De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 9 februari pagina 21

9 februari 1924 – pagina 21

Dit is een ingescande tekst.

' DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND - 21 BRIEVEM UIT SOETOEKOEKIANDA vu DE DROOM Voor de verbaasde blikken van professor Horace Allbedyll en Anastasia Geraniumwitch opende zich een ruime eere-trap, met zachte loopers be kleed. Het eenige inconyenient was een geweldige tocht, om niet te zeggen zuiging. Zij vlogen meer naar boven dan ze liepen, kwamen aan een tour niquet als bij een nmans-wagen en werden naar binnen gezeefd. Anastasia keek rond. Waar zijn we? vroeg ze Horace. Deze legde zijn vinger op haar mondje en fluis terde: Zie hier het verbeeldings-centrum van een groot man. Ik hoor een gesnurk, zei Anastasia. ??Dat is geen gesnurk; dit is het geronk van de verbeeldings-turbine, die de onderbewuste ge dachten van den grooten man aan het draaien brengt. Het is toch net gesnurk, zei Anastasia met de koppigheid van een vrouw. Het is mogelijk. De groote man slaapt. Al de andere turbines zijn afgezet. Die van zijn wil is toegedekt; die van zijn gevoel is in de reparatie en die van zijn verstand wordt gesmeerd. Zij, zetten zich op een paar waarlooze gevoelsceltelfc Aan de zoldëring hing een lamn, 4ie eea ;- >m|#ttêWïverspreidde en van tijd tot lijd «flipperde of zij uit zou gaan. Horace volgde Anastasia's blikken. ? Dit is de lamp'die dagelijks door de Maagden van den Christelijken Gemeenschapszin gevuld wordt. Maar zij slaan het wel eens over. Zij hebben het te druk met de Maagden van de Politiek, met wie ze overhoop liggen. Vandaar dat het licht niet helder brandt en de pit knettert. Avond of morgen gaat ze walmen, zei Anas tasia en keek naar een roetveeg langs de balken. De verbeeldings-turbine snorde als een spinnende poes. De lamp plofte uit en ze zaten in het donker. Plotseling verscheen een lichtschijn in den versten hoek en zij zagen een rood-fluweelen gordijn, dat in zware golven hing, bewegen. Het werd op zijde geschoven en een stoet Assyrische krijgers marcheerde de zaal binnen. Anastasia keek op. Horace was opgestaan om beter te kunnen zien. De turbine spurtte. Het is in den vasten-tijd, zei Anastasia. Zou het een maskerade worden? Horace schudde het hoofd. De droomer is een Christelijk man en komt niet op zulke wufte feesten. Het draomen van de verboden vruchten is zoet, zei Anastasia. Het verbeeldings-centrum van den grooten man werkt en bevolkt zijn brein met de personen, die in zijn verborgenste gedachten hem tot voor beeld zijn. Misschien weet hij het niet eens. Wat zijn dat voor lui? vroeg Anastasia en sloeg haar oogen neer voor de vurige blikken van een Assyriër, wiens oogen en kuras stralen schoten in het donker. Het is Sardanapalus met zijn gevolg,fluister de Horace. Een machtig Satraap. In den rechtschen hoek van de zaal verblindde plotseling een hel licht hun oogen. Een tweede stoet krijgers verscheen. De aanvoerder was ge^ zeten op een groot wit paard en leek een jonge man. Alexanderde Groote ! Een niet minder mach tig heer dan Sardanapalus, zei Horace. Twee soldaten rolden een vat binnen en een vieze knul in lompen, met een lantaarn in zijn hand, kroop er uit. Hij hief het licht op tot voor het gezicht van Alexander en lachte hoonend. Nog minder dan een mensch, zei hij en kroop in zijn vat. Alexander steeg van zijn krijgsros en slenterde naar het vat. Als ik niet Alexander was, zou ik Diogenes willen zijn, zei hij en hakte met zijn zwaard Dio genes en het vat in tweeën. De groote man is in zijn droom niet sterk in de geschiedenis, merkte Horace op. Freud legt dat anders uit, zei Anastasia. Volgens zijn systeem is Alexander de demagoochelaar, die het volk, Diogenes, stroop om den mond smeert en tegelijkertijd in tweeën hakt. In het onderbewuste van den droomer, wiens fanta sie-turbine al weer harder snort, is de strijd gaande tusschen kapitaal en arbeid. Zoo kun je alles uitleggen, zei Horace en trok zijn schouders op. Kijk, daar heb je waarachtig Julius Caesar ook, op een hobbelpaard. De groote man droomt alleen van tirannen ! - Hij heeft misschien een zwaren avond ge had, zei Anastasia vergoelijkend. Julius Caesar keek de twee anderen niet aan en speelde met dendolk van Brutus die hij op en neer bewoog in de: wonde in. zijn borgt. De droomer vreest de ondankbaarheid van het volk,dat hem straks van zijn zetel zal wer ken, fluisterde Anas tasia. Luister, Caesar spreekt. Wank'len is mij vreemd...., aldus be gon hij met omfloersd geluid. Hij heeft een kik ker in zijn keel, brulde Sardanapalus en trok zijn zwaard om den kikker te dooden. Caesar lei de hand op zijn hart en ging voort. Is mij vreemd als de noordster. Wier eeuwig vaste, rustige natuur.... Je mag wel eens spreekles nemen, riep Alexander. Caesar keek ze drei gend aan. Verder kwam hij niet, want een aard beving wie'rp alles plot seling onderste boven. Horace en Anastasia" krabbelden overeind. .Het was weer aarde donker in de werk plaats. Hij heeft zich in zijn bed omgedraaid, zei Horace. Vandaar dat alles op zijn kop stond. De turbine had een oogenblik het snurken gestaakt doch liep op nieuw, nu nog harder dan straks. Zij klampten zich vast aan de tralies van een gedachte-cel en ontwaarden de spookgestalten, die beschenen werden door spatlights. Ze waren plotseling vermeerderd met een zonderling heerschap, dat een hoofd onder zijn arm droeg. Cromwell, zei Horace. Nog een dictator ! Bid en houd je kruid droog ! riep Caesar. Cromwell schudde zijn hoofd; zijn mond open de zich en zij zagen het licht dwars door zijn keel vallen tot op den grond. Bezuinigen koop kanonnen !, heet het tegen woordig, zei hij met een holle stem, die door de hersengangen echode en het hoofd onder zijn arm rolde een ander hoofd tegemoet, dat uit den grond opdook. Het nieuwe hoofd had een verminkte kaak en n oog. Robespierre, zei Horace met een griezel in zijn stem. De celwanden trilden een oogenblik, doch een aardschudding bleef uit. Over het nieuwe hoofd speelde een groene weerschijn en het eene oog ontweek den blik van den Puritein. Deze schreeuw de hem toe: Ziedaar de gevolgen als de Rede het tegen het Evangelie opneemt! Er zijn geen Rede en geen Evangelie ! riep Alexander. Er is slechts Geweld. En Verraad, zei Caesar. ??En de wellust, lachte Sardanapalus. Een klein mannetje, door een blauw licht be schenen, stond stampvoetend in een hoek. Allen keerden zich naar hem. De dictator der dictatoren, zei Horace. Napoleon Bonaparte ! Het licht straalde in vollen glans. Napoleon trad naar voren en trok het hoofd van Robespierre aan zijn rechter-oorlel. Zonder mij zou je hier niet zijn, mompelde Robespierre. Jij verkrachtte de Rede. En ik schiep de Macht, zei Napoleon, en gaf het volk den Roem. Waarvoor het zijn bloed stortte, sprak een stem en onder de lamp van den Christelijken Gemeenschapszin stond een schamel gekleed man, met een hoofd als een knikker. Anastasia klapte geestdriftig in de handen. Zij had haar landsman Lenin herkend. Ik stortte ook bloed van mijn volk, vervolgde hij, maar ik gaf het.... Hij hokte even. ??Wat gaf jij het? vroegen de anderen tegelijk. ??Ik gaf het zijn Illusie. Ze trokken hun schouders op. Alsof wij ze geen Illusie gaven, riep Napoleon, DIERSTUDIE Teekening voor de Amsterdammer" door H. VcrsUJnen De feestredenaar Algem. Nederlandsche Automobiel MijFRANKEN5TBAAT 37-8M, 's<3BAVErmAOE want wat zijn Roem en Macht en Geweld anders? De ware dictator geeft zijn volk Recht en Rust, bralde het van de zoldering. Mussolini ! lispelde Anastasia en zij bloosde bijna. Weer beefde heel de werkplaats en het bliksem de. De turbine knarste en scheen te zullen stoppen. De grond opende zich en vlammen sloegen er uit op. Anastasia keerde zich verschrikt af en mom pelde: de Duivel ! De nieuwe verschijning keek rond. En wat breng jij het volk? vroegen Napoleon en Lenin tegelijk. Ik breng het den gaven Gulden ! zei de ver schijning trotsch. En wat koopt het daarvoor? vroeg het hoofd van Robespierre. Naastenliefde ! schreeuwde Lenin spottend. Zijn zieleheil? informeerde Cromwell. Ze koopen er hun bezuiniging voor, zei de geest en lachte. Hij is de gladste van ons allen, riep Napoleon. Op onze knieën ! En allen knielden ter aarde en de twee koppen huppelden een rondedans. Krak", zei de turbine en stond stil. Een hevige orkaan verhief zich en de geesten van Horace en Anastasia werden de eere-trap afgezogen en door de brievenbus geblazen. Op de stoep kwamen ze tot bezinning en Anastasia, zich oprichtende om te zien welke naam er op de deur stond, las: H. COLIJN. Aan de deur wordt niet gekocht. B A R B A R O S S A GRANDS V1NS DE CHAMPAGNE POL ROGER & de. AgentGénéral: JAGER GERLINGS, Haarlem

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl