De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 2 februari pagina 17

2 februari 1924 – pagina 17

Dit is een ingescande tekst.

l? ?i f ^ Ft* ft \ V i' rt IMAJLAYA Een kranige expediti? t., En die, ook al werd Het. hoogst gestelde doel:-de exploratie en -het bestijgen van den-höogstea top der Zuidelijke Sasirgjfoép" van het Kjfraükptürn .gebergte, n/'rt bereikt, toch aan ervaring ea- 'opgedane -ondervindingen zijn winst ruim opbracht. Expedities in de richting vari Titfet zijn nu juist niet die, mede door de lange reis om er te komen, welke in korten tijd de meest directe resultaten.geven. Maar het gewin aan levens vernieuwing kan voor de tochtgenooten deson danks groot zijn, en, waar de heer Visser schrijft 1), dat hij den tocht ondernam: uit 'n drang de ellende in Europa te ontvluchten, de zucht iets grootsch te -beleven, iets overweldigends. te zien", dan meen ik dat hij voortreffelijk op zijn reis bediend is geworden en zich niet heeft te beklagen. En dat hij z'n andere -doel,: een der witte plekken op de wereldkaart een beetje te verkleinen" evenmin heeft gernisy... ? In Mei zijn de heer en mevrouw Visser na ampele voorbereiding,' mét hunne twee Zwitsersche gidsenFranz Lochmatter en Johan Brantschen uit St. Niklaus naar Bombay vertrokken. Den aard van hun uitrusting, waaronder vele in strumenten, voor 't verrichten van wetenschappe lijke opnemingen, sla ik over. Het boek zelf geeft f uitgebreide inlichtingen over. Wat liet doel i hun to,cH't betreft, wil ik even vermelden, dat ara-Kórürn'géri' onderdeel der Himalaya is, een onafhankelijk bergsysteem, dat waarin uitgestrektheid niet veel er^.ypbr derttöt. Het loopt 200 K^M. Noordelijker dan de Himalaya, wordt zelfs 2400 K.M. lang geacht en zijn hoogste top, zoover bekend, is de z. n. K- 2, ook wel Mount Gódwin Austen" genaamd, naar den natinironderzoeker, die in 1861 hem ont dekte. Deze top is slechts 269 M. lager dan de Mount ,Eyerést,eri8611 Meter hoog. Voor het overige zijner verscheidene toppen die de 8000 M. (!), tailooze, die de 7000 M. en schier ontelbare, die de 6000 M. overschrijden"! (pag. 21). Om in de Zuidelijke Sasirgroep te komen, welke het doel der onderzoekingen was, diende eerst de 48 uur lange spoorreis naar Rawal-Pindi teworden afgelegd; dan 315 K.M. per automobiel tot Sri.nigar, de hoofdstad van 't Rijk Kashmir; verder 385 K.M. per karavaan, over drie Himalayapassen van "ongeveer 4000 M. hoog, naar Leh. Vervolgens 140 K.M. van Leh over den 5367M.hoofEKardongpas naar den voet van den Sasir-gletscher en dan re kende men nog 180 K.M. te voet in het gletschergëbied door het hoog gebergte; tezamen van Srini gar heen en terug ten naaste bij ongeveer 1230 K.M., (de afstand Amsterdam?Riviera ongeveer), die niet bepaald over macadamwegen voerden.. : Volgen we thans de reizigers op den voet: 4 Mei vertrekken ze uit Rotterdam en zijn 5 Juni te i Bèmbay, De hitte wordt allen, vooral den gidsen, ?.hziasMe machtig. 100°is 't in de'schaduw. In den 1) Ph. C. Visser,?Naar Himalaya en Karakorum, verschenen bij Nijgh en van Ditmar's Uitgevers Maatschappij te Rotterdam. den-hoogsten top der Zuidel. Sasirgroep ' Een Ladakker dragerstype trein, o verval t hen 'n zandstorm in de laagvlakte, waarbij 't gloeiende zand door alles heendrong. Ook te Rawal-Pindi is de hitte verbijsterend en zijn de insecten legio. Dan klimmen ze gevieren per auto naar Srinigar, dat in 'n dalkom van 80 K.M doorsnede Iigt.de bergkoelte tegemoet, langs vrucht bare rijstvelden en geurende bloementapijten, langs vijvers met lotusbloemen en geweldige chenarboomen ! Zoo trekken ze 't land van Kash mir door, dat 't schoonste der aarde heet te zijnIn Srinigar begint de zorg voor de karavaan. Gerecipieerd door de autoriteiten, voortgeholpen dank zij machtigen aanbevelingsbrieven, krijgen ze in 9 dagen gedaan, wat anders weken kost. En 22 Juni verlaten ze Srinigar in twee gondels waarin tot Ganderbal de tocht zal gaan, over het Anckermeer. dat dicht ligt van lotusplanten. Het is een schitterend begin, 's Middags gaat de tocht verder over land. Het is een heele karavaan: de excursionisten en de uitgeleide doende auto riteiten te paard, evenals 'n paar inlandsche be dienden. Verder veertien bepakte ponies, de gid sen te paard, en dan de dragers te voet alsmede veertien» koelies.... zoo trok men de weelderige Sindvallei in. Bij Gangar wordt overnacht: 't eerste kamp ! Men trekt verder: de Sindvallei doet denken aan het Rhónedal in 't heel groot en tropisch! Men passeert rotsdalen: het L tschental! Maar alles gróótscher gróótscher.. Prachtige kampavonden; schitterend Alpengloeien. Dan de eerste Himalayapas, de Zoji-la (3800 M.). Beneden bloemen, boven sneeuw. De paardjes klimmen als gemsen !" Toch hier en daar 'n paardengeraamte, zelfs 'n menschenskelet.... getuige van zwaardere overtochten. Zesduizender" omringen hen. 't Weer slaat om, een ijskoude regen begint te striemen. De ponies zwoegen verder. Dreigend wordt de natuur.... Op 'n wat beschutte helling wordt gekampeerd. In Mulbeck voor den tweeden pas wordt een dag gerust. Er zijn nu 233 K.M.achter den rug. Men gaat eens op kondschap uit bij de Lamapriesters, bezoekt 'n klooster en ziet o.a. 'n gebedsmolen, die op ingenieuse wijze voortbewogen wordt; 'n soort ratel, die, waar bij iedere rondwenteling de gebeden t'en hemel stijgen, zoodoende automa tisch voor den bezitter bidt. Ook andere, heiliger zaken. De Lamapriesters blijken goedige luidjes, evenals het volk, en, als later, de Ladakkers uit Leh, Na Mulbeck trekt de karavaan naar de in schroei ende hitte, roerloos liggende Indusvallei, over de twee andere Himalayapassen, beide van ongeveer 4000 M. In Leh is men aan de grens van 'tbewoonde(!) gebied. Verderop ligt nog slechts 'n gehucht dat Panamic heet. Als Visser bij 't vertrek den dokterzendeling te Leh vraagt of hij bij eventueele gevallen op z'n medische hulp mag rekenen, zegt deze dit gaarne ' toe, maar voegt er bij: Denk er echter om, dat als ik dadelijk wegga na ontvangst van uw bericht, het toch nog altijd twee weken duurt voor ik bij u om!!".... Dan volgt het overtrekken van den Kardongpas (5367 M.) en daarna betreden ze, pas half Juli, het eigenlijke gebied der Kara-Korum. Op Yaks (Tibetsche buffels) wordt na Leh verder getrokken. Het Nubradal dient als entree tot het gebied der Zuidelijke Sasirgroep: het doel! Van nu af beginnen voor Visser en de gidsen wier prachtig werk op dezen tocht door Visser buitengewoon bewonderd wordt, ? de onder zoekingen en klimpartijen eerst goed in dit reuzenland!.... * * * ' Natuurlijk ontbreekt het in dit reisverhaal door dit onmetelijk groote land niet aan zeer interes sante anecdoten omtrent aard en volk, maar tot een diepere studie daarvan is Visser niet gekomen: het lag trouwens buiten z'n doel. Wie er meer van wil weten, zal in de 7 deelen van het werk van Sven Hedin: Southern Tibet" meer van zijn gading vin den. Toch bevat het boek menig kostelijk gegeven omtrent zeden en gewoonten. De tocht door het hooggebergte volgt nu: dagen van klimexcursies en onderzoekingen op duizenden meters hoog; zware klauterpartijen, 't zoeken te benaderen van dien hoogsten top van de zuidelij ke Sasirgroep! En die niet benaderd worden kón, waarbij ten leste de koelies een soort bergziekte kregen, en op 1700 M. van den top(8611) weigerden verder te gaan, trouwens niet konden. Dan wagen Visser met de twee gidsen een laatste wanhopige poging zonder koelies.... (Mevrouw Visser was op 5000 M. beneden in 't kamp gebleven). Ze over nachten op de rotsgraat.... onder felle vries kou aan den rand van een 1000 M. hoog ijscouloir, waardoor zonder ophouden steenen en rotsbrokken omlaagbrommen en suizen.... Eten koken blijkt uitgesloten.... De knieën worden op getrokken in den slaapzak; de nacht wordt doorge bracht, terwijl van tijd tot tijd geweldige lawines met vervaarlijk gedonder door de ijsgleuf omlaag storten".... 's Morgens waren de laarzen bevro ren, dienden in den slaapzak wat ontdooid te worden. Maar nog 1700 M. klimmen liggen voor den boeg! Men begeeft zich op pad; de moeilijk heden echter stapelen zich op. De steen is zeer slecht en de rotsen zijn bovendien met een ijslaag bedekt. In 2 uur wordt slechts 200 M. bestegen. Tot een absoluut onbeklimbaar punt hun allen verderen voortgang belet, en hen tot terugkeeren dwingt!.... Dat zelfs de voortop niet kon worden bereikt was wel een zeer groote teleurstelling. Temeer, daar voor een nieuwe poging, welke een grooten omweg vroeg, geen tijd meer was voorde herfststormen. Zoo diende dan de terugtocht ondernomen. * * * Vier en een halve maand heeft de expeditie, van Srinagar af, geduurd. Men was den 22 Juni uit Srinagar gegaan, en keerde daar l November terug. Van 20 Juli tot l September duurde de eigenlijke berg-expeditie. De overige tijd diende slechts om er te komen ! Voor die zes weken waren de maandenlange voorbereidselen genomen ! Misschien bewijst wel niets welsprekender de reusachtige moeilijkheden verbonden aan eenige nuttige po ging dit gebied te onderzoeken. De poging van den heer en mevrouw Visser, slechts door hun beide gidsen vergezeld, stijgt er door in waarde. Het verhaal van hun tocht is een belangrijke document voor wat Hollandsen uithoudingsver mogen en ondernemingsgeest vermogen.... als het niet slaapt....! Een kranige tocht! Menton, TOM SCHILPEROORT i l T , V Heilige pagoden

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl