Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER, WEEKBLAD VOOR NEDERLAND
No. 2434
fe
U
l
ft'
K
j,"1,
f
VERDERE ZEDELIJKE OVER
PEINZINGEN
door Dr. HENDRIK WILLEM VAN LOON
(Met teekeningen voor de Amsterdammer"
door den schrijver)
De stad Middelburg ligt, gelijk wij-allen weten,
op het goede eiland Walcheren.
Men heeft er zeer fraaie muziek, welke gemaakt
wordt door een
hoogen toren,
Lange Jan ge
naamd, dien ik
eens tot bijna de
tweede verdie
ping heb beklom
men.
Verder kan men
er een voortref
felijk maal krij
gen en de boek
winkel van deze
oude veste onder
scheidt zich door
een ruime keuze
van fraaie wer
ken, zoowel van
inheemsche als
van
buitenlandsche schrijvers.
De stad West
port ligt, gelijkniemand waarschijnlijk weet, aan
de rivier welke de Indianen Saugutuck noemden.
Men heeft er geen andere muziek dan die welke
door de fonograaf van de buren en door mijn
eigen viool gemaakt wordt en tusschen deze
twee is er heel weinig onderscheid.
Men kan er ergens een zekere hoeveelheid
voedsel vinden voor den komenden en gaanden
man; maar indien men zekerheid wil hebben
omtrent datgene wat men eet, zoo zijn gekookte
eieren zeer aan te bevelen.
Er is een boekwinkel, maar men kan er slechts
de vervelendste tijdschriften van het westelijk
halfrond vinden en deze zijn daar voor slechts
luttele penningen te koop.
Waarom dan", vraagt de nieuwsgierige Aagje,
in Westport te gaan wonen, wanneer Jiet daar
toch zeo, naar het uiterlijk te oordeelen, geen ziert je
beter is dan in Middelburg?"
En het
antwoord
is: Mijn
lieve kind,
^d§tevre
denheid
\vordt in
t«t eigene
hart gebo
ren. Moet
ik toch er
gens in de
woestenij
zitten;
dan liever
in de wildernis waar ik voor mijn verveling
betaald word, want dan kan ik nieuwe schoenen
koopen voor dékindertjes en postzegels bestellen
voor de vele brieven van vrienden en kennissen,
die in dit verre Paradijs hun carrière hopen te
maken en die mij (bekend door mijn dikte en goed
hartigheid) als trait d'union beschouwen voor
hun eigen aspiraties en de vleeschpotten van de
groote Republiek van Amerika."
Want laat ons dit toegeven, met alles wat nog
nieuw en ruw en onbeschaafd is, zoo wonen wij
in onze woestenij toch in het gezelschap van een
buitengewoon prettige buur en die heet Juffrouw
de Hoop. .
Twintig'jaar geleden was dit een dorpje zonder
meer.
Een paar zonen, maar nog meer dochteren
van het uitstervende ras der Puriteinen, achter
gebleven nadat het energiekere gedeelte van hun
dorp haastiglijk westwaarts getrokken was om
er de wijde prairieën van Ohio
en lowa te ontginnen. Verder
niemand.
Een paar mooie oude
huizen, die vervielen in
armoede en vuil.
Een enkel winkeltje dat
God-mag-weten-hoe bestond.
En nu, nadat de schrij
vende wereld het ontdekt
heeft, een welvarend ge
hucht.
De oude huizen opnieuw
betrokken en versch in de verf.
Eén tram, die ons naar den trein brengt.
Een dozijn garages.
Uitstekende winkels voor wat men alzoo noodig
heeft, zooals kalfs-earbonaden, automobiel-banden,
gffienten, petroleum, contrabanda-whiskey,
Fordondertfèelen.
Bouwlustige architekten, die het verstaan het
moderne gemak aan de vriendelijke oude vormen
te paren.
En een kolonie aangename burgers, die hun
broodje moeten verdienen met hun pen en hun
penseel en die hier leven in een vriendschap en
in een gemeenschapsgevoel, waarvan men zich
in ons oude vaderland geen voorstelling kan
maken, omdat men in Holland zijn buurman als
vijand en in Amerika als vriend beschouwt.
En zoo zullen dan voortaan onze ethische
bespiegelingen het eerst in de modderige golven
van de Saugutuckrivier worden weerkaatst,
voordat zij versierd met des Heeren Harding's
portret den oceaan oversteken. Weliswaar kon
ik mij veel moeite besparen door op mijn
buitenlandsche brieven vijf-cents postzegels te plakken,
maar dan moest ik het huis vol halen met
Roosevelt-portretjes en ik lik liever twee Hardings
en een Washington dan een enkelen Theodoor.
Maar na deze meditatie van persoonlijken
aard ook nog een opmerkinkje van een algemeene
, strekking.
Ik zit buiten, of liever wij zitten buiten, want
ik heb met
de heele
verhuizerij niets
.te maken
gehad.
Mijn
vrouw
schijnt tot
de over
tuiging
gekomen
te zijn dat
ik van
grootere
intrinsie
ke waarde ben als kostwinner dan als verhuis
baas. En dus word ik gemeenlijk weggezonden
als er te pakken en te reizen valt en word ik ver
zocht mij zoolang ergens in een bibliotheek te
bergen totdat ik een telegrammetje krijg, dat
alles veilig is en dat ik komen mag. Ik maak mij
dan naderhand als criticus zeer verdienstelijken
help de platen netjes aan den muur ophangen.
Men hale niet de schouders op met een ver
achtelijk dat is wel heel gemakkelijk". Het
is heelemaal zoo gemakkelijk niet om een dozijn
platen zoo op te hangen dat ze precies recht en
niet scheef zijn, en omdat ik zoo lang ben kan ik
dat heel netjes doen en dikwijls genoeg word
ik expres gevraagd om mijn oordeel te geven
en door een beetje hooger rechts" of een ietsje
lager links" het Laantje van Middelharnis op
het
gewe nschte
peil te
brengen.
Al dat
leed is
echter al
weer gele
den.
We zit
ten in een
huis
ons huis.
We heb
ben
(unberufen)
een keukenmeid die na drie dagen nog steeds
niet om het spoorboekje van de New-York,
New Haven en Hartford Maatschappij gevraagd
heeft en we zijn druk bezig aan het monumentale
opus No. 14, de Geschiedenis van het
Amerikaansche Volk.
Maar waarom niet in New-York?
Omdat New York niet langer bewoonbaar is.
Het is een prachtstad wanneer men het als
een marktvlek beschouwt.
Men heeft er alles vlak bij elkaar.
Men kan er alles vinden.
Als men er den weg weet (en dien leert men wel
binnen een twintig of dertig jaar) dan is het een
paradijs voor menschen die iets in de wereld
tot stand willen brengen. Maar de stad, zooals
zoo vele dingen in dit groote land, begint zichzelf
te vernietigen.
Ik weet niet of men begrijpt wat ik bedoel.
Vijftig millioen jaren geleden bestond de mensch
niet, maar was de wereld het exclusieve weiland
van den Dinosaurus
en zijn kornuiten.
Helaas, het ge
dierte groeide zoo
welig en werd zoo
groot, dat het ein
delijk van louter
grootte bezweek.Het
kon niet meer
loopen en niet meer
zwemmen en alleen
nog maar door de modder waggelen. En het
Levensverzekering Maatschappij
H £.AHL.EiU"
Wilsons pi ei u 11
DE VOORDEELIGSTE TARIEVEN
scharminkelige homo sapiensje volgde dit ge
drocht op en richtte de wereld naar eigen goed
vinden in en leeft er lustig op los als een Duitscher
in Holland.
New-York is de Dinosaurus onder de steden.
Het is zoo groot en zoo vol, dat het verkeer
stilstaat. Er zijn te veel menschen, te veel auto
mobielen, te veel vreemdelingen, te veel theaters,
te veel hotels, te veel kranten, te veel lawaai,
te veel Karpathen, te veel moordenaars, te vee!
politie-agenten, te veel van alles. In deze stad
verliest alles zijn karakter, doordat het uit zijn
verband gerukt wordt.
De jaargetijden verdwijnen.
Het is des zomers een beetje kouder en des
winters een beetje warmer, maar men reist onder
den grond en de sneeuw wordt onmiddellijk
weggesmolten en de hitte wordt in koelte veranderd
en de koude wordt tot tropische warmte verwerkt.
De uren gelijken elkaar.
De dag wordt nacht en de nacht vervloeit weer
in den dag zonder dat men het merkt.
Goed en kwaad en mooi en leelijk houden op
goed en kwaad en mooi en leelijk te zijn.
De tijd staat stil of vliedt zoo snel, dat men
zijn gang niet meer kan bespeuren.
En de dood zelf (de laatste die ooit zijn eigen
karakter verliest) wordt vervormd tot een soort
hygiënische transactie, waar alle verdere gevoel
en luister aan . _^__
ontbreekt.
En dus trek
ken de meesten
van .ons die het
eenigszins doen
kunnen weer
naar buiten in de
woestijn.
En aan den
avond van den
eersten dag zeg
gen wij tegen
elkaar met een
blik van verba
zing: wat een
rare wereld hier
op het platte
land. Hier heeft
de dag werkelijk
vier en twintig
uren."
En we gaan naar bed en slapen alsof er geen
slagers-rekeningen en deurwaarders en wolken
krabbers in deze wereld waren.
Westport, Januari 1924.
Boekbespreking
SAPPER". (H. C. Mc. Neill). De geheim
zinnige villa. Amsterdam, Van Holkema en
Warendorf.
De avonturen van een gedemobiliseerd officier,
die den vrede saai vond", zegt de ondertitel van
dit boek. Kapitein Hugh Drummond, de held
van dit verhaal en het is een chte held is
zeker niet de eenige persoon in Europa, die van
den vrede" na den wereldoorlog andere resul
taten heeft gezien dan hij er van verwachtte.
Maar Hugh Drummond weet zich op een
origineele manier te troosten. Hij plaatst de volgende
advertentie in een dagblad: Gedemobiliseerd
officier, die den vrede ongelooflijk saai vindt,
zou gaarne eenige afleiding wenschen. Zoo mogelijk
iets, dat niet in strijd is met de wet; maar misdaad,
als er een humoristisch tintje aan is, geen bezwaar.
Opwinding vereischte. Is ook niet ongenegen
vaste bezigheid te aanvaarden, indien de persoon,
die van zijn diensten wenscht gebruik te maken,
een aangenamen indruk maakt."
Onder de tientallen inkomende brieven is er
een van een persoon, die een zoo aangenamen
indruk op kapitein Drummond maakt, dat hij ten
slotte met haar trouwt, zoodat hij den vrede
als daarvan in zijn omgeving dan nog sprake is
niet langer saai hoeft te vinden. Maar voor het
zoover is, maakt Drummond met en zonder,
maar allemaal ten behoeve van zijn aanstaande
vrouw een aantal avonturen mee, die zoo boeiend
zijn, dat de lezer het boek uit heeft voor hij er
aan denkt, dat hij er aan begonnen is.
Het boek is verschenen in debekende Daalders
editie.
HERMAN MIDDENDORP
J. S. MEUWSEN, HofL A'DAM-R'DAM-ÜEN HAAG
DE BESTE HOEDEN IN HOLLAND