Historisch Archief 1877-1940
'AMSTERDAMMER tyÊEKÖLAD VÓÓR
r r
,*
c, «
"'' \
ti*i
HERINNERINGEN VAN EEN
TER DOOD VEROORDEELDE
OOQR ORECOSIUS ALEXINSKY,
(gewezen lid der Doema).
IV.
bE VERRADERS WORDEN ONTMASKERD.
17 Juli 1917.
De bolsjewistische opstand is in vollen gang
in Petrograd's straten. Plechanof, ik zelf en
verscheidene andere leden van het centrale
komitee der sociaal-patriotische organisatie
Edinstvo", zijn gezeten in de lokalen van
ons dagblad. Men brengt .ons geen gunstige
berichten. Het Voorloopig Bewind schijnt
geheel in verwarring te zijn. De autoriteiten
zijn lang niet krachtig genoeg in hunne
afweermaatregelen tegen de opstandelingen.
Een officier komt binnen en noodigt mij
. uit, om mij op staanden voet te begeven naar
den staf van het Petrograadsche garnizoen.
Na een korte samenspreking besluit ons
komitee eenstemmig kameraad Alexinsky
ter beschikking te stellen van de militaire
autoriteiten en hem te machtigen, te handelen
uit naam van het centrale komitee der
sociaaldemökratische organisatie Edinstwo".
Onmiddellijk begeef ik mij naar den staf
die al ten halve tyelegM-d wordt door de
bolsjewiekenbenden. iHijls gevestigd in een groot,
gebouw aan het Paleisplein, schuin tegenover
het Winterpaleis. Het is niet gemakkelijk
er binnen te komen, want de straten in den
omtrek zijn overvuld met automobielen
en? vrachtauto s waaruit bolsjewiekèn met gewe
ren en mitrailleuses schieten. Zij schieten
vrijwel doelloos en hoe regelloozer dit schieten
is, des te gevaarlijker is het voor voorbij
gangers. Kleine groepen aan de regeering
trouw gebleven officieren en soldaten
scher,_ mulseleji meJ~de. bolsjewieken. en trachten
hen te ontwapenen.
Het uitgestrekte Paleisplein is akelig ledig.
Men ziet slechts patrouilles aan de ingangen
der straten die er op uitkomen.
In de lokalen van den staf bevinden zich
menschert behoorende tot alle kategorieën,
militaire en civielpersonen, agitatoren der
antibolsjewistische partijen en de ministers. Deze
laatsten verkeeren in een erbarmelijkén toe
stand men heeft ze vriendelijk op stoelen
gezet en voert hen met borden soep, om
hunne sterk verzwakte moraal wat op te
beuren. De jonge, officieren en soldaten nemen
hen zonder eerbied op en een van hen merkt
op:
,,Om meester te worden van de bolsje
wiekèn, moest men beginnen, de Voorloopige
Regeerirtg te arresteeren, want zij is het die
verhindert, Leniens aktie tegen te gaan".
Men wil wel tegen de opstandelingen op
trekken, maar men mist munitie. Een lid
der organisatie Edinstvo, een jonge
vliegenier, luitenant Volk, volbrengt een daad van
moed: met twee ledige vrachtauto s gaat hij
door straten die door bolsjewiekèn doorkruist
worden, naar het arsenaal, en komt met
machinegeweerpatronen en granaten terug.
Ik word uitgenoodigd in een afzonderlijk
vertrek binnen te gaan. Daar vind ik: generaal
Peter Polovtsef, commandant van het Petro
graadsche garnizoen, Paul Perewerzief, mi
nister van justitie (sociale volkspartij) en
Iwan Bessarabof, prokureur aan het hof
van assises te Petrograd. Men legt mij uit
dat de heer Perewerzief, wjen het bekend is,
dat ik mij al sinds geruimen tijd heb bezig
gehouden met de betrekkingen tusschen de
bolsjewiekèn en den vijand, mij eenige
doktimenten van zeer ernstigen aard ter hand wil
stellen, en het aan mij wil overlaten of ik ze
publiceeren zal of niet.
?Hi zie het dpssier dat mij zoo juist ter hand
gesteld is, in, n vind er vooreerst een geheim
rapport van den chef van den generalen staf,
aan den minister van oorlog (Kerensky)
gericht. Daarin zijn de getuigenverklaringen
van een Russisch officier verzameld, die
na bij de Duitschers in krijgsgevangenschap
te zijn geraakt, van de chefs van den
Duitschen spionagedienst het 'aanbod gekregen
had, in hunnen dienst te treden. Hij veinsde
hunne aanbiedingen aan te nemen en werd
op de hoogte gebracht van hunne werk
zaamheid in Rusland.
Onder de namen hunner voornaamste agen
ten ijv Rusland kwamen die voor van Lenien,
Zinovief. enz.
Deze openbaring- strookte volkomen met
de gegevens waarover ik reeds beschikte.
M. Pfireveczief stelde mij alsnog
d&authentieke teksten ter hand van eenige tientallen
telegrammen, die in de laatste weken gewisseld
waren tusschen Lenien, Zinovief, Ganetzky en
andere bekende leiders der bolsjewiekèn.
Daaruit bleek dat enorme geldsommen van
het buitenland uit, over Stockholm, in hunne
handen waren geraakt.
Er viel niet meer te twijfelen aan hoog
verraad. Ik vraag aan de drie heeren waarom
het voorloopig bewind nog geene instructie
bevolen heeft tegen de schuldigen, en ver
neem dit droevige feit: Kerensky en sommige
andere ministers verzetten er zich tegen. De
heer Pereverzief verklaart, dat hij wel niet
een formeel recht heeft, mij deze dokumenten
ter hand te stellen, maar dat hij er het
moreele recht toe heeft, daar hij niet wenscht
dat deze zaak voor het publiek geheim
gehouden wordt. Daarom heeft hij zich, in
overleg met den bevelhebber der Petrograad
sche troepen tot mij gericht als een staatsman
en onafhankelijk journalist, en wenscht de
dokumenten aan mij af te staan.
Na een uitvoerige studie der tot mijne
beschikking gestelde stukken, kom ik tot
deze gevolgtrekking: dat ze onmiddellijk ter
kennis van het volk moeten worden gebracht.
Een oude spcialist-revolutionnair, Pankratof
die' voor zijne werkzaamheid in het belang
zijner partij met eene opsluiting van veertien
jaren in de tsaristische gevangenissen had
geboet, is van mijne meening en stemt er
in toe, zijne handteekening naast de mijne
te plaatsen.
Wij stellen samen een kort.e verklaring op,
waarin wij de Voorloopige Regeering
uitnoodigen, de zaak zonder uitstel der Justitie
in handen te geven. Wij voegen er een
korte samenvatting aan toe der beschuldi
gingen, die wij uitbrengen tegen Lenien en
de zijnen, namelijk: geld van het Duitsche
Goevernement te hebben aangenomen, en
Rusland te verraden.
Na deze verklaring te hebben opgesteld en
onderteekend, willen wij haar onmiddellijk
laten drukken. Maar hoe en waar? Het is
namiddag geworden, en ik wil niet wachten
op de morgenbladèn: er is haast bij. Generaal
Poiovtzef Stelt mij eene machtiging ter hand
om gebruik te maken van de drukkerij van
den generalen staf. Maar daar gekomen,
vinden wij geen enkelen arbeider meer. Uit
vrees voor een bolsjewistischen aanval, heb
ben ze hun werk in den steek gelaten. Ik
neem een automobiel, en begeef mij, onder
geleide van twee vrienden -soldaten met
geweren bewapend, naar de drukkerij der
Nowoie Wremiaom deze met militaire macht"
te bezetten, en er mijne proklamatie te doen
' drukken. Maar als wij de straat binnenrijden
waarin de bureaux der Nowoie Wremja ge
vestigd zijn, stooten wij op een andere auto,
waaruit twee machinegeweren steken: het
zijn de anarchisten die ons voor zijn geweest,
en er hunne proklamatie's drukken.
Ik keer dus onverrichter zake naar den
staf terug. Wat nu te doen? Het komt er op .
aan, de zaak niet te onthouden aan de bevol
king en het garnizoen. Ik noodig het
Preobrasjensky-regiment dat in de revolutiedagen
een belangrijke rol gespeeld heeft, uit, een
delegatie naar mij af te vaardigen, en lees dan
aan de soldaten-afgevaardigden de onthul
lingen betreffende Lenien voor, en tevens
mijn voorstel om aan het gerecht tegen dien
man vrijen loop te laten. De soldaten zijn
zoodanig onder den indruk van mijne openba
ringen, dat zij beslui'ten haar onmiddellijk in
alle Petrogradsche regimenten bekend te
maken; tevens dringen zij er op aan, dat ik ze
in alle kranten laat afdrukken.
Door bemiddeling van het persbureau speel
ik mijne verklaring en het resumee mijner
beschuldigingen tegen Lenien nog heden
avond in handen van alle dagbladredactie's.
En eenige minuten later woon ik een heftige
scène bij tusschen den heer Perewerzief en twee
zijner kollega-ministers, de heeren Nekrassof
en Terestchenko, door wie hij in de
beleedigendste bewoordingen wcrdt beschuldigd de
dokumenten tegen Lenien aan de pers te
hebben prijsgegeven. De heer Terestchenko
gaat zelfs zoo ver, te verklaren dat hij in zijn
bureau, aan het ministerie van buitenlandsche
zaken, andere, en veel ernstiger, beschuldi
gingen tegen Lenien en medeplichtigen in
portefeuille heeft, zonderdat hij neiging gevoelt
daarover een rechtszaak op touw te zetten.
,De heer Bessarabof antwoordt terecht dat
hjj, als prokureur-generaal en wachter der
wet, het recht heeft, den heer Terestchenko
op staanden voet te doen arresteeren wegens
medeplichtigheid met landverraders.
(Wordt vervolgd).
DANSEN
Amsterdam wil ook eens dansen,
Groot genoeg is het er voor.
Als een lief provincie-stadje,
Gaat het in den vreemde door.
Een commissie moest gaan snorren
Of het wel gepast zou zijn,
Of dat dansen nu wel strookte
Met de Amsterdamsche lijn.
Die commissie heeft bevonden
Dat het hier en daar wel mocht,
Mits men het publiek eerst keurde,
Dat de danserij bezocht.
Toezicht zou er moeten wezen,
Zeden-dienders hier en daar
Om manhaftig op te treden
Tegen een te vroolijk paar.
Maar eilaas, het mocht niet lukken,
Door een vaderlijke macht,
Daar in Amsterdam aan dansen
Nog vooreerst niet kon gedacht.
Neen, ze zijn er nog niet noodig
En nog lang niet rijp er voor,
Eerst nog wat groot-steedscher" worden,
En danst dan maar nachten door.
Even wachten dames heeren
Op het kuische Rembrandtplein,
Tot de Amsterdamsche beenen
Er gehaaid" genoeg voor zijn.
J. H. SPEEN w c
F F
PAST STALEN RAM EN TOE
VAN DE
KON.FABR.F.W.BRAAT-DELFT
SPECIALITEIT: VERZINKTE STALEN RAMEN
INHOUD: .1. De ministerieele verant
woordelijkheid verdoezeld, door Prof. Dr.
G. W. Kernkamp 2. Tijdgenooten, door
Ds. W. Mackenzie De nieuwe verordening
op de winkelsluiting, teekening door Joh.
Braakensiek 4. Het' Damvraagstuk, door
H. J. M. Walenkamp Czn. 5. Cursus
in Anthropologie, door Dr. M. A. van Her
werden 6. Vol au Vent, d. H. Sputterlief Dzn.
7. Uit de natuur, door Dr. Jac. P. Thijsse
8. Bijkomstigheden, door Annie Salomons
9. De uitwisseling van boeken tusschen
Nederland en Zuid-Afrika, door Dr. J. J.
Ie Roux 11. Voor Vrouwen, onder redactie
van Elis. M. Rogge 12. Dramatische
Kroniek, door Top Naeff 13. Schilderkunst
kroniek, door A. Plasschaert en M. M. F.
Hennus 15. Muziek in de Hoofdstad,
door Constant van Wessem, met
teekeningen door B. van Vlijmen?17. Kroniek
van den Dans, door J. W. F. Werumeus
Buning 19. Financiën en Economie, door
Paul Sabel Dierstudie, teekening door
H. Verstijnen 20. De sterke man, teekening
door Jordaan Van marionetten en sprook
jes, door Samuel Falkland 21. Charivaria,
door Charivarius Brieven uit
Soetoekoekianda, door Barbarossa Goudvelden,
teekening door George van Raemdonck
22. Uit het Kladschrift van Jantje Het
recht op den lach, door Dr. G. Nolst Trenit
Scheepsbouw, door P. Kloppers Onze
Puzzle 23. Oplossing prijsvraag De
Verloren dochter, door C. F. van Dam
24. Brieven van een veroordeelde, door G.
Alexinsky Krekelzang door J. H.
Speenhoff.
Bijvoegsel: De Labour-regeering en de
spoorwegstaking, teekening door Joh.
Braakensiek.
Algem. Nederlandse!»e
Automobiel Mij.
rRANKENSIBAAT 52-83Ï, -sORAVEMItAae
Typ. Amst. Boek- en Steendrukkerij, voorheen Ellerman, Harms & Co.