Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Bto. 2432
'V s'
/Tjl/bGENGDfEN!<
MAURICE BARRÈS
.? . . . Maar ik wil den leveriden Barrès gedenken.
Een mooien Meimorgen van 1921 hoe doet dat
woord alleen iedere schaduw wijken van het blad
papier voor me en ik ben op weg door de Champs
Elysées naar Neuilly waar hij zijn Parijsch domicilie
heeft, vlak bij het uiteinde van het Bois de
Boulogne, uitgelezen plek voor ongestoorde hygiëni
sche namiddagwandelingen.
Uit de bibliotheekzaal, te midden van de fami
lie, komt de gastheer me met een Vriendelijken groet
tegemoet. Daar hebt ge goed aan gedaan ons te
komen opzoeken; weet ge wel hoe lang het is ge
leden sinds we elkander hebben gezien?"
Het was te onpas om hier het compliment te
plaatsen dat tegenover zestigjarigen dienst moet
doen. Noch in zijn houding, noch in zijn gang
hadden de jaren zich aan Barrès laten kennen, zijn
gezicht mocht wat geposeerder zijn geworden, zijn
persoon wat manlijker, maar meester van zich zelf
en van anderen, maar wezenlijk was hij dezelfde
gebleven, hij had de trekken van zijn jeugd onge
schonden bewaard. Dezelfde dien ik bijna dertig
jaar geleden voor het eerst had gezien in zijn hotel
van de rue Caroline, dien morgen toen wij hem
gingen opzoeken met ons drieën voor een interview.
Jules Renard voorop, de machtige, dan Marcel
Schrob, de speurder en ik achteraan maar dat
is het verleden. *
Thans zit Barrès, recht als familiehoofd, aan het
boveneinde der lunchtafel, Mevrouw Barrès,
gracieuse, tegemoet komende matrone, tegenover
hem; ter zijde het jongere geslacht, een aanminnig
«lichtje en Philippe, de stamhouder van het gezin,
?wel bekend voor de lezers van de Amitiés franfaises,
Jbrëed geschouderd te voorschijn gekomen uit den
-grooten oorlog.
De Franschen hebben dikwijls de eigenaardigheid
zich hun beroemdheden in paren voor te stellen,
.hetzij als pendanten, hetzij als contrasten. Voltaire
rroept Rousseau op en het tableau van de letter
kunde blijft onvolledig, zoo lang niet Zola hangt
ai aas t Daudet. Toen Anatole France ondanks zijn
3ioogen leeftijd bij het begin van den oorlog zich
voor den dienst opgaf om het vaderland te helpen
verdedigen, verwachtte iedereen hetzelfde mooie
gebaar van Maurice Barrès, en hij is ook inderdaad
van plan geweest, zegt men, om zijn leven te offe
ren, maar hij bezat een zoon om hem te vervangen
en op een andere manier dan door wapens dragen
kon hij zijn beste kracht schenken. De wijsheid
behield de overhand, en elk van de twee behield
zijn aard; er is meer losheid bij France, meer hoog
heid en berekening bij den ander.
Mijn kind mag niet de gevoeligheid hebben
van zijn vader, is een van Barrès' principes
geweest bij de opvoeding van zijn zoon, en hij is
blij geweest in zijn boek over Fransche sympathieën
(Les amitiés frangaises) iederen trek te noteeren,
waaruit bleek dat hij zich de dingen niet aantrok.
Hier zit hij nu naast zijn vader, een flink jongman
met het vertrouwend vriendelijk gezicht van zijn
moeder; straks zal hij den ouden heer op zijn na
middagwandeling vergezellen in het Bois de
Boulogne.
Misschien zou dit moment van mijn verhaal een
goede gelegenheid geven om een interessant tafel
gesprek in te voegen, want de lunch, gelijk zoo
dikwijls het geval is in Frankrijk, was een klein
diner. Maar die aanleiding verwaarloos ik, ter
wille der opechtheid. Aan de eigen tafel en in den
eigen kring oreert men niet. Losse opmerkingen
deden de ronde, diepe inzichten werden niet ten
beste gegeven; wat verschilt het of ik de volledige
erkenning van Ooethe's genie, uit Barrès' mond
vast stel, als hij zijn geschiktheid om een verbin
ding tusschen Frankrijk en Duitschland te weren,
'onderstreepte door zijn uitspraak: C'est un
Rhénan !" Hij is een Rijnlander ! Iets van de
grenzen van het Rijnland vindt men ook in Barrès,
en hij is dieper in den geest van het Rijnland door
gedrongen dan men vermoedt. Later daarover.
Het opstaan van het maal laat mij een
oogenblik toe van alleen-onderhoud met den gastheer; ik
maak daarvan gebruik tot het doen van een ge
wetensvraag: Mijnheer Barrès, laat mij u van
harte bedanken voor uw onthaal, en vooral hier
voor, dat ge hebt begrepen hoe ik hier niet ben
gekomen voor een interview, maar uit een behoef
te-om u te zien en te begroeten. Het is zoo'n
geruimen tijd geleden dat ge mijn hart hebt gestolen
door uw ondeugend teedere bladzijden over Bér
nice in uw Jardin de Bérénice, zoudt ge me niet
willen zeggen of dat boek voor u ook een blijvend
souvenir in het leven is geweest, of anders aan welk
werk ge het meest zijt gehecht?"
Uit het tweede lid van mijn vraag zal men wel
hebben gemerkt, dat ik onder het spreken begreep
op een verkeerd pad te zijn gekomen, hoewel de
houding van den toegesprokene niets dan vriend
schappelijke belangstelling toonde. Ik had het
gevoel of ik in Weimar, bij den geheimraad v.
Ooethe had geïnformeerd naar zijn gemoedsver
houding jegens den Werther en wel op een moment
dat hij na een verloop van een halve eeuw een
aanstaand bezoek verwachtte van Mevrouw de
weduwe Lotte Kestner.
Maar Maurice Barrès met zijn voorname
elegance weerde de schimmen van het verleden af.
Al dat andere is voorbijgegaan en voor goed
voorbij," zeide hij. Het werk waaraan ik nu bezig
ben, zie ik aan als het hoogtepunt van mijn ar
beid. Ik ben tevreden als ik in de geschiedenis van
den Franschen geest bekend blijf als de schrijver
van la Chronique de la grande Oaerre. Dat zal mijn
eeretitel zijn. Toen ik van mofgen de twee eerste
deelen van de nieuwe uitgaaf voor u klaarlegde,
heb ik bij het inschrijven van uw naam gedacht
aan het begin onzer kennismaking".
A celui que nous nous réjouissons d'appeler
plus que jamais Ie hollandais ami de la France.
Veuillez recevoir, mon cher ami, ce livre de notre
foi et de nos espérances que votiS avezpartagées".
Maar ik ben er op gesteld, dat ge ook aan dit
boek uw aandacht geeft," zeide mij Mevrouw
Barrès, bij het afscheid nemen en stelde mij het
deeltje ter hand van Le génie du Rhin.
Laat mij ook daarin uw naam schrijven," zeide
de echtgenoot.
A notre cher ami, cette contribution a
l'histoire de notre civilisation rhénane, hommage et
affection".
Wanneer ik zeg dat ik het vriendelijke huis met
aandoening verliet, dan geloof ik niet te overdrijven
Een aandoening die thans zich hernieuwt, niet
door het toeval van den dood ik wist toch die
menschen niet weer te zullen zien maar door het
indenken in het leven van den man, het lezen en
herlezen van het werk en het vreemde gewaar
worden dat het maakt, als men dan eerst meent te
begrijpen waar het echte leven school, wanneer een
bestaan geheel is afgesloten.
Heb ik niet, van den aanvang van zijn loopbaan
af, zijn ontwikkeling voortdurend gevolgd? Dat
is nog wat langer dan dertig jaren.
Hoe kwamen zijn Taches d'encre mij in handen?
Het is het maandschrift door hem als eenig re
dacteur geschreven, waarmee hij in 1884 zijn entree
heeft gemaakt in de literarische wereld van Parijs.
Op een avond, zoo meldt de historie, verrees
onverwacht aan den horizon van den boulevard
een plechtige optocht van sandwichmannen met
groote borden waarop geschilderd stond de naam
van Morin, den man wiens naam in dat oogenblik,
en niet langer ook, op ieders lippen was, omdat hij
het weinig beteekenende slachtoffer was geweest
van een vrouw door zijn aangifte ongelukkig ge
worden. Morin", stond er, en daaronder in klei
nere letters ne lira pas les Taches d'encre". Hetwas
de reclame, vari zeer twijfelachtigen smaak, door
Barrès bedacht om zijn gazette mensuelle ingang
te doen vinden.
Een geschrift met cynische of would be cynische
aphorismen. Je suis pret a accorder du génie a
quï" me. trouvera du talent," maar overigens in
zijn witte omslagjes, ontsierd door enkele inkt
vlekken, was het gevuld met ernstige beschou
wingen over de literatuur van den dag, Baudelaire,
Verlaine, en met novellen, eerder melancoliek
dan frivool van "toon, en verderen inhoud sati
risch of wereldsch van aard; zooals hij in revues
voorkomt.
Het was op zichzelf reeds een heele onderne
ming iedere maand gereed te staan met zoo'n
menu van geestelijke spijzen, en toch al had hij de
overmoedige belofte trouw vervuld, Barrès is
haar niet langer dan voor een viertal nummers
nagekomen, wat zou de uitslag hem hebben
gegeven, hem die alleen moest staan om te kunnen
werken !
Voor hem was 't noodig een boek te schrijven dat
een teeken met zich droeg erf op eens beslag legde
op de verbeelding van de menschen. Wat konden
sandwichdienaars daaraan helpen? Hij, Barrès,
behoorde tot het geslacht van Chateaubriand en
hooger op van Rousseau de mannen van de gees
telijke daad en het geestelijk gevoel, geheel in
hun persoonlijkheid besloten, die alleen door hun
persoon tot een werkelijkheid in de wereld kunnen
worden.
Maar wat had Barrès om van uit te gaan? Op
welk voetstuk stond hij om van daar af tot de
wereld te spreken?
Chateaubriand had achter zich de maatschap
pij, ondergegaan in de groote revolutie, de stor
men woeien nog om zijn hoofd; in de Nieuwe
weROOKT
Si-FA-Ko's
El Gusto"
SUMATRA 10 cent
Jozef Israels"
VORSTENLANDEN 8 cent
AMSTERDAMSCH
HANDWERK.
Virkrljgbaar bij alle voornam* Slgaranwinkalitrs.
reld had hij de ongekende natuur en de ongekende
nieuwe menschen gezocht; in de eenzaamheid van
zijn hart zuchtte het heimwee naar een hoogere
orde.
Barrès had geen andere omgeving gekend, dan de
school in een provinciestad en later die de eerste
studietijd in Parijs aanbood. Zijn boeken waren
zijn wereld geweest, dan zijn gangen en zijn om
gang in de hoofdstad. Zijn avonturen bestonden in
de vernederingen ondergaan van zijn makkers en
hun hoon, zijn trotsch in het denken aan de toekomst
waarin hij zou toonen wie hij was, maar zijn ont
dekking bestond in het vinden van zijn innerlijk,
de wezenlijke wereld, waarvan deze die zich uit
geeft voor werkelijkheid niet anders dan een schijn
beeld is. Dat was de stof voor zijn boek.
Die wereld op te bouwen, te verruimen, voort
durend te doen herleven onder de bezieling van het
gevoel van strijd tegen de Barbaren. Sous l'oeil des
Barbares,"l\et boek is een programma en een
strijdleus. Een teeken van verachting ons opgedrukt, een
handschoen ons toegeworpen,en tegelijk een onein
dig verlangen naar een Heiland in staat de Bar
baren te verslaan of het dan een persoon zij dan
wel een formule van geloof.
W. G. C. B Y v A N c K
NIEUWE UITGAVEN
Prof. Dr. P. J. Blok, Geschiedenis van het
Nederlandsche volk. Derde herziene druk, Leiden, A. W.
Sijthoff's Uitgevers Maatschappij.
Prof. Blok schrijft bij dezen nieuwen druk:
In het voorjaar verraste mijn vriend de uit
gever mij met het bericht, dat na 30 jaren een
derde druk van dit werk noodig was. Ik verklaarde
mij gaarne bereid dien druk mogelijk te maken
door een nieuwe herziening te doen plaats hebben,
waarbij gebruik werd gemaakt van de nieuwe
vondsten en ontdekkingen, de nieuwe inzichten
op het gebied onzer geschiedenis zooals die uit
de geschriften van de na den tweeden druk
verloopen elf jaren konden worden gekend. Natuurlijk
was daarbij niet alles naar mijn meening zoo maar
klakkeloos over te nemen. Integendeel, alles moest
worden overwogen, en, voorzoover ik mij ermede
kon vereenigen, in den nieuwen tekst worden
verwerkt. Er is veel gewerkt in onze oudste en
onze middeleeuwsche geschiedenis en ik heb mij
van het gezegde opnieuw rekenschap moeten
geven."
KoninUiiliiHiubiltiiflipoiMlaatiGbappii
DEGRUYTER&Co.
DEN HAAQ
AMSTERDAM ARNHEM
Verhuizingen per Auto-Trein