De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 26 januari pagina 9

26 januari 1924 – pagina 9

Dit is een ingescande tekst.

AMSTERDAMMER, WEEKBLAD, VOQR NEDERLAND DE UITWISSELING VAN BOKKEN TUSSEN NEDERLAND EN ZUID-AFRIKA Ik herinner me nog goed mijn ergernis toen ik 'n jaar of twaalf geleden in 'n Engels boek 't in felle bewoordingen gestelde verwijt las, dat de Afrikaners nog geen eigen nationale literatuur of kunst hadden geschapen. En hoewel dat boek reeds 'n twintigjtal jaren vroeger geschreven was, was dat verwijt pok belachelilf uit de mond van 'n Engelsman, want juist de Engelse Afrikaners heb ben tot vandaag toe niets geleverd wat op 'n nationaal Engels-Afrikaanse literatuur lijkt. Daar entegen hadden de Hollandse Afrikaners toen reeds 'n flink begin gemaakt met 'n eigen literatuur, nadat 't veroveren, behouden en ontginnen van het nieuwe land 'n paar honderd jaar al hun aan dacht in beslag haddenjgenomen. En hoe snel heeft deze literatuur zich ontwikkeld ! Vandaag ligt vóór me 't schrijven van 'n Nederlandse uitgever en boekhandelaar in Z.-A., waarin hij als zijn mening te kennen geeft, dat het Hollandse boek voor zover het niet wordt gebruikt pp scholen en universi teiten in Zuid-Afrika heeft afgedaan en in de toekomst niet veel meer debiet zal hebben dan Franse of Duitse boeken; en als oorzaak noemt hij vooral de doorvoering van het Afrikaansch en de daaruit voortvloeiende uitgifte van honder den werken op allerlei gebied in die taal". Dit getuigenis is des te merkwaardiger.omdat inde eerste jaren na de invoering van het Afrikaans op de scholen e/i de officiële erkenning van die taal door verschillende openbare Hchamen er een sterke vernteerderirig te konstateren viel van't aantal Hoiïartdse boeken dat in Zuid-Afrika verkocht werd. Zeker is echter dat de tegenwoordige achter uitgang niet uitsluitend toegeschreven kan worden aan 't luwen van het nationale gevoel sedert de Europese oorlog. De betere voorziening van Afri kaanse boeken moet wel degelik 'n belangrijke rol spelen, en daarbij komen nog andere oorzaken, zoals de richting en, methode van het onderwijs en onvoldoende hulpmiddelen om op de hoogte te blijven van wat in de Hollandse boekenwereld gebeurt. Vooral de Afrikaanse onderwijs-autoriteiten behoren zich de achteruitgang in de verkoop van 't Hollandse boek ter harte te nemen. In de eerste plaats is de ijvervoor'tinvoeren van Afrikaanse leerboeken dikwels wat al te groot, zodat slechte boeken weieens gebruikt en wat erger is zelfs opgehemeld worden, enkel omdat ze in Afrikaans geschreven zijn. Men kan 'n kuituur nu eenmaal niet in enkele jaren tijds opbouwen, en vooreerst hebben we Hollandse boeken nog broodnodig. Maar daarbij komt nog dit: uit de zelfde bron waaruit ik verneem dat J-IoIlandse boeken behalve boeken die op de' scholen en universiteiten gebruikt wórden en boeken over Theologie of met Christelike strekking in ZuidAfrika hebben afgedaan, verneem ik ook -dat op Scholen en universiteiten toch wel werken van van Eeden, Boudier Bakker, Couperus, Multatuli, enz. gebruikt worden. Wat moet men van 'n onderwijs stelsel zeggen waarin 't regel is, dat n werk van 'n bepaalde schrijver soms 'n heel jaar lang *-» doorgespeld wordt, tot de leerlingen, verre van opgewekt te 'worden ook andere werken van de zelfde en andere schrijvers te gaan lezen, 't met 'n zucht van verlichting opzij mogen leggen? Men kan er alleen dit van zeggen, dat 't Engels uit de tweede hand is. Tegenover deze achteruitgang staat dat 't aan tal werkelik goede Afrikaanse boeken ook voort durend toeneemt. Door 't bekende milieu waarin ze spelen, de intieme klanken waarmee ze spreken, en de frisse nationale geest die ze in de regel weer spiegelen, trekken deze boeken door eigen inwen dige kracht en worden ze dikwels ondanks 't onderwijsstelsel gretig verslonden door jongens en meisjes voor wie 't lezen 'n lust wordt. Dat er nogal 'ns 'n Afrikaans boek verschijnt dat ver dient in bredere kring bekend te worden, blijkt daaruit dat zelfs .de Engelsen al begonnen zijn Afrikaanse boeken in hun eigen taal over te zetten. Spreekt 't dan niet van zelf dat 't stamverwante Nederlandse volk, voor wie .'t lezen van Afri kaans zo weinig moeilikheden oplevert, in voort durende voeling moet blijven met de produkten van de Afrikaanse literatuur en wetenschap? Dat wordt dan ook reeds ingezien door enkelen, de beter ingewijden. In verscheiden Nederlandse let terkundige bloemlezingen voor schoolgebruik zijn reeds staaltjes van Afrikaans proza opgenomen; enkele bundels Afrikaanse belletrie die in Neder land uitgegeven zijn en waarvoor in Nederland reklame. gemaakt is, hebben er 'n groot debiet gevonden; in heel wat Nederlandse tijdschriften en dagbladen verschijnen af en toe stukken die in 't Afrikaans geschreven zijn, en in bladen als De Amsterdammer" worden van tijd tot tijd besprekingen van Afrikaanse boeken opgenomen. Maar toch moet dit alles nogopveel uitgebreider schaal, veel stelselmatiger, en met veel meer feite kennis gedaan worden om nu maar te zwijgen over' 't vooroordeel dat nog altijd in sommige kringen bestaat tegen 'n taal die 't waagt zo zeer op 't Nederlands te lijken als 't Afrikaans en er toch van te verschillen. 't Is. bijvoorbeeld óók waar, dat bepaalde Afrikaanse stukken in Nederlandse bloem lezingen worden opgenomen niet op grond van 'n nauwkeurige studie van de oorspronkelike werken zelf, maar omdat ze in Afrikaanse bloemlezingen staan. Ze zijn dus bloemlezingen uit bloemlezingen. De Afrikaanse stukken in Nederlandse tijdschriften en dagbladen verschijnen dikwels als vrijwillige bijdragen en niet als 't resul taat van 'n goed doorwrocht programma. Wie in Nederland op de hoogte wil blijven van de Afri kaanse literatuur, moet zich veel moeite getroosten om erachter te komen wet er zoal verschijnt. Be langrijke werken worden 't grote publiek niet voor de neus geduwd, maar als men al van 'n uitgave hoort, weet men dikwels de weg niet om die in zijn bezit te krijgen: Als men vol geestdrift eenmaal 'n boek besteld heeft, dan moet men dikwels nog 'n paar maanden zijn geestdrift laten bekoelen, totdat 't uit Zuid-Afrika aangekomen is. Niet dat Afrikaanse boeken niet verkrijgbaar zou den zijn in Holland. Mij zijn twee zaken in Amster dam bekend de firma's J. H. de Bussy en Swets en Zeitlinger die zich vooral op de handel in Afri kaanse boeken toeleggen, altijd Afrikaanse boeken in voorraad hebben, en gaarne in Z.-A. bestellen. Deze firma's die in dezen wel meer door idealisme dan eigenbelang bezield worden, en mij op mijn verzoek welwillend gegevens hebben verstrekt voor dit artikel, klagen allebei over 't gebrek aan belangstelling bij 't Nederlandse publiek, waardoor 't zoo moeilik wordt alhier 'n handel in Afrikaanse boeken te drijven. In Zuid-Nederland weet ik geen boekhandelaar die 't aandurft 'n specialiteit van 't Afrikaanse, boek te maken. De geschetste omstandigheden'hebben al menig een doen verlangen naar nauwer betrekkingen in de boekhandel tussen Nederland en Zuid-Afrika en doen nadenken over de wijzen waarop ze tot stand zouden kunnen komen, 't Geldt hier in de eerste plaats geen persoonlik of handelsbelang maar 'n kultureel belang, en elke verstandige poging om dat te bevorderen moet toegejuicht worden. On gelukkig zijn alle pogingen echter niet bepaald ver standig. Mijns inziens hoort ook de poging die de onmiddellike aanleiding gaf tot 't schrijven van dit artikel, tot de onverstandige. 't Is 'n schema dat vervat is in 'n rond schrijven door de Antwerpse firma: De Vos-van Kleef aan dagbladen en tijdschrif ten gestuurd, met 'n begeleidend schrijven van de ontwerper zelf waarin om opneming ver zocht wordt. Dit rondschrijven, dat in verscheiden Nederlandse dagbladen opgenomen is, bevat veel aanprijzing van het schema maar weinig biezonderheden erover en nog minder gegevens om ver trouwen in te boezemen. We horen enkel dat 't neerkomt op 'n ruilhandel". Een voorraad Afrikaansche boeken wordt besteld van Afrikaansche boekhandelaars die dan, in ruil, voor een gelijk bedrag Hollandsche en Vlaamsche uitgaven overnemen om ginder te verkoopen". En verder wordt vermeld dat onder 't schema onmiddellik verkrijgbaar zijn enkele werken van Tonteldoos, de leukste Afrikaansche humorist,". Ont werpervan dit schema isde heer Dame Smal, Afri kaans student in de voordrachtkunst te Antwerpen, die zich verder beschrijf t als boekhandelaar, beëdig de vertaler, editeur en uitgever, leraar in de voor drachtkunst, enz. en in 't rondschrijven 'n be kende Afrikaansche schrijver" genoemd wordt. Ik heb de eer niet de heer Dami Smal als schrijver of anderszins te kennen, en in geen enkel werk over de Afrikaanse literatuur wordt zijn naam vermeld. Evenzo zijn de leuke humoristiese produkten van Tonteldoos me onbekend, maar op navraag wordt me door kennissen gemeld dat dit laatste de schrij versnaam is van de heer Smal zelf. Of de boek handelaar Smal nieuwe ontdekkingen op 't gebied van de oekonomie gedaan heeft, weet ik niet, maar in deze stukken wordt geen enkele aanduijJing gegeven van de wijze waarop hij voornemens is 't voor zijn ruilhandel zo in te richten, dat de vraag naar Afrikaanse boeken in Noord- en ZuidNederland precies gelijk zal zijn aan die naar Nederlandse boeken in Zuid-Afrika. Over waar borgen voor 'n deskundige beoordeling en schif ting van de te verspreiden uitgaven wordt geen woord gerept, en evenmin worden biezonderheden gegeven over de voorgenomen organisatie en de beschikbare werkkrachten. Mij komt 't voor, dat uitgevers en boekhandelaars wél zullen doen alle biezonderheden te verlangen voor ze zich wagen aan dit, ongetwijfeld door 'n idealist ontworpen, schema dat uitgaat van 'n handel met gesloten beurzen. Om praktiese resultaten te bereiken zal men de zaak heel anders moeten aanpakken. In de eerste plaats moet in Nederland zowel als Zuid-Afrika door middel van 't lager, middelbaar en hooger OLDENKOTT* TABAK onderwijs in de goede richting gekweekt worden. In Zuid-Afrika is daarenboven nodig 'n radikale hervorming van het onderwijs die daarop gericht moet zijn 't tegenwoordig geldende stelsel van dorre feiten van buiten leren te vervangen door 'n stelsel dat zich meer gelegen laat liggen aan vor ming voor de toekomst, blijvende belangstelling, algemeene kijk-, lust tot studie en genot door de studie. Verder is nodig 'n doelbewust en weldoor dacht programma door de Nederlandse, Vlaamse en Zuid-Afrikaansche pers; en eindelik 'n goede verstandhouding tussen de uitgevers en boek handelaars van de betrokken landen, met de nodige organisatie. Het ligt vooral op de weg van de uit gevers om handelend op te treden, want de moeite die 't kosten zal hoeft ni.et belangloos gedaan te worden. Als de Afr. uitgevers en schrij vers bedenken dat ze de kring van hun mogelike lezers met elf millioen kunnen vermeerderen, en de Noord- en Zuid-Nederlandse dat er n mil lioen Afrikaners zijn die hun werken kunnen lezen en verstaan, dan zullen-ze begrijpen dat de moeite goed beloond kan worden. En met wat overleg hoeven de moeilikheden niet onoverkomelik te zijn, hoewel enkele op 't ogenblik zeer belemme rend werken. Zo klagen Ndl. boekhandelaars er over dat Afr. uitgevers te weinig korting toelaten, 'n Bij uitstek praktise kwestie als deze moet toch met 'n weinig overleg en goede wil makkelik be vredigend opgelost kunnen worden. Dan moet er 'n weg gevonden worden om 'tverschijnen van nieuwe uitgaven wederzijds bekend te ma ken. Daarvoor hebben Ndl. uitgevers 'n uitstekend hulpmiddel in het Nieuwsblad voor den Boek handel", uitgegeven door de Vereeniging ter be vordering van de belangen des boekhandels, waarop Afr. boekhandelaars zich met vrucht kunnen abenneren. In Zuid-Afrika bestaat nog niets van dien aard 1). Zou 't uitgeversbedrijf er niet langzamerhand belangrijk genoeg worden om 't oprichten van 'ndergelijk blad mogelijk te maken? Of zouden Afr. uitgevers niet ten behoeve van de Ndl. boekhandel maandeliks 'n lijstje van hun nieuwe uitgaven in dit Nederlandse blad kunnen plaatsen? Een derde moeilikheid is nog: Hoe zal men 't kaf van 't koren schiften? Nederlandse lezers verlangen evenmin Afrikaans als Afrikaanse lezers Nederlands kaf. De nodige schifting is natuurlik 't werk van recensenten en de ervaring heeft bewezen wat ik met voorbeelden zou kunnen staven dat 'n werkelik goed Afrikaans boek wel degelik in Nederland gelezen en verkocht wordt en dat 't zelfde gebeurt met 'n werkelik goed Nederlands boek in Zuid-Afrika. Daarom bevreemdt 't te horen, dat uitgevers in beide landen er dikwijls tegen opzien recensie-exem plaren naar 't andere land te sturen. Dit kan alleen 't gevolg zijn van onkunde en 'n te enge blik. Laten de uitgevers en schrijvers us hun voordeel doen met de reeds opgedane ervaring en bedenken dat ze door valse oekonomie zichzelf ander? nadeel berokkenen. J. J. L E R o u x 1) Bij de firma at Bussy, Amsterdam?Kaapstad verscheen zoo juist, Januari, het eerste nummer van Zuid-Afrika, maandblad voor de cultueele en economische betrekkingen tusschen Nederland en Zuid-Afrika", dat in deze richting zeer goed zal kunnen werken. Red. Rookt TABA SIGAREN 't nieuwste 't fijnste

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl