Historisch Archief 1877-1940
21
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
Teckening voof de Amsterdammer" door Oeorge van Raemdonck
$tutfc!)lanb, 2)eutfct)latü> uebet
All de grammophoon met een krassend geluid op
hield, zagen wij in de verte de Javaansche soldaten,
die op groote matten te dobbelen zaten." (H. D.)
Wie Kouwer ziet opereeren, herkent het besef van
den ernst van den ingreep." (Versl. Hbl.)
Eerstens de beperking van het drankmisbruik en
tweeden», enz." (Hbl.)
Roofmoord te Culemborg." CO. H. CJ
ONZE MEESTERS EN MEERLINGEN
De meest zonderlinge conclusies." (Centr.)
De meest onverstandige moeder." (O. H. C.)
De meest ernstige tegenstander." (Revue d. Sp.)
In meer bescheiden mate." (H.P.)
Een meer duurzaam resultaat." (Volk]
DE MEEST FANATIEKSTE MEESTERS EN MEER
LINGEN
Hij zocht een meer veiliger onderkomen." (H. D},
Een fotografisch grootscher en meer interessanter
film werd in Amsterdam nooit vertoond." (Adv. HM.)
Mercuur. Eerste en meest gesorteerdste
gloeilampenhandel." (Prosp.) __^_ ^_^__
HET WEESMEISJE
De doorsnee Amsterdammer." (O. H. C.)
Het doorsnee type." '(H. D.)
De in doorsnee lage rentevoet." (Hbl.)
OP DE GLIBBERIGE PADEN
Wat Is het cement dat die heekmannen samenbindt?
De schuld van dit alles drukt zwaar op de schouders
van de rechterzijde." (Kamerverst. Hbl.)
POPULAIRE AARDRIJKSKUNDE
De express Londen?Manchester is een van de
allersnelste treinen op het continent." (Leven)
DR BRONSVELD HEEFT GEEN RUSSEN
Dr. Bronsveld verheugt zich nog in het bezit van
zijn volle vermogen." (HH.)
De eerstaangehoudene beweert een vreemdeling te
kfnnen, die valsche bankbilletten weet na te maken.'
(Tel.)
" Nu ns probeéren met echte.
De eenige Hongaarsche vioolspeler, Graaf Zichy is
op den leertijd van 65 jaar overleden." (O. H. C.)
Er is nog een pianist.
tn dit pak zat een partijtje fijne sigaren, daar
Bouwmeester hier een groot liefhebber van is." (H. D.)
Nee. Daar zij er in gestopt waren.
Het is een verschijnsel, dat mensehen, die een tijd
in de gevangenis zitten, groot verlangen krijgen naar de
vrijheid." (H. D.)
Schrijf dit over, anders vergeet je 't.
Auto in brand." (N. K. C.)
BRIEVEN
UIT SOETOEKOEKIANDA
VI
DE TEMPELS DER VERGELDING
- Een der vele eigenaardigheden van
Soetoekoekianda bestond hierin, dat het vele tempels bezat.
Ieder, die iets anders of hetzelfde op een andere
wijze dan een ander geloofde, riep gelijkdenkenden
bij elkaar en zoo er zich op deden, was hun eerste
werk een tempel te stichten. Halverwege den
bouw werden de gelijkgezinden het gewoonlijk
oneens over hun gelijkgezindheid, waarop een
deel z.ch afscheidde, terwijl het andere deel zich
meestal splitste in een deel dat de eerste tradities
zuiver en hoog hield en een^tweede deel, dat
zij hoog en zuiver hield. Zoo viel men
inSoetoekoekianda over de tempels. Men had er tempels
gebouwd voor den heer der heirscharen, dien
men, evenals op Aarde, Mars heette en waar de
jeugd les kreeg hoe men op een koopje elkaar
het snelst en afdoendst vernietigen kon. In deze
tempels heerschten tucht en tocht en wat er
niet vloekte, werd er vervloekt.
Er waren tempels voor hen, die geloofden
in vijf van den laatsten slag", groote schoone
gebouwen, waar veel lawaai was en men, uit
veiligheid, maatregelen getroffen had, dat men
vooral met de handen moest spreken omdat een
ieder er op gesteld was, de handen van den ander
niet in zijn eigen zakken te voelen.
Niet gering was het aantal tempels, waar men
den God der Vergelding aanbad. Dit waren
meestal pittige, ronde gebouwen als panorama's,
met veel licht van boven door het glazen dak
en ijzeren tralies, om degenen, die buiten waren,
te beletten binnen te dringen en zich er te nestelen.
Want het verblijf in deze tempels was voor de
In K'ondyke zijn weder goudvelden ontdekt"
Net iets voor Colijn!
uitverkorenen des volks, die men in
Soetoekoekianda uitzocht om het onderscheid tusschen het
goede en het kwade aanschouwelijk voor te
stellen.
Aan het innerlijk dezer tempels stelde men
in Soetoekoekianda steeds grooter eischen.
Even verveloos, ongezellig en ongezond als de
tempels van den krijgsgod waren, waar de jeugd,
na op de scholen geoefend te zijn in alle christelijke
en maatschappelijke deugden, waarvan de voor
naamste luidde: Gij en zultnietdooden",opgeleid
werd inde leer van heldenmoed, doodsverachting,
moord, brandstichting en doodslag, even voor
treffelijk onderhouden, vriendelijk en hygiënisch
waren de tempels van den God der Vergelding.
De priesters, die er den eeredienst in verrichtten,
hadden geen geforceerde marschen te doen, hun
leven niet te wagen op manoeuvres, waar op men
zich wel eens vergiste en in plaats van met mar
garine-patronen met stalen kogels schoot; zij
plakten doosjes, telden erwten, pikten
koffieboonen en deden ander w?rk, dat hun den geest
vrijhield; de kost was stevig, in een woord het soci
ale vraagstuk hadden deze priesters op vernuftige
wijze opgelost, want ze hadden niets met
huurcommissies te doen, noch met sleutelgeld, noch
met stijgende prijzen van voedsel en kleeding.
De gemeenschap bouwde hun nestje, zorgde
voor hun stokvisch met rijst, hun aardappelen
met uien en voor hun bombazijnen costuum en
zelfs hun pijpje tabak ontvingen zij door de goede
zorgen van hun dankbare medemenschen. En
weldra zouden de journalisten onder hen een krant
uitgeven en redigeeren, die zich van de andere
Soetoekoekiandasche bladen gunstig zou onder
scheiden, doordat er nimmer van moord en dood
slag, hetzij en gros, hetzij en détail, sprake in
zou zijn. Noch van sensatie en de gebruikelijke
leugens. Een stichtelijk woord tot hoofdartikel,
een handleiding tot de kennis van het alphabet,
te tikken op de verwarmingsbuizen, een enkel
Beursbericht, om de fantasie te prikkelen en niet
alle contact met de buitenwereld te verliezen,
een nauwkeurig bijgehouden burgelijke stand
van hen, die in de orde waren opgenomen, met
hun verrichtingen en daarnaast een lijst van be
trouwbare adressen, waar men zijn uitgaanskas
het snelst kwijt kon raken en eenige hygiënische
wenken als: Hoe lap ik het hem, schoon te blijven
met n bad in twee maanden en een eierdopje
als badkuip.
Deze priesters vormden inderdaad een bevoor
rechte kaste. In den Tempel der Vergelding kende
men het modernste martelwerktuig, de
belastingschroef, niet en zij waren de eenigen in heel het rijk
van Soetoekoekianda, die niet op geregelde tijden
als een citroentje werden uitgeperst. In ruil
voor dit niet geringe voorrecht, hadden zij
afstand gedaan van hun kiesrecht, een
Soetoekotkiandasche zonde, waarvan de beoefening allerlei
ellende met zich bracht. De Tempeliers der Ver
gelding stonden dus niet schuldig aan de verwar
ring, die er in Soetoekoekianda heerschte, noch
waren zij gedoemd de vele sombere hoofdartikelen
te genieten, waartoe de Soetoekoekianders, bij
wijze van straf-exerceeren, gedwongen waren,
en waaraan zij zich met allerlei listige kunstgrepen
trachtten te onttrekken.
Met de politiek bemoeiden 'Je priesters zich
niet. Hun ministers waren de in vrijheid gedres
seerde bewaarders, die voor een hongerloontje
hen met hun teedere zorgen onringden en die,
dank zij de Soetoekoekiandasche vrijheid, die
zij genoten, door hun ontevreden blikken, hun
ingevallen wangen en hun afschuwelijke magerte.
schril afstaken bij de celbewoners met hun sjoviale
uiterlijk en hun levenslust.
Er waren zelfs plannen van hoogstaande Soetoe
koekianders, die de film in den Tempel der Ver
gelding wilden vertoonen deugdelijke, verheven,
zedelijke, in n woord, goede films. In tegenstel
ling met de films, die de in vrijheid zwelgende
Soetoekoekianders verslonden en waarvan zij
moord en doodslag, diefstal en inbraak tot in
de puntjes leerden en die hen rijp maakten opge
nomen te worden in de orde van de Tempeliers
der Vergelding.
De zorg voor heel deze bevoorrechte kaste
ging zoo ver, dat men er zelfs aan dacht om
concerten in haar Tempels te geven, waardoor zij,
met een andere bevoorrechte kaste, die der
vakvereenigingsmenschen, de eenige waren, die in
Soetoekoekianda voor een schijntje hemelsche
muziek konden genieten .
Aldus keuvelende, leidde de geest van professor
Horace Allbedyll den geest van Anastasia
Geraniumwitch tot voor een der Tempels der Vergelding
en hun aandacht werd getrokken door een menigte
die zich voor een der poorten verdrong en op zijn
vraag wat dit beduidde, kreeg Horace ten ant
woord :
D'r zit d'r een in, die zijn tijd om is en die
d'r niet uit wil, omdat hij het er zoo goed heeft.
Zij zijn nu bezig hem d'r met een
deurwaardersexploit uit te werken, maar hij kan de deur van
zijn cel niet uit, zoo dik is hij geworden. ..."
B A H i; A K o s s \
r
JL