Historisch Archief 1877-1940
' DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
- 21
BRIEVEM
UIT SOETOEKOEKIANDA
vu
DE DROOM
Voor de verbaasde blikken van professor Horace
Allbedyll en Anastasia Geraniumwitch opende
zich een ruime eere-trap, met zachte loopers be
kleed. Het eenige inconyenient was een geweldige
tocht, om niet te zeggen zuiging. Zij vlogen meer
naar boven dan ze liepen, kwamen aan een tour
niquet als bij een nmans-wagen en werden naar
binnen gezeefd.
Anastasia keek rond.
Waar zijn we? vroeg ze Horace.
Deze legde zijn vinger op haar mondje en fluis
terde:
Zie hier het verbeeldings-centrum van een
groot man.
Ik hoor een gesnurk, zei Anastasia.
??Dat is geen gesnurk; dit is het geronk van de
verbeeldings-turbine, die de onderbewuste ge
dachten van den grooten man aan het draaien
brengt.
Het is toch net gesnurk, zei Anastasia met de
koppigheid van een vrouw.
Het is mogelijk. De groote man slaapt. Al
de andere turbines zijn afgezet. Die van zijn wil
is toegedekt; die van zijn gevoel is in de reparatie
en die van zijn verstand wordt gesmeerd.
Zij, zetten zich op een paar waarlooze
gevoelsceltelfc Aan de zoldëring hing een lamn, 4ie eea
;- >m|#ttêWïverspreidde en van tijd tot lijd «flipperde
of zij uit zou gaan. Horace volgde Anastasia's
blikken. ?
Dit is de lamp'die dagelijks door de Maagden
van den Christelijken Gemeenschapszin gevuld
wordt. Maar zij slaan het wel eens over. Zij hebben
het te druk met de Maagden van de Politiek, met
wie ze overhoop liggen. Vandaar dat het licht niet
helder brandt en de pit knettert.
Avond of morgen gaat ze walmen, zei Anas
tasia en keek naar een roetveeg langs de balken.
De verbeeldings-turbine snorde als een spinnende
poes. De lamp plofte uit en ze zaten in het donker.
Plotseling verscheen een lichtschijn in den versten
hoek en zij zagen een rood-fluweelen gordijn, dat
in zware golven hing, bewegen.
Het werd op zijde geschoven en een stoet
Assyrische krijgers marcheerde de zaal binnen.
Anastasia keek op. Horace was opgestaan om
beter te kunnen zien. De turbine spurtte.
Het is in den vasten-tijd, zei Anastasia. Zou
het een maskerade worden?
Horace schudde het hoofd.
De droomer is een Christelijk man en komt
niet op zulke wufte feesten.
Het draomen van de verboden vruchten is
zoet, zei Anastasia.
Het verbeeldings-centrum van den grooten
man werkt en bevolkt zijn brein met de personen,
die in zijn verborgenste gedachten hem tot voor
beeld zijn. Misschien weet hij het niet eens.
Wat zijn dat voor lui? vroeg Anastasia en
sloeg haar oogen neer voor de vurige blikken van
een Assyriër, wiens oogen en kuras stralen schoten
in het donker.
Het is Sardanapalus met zijn gevolg,fluister
de Horace. Een machtig Satraap.
In den rechtschen hoek van de zaal verblindde
plotseling een hel licht hun oogen. Een tweede
stoet krijgers verscheen. De aanvoerder was ge^
zeten op een groot wit paard en leek een jonge man.
Alexanderde Groote ! Een niet minder mach
tig heer dan Sardanapalus, zei Horace.
Twee soldaten rolden een vat binnen en een
vieze knul in lompen, met een lantaarn in zijn hand,
kroop er uit. Hij hief het licht op tot voor het
gezicht van Alexander en lachte hoonend.
Nog minder dan een mensch, zei hij en kroop
in zijn vat.
Alexander steeg van zijn krijgsros en slenterde
naar het vat.
Als ik niet Alexander was, zou ik Diogenes
willen zijn, zei hij en hakte met zijn zwaard Dio
genes en het vat in tweeën.
De groote man is in zijn droom niet sterk
in de geschiedenis, merkte Horace op.
Freud legt dat anders uit, zei Anastasia.
Volgens zijn systeem is Alexander de
demagoochelaar, die het volk, Diogenes, stroop om den
mond smeert en tegelijkertijd in tweeën hakt. In
het onderbewuste van den droomer, wiens fanta
sie-turbine al weer harder snort, is de strijd gaande
tusschen kapitaal en arbeid.
Zoo kun je alles uitleggen, zei Horace en trok
zijn schouders op.
Kijk, daar heb je waarachtig Julius Caesar
ook, op een hobbelpaard. De groote man droomt
alleen van tirannen !
- Hij heeft misschien een zwaren avond ge
had, zei Anastasia vergoelijkend.
Julius Caesar keek de
twee anderen niet aan
en speelde met dendolk
van Brutus die hij op
en neer bewoog in de:
wonde in. zijn borgt.
De droomer vreest
de ondankbaarheid van
het volk,dat hem straks
van zijn zetel zal wer
ken, fluisterde Anas
tasia. Luister, Caesar
spreekt.
Wank'len is mij
vreemd...., aldus be
gon hij met omfloersd
geluid.
Hij heeft een kik
ker in zijn keel, brulde
Sardanapalus en trok
zijn zwaard om den
kikker te dooden.
Caesar lei de hand op
zijn hart en ging voort.
Is mij vreemd als
de noordster.
Wier eeuwig vaste,
rustige natuur....
Je mag wel eens
spreekles nemen, riep
Alexander.
Caesar keek ze drei
gend aan. Verder kwam
hij niet, want een aard
beving wie'rp alles plot
seling onderste boven.
Horace en Anastasia"
krabbelden overeind.
.Het was weer aarde
donker in de werk
plaats.
Hij heeft zich in
zijn bed omgedraaid,
zei Horace. Vandaar
dat alles op zijn kop
stond.
De turbine had een
oogenblik het snurken
gestaakt doch liep op
nieuw, nu nog harder
dan straks. Zij
klampten zich vast aan de
tralies van een gedachte-cel en ontwaarden de
spookgestalten, die beschenen werden door
spatlights. Ze waren plotseling vermeerderd met een
zonderling heerschap, dat een hoofd onder zijn
arm droeg.
Cromwell, zei Horace. Nog een dictator !
Bid en houd je kruid droog ! riep Caesar.
Cromwell schudde zijn hoofd; zijn mond open
de zich en zij zagen het licht dwars door zijn keel
vallen tot op den grond.
Bezuinigen koop kanonnen !, heet het tegen
woordig, zei hij met een holle stem, die door de
hersengangen echode en het hoofd onder zijn arm
rolde een ander hoofd tegemoet, dat uit den grond
opdook. Het nieuwe hoofd had een verminkte
kaak en n oog.
Robespierre, zei Horace met een griezel in
zijn stem.
De celwanden trilden een oogenblik, doch een
aardschudding bleef uit. Over het nieuwe hoofd
speelde een groene weerschijn en het eene oog
ontweek den blik van den Puritein. Deze schreeuw
de hem toe:
Ziedaar de gevolgen als de Rede het tegen
het Evangelie opneemt!
Er zijn geen Rede en geen Evangelie ! riep
Alexander. Er is slechts Geweld.
En Verraad, zei Caesar.
??En de wellust, lachte Sardanapalus.
Een klein mannetje, door een blauw licht be
schenen, stond stampvoetend in een hoek. Allen
keerden zich naar hem.
De dictator der dictatoren, zei Horace.
Napoleon Bonaparte !
Het licht straalde in vollen glans. Napoleon trad
naar voren en trok het hoofd van Robespierre aan
zijn rechter-oorlel.
Zonder mij zou je hier niet zijn, mompelde
Robespierre. Jij verkrachtte de Rede.
En ik schiep de Macht, zei Napoleon, en gaf
het volk den Roem.
Waarvoor het zijn bloed stortte, sprak een
stem en onder de lamp van den Christelijken
Gemeenschapszin stond een schamel gekleed man,
met een hoofd als een knikker.
Anastasia klapte geestdriftig in de handen. Zij
had haar landsman Lenin herkend.
Ik stortte ook bloed van mijn volk, vervolgde
hij, maar ik gaf het....
Hij hokte even.
??Wat gaf jij het? vroegen de anderen tegelijk.
??Ik gaf het zijn Illusie.
Ze trokken hun schouders op.
Alsof wij ze geen Illusie gaven, riep Napoleon,
DIERSTUDIE
Teekening voor de Amsterdammer" door H. VcrsUJnen
De feestredenaar
Algem. Nederlandsche
Automobiel
MijFRANKEN5TBAAT 37-8M, 's<3BAVErmAOE
want wat zijn Roem en Macht en Geweld anders?
De ware dictator geeft zijn volk Recht en
Rust, bralde het van de zoldering.
Mussolini ! lispelde Anastasia en zij bloosde
bijna.
Weer beefde heel de werkplaats en het bliksem
de. De turbine knarste en scheen te zullen stoppen.
De grond opende zich en vlammen sloegen er uit
op. Anastasia keerde zich verschrikt af en mom
pelde: de Duivel !
De nieuwe verschijning keek rond.
En wat breng jij het volk? vroegen Napoleon
en Lenin tegelijk.
Ik breng het den gaven Gulden ! zei de ver
schijning trotsch.
En wat koopt het daarvoor? vroeg het hoofd
van Robespierre.
Naastenliefde ! schreeuwde Lenin spottend.
Zijn zieleheil? informeerde Cromwell.
Ze koopen er hun bezuiniging voor, zei de
geest en lachte.
Hij is de gladste van ons allen, riep Napoleon.
Op onze knieën !
En allen knielden ter aarde en de twee koppen
huppelden een rondedans.
Krak", zei de turbine en stond stil. Een hevige
orkaan verhief zich en de geesten van Horace en
Anastasia werden de eere-trap afgezogen en door
de brievenbus geblazen. Op de stoep kwamen ze
tot bezinning en Anastasia, zich oprichtende om
te zien welke naam er op de deur stond, las:
H. COLIJN.
Aan de deur wordt niet gekocht.
B A R B A R O S S A
GRANDS V1NS DE CHAMPAGNE
POL ROGER & de.
AgentGénéral: JAGER GERLINGS, Haarlem