Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
23
M
l
UIT DEN GEMEENTERAAD
Teekeningen voor de Amsterdammer"
door B. van Vlijmen
Jan ter Haar was terug in den schoot van B. en
W. en het college zag er daardoor uit als een
opgewreven lakschoen. Hij is er de finishing
touch" Van en het is onbegrijpelijk voor hen, die
hem zoo zien zitten temidden van het vulgus,
dat zijn voorvaderen in 1815, toen de eeuwenoude
Nederlandsche adel geboren werd, zelfs niet met
een simpel Jonkheerschap zijn begiftigd.
De voorstelling begon als een opera. Eerst een
kiespijnwekkend gestem in het orkest, waarboven
de eerste viool van Samuel Pothuis uitklonk,
die weende, dat hij nog niet in de gelegenheid
werd gesteld zijn vragen over den bouw .van
het schip der Nederland" den Machtige te
stellen. Men weet dat Samuel des Machtigen
schildknaap is, die hem zijn speer en schild en
zwaard nadraagt, hem den dolk ter hand stelt,
waarmede het slachtoffer den genadestoot wordt
gegeven en soms zijn helm opzet, die hem over de
ooren zakt. Booze tongen beweren dat, als Samuel
vragen indient, de Machtige zijn antwoorden
altijd een neuslengte eerder klaar heeft, wat niet
belet dat de oningewijden den indruk mee naar
huis nemen alsof Samuel den Machtige bij de
hand meevoert
in het struikgewas van ingewikkelde discussies,
waarin de Machtige als een kwikstaartje
rondhuppelt, terwijl Sam er in verward raakt en gewoonlijk
van Wijnkoop nog een trap toe krijgt.
Er stonden diverse kleine onderwijsvoorstellen
op de agenda waarbij de jeugdige wethouder
voor het Onderwijs gelegenheid had te spreken
van mijn ambtenaren en van de last die hij aan
zijn afdeeling geeft" d.w.z., de bevelen, die hij
uitdeelt. Het klinkt als een trompetstoot. Als
vorige wethouders voor het Onderwijs over hun
ambtenaren spraken, lag er iets weemoedigs in
hun toon, was het gewoonlijk alsof zij eigenlijk de
ambtenaren van hun ambtenaren waren. Er is
dus al een prettige verbetering.
Natuurlijk was de fractie" weer ergens
tegen en het was Banton Doornbusch die het zei.
Dit raadslid is een merkwaardige speling der
economische natuur. Hij is werkloos" en ontvangt
als zoodanig de gewone uitkeering, doch de voor
zichtige Gemeente geeft hem geen crediet en houdt
hem na elke zitting de twee rijksdaalders pre
sentiegeld, die hij voor het bijwonen van eeen
raadszitting heeft ontvangen, af,
blijkbaar op
grond van de
eenigszins
vleiende ver
onderstelling,
dat een raads
lid, dat een
zitting bij
woont, niet
langer werk
loos" is en
dus werkt.
Ik ken er
die van dit
werken" zoo
moe worden,
dat zij
zachtkens indom
melen of«na
hun
handteekening op de
presentielijst
gezet te heb
ben, een luchtje gaan scheppen, zoo vermoeid als
ze zijn, en niet meer terug komen.
Plaats voor de jeugd!" is een schoone spreuk
en de Gemeente gaat haar nu toepassen bij het
ontslaan van haar personeel. Vroeger werkte men
de jonge, krachtige, frissche kerels weg en liet de
oudjes kalm hun pensioen-jaren vol verdienen.
Thans is besloten deze laatsten zoo noodig voor
hun 65ste jaar te ontslaan, met dien verstande
dat zij egn pensioen ontvangen zoo groot, alsof
zij hun tijd hebben uitgediend. Tegenstand van
de fractie", minder om het ontslaan dan wel om
het pensioen, want zij wilden de bejaarde, ver-.
dienstelijke mannen het volle loon op hun ouden
dag meegeven. Het gebaar is sympathiek, maar er
is geen onsympathieker ding dan een leege
gemeente-kas en dies bleef het bij een sierlijke
nul in de lucht.
: Een voordracht over nieuw te geven straatna
men wordt gewoonlijk een klucht. Dan spuit de
geest van alle kanten. Ditmaal was men slecht
geïnspireerd en het was alleen de heer Boekman
het coming light" der
zeer verjongde soci's,
die een enkel woord sprak
en meende, dat geen Am
sterdammer in staat was
te zeggen wie Mercator
eigenlijk is. Simon de Vries
maakte zich eenmaal on
sterfelijk door, bij eenzelfde
gelegenheid in denzelfden
Raad, te verklaren niet te
weten wie Hondecoeter
was en ik stel me voor dat
in het achtbare gezelschap
niet velen zullen zijn die,
den naam van de straat,
die gedoopt is naafAffilF"
rigo Vespucci, goed zulten
uitspreken. Een straat die
straks in de wandeling be
kend zal staan als die van
Vetpukkie" of
Vestspugie". 's Zomers buiten" had een waarlijk
schoon denkbeeld. Zij wil in de, door haar
te bouwen, buurt de straten benoemen naar
utopistische socialisten, deze vermoedelijk in tegen
stelling met socialisten, diéhun utopie sinds
lang verschacherd hebben op de politieke markt.
Er ontstond een ietwat gloeiend debat over ijs,
waarbij de middenstanders Weiss en Solkesz zich
in het vuur der discussie stortten en het opnamen
voor de zakken der belastingbetalers," die volgen
hen de contanten moeten leveren om Rodrigues
de Miranda aan een nieuw handeltje het ge
meentelijke ijskarretje te helpen.
De koelinrichting van het abattoir wordt ver
groot en getrouw aan het bezuinigingsbeginsel,
dat men alleen bezuinigt als de bezuiniging geld
kost, werd er tevens voorgesteld de ijs-fabriek te
doen groeien en de capaciteit van 3 millioen kilo
per jaar op 5 millioen te brengen.
Zooveel ijs hebben de Amsterdammers niet
noodig, meende de deskundige heer Solkesz,^ na
ruggespraak met den niet minder deskundigen
Nodorl. Munt
Hollmndm bomt o 1O oontm «70aar
heer Weiss, die precies weet hoeveel ijs er jaarlijks
gaat in de Rembrandtpleinsche cocktails.
En of Monne al met zijn wethouderlijk vuistje
op de tafel sloeg en uit de voordracht aantoonde,
dat er een afnemer voor al het ijs gevonden is, de
tegenstanders gaven geen krimp en toen de heer
Walrave Boissevain zich mede op de voor den
wethouder gladde vlakte waagde en constateerde
dat, men inplaats van
10.000 kilogram perdag
er voortaan 30.000 zou
maken, had de Raad
de ijsfabriek bijna te
ruggezonden naar de
commissie van bijstand,
ondanks de wetenschap
dat men niet van30.000
kilo per dag mag spre
ken, zooals de wethou
der opmerkte, vermoe
delijk om dat het aan
tal Amsterdammers dat
ijs op hun hoofd moet
hebben, dagelijks te zeer afwisselt.
Er is een tijd geweest, dat zoo ongeveer elke
raadszitting gevuld werd met discussies over
adressen van gemeente-personeel, dat een
uitkeering of verhoogde uitkeering vroeg, wegens een
afgeknepen duim, een wéggewaaiden hoed of
andere ongelukken, hen in gemeentedienst over
komen. Uren lang beukten dan de golven der ver
ontwaardiging de zuilen van B. en W. en het was
altijd aan de kleur der sprekers te zien van welke
kleur de afgekriepen duim of de weggewaaide hoed
was.
In een oogenblik van zelfvernietiging heeft de
Raad toen een commissie voor de
verzoekscnriften ingesteld, die in haar boezem al dergelijke
adressen zou behandelen. Jaren lang is dit goed
gegaan. Woensdag zaten wij ineens midden in
zoo'n ouderwetsche discussie ditmaal over de
vraag of een chef van de telefoon / 500 toelage
moest hebben omdat hij ze vroeger altijd gehad
had, niettegenstaande een verhooging van meer
dan / 1900 en een veranderde werkkring, die de
? 500 minder noodig maakten en weer gingen de
zeeën hoog. Alleen was het thans heel moeilijk
uit te maken van welke kleur de ambtenaar was.
Eerst leek het dat hij christen-socialist was, van
wege den christelijk-historischen steun van me
juffrouw Katz en den sociaal-democratischen dito
van den heer Ossendorp. Vervolgens scheen hij
een afvallig katholiek te zijn, nadat de eenvoudige
boekdrukker Ferdinand en de leider van zijn
fractie zich tegen de toekenning der / 500 kantten,
maar tenslotte bleek hij een gewijde" vrijzinnig
democraat te wezen, toen de heer Ketelaar vurig
zijn partij opnam,
en het klaar wist te
spelen, dat de Raad
met groote meerder
heid dezen chef zijn
?500 liet behouden,
ondanks een diplo
matieke poging van
den Machtige om de
zaak voor B. en W.,
di^ er tegen waren,
te redden door haar
weg te moffelen in
zijn binnenzak.
De publieke tri
bune, die in deze zaal de eenige is die er niet
werkt" en doodop raakt bij het aanschouwen van
het gezwoeg van den Raad, schrikte er wakker van.
BARBAROSSA