De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 26 januari pagina 24

26 januari 1924 – pagina 24

Dit is een ingescande tekst.

'AMSTERDAMMER tyÊEKÖLAD VÓÓR r r ,* c, « "'' \ ti*i HERINNERINGEN VAN EEN TER DOOD VEROORDEELDE OOQR ORECOSIUS ALEXINSKY, (gewezen lid der Doema). IV. bE VERRADERS WORDEN ONTMASKERD. 17 Juli 1917. De bolsjewistische opstand is in vollen gang in Petrograd's straten. Plechanof, ik zelf en verscheidene andere leden van het centrale komitee der sociaal-patriotische organisatie Edinstvo", zijn gezeten in de lokalen van ons dagblad. Men brengt .ons geen gunstige berichten. Het Voorloopig Bewind schijnt geheel in verwarring te zijn. De autoriteiten zijn lang niet krachtig genoeg in hunne afweermaatregelen tegen de opstandelingen. Een officier komt binnen en noodigt mij . uit, om mij op staanden voet te begeven naar den staf van het Petrograadsche garnizoen. Na een korte samenspreking besluit ons komitee eenstemmig kameraad Alexinsky ter beschikking te stellen van de militaire autoriteiten en hem te machtigen, te handelen uit naam van het centrale komitee der sociaaldemökratische organisatie Edinstwo". Onmiddellijk begeef ik mij naar den staf die al ten halve tyelegM-d wordt door de bolsjewiekenbenden. iHijls gevestigd in een groot, gebouw aan het Paleisplein, schuin tegenover het Winterpaleis. Het is niet gemakkelijk er binnen te komen, want de straten in den omtrek zijn overvuld met automobielen en? vrachtauto s waaruit bolsjewiekèn met gewe ren en mitrailleuses schieten. Zij schieten vrijwel doelloos en hoe regelloozer dit schieten is, des te gevaarlijker is het voor voorbij gangers. Kleine groepen aan de regeering trouw gebleven officieren en soldaten scher,_ mulseleji meJ~de. bolsjewieken. en trachten hen te ontwapenen. Het uitgestrekte Paleisplein is akelig ledig. Men ziet slechts patrouilles aan de ingangen der straten die er op uitkomen. In de lokalen van den staf bevinden zich menschert behoorende tot alle kategorieën, militaire en civielpersonen, agitatoren der antibolsjewistische partijen en de ministers. Deze laatsten verkeeren in een erbarmelijkén toe stand men heeft ze vriendelijk op stoelen gezet en voert hen met borden soep, om hunne sterk verzwakte moraal wat op te beuren. De jonge, officieren en soldaten nemen hen zonder eerbied op en een van hen merkt op: ,,Om meester te worden van de bolsje wiekèn, moest men beginnen, de Voorloopige Regeerirtg te arresteeren, want zij is het die verhindert, Leniens aktie tegen te gaan". Men wil wel tegen de opstandelingen op trekken, maar men mist munitie. Een lid der organisatie Edinstvo, een jonge vliegenier, luitenant Volk, volbrengt een daad van moed: met twee ledige vrachtauto s gaat hij door straten die door bolsjewiekèn doorkruist worden, naar het arsenaal, en komt met machinegeweerpatronen en granaten terug. Ik word uitgenoodigd in een afzonderlijk vertrek binnen te gaan. Daar vind ik: generaal Peter Polovtsef, commandant van het Petro graadsche garnizoen, Paul Perewerzief, mi nister van justitie (sociale volkspartij) en Iwan Bessarabof, prokureur aan het hof van assises te Petrograd. Men legt mij uit dat de heer Perewerzief, wjen het bekend is, dat ik mij al sinds geruimen tijd heb bezig gehouden met de betrekkingen tusschen de bolsjewiekèn en den vijand, mij eenige doktimenten van zeer ernstigen aard ter hand wil stellen, en het aan mij wil overlaten of ik ze publiceeren zal of niet. ?Hi zie het dpssier dat mij zoo juist ter hand gesteld is, in, n vind er vooreerst een geheim rapport van den chef van den generalen staf, aan den minister van oorlog (Kerensky) gericht. Daarin zijn de getuigenverklaringen van een Russisch officier verzameld, die na bij de Duitschers in krijgsgevangenschap te zijn geraakt, van de chefs van den Duitschen spionagedienst het 'aanbod gekregen had, in hunnen dienst te treden. Hij veinsde hunne aanbiedingen aan te nemen en werd op de hoogte gebracht van hunne werk zaamheid in Rusland. Onder de namen hunner voornaamste agen ten ijv Rusland kwamen die voor van Lenien, Zinovief. enz. Deze openbaring- strookte volkomen met de gegevens waarover ik reeds beschikte. M. Pfireveczief stelde mij alsnog d&authentieke teksten ter hand van eenige tientallen telegrammen, die in de laatste weken gewisseld waren tusschen Lenien, Zinovief, Ganetzky en andere bekende leiders der bolsjewiekèn. Daaruit bleek dat enorme geldsommen van het buitenland uit, over Stockholm, in hunne handen waren geraakt. Er viel niet meer te twijfelen aan hoog verraad. Ik vraag aan de drie heeren waarom het voorloopig bewind nog geene instructie bevolen heeft tegen de schuldigen, en ver neem dit droevige feit: Kerensky en sommige andere ministers verzetten er zich tegen. De heer Pereverzief verklaart, dat hij wel niet een formeel recht heeft, mij deze dokumenten ter hand te stellen, maar dat hij er het moreele recht toe heeft, daar hij niet wenscht dat deze zaak voor het publiek geheim gehouden wordt. Daarom heeft hij zich, in overleg met den bevelhebber der Petrograad sche troepen tot mij gericht als een staatsman en onafhankelijk journalist, en wenscht de dokumenten aan mij af te staan. Na een uitvoerige studie der tot mijne beschikking gestelde stukken, kom ik tot deze gevolgtrekking: dat ze onmiddellijk ter kennis van het volk moeten worden gebracht. Een oude spcialist-revolutionnair, Pankratof die' voor zijne werkzaamheid in het belang zijner partij met eene opsluiting van veertien jaren in de tsaristische gevangenissen had geboet, is van mijne meening en stemt er in toe, zijne handteekening naast de mijne te plaatsen. Wij stellen samen een kort.e verklaring op, waarin wij de Voorloopige Regeering uitnoodigen, de zaak zonder uitstel der Justitie in handen te geven. Wij voegen er een korte samenvatting aan toe der beschuldi gingen, die wij uitbrengen tegen Lenien en de zijnen, namelijk: geld van het Duitsche Goevernement te hebben aangenomen, en Rusland te verraden. Na deze verklaring te hebben opgesteld en onderteekend, willen wij haar onmiddellijk laten drukken. Maar hoe en waar? Het is namiddag geworden, en ik wil niet wachten op de morgenbladèn: er is haast bij. Generaal Poiovtzef Stelt mij eene machtiging ter hand om gebruik te maken van de drukkerij van den generalen staf. Maar daar gekomen, vinden wij geen enkelen arbeider meer. Uit vrees voor een bolsjewistischen aanval, heb ben ze hun werk in den steek gelaten. Ik neem een automobiel, en begeef mij, onder geleide van twee vrienden -soldaten met geweren bewapend, naar de drukkerij der Nowoie Wremiaom deze met militaire macht" te bezetten, en er mijne proklamatie te doen ' drukken. Maar als wij de straat binnenrijden waarin de bureaux der Nowoie Wremja ge vestigd zijn, stooten wij op een andere auto, waaruit twee machinegeweren steken: het zijn de anarchisten die ons voor zijn geweest, en er hunne proklamatie's drukken. Ik keer dus onverrichter zake naar den staf terug. Wat nu te doen? Het komt er op . aan, de zaak niet te onthouden aan de bevol king en het garnizoen. Ik noodig het Preobrasjensky-regiment dat in de revolutiedagen een belangrijke rol gespeeld heeft, uit, een delegatie naar mij af te vaardigen, en lees dan aan de soldaten-afgevaardigden de onthul lingen betreffende Lenien voor, en tevens mijn voorstel om aan het gerecht tegen dien man vrijen loop te laten. De soldaten zijn zoodanig onder den indruk van mijne openba ringen, dat zij beslui'ten haar onmiddellijk in alle Petrogradsche regimenten bekend te maken; tevens dringen zij er op aan, dat ik ze in alle kranten laat afdrukken. Door bemiddeling van het persbureau speel ik mijne verklaring en het resumee mijner beschuldigingen tegen Lenien nog heden avond in handen van alle dagbladredactie's. En eenige minuten later woon ik een heftige scène bij tusschen den heer Perewerzief en twee zijner kollega-ministers, de heeren Nekrassof en Terestchenko, door wie hij in de beleedigendste bewoordingen wcrdt beschuldigd de dokumenten tegen Lenien aan de pers te hebben prijsgegeven. De heer Terestchenko gaat zelfs zoo ver, te verklaren dat hij in zijn bureau, aan het ministerie van buitenlandsche zaken, andere, en veel ernstiger, beschuldi gingen tegen Lenien en medeplichtigen in portefeuille heeft, zonderdat hij neiging gevoelt daarover een rechtszaak op touw te zetten. ,De heer Bessarabof antwoordt terecht dat hjj, als prokureur-generaal en wachter der wet, het recht heeft, den heer Terestchenko op staanden voet te doen arresteeren wegens medeplichtigheid met landverraders. (Wordt vervolgd). DANSEN Amsterdam wil ook eens dansen, Groot genoeg is het er voor. Als een lief provincie-stadje, Gaat het in den vreemde door. Een commissie moest gaan snorren Of het wel gepast zou zijn, Of dat dansen nu wel strookte Met de Amsterdamsche lijn. Die commissie heeft bevonden Dat het hier en daar wel mocht, Mits men het publiek eerst keurde, Dat de danserij bezocht. Toezicht zou er moeten wezen, Zeden-dienders hier en daar Om manhaftig op te treden Tegen een te vroolijk paar. Maar eilaas, het mocht niet lukken, Door een vaderlijke macht, Daar in Amsterdam aan dansen Nog vooreerst niet kon gedacht. Neen, ze zijn er nog niet noodig En nog lang niet rijp er voor, Eerst nog wat groot-steedscher" worden, En danst dan maar nachten door. Even wachten dames heeren Op het kuische Rembrandtplein, Tot de Amsterdamsche beenen Er gehaaid" genoeg voor zijn. J. H. SPEEN w c F F PAST STALEN RAM EN TOE VAN DE KON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT SPECIALITEIT: VERZINKTE STALEN RAMEN INHOUD: .1. De ministerieele verant woordelijkheid verdoezeld, door Prof. Dr. G. W. Kernkamp 2. Tijdgenooten, door Ds. W. Mackenzie De nieuwe verordening op de winkelsluiting, teekening door Joh. Braakensiek 4. Het' Damvraagstuk, door H. J. M. Walenkamp Czn. 5. Cursus in Anthropologie, door Dr. M. A. van Her werden 6. Vol au Vent, d. H. Sputterlief Dzn. 7. Uit de natuur, door Dr. Jac. P. Thijsse 8. Bijkomstigheden, door Annie Salomons 9. De uitwisseling van boeken tusschen Nederland en Zuid-Afrika, door Dr. J. J. Ie Roux 11. Voor Vrouwen, onder redactie van Elis. M. Rogge 12. Dramatische Kroniek, door Top Naeff 13. Schilderkunst kroniek, door A. Plasschaert en M. M. F. Hennus 15. Muziek in de Hoofdstad, door Constant van Wessem, met teekeningen door B. van Vlijmen?17. Kroniek van den Dans, door J. W. F. Werumeus Buning 19. Financiën en Economie, door Paul Sabel Dierstudie, teekening door H. Verstijnen 20. De sterke man, teekening door Jordaan Van marionetten en sprook jes, door Samuel Falkland 21. Charivaria, door Charivarius Brieven uit Soetoekoekianda, door Barbarossa Goudvelden, teekening door George van Raemdonck 22. Uit het Kladschrift van Jantje Het recht op den lach, door Dr. G. Nolst Trenit Scheepsbouw, door P. Kloppers Onze Puzzle 23. Oplossing prijsvraag De Verloren dochter, door C. F. van Dam 24. Brieven van een veroordeelde, door G. Alexinsky Krekelzang door J. H. Speenhoff. Bijvoegsel: De Labour-regeering en de spoorwegstaking, teekening door Joh. Braakensiek. Algem. Nederlandse!»e Automobiel Mij. rRANKENSIBAAT 52-83Ï, -sORAVEMItAae Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms & Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl