De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 26 januari pagina 6

26 januari 1924 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VQQR NEDERLAND No. 2432 VOL AU VENT XXXI Daer was een kwezeltje, die 't al wil verstaen, Die meynde zachtjes in den hemel te gaan ? Óp'hare zokjes Schoentjes, houten blokjes.... Lang en breed heb ik voor mijn venster, dat helaas den zomersenen tooi van welverzorgde bloempotten mist ik behoor tot het ordelijk deel der burgerij, en ga daar prat op, dat zijnen buurlieden geen overlast aandoet, en de bloemen binnenshuis voorziet, opdat het noch lekke, noch druppe langer, breeder dan anders heb ik overwogen of ik de lessen van twee bevriende leermeesters in den wind zoude slaan, te weten de levens'wijze woorden van charlés Boissevain: een degelijk journalist moet vóór alles bedenken, dat afwisseling van geestelijke spijze den lezer doet eten", en de niet minder rake van wijlen den Groningschen Professor Van Hamel: il faut qu'une plume bien taillée ne se répète trop souvent!".... Deze waarlijk gulden woorden zijn een baken Voor eiken koksmaat, die geen ketelaar van het eigen gebak wenscht te blijven, en dringen zich als het ware vanzelf op tot spreuken in ons a.s. Persmuseum, in het reeds genoemd voormalige Korenmetersgilde, hetwelk reeds in Matth. V voor ons doel werd beduid: Noch men steekt geen keerse aen, ende set die onder een korenmate: maer op een kandelaer, ende sy schynt allen, die in den huyse sijn." Inderdaad heb ik ditmaal, alvorens de plume bien taillée" op te nemen, gewikt en gewogen, bevreesd voor het vervallen in herhalingen, en een pijnlijk oogenblik was ik dermate in ver warring des geestes, dat ik mijne huishoudster als de eenig-aanwezige van mijne kleine gemeente met geliefde" toe-sprak, en mijn bril reinigde om mij zelven eene houding te geven. Daar moet u wat over zeggen, dat mag u zoo kort na Nieuwjaar niet laten passeeren", zeide zij met eene overtuiging, die aanstekelijk werkte: is eene vrouw niet immer expansiever dan een man, en bemerken wij dit niet bij iedere Kameren Raadszitting opnieuw? Bettina", antwoordde ik: ik liet mij reeds eenige keeren over kerkelijke aangelegenheden uit ! Men zal mij er van verdenken, dat ik op mijn ouderen dag te zeer over stichtelijke onderwerpen mijmer en u en anderen de levieten wil lezen. Daar is een grens...." Al had u er honderdmaal over geschreven !", viel zij bijna heftig uit: als de Amsterdamsche hervormde Gemeente voor een failliet staat, dan is het uw plicht te getuigen, en als ze u dat in De Groene kwalijk nemen, zijn ze geen knip voor hun neus waard ! Ik vind het om bij te huilen ! Ik vind het...." Verder bracht zij het niet. De geeond-Hollandsche vrouw, liet de brochure van Dominee Van Hoogenhuyze uit de handen vallen, en schreide voor de eerste maal in mijn bijzijn. En omdat ik niet tegen de tranen van eene vrouw kan, hakte ik den knoop door, lei mijne verzameling aanteekeningen over de politieke en de gemeente belangen rakende gegevens terzijde, en zette mij aan den arbeid. In de eerste plaats mijnen dank aan den vriendelijken schenker van de brochure, die mijne verontwaardiging over de Sovjet-neiging der Nieuwe Rotterdammer op theologisch terrein deelend, mijne aandacht vestigde op het Nieuwjaarswoord, uit gesproken op den eersten Zondag van 1924 in de .Amstelkerk en op het door den prediker Van Hoo genhuyze geslagen alarm. Ik volg Van der Graaf & Co's Statistieken op het gebied der uitgesproken Faillissementen, eu ofschoon ik in geenerlei betrekking tot den Handel sta, heb ik sinds mijne journalistieke jeugd, en mede sinds de dagen dat ik zoowel de vergaderingen der Kamers van Koophandel, als de onstuimige bijeenkomsten van aandeelhouders in verschillende finantieele instellingen, moest verslaan, met leede oogen de toenemende onzedelijkheid op handels- en scheepvaartgebied, zich uitend in het met spek schieten bij het opmaken der jaarbalansen, en de schromelijke stijging der insolvent-verklaringen, bankroeten en wat dies meer zij, waargenomen. De verwildering der tijden ging met eene schandestatistiek van gefailleerde koopmanszaken ge paard. Ja, er was zelfs sprake van het faillisse ment van eene Nederlandsche Gemeente, maar dat ooit van den kansel een noodkreet zou weer klinken: de Amsterdamsche Hervormde Gemeente staat op springen, is op het punt een accoordje aan te bieden, dreigt onder curateele gesteld te worden, dit acht ik zoo beneden Am sterdamsen en ander peil, zulk eene deerniswekkende blamage, zulk een verraad aan de nalatenschap onzer voorvaderen, dat ik er het zwijgen niet toe kan doen, de lessen van mijne leermeesters verwaarloos, en mijnen degelijken naam in de ver denking van het herkauwen eener journalistieke stoffe breng. Zwijgen zoude hier misdaad zijn. Wanneer ik mij ter ruste begeef, zie ik de beschul digende letters der sedert een paar dagen bij Van der Land verschenen brochure STAAT DE AMSTERDAMSCHE HERVORMDE GEMEENTE VOOR EEN FAILLIET? eenen wilden satansdans voor mijne oogen uitvoeren; zit ik in peizing voor het venster, dan wijken Singel, Kalverstraat en Rokin in een nimmer gekenden mist, en door denzelven, vlam men de Nieuwjaarswoorden van Van Hoogen huyze op mij toe. Het is om er minder vertogen woorden-bij te uiten. Wanneer wij dergelijk onso liede nieuws van eene kwakkelende Bank, van eene goed-gesitueerde Firma, zelfs van eene kunst instelling vernemen, doet het ons minder aange naam aan, maar meestal blijft het voor u en mij eene weeuwenaarspijn. Dat een dergelijk malheur evenwel de grootste Hervormde gemeente van de wereld" bedreigt, gelijk Van Hoogenhuyze het eenvoudig uitdrukt, dringt ons het gevoel op dat deze wereld met ieder uur sterker aan de heidenen overgeleverd wordt. Maar is het dan in onze gemeente zoo slecht? Och -geliefden, dit is zooals men het neemt", zegt de Nieuwjaarsprediker, in milde poging den gezondheidstoestand der zieke minder veront rustend voor te stellen. Er is namelijk een dubbel failliet. Niet alleen dat van de tweemaal-honderdduizend Hervormden niet meer dan 4 pCt. ter kerke gaat, dat het aantal aannemelingen, het aantal doopen, het aantal kerkelijke huwelijken vermindert", niet alleen dat zij die dan nog tot de belijdende lidmaten behooren, veelal tegenover elkaar staan, elkaar bestrijdende en verketterende" de een ethisch", de tweede confessioneel", de derde gereformeerd", dat ieder voor zich de waarheid in pacht meent te hebben en and ren veroordeelt; niet alleen dat de groote gemeente achteruit holt en vele zielen verloren gaan; niet alleen (ik citeer den prediker) dat de Hervorm de Gemeente een instituut is, _ waarover men in couranten schrijft en waar men mee spot, dat er in grooten getale afschrijvingen plaats hebben, bewerkt door de.... Vereeniging De Dageraad" niet alleen dit alles, dat op zichzelf meer dan genoeg is, een ontaardingstreurspel in vele bedrijven met een pro- en een epiloog, maar, en hier begint een tweede en voor handelslieden erger bankroet: Finantieel is het de vraag of de gemeente het op den duur houden kan". Stond de Hervormde gemeente, wat wij noemen officieel genoteerd", dan vrees ik dat eene dergelijke uitlating eene paniek, als wij met Marx, Van Nierop, de Insulinde Olie enzoovoort, beleefden, zou hebben veroorzaakt. Zoodra in het openbaar de vraag gesteld wordt, gelijk Van Hoogenhuyze het doet Zal het dreigend failliet kunnen worden afgewend?", een vraag, die moderne Beursbezoekers binnenkamers ple gen te beantwoorden om het geschokte crediet niet nog meer te ondermijnen,dan is de zaak, gelijk mijn vriend Barend Stoppelsteen, deurwaarder bij het Kantongerecht, betoogt rijp voor executorialen vorm." Het verheugende is evenwel de kloeke eerlijkheid waarmee de gruwelijke wonde in het openbaar wordt blootgelegd. Men schippert niet. Men ontbloot de borst als Pieter Adriaansz. van de Werff. De Drie-star-geest waart rond. De Balans en Winst en Verlies" worden met al haar schromelijke afgronden gepubliceerd, en terwijl tot zelfs oude koopmanszaken met de waarheid schipperen, het negligeeren bij dubieuze posten een vouwtje te slaan, met geen ander resultaat INSTITUUT OVERTOOM Amsterdam Overtoom 57 en 93a Rotterdam Kruisstraat 40 Typen - Steno - Talen ? Boekhouden dan het vergrooten der Faillissements-statistiek, verklaart hier de accountant; Moesten er niet twee, drie, al zijn het dan maar kleine kerken gebouwd worden in de nieuwe stadsgedeelten, die als uit den grond verrijzen? Moesten er niet steeds meerdere predikantsplaatsen met het oog op het grooter worden der gemeente, met het oog op de geweldige uitbreiding van sommige wijken, worden gesticht?.... Het is nu al elf jaar geleden, in 1912, dat e e n 30 ? t e pre dikant gekomen is in Amster dam, welke plaats voor de eerste maal door ons is vervuld geworden. N u n a elf jaar nog steeds geen enkele nieuwe predikantsplaats!.... .... Ik zeg deze dingen met weemoed, maar ze moeten gezegd worden. En misschien zouden wij ze nog niet gezegd hebben, als op het ministerie van predikanten niet besloten was om den eersten Zondag van dit jaar de gemeente eens in te lichten.... Christus kan de harten en beurzen ope nen!.... Zoo gaat het niet langer, er moeten meer predikanten komen; er moeten meer kerken komen; de menschen mogen niet aan zichzelf worden overgelaten, zij moeten worden bearbeid".... Zietdaar in hoofdtrekken de Debet-posten van deze Winst en Verlies-rekening, de gecondenseerde inhoud der klachte: Zal het dreigend failliet kunnen worden afgewend?". Het kan. Men zou geneigd zijn te fluisteren: houdt er den moed maar in !" Doch ook dit is overbodig, omdat het Nieuwjaars w oo r d zelf den schoonen weg wijst: het niet langer verketteren van elkaar, de eenheid onder de geliefden. Niemand mag een ander veroordeelen. Allen moeten als broeders voor de groote zaak van den Heer op trekken. De Roomschen zorgen er wel voor dat de geestelijke bearbeiding hunner geloofsgenooten gelijken tred houdt met de uit breiding der stad.... (als ik puntjes plaats, sla ik vanzelf gedeelten over, in respecte voor het Recht des auteurs).... Is het wonder, dat zoowel de wereld, als de Roomsche Kerk lacht om onze onderlinge verdeeld heid en daarom om onze onmacht? Begrijpt men niet dat men zoo speelt n in de kaart van het ongeloof, en in die van Rome.... En nu kan men wel lezingen en toespraken houden, om het ongeloof ende leer van Rome's kerk te gaan bestrijden, om te wijzen op de gevaren, die van die beide kanten dreigen.... Wij behoeven niet te zeggen: laten wij de zaak maar overgeven aan het ongeloof aan den eenen kant en aan Rome aan den anderen kant.... Deze edele woorden vanden prediker namens het ministerie van predikanten, deze welluidende damiaatjes, om de .onderlinge verkettering van allen, die op den bodem van Gods Woord staan" uit te branden, uit geloovige zielen te bannen, hebben mij diep getroffen. Hoe inderdaad lieflijk klinken zulke toespelingen, en welke wijshe'd rijst er uit de verklaring: ,,... .Er is geen jeld, en er is geen onderlinge eenheid. Want in plaats dat men zich aaneensluit, gaat men ouderlingen strijd voeren of een ander wel precies behoort tt.t den kring waartoe men zelf meent te moeten be hooren. Is het wonder dat zoo de liefde ver flauwt (a), de finantiën achteruitgaan (b>, het werk ongedaan blijft (c), en het Koninkrijk Gods schade lijdt (</)?" De a, b, c, d zijn van mij. Ik houd van aandachtig lezen, met theoretische rangschikking. Ik ben blij met dit fnsch. opwek kend, verzoenend N i e u w j a a r s w o o r d, en hoop van mijn kant tot den Sisten predikant een steentje te hebben bijgedragen. Het waren uren van verschrikking en angsten, teen ik den schrillen Noodkreet op den eersten Sabbath van 1924 gesproken, las ik zoude mijnen het Gouden Kalf aanbiddende geliefden de regelen voorgehouden hebben aan het hoofd cezer be spiegeling geciteerd. HENDRIK S p u T T E R L i E r DZN J. S. MEUWSEN, Hofl. A'DAM-R'DAM-ÜEN HAAG DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND 4 t.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl