De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 2 februari pagina 3

2 februari 1924 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

*«ÏV *' V.K' f:\ AMSTERD^ No. 2433 MAURICE BARRÈS III Meende hij 't oprecht, of was het een aangeno men houding om de bourgeois in verwarring te brengen? Zoo is de vraag geweest die men zich omtrent de geheele persoon van Barrès stelde, toen hij in 1889 te Nancy de candidatuur aannam voor de kamer der Afgevaardigden en op hem als volge ling van den generaal Boulanger inderdaad de keus viel. Er was een vergelijking te maken, en ze is ge maakt geworden, tusschen hem en den jongen Benjamin Disraëli, toen deze met zijn opzichtige manieren, na zijn schetterenden roman, een eigen politieke lijn wou volgen te midden van de def tige Whig wereld van de eerste helft der vorige «euw. Wie is hij? wat wil hij? waar komt hij van d aan? en waar gaat hij naar toe? vroeg men, en men prees den tijd van voorheen toen de narren in hun eigïn bonte pakjes over straat gingen: zij waren uadelijk te, herkennen. Andere dagen, andere modes, Disraëli heeft den weg gevonden, wij kunnen getroost hem dien laten opgaan. Dat alles is lang geleden en afgeloopen. Maar op dit oogenblik begeleiden wij Maurice Barrès in zijn loopbaan: het zijn gemengde ge voelens, zooals men het parlementair uitdrukt, jdie ons bezielen Het enthousiasme vóór Bouiangef Was een stroo"vuurtje dal spoedig weer in de kou liet; overieiden uit de sfeer der gedachten-extase tot de wereld van actie, dat vermocht de Boulanger-anecdote niet, en het boek met zijn uitdagenden titel Sous ^l'oeil </es Barbares liep gevaar als een curiositeit Héworden vergeten. Geen bedroevender gezicht dan een vuurwerk dat niet wil branden ! Ik zal niet zeggeixdat Barrès zijn pogen zou hebben opgegeven, daarvoor was zijn nerveuze aard veel te eerzuchtig en te rusteloos; hij had, reeds vóór zijn eerste boek was verschenen, een tweede in zicht; maar hij voelde het toch als een groot geluk en in zekeren zin als een redding, toen in een van de groote Parijsche dagbladen een hoofdartikel verscheen over de Barbaren, onderteekend: Paul Bourget. Daarmee stond zijn werk op zijn plaats in de wereld, het kon niet worden genegeerd. Het was hem een verrassing, toen hij op reis in Italiëhij was daar voor zijn gezondheid heengegaan de beoordeeling las van zijn roman, die geen roman was, door den eersten romancier van Frankrijk. De roman die geen roman was ! Wij moeten even onze aandacht schenken aan den inhoud van Barrès' eerstlingwerk. Hij zelf vertelt ons dat de kern waaruit het boek zich heeft ?ontwikkeld, het verhaal is van de priesteres van Athene in haar tempelburcht te Alexandriëdie omlegerd werd door de monnikenbende van Egypte, 'hoe zij van haar hoogte afdalend de fanatieke schaar tegemoet tredend, onder de oogen van de Romeinsche bezettingstroepen, die kalm toekeken, ,door het wilde monnikengrauw wordt vertrapt en verplet. Zoo is het symbool waaronder Barrès in zijn jeugd het geestelijk leven bedreigd en tot tegenstand geroepen ziet. (Te onzent is het ver haal bekend geworden door de vertaling van Kingsley's roman Hypathia). **? Verschenen eerst in Barrès' tijdschrift, is hetlosweg opgenomen in zijn boek en vormt daar een van de tafereelen en beschouwingen wier oogenschijnlijke onsamenhangende volgorde onsde zielenbeelden moet geven van den drang eener uitge lezen, vari zichzelf bewuste menschenontwikkeling. De wijsheid is daar nogmaals voorgesteld onder het symbool van een ouden man die zijn levensleer aan den discipel meedeelt en hem wil toonen hoe hij in zijn innerlijk een macht bezit om zich een eigen wereld te scheppen, een vermogen dat hem onafhankelijk maakt van het uiterlijk bestaan en hem de1 gelegenheid verschaft om zonder zelf zich aan iets te hechten, alle genot van de wereld te hebben dat zij in staat is op te leveren.... Er zijn in het boek ook vrouwenfiguren, soms als schimmen in de verte, soms lokkend, dan weer vermaand en verjaagd; en er is de jonge man, de held van den roman, nu nonchalant opgewonden in zijn droomen over de heerlijkheid zijner triom fante gedachten, dan nonchalant neerslachtig wanneer de extase vervliegt en hem dof ontmoedigd achterlaat. O bezieling voor een nieuw leven! Zoo is de heimweekreet die het boek besluit. Gezichten van menschen zijn er niet in Sous l'oeil des Barbares; zelfs de hoofdpersoon blijft met geen trek in het geheugen Ja toch, in n passage is hij levend en ondanks zijn nonchalance heeft hij een instinctief gebaar. Het is daar waar hij in een definitief onderhoud met den ouden wijzen man X op eenmaal zijn humeur niet meer meester is en Want die levensleeraar heeft in het symbolisch fresco al meer en meer de trekken aangenomen van Renan op zijn ouden dag, den eigen Renan dien Barrès als zijn leermeester erkent, maar dien hij met de jaren de energie van zijn gedachten heeft zien missen, en op wien hij zich heeft boos gemaakt omdat hij in hem niet meer een profeet maar een caricatuur heeft gevonden van zijn levensideaal, en staat er te lezen: il passa tout d'un trot les bornes jusqu'a soudain administrer a ce vieillard compliquéune volée de coups de canne". Zooals men weet, had Barrès niet lang geleden in een kranten boutade Huit jours chez Monsieur Renan, uiterst geestig, maar zeer oneerbiediglijk zijn spot over de vlakke eigenaardigheden uitgestort van den man wien Frankrijk geestelijk zoo veel licht had te danken, en die het zijn modernen stijl en houding had gegeven. In Sous l'oeil des Barbares onderstreept Barrès dus nog eens zijn bui van slechte gezindheid je gens den wijzen man, hij legt den nadruk op de scheiding; het is voor hem een noodzakelijke af straffing geweest, niet een opkomende gril om 't even wat er de gevolgen van mochten zijn. Hoe moeten wij dit opvatten? ' Barrès, heb ik reeds gezegd, was dadelijk voort gegaan met het bijeen brengen van de stof voor zijn tweede groote boek: U n homme libre; het moest aansluiten bij zijn eerste. Daar zou hij niet blijven te midden van zijn schimmen-symbolen, maar overal grijpen naar concrete gevallen en ervaringen om er het weten van het leven uit te putten. Men treft er tusschen veel andere dingen, een studie van Sainte Beuve aan die zeer diep gaat. Hij ontdekt ons een Sainte Beuve avant la lettre aan wien hij zich zeer na verwant gevoelt, en aan de trilling van zijn woorden merkt men de emotie van den man die zijn eigen geheim onthult, ter wijl hij spreekt over den hartegrond van een ander. Is het niet of hij over de stemming in eigen eerste boek spreekt? Hij wou liever de wendingen volgen van zijn eigen aandoening, dan zijn best doen om anderen te overtuigen; hij had niets op met de gevoelens die men kan meêdeelen en die daardoor maar overblijven als een dorre kennis. Hij wist dat alleen God, die de harten kent, kan oordeelen over de oprechtheid. Menschen van mijn eigen soort, zijn die zelfs wel in staat over den gloed van het gevoel te oordeelen, waaruit deze lauwe overpein zing is voortgekomen?" Bedenkt toch, wil hij zeggen, wat 'n pijn er schuilt achter de Barbaren! Na zulk een inleiding men beoordeele haar niet alleen naar deze afkorting en vertaling overpeinst hij met dien jongen Sainte Beuve mee hoeveel verdriet en teleurstelling hij heeft ondervonden van zijn omgang met menschen, en welk een ontevredenheid hem beving over zijn eigen houding tegenover hem. Het waren degenen die zich de meerderen, de meesters noemden en dachten, een Cousin, (lees Renan) een Victor Hugo. Ik begrijp, zegt hij tot Sainte Beuve, dat gij hem in de intimiteit van uw hart hebt gehaat, niet met een gemeenen, maar met een edelen haat, totdat er een oogenblik is gekomen, dat gij moe waart en het u noodig scheen samen te gaan met die personen waarvan gij leedt. Gij hebt u moeten volgen naar den algemeenen regel. Ik kan u begrijpen, wondere geest, maar hoe bedroevend zou het zijn wan neer ik (hier komt Barrès in eigen persoon voor den dag) bij gebrek aan een onuitputtelijk ge voelsleven, eenmaal een afstand doen van het excessieve en bovenmatige zou navolgen. De wrijving met het leven in zijn diepten en het ongeluk houdt de emotie in haar rechte waarde. De blijvende haat, de edele, is ook een levens kracht. Hij wil dus Saint Beuve niet volgen in het zoe ken van rust, waar het te doen is om de betrekkin gen met menschen, hij vermijdt dat excessieve niet, hij wil niet de wanverhouding vergoelijken tusschen zijn aard en het leven, men mag dan over hem denken hoe men wil. Maar die hoogste machten van wijsheid en wetenschap en beschaving in het beschaafde leven hebben een middel ter hand om hem, die zich on eerbiedig toont, machteloos te maken; zij kunnen Hotel DUIN EN DAAL CENTR. VERW. PRIVÉBADKAMERS VASTE WASCHTAFELS hem dood zwijgen, als hij zich niet naar hen wil schikken. In dit opzicht heeft Paul Bourget hem gered. Iedereen kon zeggen dat zijn boek onbegrijpelijk was, en er kop noch staart aan was te vinden en dat het op zijn zachtst uitgedrukt onder de cate gorie der snakerijen was te rangschikken, maar Bourget had het erkend en niemand zou beweren dat op literair en psychologisch gebied, de roman schrijver geen fijrien, vooruitzienden smaak bezat. Sous l'oeil des Barbares was toch noch een boek van schoonheid, noch een handig boek dat een waarde voorstelde in het verkeer, het was schraal en duister van ledematen en van bewegingen, en een constant geluid hoorde men er niet.... Het was een bewijs van edelmoedigheid in den criti cus dat hij er de verholen passie in ontdekte en hier en daar den natuurtoon. Want het aan te zien voor een tegenhanger van Dante's Vita nuova, zooals Barrès misschien wel had gehoopt, dat ging toch moeilijk aan. Het boek leeft door zijn titel, door niet veel meer. Wat is de grond van het misverstand tusschen Barrès en zijn publiek? Hij heeft het zelf zeer goed ingezien, toen hij in zijn lofrede op Deroulède dien hij in 1914 als voorzitter der Patriottenliga opvolgde, de menschen prees die n waren, bij wie persoon en woord en houding en gebaar tot n uitdrukking samenwerken. In zulke menschen is niets dat niet dadelijk aangeeft wat het wil. Menschen daarentegen wier qualiteiten niet geassocieerd zijn, maar gedissocieerd, die naast hun wil hun verstand hebben dat een anderen weg opwijst, en naast hun verstand hun gevoel dat zich niet wil onderwerpen, die hebben een harden stand te bestaan eer zij de harmonie van hun eigenschappen hebben bereikt. En tot die men schen wier leven op verschillende plans verloopt waarvan er geen wil worden achtergesteld, behoor de Maurice Barrès. Hij had zijn humor: en Barba ren hebben, wat zij ook willen zeggen, geen gevoel voor humor. W. G. C. B Y v A N c K UTENBUIG i F1LMEI Dm HMD ? Huiipensnark II SPECIALITE IT: Verhuizingen onder Garantie Bergplaats in voor Inboedels

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl