbrëed geschouderd te voorschijn gekomen uit den -grooten oorlog. De Franschen hebben dikwijls de eigenaardigheid zich hun beroemdheden in paren voor te stellen, .hetzij als pendanten, hetzij als contrasten. Voltaire rroept Rousseau op en het tableau van de letter kunde blijft onvolledig, zoo lang niet Zola hangt ai aas t Daudet. Toen Anatole France ondanks zijn 3ioogen leeftijd bij het begin van den oorlog zich voor den dienst opgaf om het vaderland te helpen verdedigen, verwachtte iedereen hetzelfde mooie gebaar van Maurice Barrès, en hij is ook inderdaad van plan geweest, zegt men, om zijn leven te offe ren, maar hij bezat een zoon om hem te vervangen en op een andere manier dan door wapens dragen kon hij zijn beste kracht schenken. De wijsheid behield de overhand, en elk van de twee behield zijn aard; er is meer losheid bij France, meer hoog heid en berekening bij den ander. Mijn kind mag niet de gevoeligheid hebben van zijn vader, is een van Barrès' principes geweest bij de opvoeding van zijn zoon, en hij is blij geweest in zijn boek over Fransche sympathieën (Les amitiés frangaises) iederen trek te noteeren, waaruit bleek dat hij zich de dingen niet aantrok. Hier zit hij nu naast zijn vader, een flink jongman met het vertrouwend vriendelijk gezicht van zijn moeder; straks zal hij den ouden heer op zijn na middagwandeling vergezellen in het Bois de Boulogne. Misschien zou dit moment van mijn verhaal een goede gelegenheid geven om een interessant tafel gesprek in te voegen, want de lunch, gelijk zoo dikwijls het geval is in Frankrijk, was een klein diner. Maar die aanleiding verwaarloos ik, ter wille der opechtheid. Aan de eigen tafel en in den eigen kring oreert men niet. Losse opmerkingen deden de ronde, diepe inzichten werden niet ten beste gegeven; wat verschilt het of ik de volledige erkenning van Ooethe's genie, uit Barrès' mond vast stel, als hij zijn geschiktheid om een verbin ding tusschen Frankrijk en Duitschland te weren, 'onderstreepte door zijn uitspraak: C'est un Rhénan !" Hij is een Rijnlander ! Iets van de grenzen van het Rijnland vindt men ook in Barrès, en hij is dieper in den geest van het Rijnland door gedrongen dan men vermoedt. Later daarover. Het opstaan van het maal laat mij een oogenblik toe van alleen-onderhoud met den gastheer; ik maak daarvan gebruik tot het doen van een ge wetensvraag: Mijnheer Barrès, laat mij u van harte bedanken voor uw onthaal, en vooral hier voor, dat ge hebt begrepen hoe ik hier niet ben gekomen voor een interview, maar uit een behoef te-om u te zien en te begroeten. Het is zoo'n geruimen tijd geleden dat ge mijn hart hebt gestolen door uw ondeugend teedere bladzijden over Bér nice in uw Jardin de Bérénice, zoudt ge me niet willen zeggen of dat boek voor u ook een blijvend souvenir in het leven is geweest, of anders aan welk werk ge het meest zijt gehecht?" Uit het tweede lid van mijn vraag zal men wel hebben gemerkt, dat ik onder het spreken begreep op een verkeerd pad te zijn gekomen, hoewel de houding van den toegesprokene niets dan vriend schappelijke belangstelling toonde. Ik had het gevoel of ik in Weimar, bij den geheimraad v. Ooethe had geïnformeerd naar zijn gemoedsver houding jegens den Werther en wel op een moment dat hij na een verloop van een halve eeuw een aanstaand bezoek verwachtte van Mevrouw de weduwe Lotte Kestner. Maar Maurice Barrès met zijn voorname elegance weerde de schimmen van het verleden af. Al dat andere is voorbijgegaan en voor goed voorbij," zeide hij. Het werk waaraan ik nu bezig ben, zie ik aan als het hoogtepunt van mijn ar beid. Ik ben tevreden als ik in de geschiedenis van den Franschen geest bekend blijf als de schrijver van la Chronique de la grande Oaerre. Dat zal mijn eeretitel zijn. Toen ik van mofgen de twee eerste deelen van de nieuwe uitgaaf voor u klaarlegde, heb ik bij het inschrijven van uw naam gedacht aan het begin onzer kennismaking". A celui que nous nous réjouissons d'appeler plus que jamais Ie hollandais ami de la France. Veuillez recevoir, mon cher ami, ce livre de notre foi et de nos espérances que votiS avezpartagées". Maar ik ben er op gesteld, dat ge ook aan dit boek uw aandacht geeft," zeide mij Mevrouw Barrès, bij het afscheid nemen en stelde mij het deeltje ter hand van Le génie du Rhin. Laat mij ook daarin uw naam schrijven," zeide de echtgenoot. A notre cher ami, cette contribution a l'histoire de notre civilisation rhénane, hommage et affection". Wanneer ik zeg dat ik het vriendelijke huis met aandoening verliet, dan geloof ik niet te overdrijven Een aandoening die thans zich hernieuwt, niet door het toeval van den dood ik wist toch die menschen niet weer te zullen zien maar door het indenken in het leven van den man, het lezen en herlezen van het werk en het vreemde gewaar worden dat het maakt, als men dan eerst meent te begrijpen waar het echte leven school, wanneer een bestaan geheel is afgesloten. Heb ik niet, van den aanvang van zijn loopbaan af, zijn ontwikkeling voortdurend gevolgd? Dat is nog wat langer dan dertig jaren. Hoe kwamen zijn Taches d'encre mij in handen? Het is het maandschrift door hem als eenig re dacteur geschreven, waarmee hij in 1884 zijn entree heeft gemaakt in de literarische wereld van Parijs. Op een avond, zoo meldt de historie, verrees onverwacht aan den horizon van den boulevard een plechtige optocht van sandwichmannen met groote borden waarop geschilderd stond de naam van Morin, den man wiens naam in dat oogenblik, en niet langer ook, op ieders lippen was, omdat hij het weinig beteekenende slachtoffer was geweest van een vrouw door zijn aangifte ongelukkig ge worden. Morin", stond er, en daaronder in klei nere letters ne lira pas les Taches d'encre". Hetwas de reclame, vari zeer twijfelachtigen smaak, door Barrès bedacht om zijn gazette mensuelle ingang te doen vinden. Een geschrift met cynische of would be cynische aphorismen. Je suis pret a accorder du génie a quï" me. trouvera du talent," maar overigens in zijn witte omslagjes, ontsierd door enkele inkt vlekken, was het gevuld met ernstige beschou wingen over de literatuur van den dag, Baudelaire, Verlaine, en met novellen, eerder melancoliek dan frivool van "toon, en verderen inhoud sati risch of wereldsch van aard; zooals hij in revues voorkomt. Het was op zichzelf reeds een heele onderne ming iedere maand gereed te staan met zoo'n menu van geestelijke spijzen, en toch al had hij de overmoedige belofte trouw vervuld, Barrès is haar niet langer dan voor een viertal nummers nagekomen, wat zou de uitslag hem hebben gegeven, hem die alleen moest staan om te kunnen werken ! Voor hem was 't noodig een boek te schrijven dat een teeken met zich droeg erf op eens beslag legde op de verbeelding van de menschen. Wat konden sandwichdienaars daaraan helpen? Hij, Barrès, behoorde tot het geslacht van Chateaubriand en hooger op van Rousseau de mannen van de gees telijke daad en het geestelijk gevoel, geheel in hun persoonlijkheid besloten, die alleen door hun persoon tot een werkelijkheid in de wereld kunnen worden. Maar wat had Barrès om van uit te gaan? Op welk voetstuk stond hij om van daar af tot de wereld te spreken? Chateaubriand had achter zich de maatschap pij, ondergegaan in de groote revolutie, de stor men woeien nog om zijn hoofd; in de Nieuwe weROOKT Si-FA-Ko's El Gusto" SUMATRA 10 cent Jozef Israels" VORSTENLANDEN 8 cent AMSTERDAMSCH HANDWERK. Virkrljgbaar bij alle voornam* Slgaranwinkalitrs. reld had hij de ongekende natuur en de ongekende nieuwe menschen gezocht; in de eenzaamheid van zijn hart zuchtte het heimwee naar een hoogere orde. Barrès had geen andere omgeving gekend, dan de school in een provinciestad en later die de eerste studietijd in Parijs aanbood. Zijn boeken waren zijn wereld geweest, dan zijn gangen en zijn om gang in de hoofdstad. Zijn avonturen bestonden in de vernederingen ondergaan van zijn makkers en hun hoon, zijn trotsch in het denken aan de toekomst waarin hij zou toonen wie hij was, maar zijn ont dekking bestond in het vinden van zijn innerlijk, de wezenlijke wereld, waarvan deze die zich uit geeft voor werkelijkheid niet anders dan een schijn beeld is. Dat was de stof voor zijn boek. Die wereld op te bouwen, te verruimen, voort durend te doen herleven onder de bezieling van het gevoel van strijd tegen de Barbaren. Sous l'oeil des Barbares,"l\et boek is een programma en een strijdleus. Een teeken van verachting ons opgedrukt, een handschoen ons toegeworpen,en tegelijk een onein dig verlangen naar een Heiland in staat de Bar baren te verslaan of het dan een persoon zij dan wel een formule van geloof. W. G. C. B Y v A N c K NIEUWE UITGAVEN Prof. Dr. P. J. Blok, Geschiedenis van het Nederlandsche volk. Derde herziene druk, Leiden, A. W. Sijthoff's Uitgevers Maatschappij. Prof. Blok schrijft bij dezen nieuwen druk: In het voorjaar verraste mijn vriend de uit gever mij met het bericht, dat na 30 jaren een derde druk van dit werk noodig was. Ik verklaarde mij gaarne bereid dien druk mogelijk te maken door een nieuwe herziening te doen plaats hebben, waarbij gebruik werd gemaakt van de nieuwe vondsten en ontdekkingen, de nieuwe inzichten op het gebied onzer geschiedenis zooals die uit de geschriften van de na den tweeden druk verloopen elf jaren konden worden gekend. Natuurlijk was daarbij niet alles naar mijn meening zoo maar klakkeloos over te nemen. Integendeel, alles moest worden overwogen, en, voorzoover ik mij ermede kon vereenigen, in den nieuwen tekst worden verwerkt. Er is veel gewerkt in onze oudste en onze middeleeuwsche geschiedenis en ik heb mij van het gezegde opnieuw rekenschap moeten geven." KoninUiiliiHiubiltiiflipoiMlaatiGbappii DEGRUYTER&Co. DEN HAAQ AMSTERDAM ARNHEM Verhuizingen per Auto-Trein

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl