De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1924 9 februari pagina 24

9 februari 1924 – pagina 24

Dit is een ingescande tekst.

CATAGORIE I PROBLEEM II K. R. a. 8. B. H. b. 9. VöOR'NËDERiAMD Mo; 2434 4X BRIDGE door B. M. - Correspondentie Jicht* men naar het secreta riaat van De Amsterdammer" Keizersgracht 333, Amsterdam onder motto: Bridge. KL V: R. H. Sch. b. 6. 2. 6. 3. KL R. H. v. 8.6 Sch. 10. 4 OPLOSSING VAN DE BRIDGEPROBLEMEN UIT HET KERSTNUMMER Voordat ik er toe overga de oplossingen uit voerig te bespreken, wil ik even. in het algemeen nog iets vooraf, zeggen. Nog steeds blijken diverse spelers niet op de hoog te te zijn van 't verschil, wat er Ifgt, tusschen puzzles (problemen) en spelproblemen. De eersten worden kunstmatig gemaakt, de positie van de kaarten van alle 4'de spelers wordt bekend ge maakt; Is het een goed puzzle, dan mag ermaar^n goede oplossing zijn, maar die moei er ook zijn; d.w.z. er moet n sp'elwijze te bedenken zijn, waar bij, al spelen de tegenstanders nog zoo sterk tegen .(en dat doen ze) het spel toch steeds gewonnen is. Een puzzJeoplossing, waarbij uitgegaan wordt van foutief tegenspel, is dus onjuist. Maar de spelproblemen? Dit zijn problemen uit de praktijk. Hierbij mag de oplosser te werk gaan met kansbe rekeningen enz. Bij deze spejproblemen moet men zich afvragen: Hoe zal ik dit spel spelen met de meeste kans op succes"? Net zoo zooals men dat zal . doen, als men gewoon speelt en eveneens de kaar ten van de tegenstanders niet kent. Zooals in de praktijk is hier dus het speculeeren op fouten niet per se onjuist. De in het kerstnummer opgegeven Bridgeproblemen- HU behooren, wat catagorie I aangaat (de kaarten* van alle medespelenden zijn gegeven) tot de Bridgespuzzles, voorzoover cata gorie 11 betreft.tot de spelproblemen. Mij is gebleken, dat verreweg het grootste deel van de oplossers zich meer aangetrokken gevoelen tot de puzzles, dan tot de spelproblemen. Ik zal dan"*ook een volgend maal u nog eens een prijspuzzle zien voor te zetten. CATEGORIE I PROBLEEM I B. KL 7. 5. Sch. v-C 3A. L. KI. v. b. 7. KI. 8. 6. 4. :R. b. H. a. h. Sch. KI. 9. 3. R. B. H. 4. 2. R. h. v. L. H. Sch. 8. KL: 10. 2. A: R. H. 6. 8. Sch. 10. 7. Sch. b. 6. Ruiten is troef en B. is aan slag. L. en B. moeten al|e trekken maken. OPLOSSING Ook hier is maar n wijze waarop L spelen kan, om alle zes slagen te maken. Volgt hij deze manier niet, dan is er door V. en A. zóó te spelen, dat L. down gaat: I. B: K. vr.; A: K. 2.; L: KI 9; V: KL 4. . Waarom L KI 9 bij moet gooien volgt uit III. II. B: H. 4.; A: H. 6.; L : R. v.; V: H. h. III. L: R.h; V: R.b.; B: Sch. 8. A:? Wat moet A wegwerpen? Schoppen zeker niet, want dan wordt Sch 6 van L. vrij. KI 10? Ook die niet, want dan kan L de K'- 8 van L er uit snijden. Had L. in I de KI 9 niet verwijderd, dan had hij nooit kunnen snijten en had A de KL 10 kunnen weggooien, in plaats van H. A moet dus H.8. weg gooien. IV. L: Sch. b. V? Wat gooit V weg? Als hij KL weggooit, wordt K-I. 7 van B vrij. Als hij H. weggooit, dan wordt H. 2 vrij. (A. moest immers H8 al wegwerpen). Stel hij doet het eerste, dan krijgen we dus: IV. L: Sch. b.; V: KL 6.; B: H. 2.; A. Sch. 7. V. L: KL 3; V. KI 8; B: KI b; A. KL 10. VI. B: KL 7; A. Sch. 10; L. Sch. 6; V. H. a. Gooit V in IV H. a. weg dan verloopt het spe natuurlijk zoo: IV. L: Sch. b; V: H.a.; B: KL 7; A.: Sch. 4. VvL-t-Kl. 3; V. KL 6; B. KL b,; A: K- 10, | VI. B: H2; A: Sch 10; L: Sch. 6; V: KL.8. U ziet, hoe V en A ook spelen, L wint, als hij in I'KL 9 weggooit het spel. . Na loting verkreeg Ir. A". H. W. Hocke, te Briebergeh den prijs. h. 9. 5 3 Sch. 9! 7. 3. L. "R. H. 10. 10. . 4. 7 4 Er wordt Sans-Atout gespeeld. Van de resteerende 7 trekken moeten L en B er nog 5 maken. B. is aan slag. OPLOSSING. B. moet beginnen met een kleine Schoppen te spelen. Begint hij met een andere kaart, dan kunnen V en. A zóó 'tegenspelen, dat L geen 5 trekken meer maakt. Alle manieren te bespreken, hoe L niet spelen moet zou te veel ruimte vergen. Daarom bespreek ik alleen maar, hoe L wel moet spelen. Moet B nu beginnen met Sch. 6 of met de 2? Met de 6. Waarom? Hij kon dan al naar gelang A de 10 of de 4 speelt, weten, wie in den eersten slag aankomt, en daarmee rekening houden bij het weggooien. Gooit A de 10, dan komt A aan slag en L. gooit R4 weg. Gooit A daarentegen de 4, dan komt V aan slag en kan L KI. 5 wegwerpen. Speelde B Sch. 2, dan kan V de Sch. 4 van A naa.r believen nemen of laten. We krijgen dus 2 gevallen te bespre ken. Geval I. A legt de Sch. 10 in. I. B: Sch. 6; A: Sch. 10; L. R.4.; V: Sch. 3. Wat speelt A na? K' zeker niet. Mogelijk is Sch. of H. Stel hij speelt. Sch. We krijgen dan: II a. A: Sch. 4.; L: KL 5; V: Sch. 7; B: Sch. b. III a. B: H. b.; A kan al of niet de V. leggen. Legt hij de vrouw, dan krijgen we als derde trek: III a. 1) B: H. b; A: H. v.; L: H. 4; V: H. 3. IV a. 1) A: KL 3; L: KI 7; V: H. 5.; B: H. 9. Va. 1) L: H. 10; V? Wat moet V. bijgooien? Gooit hij Sch. weg, dan gooit B. Ruiten weg en wordt B's Sch. vrij, gooit hij R. weg, dan wordt B's Sch. vrij. Zoo maakt L dus 5 trekken. Speelt A in IV a. l)inplaats van KL Harten, dan neemt L. de 10 en speelt KL 7 na. Stel A legt in III a niet de vrouw; dan krijgen we: III.a.2)B.: H.b. ; A: H.6; L: H.4; V: H.3. IV a. 2) B: H:9; A:H.v; L: H.7; V: H5. Legt A niet de H. v. dan neemt Lde lOen speelt KL, waarop V weer in de dwangpositie als boven. V. a. 2) A: KL 3; L: KL 7; V? enz. enz. Dus ook al legt A in III a niet de vrouw, dan nog wint L het spel. Nu is het ook mogelijk, dat A. in II H. speelt, en wel H.6. We krijgen dan: II. b. A: H. 6; L: H. 4; V: H. 3; B: H.b. III. b: B: Sch. b; A: Sch. 4; L: KL 5: V: Sch. 7. IV b: B: H 9; we krijgen dan precies het zelfde als in IVa 2). Speelt A in II inplaats van H 6. H. vr. dan loopt het spel aldus: lic.: A: H.v; L: H.4; V: H. 3; B: H.b. III c: A: H6: L: H. 10; V: H. 5; B: H. 9. IV c: L KL 7. V? Wederom is V in de dwangpositie, thans of hij n van zijn 2 Sch. of 2 Ruitens weg moet gooien. We hebben dus gezien, dat als A in I Sch. 10 speelt L. zeker het spel wint. Nu als A. Sch. 4 legt: (Geval II). L B: Sch. 6; A: Sch. 4; L: KL 5. V: Sch. 7. Wat speelt V na? Geen Ruiten. Want R. 10 en 4 leggen beiden nog in L. Dus of Sch. of Harten. Stel, hij speelt Sch. 3.; dan legt B de b. en speelt in III. H.b. Het spel verloopt dan net zoo als in III a. Stel, V speelt Harten. B. speelt den boer. Legt A. de vrouw niet, dan speelt B. eerst Sch. b. en dan verder als in IV. a 2). Legt A wel H. v., en speelt A. harten na, dan weer in L. H. 10 nemen en V. met KL voor een dwangpositie plaatsen. Speelt A KL na, dan wordt V. in de dwangposi tie geplaatst door H. 10 van uit L. te spelen. Zie V a 1). Dus ook al komt V in I aan slag, dan nog wint L altijd het spel, als B. maar met Sch. 6. uitkomt. De prijs van dit probleem, verkreeg eveneens na loting, F. W. G. Linck, te Utrecht. De oplossing van de spelproblemen van Catago rie II zal ik de volgende maal plaatsen : Prijswin naars zijn van I. A. J. E. Luiardie te Roermond en van II. Mevrouw J. Zeschke Rengeltaube te Den Haag. De laatste stuurde weliswaar niet de juiste oplossing in, maar de hare kwam de juiste het meest nabij. De heer Luardie stuurde óók nog goede oplos singen van I en II. Lk heb heui voor den prijs maar in alle drie de problemen laten mcdelotcn. Goede oplossingen van I en II ontving ik nog van J. A. v. R. v. A. te den Haag," Mr. W. M. H. te Amsterdam, J. S. te Rotterdam. Goede oplossingen van I van: L H. te A., J. G. M. W. te A., Z. v. M. te E. F. W. G. L. te U., M. S. te A., Mevr. T. B.?D. te H., Mevr. J. B.?B. te A. Van II van: Ir. A. v. H. te D., J. W. te Z. Van III. van T. V. te Z., J. K-je E., M. H. te A. Van IV kwam geen enkele volkomen juiste oplossing in. Kunnen niet nog enkele matadors hun krachten toonen? CORRESPONDENTIE E. H. te den Haag. Uw opmerking, dat L's spelwijze foutief is, is volkomen gegrond. Dit was mij echter bekend; het foutieve er van bleek ook al uit het niet snijden op H.v. Mijn bedoeling was echter eens te laten zien, dat in de praktijk een dwang positie ook voorkomt en zoo nam ik dit spel als ik geef het toe ongelukkig voor beeld, omdat ik dit eenigen tijd geleden werkelijk zoo zag verloopen. Over de al of niet juistheid van het bod valt te discussieeren. Het temperament van de spelers speelt hier een groote rol. E. S. te Utrecht. De- volgende maal hoop ik aan uw verzoek te kunnen voldoen. Thans wegens plaatsgebrek onmogelijk. A. L. te L. Uw oplossing van II van Cat. L is onjuist omdat u in III B.R.a. laat spelen. A.gooit KL 3 weg. L: H. 4. In IV neemt dan echter A.H. v. niet; speelt B. dan Harten 9, dan kan A met de v.- nemen en een vrije H. naspelen. Gooit L. in 111 ook KL weg dan neemt A in IV H. v. en speelt de 6 na. Neemt L dan de 10, dan maakt A nog de 8. E. N, Ook uw tweeden brief ontvangen. Hartelijke dank voor de belangstelling. Een volgend maal misschien nog een woordje over het bieden. INHOUD: 1. Amerikaansch Chauvinisme, door Prof. Dr. G. W. Kernkamp 2. Tijdgenooten, door Dr. W. G. C. Byvanck 3. De Palts, door B. Person De briefwisseling tusschen Poincaréen Macdonald, teekening door Joh. Braakensiek 4. Overpeinzingen, door Dr. H. W. van Loon Boekbespreking, door Herman Middendorp 5. Internationale puzzle, door Brandaris De weg tot schoonheid en gezondheid, door Dr. J. Rutgers 6. Vol au Vent, dóór H. Sputterlief Dzn. 7. Uit de Natuur, door Dr. Jac. P. Thijsse 8. Bijkomstigheden, door Annie Salomons 9. De perstentoonstelling, door J. C. Schröder . 11. Voor Vrouwen, red. Elis. M. Rogge 12. Schilderkunstkroniek, door A. Plasschaert 15. Dram. Kroniek, door Top Naeff 16. Boekbespre king, door Prof. Dr. H. Brugmans Belastingvrije woningen, teekening door George van Raemdonck. 17. Muziek in de Hoofdstad, door C. van Wessem 19. Financien en Economie, door Paul Sabel 20. Van Marionetten en Sprookjes, door Samuel Falkland In de Amsterdamsche Gemeentetrarn, teekeningdoor jordaan 21. Brieven|uit|Soetekoekianda, door Barbarossa Dierstudie, teekening door H. Verstijnen 23. Uit het Kladschrift van Jantje Charivaria, door Charivarius Krekel zang, door J. H. Speenhoff, 24. |Bridgerubriek, door B. M. Bijvoegsel: Het herstel van de betrekkingen met Rusland, teekening door Joh. Braakensiek. VANDEWEEK F, DE SINCLAIR: Prijs geb, in linnen band met geili. in Uitgm vu Ml HOLXEHA i IAIEIDOIF,»dis Typ. Amst. Boek- en Steend rukkerij, voorheen Ellerman, Harms & Co.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl